.2
D- heer Vanderghote, burg» meester, bè
groette den Vorst met volgende aanspraak
Stre,
Het isvoorV'per, eene groote eer Z. M
den Koning der Belgen hier ten stadhuize te
ontvangen Ik ben gelukkig, in naam van het
Stadsbestuur en van de bevolking, Z. M. wel
kom te heeten in onze goede stede en 1e be
danken voor de welwillendheid waarmede Hij,
de belofte van onzen betreurden Vorst,
Koning Albeit, getrouw, aanvaard heeft van
daag, ter gelegenheid van de inhul iiging van
oös Belfort, zijn eerste officieel bezoek aan
onze geteisterde martelaarstad te wijden.
Dat de bevolking van Yper ons geluk en
onze vrtugde deelt, bewijzen beter dan de
meest welsprekende redevoeringen en het
feesttooi onzer huizen en straten, en het geest
driftig feestrumoer or zar stede. Heden zingen
en iuielen onze zielen en kloppen blij onze
harten, even blij, even geestdriftig als straks
de blijde en heldere welkomgroet van onzen
beiaard.
I< groet, Sire, in Uw Majesteit, den
waardigen opvolger van de heerlijke reeks
Vorst°n die, in de tijdspanne van honderd jaar,
België hebben zel.stancig en groot gemaakt en
onafhankelijk behouden. In deze bange tijden
sluiten wii, Sire, rondom uw Troon hou en
trouw, in heil en wee, de gtl 'deren dicht.
Leve de KoniDg
Onmiddellijk daarop teekende de Koning
het gulden boek der inhuldiging en begaf zich
naar de prachtige tribune opgericht tegen de
puinen der Lakenhalle. Oveiheerliik schouw
spel 1 Onvergetelijk oogenblik I Indrukwek
kende plechtigheid De overgroote ma kt,
zwart van 't volk, dreunend van zegeeerotp
en heilwenschen en zingenden Bellorttoren
Zoodra de Koning op zijn Troon heeft
plaats genomen staat de Burgemeester recht
en neemt het woord
Sire,
De bevolking van Yper viert vandaag met
blij gemoed de inhuldiging van het Belfort,
zinnebeeld van de verrijzenis van hare stede.
In naam van de Ypersche gemeenschap,
ben ik gelukkig een woord van dank te mogen
richten tot onzen beminden Vorst die aanvaard
heeft deze plechtigheid voor te zitten en zoo
doende blijk heeft willen geven van zijne
belangstelling jegens onze dierbare marte
laarstad.
Indien wij met trotsheid ons de konink
lijke bezoeken mogen herinneren van Z. M.
"Leopold I in i860 ter gelegenheid van de
inhuldiging in de gevels van de Lakenhalle
der beelden der Graven en Gravinnen van
Vlaanderen, de blijde intrede van Z. M.
Leopold II in 1868, de talrijke bezoeken wel
ke onze betreurde Vorst Z. M Koning
Albert in 1921, in 1925 en ig27 aan onze stad
bracht, dan is het ook met weemoed dat onze
bevolking zich de bereidwilligheid herinnert
waarmede Koning Albert aanvaard had op
20 Mei 1 1 de inhul iiging van het Belfort van
Yper voor te zitten. Onze stad heeft in den
persoon van Koning Albert een voorname
voorspreker en beschermer verloren tot wiens
tasschenkomst zij nooit te vergeefs haren toe
vlucht nam. Ook heeft Yper, de traditie onzer
voorvaderen getrouw, op het Belfort het beeld
getild van den Vorst, die zoowel voor de stad
als voor België, steeds was le droicturier
seigneur du pays
Sire,
Het weze mij hier toegelaten Uwe Majes
teit de stellige verzekering te geven dat
gansch de bevolking den pijnlijken rouw van
het Vorstenhuis van België heeft gedeeld; dat
zij ook, met geiust gemoed, in Uwe Majesteit,
Sire, zooals voorheen in Hem, hare blijde
verwachtingen heeft gesteld.
Het belang dat steeds de Dynastie' van
België in ons Belfort en Lakenhalle heeft ge
steld is niet alleenlijk te wijten aan de merk
waardigheid van zijn bouwtrant, aan de eigen
aardigheid van zijne opvatting, aan de kunst
van zijne uitvoering, die dit gebouw als het
merkwaardigste der burgerlijke praalgebou
wen van België en Europa kenmerken, maar
vooral aan zijne grootsche beteekenis in de
geschiedenis van onze stad en van ons Land.
Zooals de Lakenhalle de prachtige bevestiging
is van de macht van onze verdwenen laken
nijverheid, van hare ongeëvenaarde ontwik-
keling, van den onmetelijken voorspoed van
Yper in de Middeleeuwen, zoo is het Belfort
met zijn gulden draak de bevestiging van
de burgerlijke fierheid onzer voorvaderen,
van hunnen gemeentelijken zelfstandigheids
geest, het heerlijk zinnebeeld van de vrijhe-
dea, keuren en voorrechten waarvan Yper
door zijne Vorsten zoo mild was begiftigd.
Midden de Groote Marlet, het poppelend hart
van het bedrijvige Yper, rees het Belfort, de
in steen gebeitelde ziel van den hoogmoed en
den trots onzer voorvaderen.
Het Belfort heeft gansch de geschiedenis
van Yper medegemaakt.
Na de jaren van welde en van macht,
van voorspoed en zegen, heefr het ook den
ondergang van Yper medegeleefd de onder
gang van Yper gesproten uit broedertwist en
hurgerootlog en vanaf de l5e eeuw door eene
lange reeks van oorlog, plunderingen en ver
overingen bestendigd.
De stad Yper, die in de pracht van hare
grootsche praalgebouwen en kerken rond haar
statig Belfort al* een rijke schat, als een aan
lokkelijke prooi, in het weelderig Vlaamsche
landschap te prijken lag aan het k'uispunt der
s'rategische wegen, werd en bleef de eeuwen
door, het weerloos slachtoffer der begeerig
heid der heen en weer schommelende vijan
delijke hemcharen, het steeds bestormd en
gefolterd bolwe'k der naeenvolgende strijd
lustige regeetingen. Haar noodlot heeft dan
ook gewild dat, in 1914 met haren gordel van
water, steen en aarde, Ype', als onknakbaar
bolwerk van Landsbestaan, als sleutelsteen
van Landsverdediging, h t weem aedig slacht
offer werd van den strijd voor Vrijhei 1. Recht
en Beschaving, cie onze haardstede in puinen
sloeg en de bevolking den ballingsweg op
jaagde.
België heeft eene prachtige krachtinspan
ning gedaan om het uiterste offer te vergoe
den dat Yper voor het Gemeenebest bracht.
En al prijken vandaag onze huizen, winkels en
praalgebou wen, met hunne kunstige gevels,
als juweelen in de zon, in een verrukkelijk
feestgewaad, toch zijn onze oorlogswonden
niet geheeld. Yper blijft kwijnen onder den
druk van economischen nood. De bronnen van
voorspoed waarop het eertijds als oude ver
sterkte stad mocht bogen zijn verc wenen.
België die Yper uit den naoorlogschen
chaos herschiep zal ongetwijfeld, door eene
degelijke uitbreiding van de economische uit
rusting van ons gewest,aan onze bevolking de
middelen ter hand stellen om den voorspoed
van vroeger in eene breede mate te herwin
nen.
De aanwezigheid op deze plechtigheid
van Zijne Majesteit den Koning, van Graaf
de Broqueville, vertegenwoordiger van de
Regeering, van talrijke gezagvoerders van
Provircie en Staat, van de vertegenwoordi
gers van de landen die ons in de bange uren
van onze nationale geschiedenis, hou en trouw,
ter zijde stonden, deze aanwezigheid beves
tigt ons de waardeering waarin Yper alge
meen gehouden blijft. Deze waardeering is
ons borg dat de rechtmatige verwachtingen
van onze bevolking niet zullen teleurgesteld
worden.
De plechtige inhuldiging van ons Belfort
is dus niet alleenlijk de belijdenis van ons in
nig vertrouwen in eene betere toekomst, maar
vooral de bevestiging var onzen hardnekkigen
wil Yper inde toekomst waardig te maken van
zijn glansrijk verleden. i
Symbole d'un passé giorieux et martyr,
Surgit, son dur voulolr cabré dans la lumière,
Le Beffroi attestant en un grand cri de pierre
Défi têtu Jeté aux siicles a venir
Que tout comme la Flandre, Ypres ne veut mourir I»
Sire,
Ik heb de eer Uwe Majesteit te verzoeken
het Belfort van Yper te willen inhuldigen.
Onder daverend gejuich stond vervolgers
de Koning recht en het Koninklijk woord, in
sierlijk Nederlandsch, klonk over de stee in
eerbiedige stilte
Mijnheer de Burgemeester,
De wijze waarop Yper mij onthaalt, ver
vult mijn hart met een levendig gevoel van
dankbaarheid. Als tolk van de stad, waart ge
zoo goed mijne voorgangers te herdenken en
in het bijzonder hebt gij hulde gebracht aan
mijn diep betreurden vader die dit bezoek had
toegezegd en dien ik hier met aandoening
vervang.
De Lakenhalle heeft door de eeuwen heen
getuigenis gebracht van vroegere macht en
grootheid. Haar monumentaal belfort, dat
door geen ander in Europa werd geëvenaard,
rees boven de vlakten van Vlaanderen als de
steenen belichaming van het onsterfelijk vrij
heidsideaal. Omdat zulk vrijheidsideaal thans
weer onze grondwet bezielt, verouderen onze
torens nooit. Zij verjongen in onze volksfier
heid en in ons zelfbetrouwen.
U we beproefde stad heeft in het verleden
tijden van inzinking en verval gekend. Eens
was zij een der sterkste burchten van de Yper
sche gemeente. De laatste oorlog heeft haar
met algeheele verwoesting bedreigd. Maar
zooals het Belgische Vaderland zegevierend
zijn levensbestemming heeft herwonnen, zoo
is ook Yper uit zijne puinen opgestaan en nu
herrijst uw Belfort in zijn nieuwe glorie, sym
bool van België's onverwoestbaarheid. Ik ben
trots over de eer deze wedergeboorte in te
wijden. Een taai en moedig volk dat op zijn
rechten steunt zal niet ten onder gaan. Voor
taan zal weer de bronzen stem van uw beiaard
dien ltvenswil luiden.
Mijnheer de Burgemeester,
Ik berust in de vaste hoop da' de nog
drukkende moeilijkheden zullen worden be
dwongen en dat Yper eindelijk op elk gebied
den voorspoed zal heroveren die haar in een
nieuwe wereld den ouden roem weerschen-
ken zal.
Wij hebben mannen van allen rang zien
trillen van aandoening wij hebben tranen in
de ocgen gezien bij het hooren der moeder
taal in den mond van den drager der kroon,
bij zijn eed van getrouwheid aan de natie en
zijn geloof aan Vper's toëkomst.
En terwijl de beiaard het Vaderlandsch lied
speelt vallen de vlaggen die de standneelden
van Koning Albert en Koningin Elisabeth
bedt kken. Nog staart de Zoon zijn roemrijken
Vader aan, toen de kinderen der magistraten
een prachtigen tafellooper in Yperschen kant
komen aanbieden Vervolgens worden den
Koning voorgesteld HH. Coomans, bouw
kundige, Vandekerckhove, vader en zoon, on
dernemers, Jef Denyn, beiaardier, Micbaux,
klokkengieter en Somers.
Wanneer de Koning weer op zijn Troon
plaats genomen heeft komt de historische stoet
aangetogen.
In i383 werd Yper belegerd door een En-
gelsch leger. De Ypersche weermacht door
ridder Jan d'Oultre aangevoerd verdedigde
de stad maar na weken strijd begon de hon
gersnood vrouwen en kinderen riepen O. L.
Vrouw ter hulp en na de negende week hief
het vijandelijk leger schielijk het beleg op
Sedert dien, wordt de H. Maagd, wien de
gelukkige redding werd toegeschreven, aan
roepen onder den titel van O. L V. van
Thuyne en werd haar beeld geplaatst boven
de Donkere Poort van het Belfort.
Het is deze episode uit Yper's geschiedenis
die als scenario genomen is geweest van den
historischen stoet.
Het eerste deel is de inleiding. De maagd
van Yper met herauten en magistraat.
Het tweede deel of geschiedkundig deel stelt
de triomfantelijke intrede voor der Ypersche
gemeentemacht na het beleg.
Het derde deel is allegorisch en symboli
seert den eeredienst van O. L. V. van Thuyne.
Het is het prachtigste deelzegezangen, zege
wagen, eerewacht door de graven van Vlaan
deren.
Na den stoet ging Leopold III naar het
gedenkteeken der Ypersche gesneuvelde!,
waar Hij een prachtige kroon neerlegde en
langen tijd ingetogen bad voor die glorierijke
dooden.
In de kathedraal werd Hij ontvangen door
Mgr Lamiroy en een talrijke schaar geeste
lijken de Vorst knielde voor het H Sacra
ment, nam plaats op den troon terwijl een
dankgebed majestatisch ten hemel steeg,
daarna teekende Hij 't Gulden boek der kerk,
bezocht de praalgraven der Ypersche bis
schoppen en legde een kroon neer voor het
gedenkteeken der Fransche gesneuvelden.
Men weet met welke zorg de Engelschen
hun kerkhoven verzorgen talrijke hoveniers
onderhouden die en hebben zich met hun
gezin in Yper gevestigd Engeland heeft voor
hen een kerk en een school ingericht.
De Koning hield er aan de Engelsche kin
deren in hun school te bezoeken en hier ook
was de geestdrift uitbundig en onbeschrijflijk.
Daarna was het de beeweg naar de roemrijke
Meenenpoort, waar de Vorst ook een kroon
neerlegde en bad voor die 55.000 onbekende
Engelsche dooden die vóór Yper gevallen zijn.
Leopold III stapte vervolgens in de Ko
ninklijke auto, bekeek een laatste maal de
duurbare stad, dankte zienlijk aangedaan het
volk, dat in onbedaarlijke toejuichingen los
brak en vertrok over voldaan naar Wevelghem
om per vliegmachien Brussel te bereiken.
Moge Yper leven, bloeien. Dat zijn levens
opgang duurzaam weze. Daar juist heeft men
de stellingen aan den Westervleugel der Hal
len geplaatst en 't zal waarheid worden het
Koninklijk profetisch woord en den zin ge
graveerd in de Poortersklok Ik zing de
glorievolle wedergeboorte van Yper
M. HETT.