Vandevoordes Pelsen
Gemeenteraad van Yper
2
Verslag der Zitting van 8 October 1934.
heeft opgehou len te heerschen.
Geboren te Brieier, den 19 Januari 1868,
kwam de heer Cyriel Lemahieu zich samen
met zijn ouders den 1 October 1880, te Yper
vestigen en hielp hen in de uitbating der
hoeve, een der schoonste van den omtrek,
welke zij op den Verlorenhoek betrokken en
die hij later van hen overnam en tot over
enkele maanden bleef bewonen vooraleer
hier in stad een welverdiende rust te komen
nemen.
Ontwikkelde, verstandige, b gaafde en er
varen landbouwer, wist hij heel vroeg reeds
een vooraanstaande plaats in de landbouw
middens te veroveren gedienstig, vriendelijk
en eenvoudig in zijn omgang met iedereen
won hij dadelijk ook de achting en genegen*
heid der andere kringen
In Februari 1904, na een gedeeltelijke ver
kiezing, tot gemeenteraadslid van Yper geko
zen, legde hij, in Maart van 't zelfde jaar, in
de handen van den toenmaligen burgemeester,
den Letreurden en on vergetch.ken H. Colaert,
den grondwettelijken eed af en, bij al de
opvolgende stemmingtn op de katholieke lijst
herkoz n hetgeen bewijst hoegroit het ver
trouwen is dat de Ypersche kiezers in hem
stellen heeft hij sedertdien onafgebroken dit
ambt waargenomen met een ijver en toewij
ding, een tact en bescheidenheid, een be
kwaamheid en groncige hestuurskennis die
nu nog den eerbied en de bewondering, niet
alleen van zijn eigen partijgenooten, maar ook
van zijn politieke tegenstrevers afdwingen.
Den 5 Januari 1927 werd de heer Lemahieu,
samen met den heer advocaat iobry die even
lang als hem in den gemeenteraad zetelde, tot
schepen aangesteld, ambt dat hij tot ieders
voldoening heden nog altijd waarneemt. In
September van 't zelfde jaar werd de heer
Lemahieu pijnlijk getroffen door het afsterven
van den heer Colaert, onder wiens burge
meesterschap hij de eer had gehad 23 jaar
lang als raadslid en schepen te zetelen en voor
wien hij, in de lastige naoorlogsche jaren van
Yper's hersb 1, een machtigen en onvermoei
baren medehelper was geweest
Zijn grenzelooze offervaardigheid, zijne
gedienstigheid waarop nooit te vergeefs be
roep werd gedaan, is echter, beter nog dan op
gelijk welk ander tijdstip, vooral gebleken
binst de droevige tijden van Yper's beschi -
ting, wanneer velen der vooraanstaande per
sonen reeds waren uitgeweken en de bevel-
king van Yper in deze bange dagen aan haar
treurig lot was overgelaten.
Niettegenstaande zijne eigen bt kommernis
sen, niettegenstaande htj voor een, talrijk huis
gezin te zorgen had, niettegenstaande zijne
woning ver buiten de stad en dicht de vuur
linie gelegen was, bleef hij midden het gevaar
trouw op zijn post, zijne ongelukkige mede
burgers met raad en daad helpende en tegen
de soms willekeurige beslissingen ofongertch
tigde verdenkingen van het leger beschermen
de. Dagelijks, midden de hevigste beschietin
gen, op gevaar van zijn eigen leven, kwam hij
naar stad om, samen met eenige andere ver
dienstelijke mannen, waaronder den nooit te
vsrgeten heer Stoffel, de belangen der in stad
gebleven bevolking te behartigen en, als
dienstdoende burgemeester, d<-. noodige vrij
geleiden en paspoorten te onderteekenen. Het
is slechts den 23 Ap;il 19 5, na den laffen en
moorddadigen gasaanval, warneer de Duit-
schers zich reeds op de landerijen van zijne
hoeve bevonden, dai de heer Lemahieu nood
gedwongen have en goed verliet. Zes jaar
nadien, juist dag op dag, had hij de groote
voldoening zijne heropgebouwde hoeve op
nieuw te mogen betrekken.
Benevens zijn politiek mandaat, strekt de
bedrijvigheid van den heer schepen Lemahieu
zich ock nog tot andere terreinen uit Zoo is
hij nog, onder meer, plaatsvervangend sena
tor, bestuurslid der Kerkfabriek van St Jacobs,
ondervoorzitter van den plaatselijken Bond
der Kroostrijke Gezinnen, Eerevoorzitter van
den plaatselijken Boerenbond, Voorzitter van
het Verbond der Hoerengilden van het Arron
dissement Yper, bestuurslid van het landbouw-
cornice Kemmel-Yper, lid der provinciale
landbouwkamer.lid der provinciale landbouw-
commissie, enz. Onneodig daarover verder
uit te weiden, deze bloote opsomming is op
haar eigen welsprekend genoeg en toont aan
hoe verscheiden en uitgebreid de diensten zijn
die de heer schepen Lemahieu aan zijne mede--
burgers bewijst.
Als belooning werd de heer schepen Lema
hieu vereerd met het Burgerlijk eereteeken
1914 18, voor de diensten die hij gedurende
de eerste zes maanden van den oorlog onder
het hevig bombardement aan de stad bewe
z n heef: met het Landbouw eereteeken
van l* klas, voor meer dan 25 jaar dienst als
Voorzitter van de plaatselijke Boerengilde,
en met de Hertnneringsmedaille van het
Eeuwfeest van ig3o.
Aan den heer schepen Lemahieu bieden wij
op onze beurt onzen welgemeendsten dank
voor de onschatbare diensten die hij zoo offer
vaardig en onbaatzuchtig bewezen heeft en
nog bewijst en wenschen dat hij nog lange
jaren van een bloeiende gezondheid zou mogen
genieten.
uit alle andere kennelijk
aan de kwaliteit
Men koopt ze voor 't PROFIJT I
De openbare zitting wordt te 17 u. l5 ge
opend. Zijn tegenwoordig de Heeren Van-
derghote, burgemeester voorzitter Lemahieu,
Delahaye en Van der Mersch, schepenen
Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys,
Biebuyck, Missiaen, Vergracht, Van Alleyn-
nes, Leuridan en Verbeke, gemeenteraads
leden Versailles, secretaris,
1) Wettelijk plaatsvervangend Gemeenteraads
lid A fstand van mandaat Onderzoek der
geloofsbrieven van het tweede plaatsvervangend
lid der lijst Nr 1 Eedaflegging.
M. Vanderghote. Daar de heer Georges
Braecke van zijn mandaat van gemeente
raadslid afziet, hebben wij het volgend plaats
vervangend lid der lijst nr I, Mejuffer Itma
Rjuneel, uitgenoodigd zooals blijkt volgens
het ontvangstbewijs dat hier bij den bundel
gevoegd is Op 29 September 11 hebben wij
vanwege Mejuffer Bruneel een brief ontvan
gen waarin zij ons meldt dat zij eveneens van
haar mandaat afziet en haar ontslag als ge
meenteraadslid neemt. De raad zal dus akte
moeten nemen van dit ontslag en wij zullen
het volgend plaatsvervangend lid tot onze
eerstkomende vergadering uitnoodigen.
2) Huldiging van den heer Schepen Lemahieu,
lid van den Gemet n teraad sedert meer dan 3o jaar
De heer burgemeester rechtstaande, voor
beeld dat dadelijk door de andere raadsleden
alsmede door het opgekomen publiek gevolgd
wordt, leest volgende re ,e
Wij hebben vandaag de veugde ons ge
acht med.lid, heer schepen Cyriel Lemahit u,
te mogen vieren ter gelegenheid van zijne
dertig jaar lange loopbaan als gt meenteraads
lid van Yper.
Het is mij aangenaam, heer schepen Le
mahieu, U mijne beste en oprechte geluk-
wenschen te mogen aanbieden en bij deze
persoonlijke heilwenschen, als burgemeester
van stad, U de hulde en de erkentelijkheid
van het Stadsbestuur en van de bevolking uit
te diukken. Eene tijdspanne van dertig jaar
is in het leven van ten mensch reeds van tel
en het is de traditie dat al wie dertig jaar telt,
't zij in den echtelijken staat, 'i zij in het ver
vullen van een ambt of in het uitoefenen van
een beroep, deze verjaring met vreugde en
genoegen viert, vooral als hij met fierheid en
trots tn zonder schaamte op den langen afge-
legden wrg mag terug blikken. Wat is dan
ook niet de fi rheid en de zelftevredenheid
van wie, zooals U, mag bogen op eene loop
baan van dertig jaren, niet alleenlijk aan zijne
persoonlijke zaken en belangen, maar ook
aan de belangen van zijne stadgenooten, aan
het welzijn van het gemeenebest toegewijd.
Gedurende deze dertig laatste jaren hebt
gij als gemeenteraadslid het voorrecht geno
ten al de mogelijke verwikkelingen van het
leven eener stad mede te leven de vreed
zame en kommerlooze jaren van den voor-
oorlogschen tijd, de droevige en ellendige
dagen van Yper's verdelging, het lang, lastig
tijdperk van Yper's herstel en verrijzenis ge
durende hetwelk het herstel van eigen huis en
haard met het herstel van stad te gelijker
tijd moest doorgedreven, behertigd en ver
wezenlijkt worden.
De groote gewichtigheid en zware omvang
van beide deze taken hebben u niet doen
achteruitdeinzen en alswanneer in 1927 op u
beroep werd gedaan om als schepen op eene
inniger en tastelijker wijze aan de groote
taak van Yper's herstel mede te werken, dan
hebt gij zonder aarzelen noch kreunen, met
uwen goeden en koidaten glimlach, dezen
zwaren bijkomenden last op uwe breede
schouders getild.
En sedertdien, zooals voorheen sinds 1904
wanneer de bevolking van Yper u voor de
eerste maal het Bestuur van de Stad toever
trouwde, zijt gij geweest en gebleven voor
stad de goede dienaar die, jaar in, jaar uit,
onverpoosd zijn steen bijbrengt tot het werk
van Yper's heropbeuring, en dit met dezelfde
stiptheid, dezelfde bezorgdheid, hetzelfde
plichtbesef, dezelfde taaie onvermoeibaarheid
met dewelke gij zooals eertijds voor het wel
zijn van uw huisgezin gedurende nog meer
jaren uwe onberispelijke en regelmatige voo-
ren door den vruchtbaren grond hebt gedreven.
Wij hebben steeds, heer schepen, in U
aangetroffen den goeden en steeds bereid-
willigen medeweiker, zijn plicht getrouw en
zijn taak genegen, den man van goeden raad,
van groote ervaring, van gezond oordeel en ook
den vriend van wien wij allen den minzamen
omgang en de gemoedelijke medewerking ten
hoogste waardeeren en prijzen.
Onze erkentelijke hulde gaat dan ook tot
den goeden dienaar, den goeden burger, den
zuinigen en vooraanstaanden beh :erder van
de Ypersche Gemeenschap.
Uit tei VSarte wenschtn wij U en wen
schen wij a^n stad geduren de nog lange jaren
te mogen éenieten van uwe gewaardeerde
samenweikfng ten bate van Yper en van de
bevolking "^Langdurige toejuichingen).
Ik verlee' thans het woord aan den heer
schepen D<ielhaye, die namens de rechterzijde
zal spreken
M. Delaks je. In naam van mijn groep
heb ik de erator ze gelukwenschen btj die van
den heer Burgemeester te voegen. 3o jaar lid
zijn van den gemeenteraad is iets, bijzonder
lijk als men den heer schepen Lemahitu be
ziet in zulke goede gezondheid, dat aan ieder
een niet gegeven is. Gedurende die 3o jaar
heeft de heer schepen Lemahieu al gedaan
wat hij kon om de belangen van den landbouw
te verdedigen. Eerst de landbouw en hij be-
hertigde die belangen niet alleen hier in den
kleinen kring van den gemeenteraad, maar
ook elders in hoogere kringen. Ook in andere
domeinen was de heer schepen Lemahieu den
man die steeds bereid is diensten te bewijzen.
Hij bewees dienst waar hij kon en dit is meer
dan geblek^j bijzonderlijk binst den oorlog.
Niettegenstaande zijn huis in de vuurlinie
gelegen Was, niettegenstaande hij voor vrouw
en een talrijk kroost te zorgen had, bleef hij
ter plaats en bewees er ontelbare diensten aan
de bevolking zoo van buiten als van binnen de
stad. Deze bewezen diensten zijn rchter r.iet
gekend, tenzij ei k--l van dezen die ervan ge
noten hebben, en ongelukkiglijk in hooger
hand ook niet genoeg gewaardeerd. Het is
enkel wanneer de Dui'scheis z:ch slechts op
nog 100 m. afstand bevonden, dat de heer
schepen Lemahieu, verpVcht zijnde, er in
toestemde zijne hoeve te verlaten. Hij heeft
groote diensten bewezen aan het gemeenebest
en ook aan de katholieke groep. De heer
schepen Lemahieu is onze ou ierdomsdeken
en al wat wij verlangen is hem nog lange
jaren in ons midden te mogen bewaren. Dit is
de wensch niet alleen van de katholieke groep,
maar ik denk van geheel den gemeenteraad.
M. Missiaen. Mijnheer de Schepen, Me
vrouw, Mijnheeren, overlaatst tijdens een
zelfde huldebetooging hebben wij toen gezegd
in welken .geest wij ons daarbij aansluiten,
en het ware dus ongepast hier weerom die
zelfde gedachten uiteen te zetten. Het ware
eveneens ongepast hier te zeggen of te willen
doen gelooven dat alles wat de heer schepen
Lemahieu sedert 3o jaar deed ons bevallen
heeft. Wij waren zijn politieke tegenstrevers,
wij zijn het vandaag gebleven en «norgen zul
len wij het nog zijn. Doch dit kan ons niet
beletten dat wij in hem ook den mensch zien,
en hetgeen wij hier vandaag huldigen is niet
den politieker maar den mensch die karakter
en moed genoeg bezit om al de lasten en
tegenkantingen van het politiek leven te dra
gen, den mensch die den moed niet opgeeft
voor het id< aal dat hij zich gesteld heeft en
met geestdiift zijne taak volbrengt. Wij beter
dan iemand andeis, wij die in de politiek
staan en gedurig te kampen hebben, wij weten
welk karakter en moed een mensch iriOït be
zitten om gedurende 3o jaar al die ongemak
ken te dragen die hij niet verplicht is te
dragen. Omdat de heer schepen Lemahieu-
ondanks alles getrouw is gebleven aan zijne
vrijwillig opgenomen taak en hij gedurende
3o jaar gemeend heeft zich te moeten offeren
voor hetgeen hij dacht het best de belangen
der stad te dienen, sluiten wij ons aan bij de
hulde hem dezen avond gebracht en stellen
zijn karaktersterkte en zijne volharding als
voorbeeld van de anderen die zich eveneens
in de politiek toewijden. Het is daarom dat
ik mij hier, namens de socialistische partij, bij
deze hulde aansluit en den heer schepen Le-