Het Geheimzinnige
Document
KOLEN
KOOPT BELGISCHE
Ten bureele dezer kan men de voor
gaande nummers van het mengelwerk
bekomen.
•door CHRISTIAN HAUGEN
Mengelwerk va» H-t Yt»«*»»che Nr 7
Vertaald door P.-J AER5SENS
VERBODEN NADRUK
(Vervolg)
Toen hij den volgenden morgen op het kan
door kwam, was hij moe en had weinig lust
om te werken. Hij had trouwens maar vier
uur geslapen. Bovendien had ook de onafge
broken spanning, waarin hij de laats'e dagen
geleefd had, hem totaal afgemat.
De middag post bracht geen brief van
•Cynthia en ook bel le zij ni< t op. Ook dit
."bracht hem van streek.
Eer hij ging, liet Watson Sr. hem roepen
hem ,'n aangename vacantie toe te wen-
.-schen. Hij overhandigde hem een chi que van
honderd Pond en deelde hem mede, dat de
ifirma besloten had, haar afdeelingschef Algy
Rodney het volgend jaar als compagnon in de
-.zaak op te nemen.
Nog geheel onder den indruk van deze
nieuwe verrassing, gaf Algy zijn typiste vlug
liet adres van zijn schuilplaats aan 't Kanaal,
snet de uitdrukkelijke opdracht, dit aan nie
mand te verraden en enkel de aan hem per
soonlijk gerichte brieven na te zenden.
Mrs. Jones stond hem thuis al op te wachten.
Uw bureau is terug zeide zij. En er
-zit een dame op u te wachten
Algy trad binnen. In een der gemakkelijke
fauteuils zat een jong meisje, hel belicht door
het binnenstroomende daglicht. Hij kende
haar niet.
Toen zij opstond en hem tegemoet trad, had
liij den indruk, nog nimmer zoo'n mooi
meisje gezien te hebben. Zij had donker haar
en fraai-gevormde wenkbrauwen boven de
warme diep blauwe oogen. Het smalle ge
zichtje toonde edele, lijne trekken. Het be
koorlijkst van alles was echter haar glimlach.
Ik heet Cynthia zeide zij, betooverend
lachend, en ik wil tegelijk varraden, dat ik
ail acht en twintig jaar ben
Niet mogelijk I U lijkt pas twintig
stamelde Algy verward.
IX.
Haar Ring.
Neen, neen, zoo bedoelde ik 't niet
haastte Cynthia zich te zeggen en in haar
oogen flonkerde iets ondeugends.
Opeens echter werd zij ernstig en het
lachje om haar lippen verdween, toen zij
•voortging
Ik heb maar weinig tijd en moet u zoo
heel veel vertellen. En daarom wilde ik er u
•direct op attent maken, dat ik niet maar 'n
overspannen meisje ben. Mijn vader heeft me
Jhierheen gezonden
Uw vader vroeg Algy nadenkend. Is
Mr. Hope misschien uw vader
Ja, ik weet, dat hij u geschreven heeft en
-dat hij gisteren tevergeefs op u wachtte. Ik
kan niet aannemen, dat dit ontdekt is gewor
den, maar toch koestert Stenton argwaan en
laat hem nu nog strenger bewaken. Anders
zou mijn vader zelf wel gekomen zijn nu
moest hij mij sturen
Ik ben werkelijk blij u te zien zeide
Algy en zijn openhartige bewondering toover-
de weer dat bekoorlijke lachje om haar lippen.
.Zij wist hoezeer hij over de gebeurtenissen
der laatste dagen zat te tobben en zij wist ook,
.dat 't al heel veel beteekent, als een man in
dergelijke positie, ook maar een enkel oogen-
blik z'n aandacht aan iets anders besteedt.
.Zijn oprechte bewondering was er des te vlei
ender om.
Toch bleek duidelijk, dat zij haar zenuwen
niet geheel meester was Zij deed erg onzekir
en scheen vermoeid te zijn.
Doch Algy's houding was evenmin rustig.
Het ongewone van de ontmoeting, het feit,
dat zij in zekeren zin in verband stond met de
zaak Stenton, de omstandigheid, dat Algy
nooit omgang met dames had gehad dat
alles maakte 't voor hem buitengewoon moei
lijk.
Zij zetten zich aan het kleine rooktafeltje
en eindelijk kwam Algy los
Kunt u mij ook zeggen, waarom Stenton
mij achtervolgt
Cynthia knikte ontkennend.
Neen antwoordde zij, dat kan ik niet.
Ik weet alleen, dat hij 't op uw leven gemunt
heeft, en dat U zek- r niet meer tot 't rijk der
levenden zou it behooren, als niet geheel on
verwachts een andere zaak hem geheel in
beslag genomen had. Het gaat namelijk cm
een geheim docum- nt en Stenton vermoedt,
dat U dat in uw bt zit hebt
Wat voor een document zou dat zijn
Weet u dat niet vroeg Cynthia ver
baasd.
Neen
Ik geloof zeker, dat u 't weet. Ik weet
't niet. Ik weet alleen, dat Stenton dacht, dat
het in uw oud schrijfbureau lag. Doch daarin
kon hij 't niet vinden en nu veronderstelde ik,
dat u 't reeds vóór hem gevonden had en 't vei
lig had opgeborgen
Hiermede werd dus Algy's vermoeden om
trent zijn oud schrijfbureau bevestigd.
Neen, ik vond wel een geheime lade
zeide hij, doch daarin lag niets dan stof.
Een ander zal 't document al gevonden heb
ben, eer ik 't bureau kocht.
En daarmee zou dan ook de omstandigheid
vervallen zijn, die mij de laatste dagen voor
't leven beschermd heeft
Dat durf ik niet met ^zekerheid zeggen
antwoordde Cynthia langzaam en in haar
oogen lag een uitdrukking van angstige be
zorgdheid, ik weit 't niet zeker. Doch uit
hetgeen ik vanmorgen hoorde, kon ik opma
ken, dat Stenton vast gelooft, dat u het docu
ment verborgen houdt. Hij sprak er van, in
geval van nood m-.t de scherpste middelen te
zullen dwingen afs;and van het document te
doen
Maar m'n lieve Miss Cynthia, ik vermoed
zelfs niet wat hij bedoilc Ik ken noch Sten
ton, noch een geheim document
Het lieve meisje sloeg de oogen netr.
Had ik dezen ochtend al den tijd binnen
mogen blijven, dan zou ik u nu beter omtrent
zijn plannen kunnen inlichten. Maar ik werd
weggestuurd. Mogelijk begint hij ook mij te
wantrouwen
Alleen die gedachte maakte haar al angstig
en Algy trachtte hiar hand in de zijne te
nemen, om haar te kalmeeren. Plotselirg
schoot hem echter 'n ged-chte door 't hoofd
en hij trok haastig zijn hand terug.
Bent u,... bent u met Stenton ge
trouwd vroeg hij.
Cynthia's angst scheen verdwenen te zijn,
zij keek hem verbaasd aan en glimlachte weer.
Neen. Gelukkig niet. Stenton is 'n oud
man. Ik ben heelemaal riet getrouwd. Maar
waarom vraagt u daarnaar
Algy ontweek haar blik en bleef het ant
woord op deze vraag schuldig.
Ik weet 't niet zeide hij eindelijk. Mis
schien gaven uw woorden den indruk.ja, ik
weet 't waarachtig niet
Door dit korte intermezzo waren zij van
hun onderwerp afgedwaald en er ontstond een
korte pauze. Dan begon Cynthia opnieuw
U is klaar voor de reis, zooals ik zie
Ja, ik vertrek vanavond, met den trein van
11.25 van Waterloo-station
Waarheen
N aar Exeter in Devonshire. Dan reis ik
morgen verder via Exmouth naar Franklin's
Hotel, 'n mijl of vijf achter Exmouth aan de
i-3
kust. Het is een klein, bijna onbekend hotel
letje en ik geloof, dat 't Stenton moeilijk zal
vallen mij daar te vinden
Ja, dat geloof ik ook. Maar wees vooral
voorzichtig bij u w vertrek. Let goed op, of u
niet bespionneerd wordt en zou er iemand bij
't loket staan, die u verdacht voorkomt, koop
dan een kaartje tot aan een der tusschen—
stations
Ik zal voorzichtig zijn.
En nu stelde Algy dezelfde vraag, die hij
reeds aan de twee helpers van Stenton gedaan
had.
Wie is Stenton Waarom is hij mij vijan
dig gezind en waarom achtervolgt hij mij
Cynthia keek op haar armbandhorloge.
Dat is eigenlijk een moeilijke vraag
antwoordde zij. Om die vraag volledig te
beantwoorden, zou ik heel wat tijd noodig
hebben. Dan zou ik u ook moeten spreken
over mijn vader en diens positie ten opzichte
van dien vreeselijken man. Ik zal u dat alle
maal dezen avond bezwaarlijk kunnen vertel
len, want ieder oogenblik loopen wij gevaar
door Hunter gestoord te worden. Ik weet, dat
hij vanavond hierheen zal komen. Een van de
bedienden, die aan mijn zijde staat, heeft
beloofd mij tijdig te waarschuwen. Hij zal op
bellen, zoodra Hunter het huis verlaat, zoodat
ik dan nog tijd genoeg zal hebben om hier te
verdwijnen. Als tenminste m'n vriend gelegen
heid krijgt om op te bellen
Zij sprak langzaam en kalm. Algy beschouw
de baar handen, die met een lange, vaor haar
op het rooktafeltje liggende sigarettenpijp
speelden, pn hij zag aan den linker ringvinger
van haar slanke, fraai gevormde handen een
kostbaren, zeldzamen ring. Een ovale blauwe
steen, omgeven door kleine pareltjes en aan
de uiteinden twee grootere brillanten, die
naast het blauw oplichtten als flonkerende
sterretjes. Het ovaal was wel drie centimeter
lang en twee centimeter breed.
Algy kon z'n oogen niet van het kostbare
kleinood afwenden, en daarom herkende hij
den ring direct ter ug, toen hij hem later, ver
buiten Londen, nog eens aantrof.
Cynthia begon te vertellen
Ik was nog zeer jong, toen ik Stenton
voor de eerste maal zag Ik meen, dat ik toen
pas vijftien jaar was Mijn vader leefde toen
nog in gelukkige omstandigheden en had veel
vrienden. Een van hen was Stenton. Voor
't uiterlijk van de wereld is deze verhouding
onveranderd gebleven. Mijn vader is nog
steeds rijk en een graag geziene gast in de
beste kringen. Om den schijn te bewaren,
moet hij leven zooals vioeger, maar hij is voor
zijn tijd oud en grijs geworden. Het is nu een
goede tien jaar geleden, dat het verschrikke
lijke gebeurde, dat mijn vader tot een ongeluk
kig mensch maakte. Sindsdien heeft hij geen
rustigen dag gehad. Hij leeft in een voortdu
rende onzekerheid, een onafgebroken angst,
dat Stenton zijn geheim verraden zal, zijn mis
daad zal onthullen Vervolg te vaaste week.
Een aankoop van duizend kilos vreemde
kolen doet twee dagen loon verliezen aan
een belghch mijnwerker.
De inlandsche huiskolen zijn beter daa
de vreemde. Ze branden langer en komen
ten slotte beter koop. Laat U dus niet
beïnvloeden door den schijnbaar geringen
prijs aan denwelken men U de vfleemde
kolen komt aanbieden.
De firma E. VAN OVERSTRAETEN,
Statiestraat, 35, Yper, telefoonnummer 123,
verkoopt enkel belgische kolen. Zij aan
vaardt alle bestellingen van af duizend
kilos en levert deze kolen aan den prijs
van den groothandel.
Ondersteunt onze mijnwerkers met
enkel belgische kolen te koopen.