6. Mededeelingen. 1Hi orde is dat belet den weg te volgen door den heer Leuridan aangewezen. Het heelt mij ook zeer verwonderd, wanneer ik vernam dat het schepencollege mijn motie afwees, niet te hoo- ren zeggen wat er belet de vaart Yper-Komen te herstellen als zij de beste oplossing is. Die motie, die ik voorstelde, is absoluut niet tegen het graven der vaart Yper Komen, integen deel, wat zij wil is dat de thans bestaande naijver en strijd zou ophouden, en dat men den best geschikten en voordeeligsten weg zou kiezen om de verbinding Leie Vz r te verwezenlijken. Wanneer men nu zoo over tuigd is dat de vaart Yper-Komen de beste oplossing is, dan begrijp ik niet waarom die studie gevrees l wordt. Immers, na die studie, in plaats van een deel der bevolking, dan zul len *ullen, die zich met de kwestie der vaarten van West-Vlaanderen bezig houden, zich aan den wagen spannen en medehelpen om de gekozen oplossing te verwezenlijken. Gij ziet dus dat dit niet tegen de vaart is, maar alleen om den gewenschten uitslag te bespoedigen. Ik vei wacht dus dat er mij thans aangetoond worde wat er in mijn motie is dat zou belet ten de vaart te graven. M. Lemahieu. Niemand betwist dat de studie eener vaart Rousselare Dixmude mag en kan aangevat worden, maar de vaart Yper Komen ligt daar, het werk kan sefiens begon nen en de vaart in korten tijd bevaarbaar gemaakt worden. Een groot deel werkloozen, voornamelijk aardewerkers zullen daar seflers werk vinden, en dit argument is volgens mij van groot belang. De siudie echter, door den heer Missiaen gevraagd, zal nog lang duren, dit heeft hij immers zelf erkend. Wanneer wij de vaart Yper Komen terug krijgen, niets be let dat nadien een vaart van Rousselare naar Dixmude gevraagd worde, ik heb daar ni°ts tegen. Ik vraag dan ook aan den raad de motie, door het schepencollege aangenomen, te willen goedkeuren. M. Missiaen. Ik begrijp niet hoe een mensch met gezond verstand zoo simplistisch kan oordeelen. Meent gij werkelijk dat gij, met het stemmen uwer motie, het werk der anderen zult stilleggen of dat ge daarmee den doorslag zult geven om het werk te doen uit voeren De uitslag zal juist verkeerd zijn, want de minister van openbare werken berust zich op den bestaanden strijd om niets te doen. Indien gij alleen het herstel der vaart Yper- Komen vraagt, zult gij de zaak nogmaals doen uitstellen daar de anderen ook bij hun ont werp zullen blijven. Doch alswanneer allen de kwestie onderzoeken en het beste stelsel kiezen, dan zal de minister wel verplicht zijn ook voor die oplossing stelling te kiezen Wanneer gij nu meent dat het herstel der vaart Yper Komen seffens zal kunnen gedaan wor den, dan is zulks ook niet waar, want er is immers nog geen enkel plan gereed. Al wat ervan bestaat is slechts een vaag ontwerp. M. Lemahieu. De onteigeningen zijn toch reeds gedaan. M. Missiaen. Niemand betwist dat de vaart daar niet ligt, maar, gij hebt het ten andere zelf bekend tijdens de laatste bespre king, daar zullen heel wat veranderingen aan die vaart moeten gedaan worden om ze be vaarbaar te maken, vaste bruggen zullen moe ten aargelegd worden, het getal sassen zal dienen verminderd te worden, zoodat er daar voor dus ook een gansch nieuwe studie zal moeten gedaan worden. M. Lemahieu. Elders moeten deonteige ningen nog gedaan worden en dit kan, door de koppigheid van sommige eigenaars, dik wijls lang duren. M. Missiaen. En het kan rap gaan ook. Over enkele maanden was het tracé van het Albertkanaal nog niet met zekerheid vastge steld, doch van zoodra de minister zijn keuze zal gevestigd hebben, dan zullen drie maan den daarna, zooals ten andere voor het overige gedeelte van het Albertkanaal, alle onteigenii gen reeds gedaan zijn. Wanneer het werken betreft van algemeen belang, dan wordt alles wel vlug afgehandeld als men het maar wil. M. Van der Mersch. Ik moet den heer Missiaen doen opmerken dat wij hier alleen maar in den gemeenteraad van Yper zijn. Wat moet men stemmen Een motie ten voor- deele van onze vaart. Het is aan ons niet te zeggen welke de beste oplossing is, de heer Minister is meer bevoegd dan wij om een beslissing te nemen. Wanneer Nieuwpoort of Dixmude een motie stemmen dan spreken zij niet voor de vaart Yper-Komen, maar alleen voor hetgeen hun eigen aanbelangt. M. Missiaen. Met die redeneering slaat gij uw eigen stelling in stukken, immers gij zegt dat gij niet bevoegd zijt en dan vraagt gij toch het herstel van die vaart. M. Van der Mersch. - In princiep ja, om dat die vaart hier reeds bestaat. M. Missiaen. Vroeger werd er hier zeffs erkend dat het voordeeliger zou geweest zijn indien de vaart anders ware gemaakt geweest dan zij nu is. De minister zal zeggen men vraagt vier vaarten, hij zal er dan ook niet een ervan doen maken, maar de zaak nog maals uitstellen. M. Vanderghote Het schepencollege stelt voor te stemmen over de motie van den heer schepen Lemahieu, die luidt als volgt De Gemeenteraad in zitting van 14 Mei 1934 Overwegende dat het herstel en de vol tooiïng der vaart Komen Yper de kortste en goedkoopste verbinding is, per water, tus schen de Leie en de Yzer, om langs daar Diksmuide en Nieuwpoort te bereiken Dat die verbinding Leie Yzer, langs Yper om, eene noodzakelijkheid is voor het ver voer, per schip, van vele landbouw en nijver heidsproducten waarmede de handel in Yper en in geheel de omliggende streek groot voor deel zou hebben Dat die verbinding, per water, de moge lijkheid zou daarstellen om te Yper en omliggende gemeenten de nijverheid te doen ontstaan of te ontwikkelen Dat daarenboven het voltooien der vaart Komen - Yper eene gelegenhtid zou zijn om aan een aanzienlijk getal werkloozen werk te verschaffen 33 Drukt den wensch uit de voltooiing der vaart Komen-Yper ten spoedigste te zien aanvangen en besluit dezen wensch over te maken aan Z. M. den Koning aan den heer Eerste Minister aan den heer Minister van Financiën en aan den heer Minister van Landbouw en Openbare Werken Stemmen ja de heeren Lemahieu, Dela- haye, Van der Mersch, Patlyn, Jvr. Cornillie, de heeren Seys, Biebuyck, Vergracht, Van Alleynnes, Leuridan, Verbeke en Vander- ghote onthouden zich de heeren Missiaen, Bonnet en Coutelle. 5. Motie over de voetvolkskazerne. M. Vanderghote. Het schepencollege heeft de eer volgende motie voor te dragen De Gemeenteraad van Yper, Gezien het ontwerp van de regeering de voetvolkskazerne van Yper in eene kazerne voor de Rijkswacht te herscheppen 33 Gezien het gebouw van de voetvolkska zerne gansch bouwvallig is en er weinig kans is dit gebouw, dat bijna twintig jaar aan regen, wind, vorst en sneeuw bloot is gestaan, droog te trekken en zoodanig in te richten dat het verblijf erin van mannen, vrouwen en kinde ren op normale wijze zou kunnen verzekerd worden >3 Gezien dit gebouw, zelfs hersteld, altijd voor stad op urbanisch oogpunt een leelijk en akelig iets zal daarstellen, dat steeds het uit zicht van stad, in de nabijheid der vestingen, zal krenken 33 Drukt den wensch uit dat de oude bouw vallige voetvolkskazerne zou afgebroken wor den en een moderne gendarmerie getrouwd worden 33. M. Leuridan. Ik wil alken doen opmer ken hoe pijnlijk het is zulk voorstel te moeten doen voor iets dat millioenen gekost heeft. M. Vanderghote. Millioenen 1 M. Missiaen. Ja, drie millioen en half. M. Leuridan. Het is nu twaalf jaar dat wij die reusachtige spons, dien onmetelijken paddestoel daar zien staan. Is het niet jam mer al dat geil te zien afbreken Al onze ministers van oorlog hebben de een na de andere dit gebouw komen bekijken, zij hebben eens de schouders opgehaald en zijn terug vertrokken belovende het noodige te doen om het gebouw niet verder te kwiste te laten gaan, doch het is telkens bij het oude gebleven. De voetvolkskazerne van Yper mag een der grootste schandalen van de verwoeste gewes ten genoemd worden. M. Vanderghote. Dit gebouw heeft mis schien wel veel geld gekest, maar het heeft ook veel diensten aan de stad bewezen. Na den oorlog werden al de diensten der oorlogs schade en ook de rechtbank er in onderge bracht. M. Leuridan. Wanneer wij het huidig stadhuisgebouw zullen verlaten, dan zal dit toch niet moeten afgebroken worden alhoewel het eveneens veel diensten zal bewezen heb ben. Ik herhaal dat de kazerne een echt schandaal is, des te meer dat ze met een dak er op te doen, 't zij met 100.000 fr. onkosten, kon gered worden. Het is dus met een zekere verontwaardiging dat ik de ons voorgestelde motie stem. M. Vanderghote. Ik stel voor tot de stem ming over te gaan. Al de raadsleden stemmen ja. M. Vanderghote. Ik heb een paar mede deelingen te doen Vooreerst dat de stadsbe- grooting voor 1934 van het provinciaal bestuur goedgekeurd en ongewijzigd is teruggekeerd, en ten tweede dat de Mechelsche beiaardier Jef Denyn Zondag aanstaande, om 12 u mis schien een beiaardconcert zal geven ter nage dachtenis van Z. Vf. Koning Albert, die op 20 Mei ons Belfort moest komen inhuldigen. Ik heb er aan gehouden dit aan de raadsleden mede te deelen. Dit concert, dat uit enkele treurliederen zal bestaan, zal plaats hebben in geval alles gereed is. M. Missiaen. Ik wensch te vragen hoever het staat met het herstel van het Komensch roetje M. Van der Mersch. De Staat is in beroep gegaan en de zaak is overlaatst te Gent uitge steld geworden, doch ik verhoop wel dat het arrest in de eerste dagen van Juni zal geveld worden. M. Missiaen. Ik zou dan aan den heer schepen van openbare werken willen vragen te zorgen dat de noodige studies gereed zijn om dit werk dan onmiddellijk te kunnen aan vatten Hoever staat de kwestie der gezond making van het water van Dickebuschvijver M. V'anderghote. De Commissie van openbare werken houdt zich daaimtde bezig. M. Missiaen. Ja, maar vergadert die com missie nog M. Vanderghote Wij wachten op haar verslag vooraleer die kwestie aan den raad voor te leggen. M. Missiaen. Het is mij gelijk wat er ge daan wordt, zoo er maar voorts gewrocht wordt en de zaak in de kartons niet blijft lig gen. M. Vanderghote. Wij zouden aan de com missie van openbare wei ken kunnen vragen een bundel op te maken en dien op het ge meentesecretariaat ter inzage van de raads leden neer te leggen. Zij zou ook misschien een verslag kunnen indienen M. Missiaen. Wij hebben hier reeds ver- schillige keeren gesproken over den stads schouwburg, die een groot kapitaal vertegen woordigt dat, bij gemis aan voltooiing, niet kan benuttigd worden. De stadsschouwburg is onbruikbaar gezien er daar geen verwar ming, geen verlich ing is en ook geen schermen zijn. Het heeft mij dan ook verwonderd te vernemen dat de stadsschouwburg toch als 'theater gebruikt werd. Ik herinner mij niet dat er in de begrooting een krediet vooizien was voor het plaatsen der electriciteit, en naar ik vernomen heb werd de verlichting toch in de feestzaal aangebracht. Ik wensch te weten in welke voorwaarden het verhuren der zaal geschiedt wanneer deze kan gebruikt worden. Aan welke condities wordt de zaal verhuurd Hoeveel moet er gegeven worden voor het gebruik van het materiaal der stad, voor de verlichting Er werden daar kosten gedaan zonder dat de raad weet wat er met het geld der stad gebeurt. M. Delahaye. De stadsschouwburg is nog niet volledig opgedaan en het schepen college was van gedacht een plan op te maken en de voorwaarden te bepalen om de zaal te verhuren. Daar heeft reeds drie, vier maal een concert in plaats gehad waarvoor de electrici teit telkens voorloopig werd aargelegd en dan ook iedermaal werd weggenomen. Daar het laatste bestek voor de electriciteit minder be droeg dan hetgeen voorzien was en daar wij voor de meubileering van den schouwburg nog recht hebben op schadevergoeding, heb ben wij dit werk laten uitvoeren met het ge dacht de schouwburg ten dienste te stellen van dezen die hem begeeren te gebruiken. M. Missiaen. Het verwondert mij dat, nadat de raad reeds sedert lang het plan heeft moeten goedkeuren, er nu al met eens zonder den gemeenteraad te raadplegen een ander plan uitgevoerd wordt dan hetgeen voorzien was, dus zonder dat men weet zoo de raads leden er geen wijziging, uitbreiding of ver betering wenschten aan te brengen. Ik weet niet wat er gedaan werd, doch ik heb hooren zeggen dat het anders is dan hetgeen waar over het gedacht van den raad ingewonnen werd. Hier werd dus over het hoofd van den raad heen een uitgaaf gedaan zonder dat men weet wat het inzicht van den raad is. Hoeveel werd er dien avond voor het gebruik der

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 4