3 meulen dat het hem spijt aan deze vraag geen voldoening te kunnen geven gezien, niettegen staande de belofte door den heer burgemeester van Nieuwpoort vroeger gedaan, noch de heer burgemeester van Yper, noch de Handelskamer, noch de Federatie der Geteisterden tot die ver gadering uitgenoodigd werden. Alleen de heer advocaat Lommez, bestendig afgevaardigde, heeft die vergadering bijgewoond en was uiterst verwonderd daar de eenige vertegenwoordiger van Yper te zijn. Naderhand heeft de Handels kamer van Yper een brief geschreven naar het Gemeentebestuur en de Handelskamer van Nieuwpoort om hen te verzekeren dat zij, niet tegenstaande alles, zooals voorheen bereid was de belangen van Nieuwpoort te behartigen en tevens om hen te vragen ook op hunne beurt onzen strijd voor de herstelling der vaart Yper- Komen te willen ondersteunen. Dit schrijven is echter tot op heden nog steeds onbeantwoord gebleven. De heer Geuten doet opmerken, als gevolg op deze uiteenzetting, dat Nieuwpoort nooit te vergeefs op de medewerking der Federatie der Geteisterden en van de Hamiflskamer van Yper beroep heeft gedaan, maar dat wij thans, ver van ervoor dankbaarheid te mogen verwachten, uitsluitend en alleen op ons eigen zelf mogen rekenen. g- Verscheidene afgevaardigden nemen vervol gens deel aan de bespreking, tijdens dewelke er voornamelijk gesteund word| op de moeilijk heden welke de scheepvaart op de IJzer en op de vaart Yper - IJzer gedurende het grootste gedeelte van het jaar, tengevolge van de schaarschheid aan water, t)j 1 g ft'tjl, De be- vrachtingskosten voor Else^ gen 15 fr., terwijl men tot aan X==—1 aa§t- Daardoor zijn onze handelaar/ nogelijk- heid aan de mededinging, die „evoordee- ligde steden hen aandoen, he" J te bieden. Om het water te sparen ziet zich genood zaakt telkens een opvarend sc ip terzelfdertijd als een neervarend te versassen, zoodat het zeer dikwijls gebeurt dat een schip twee of drie dagen voor het sas moet blijven liggen wachten totdat een tweede schip uit de andere richting komt. Over een paar weken heeft men de IJzer gespezen met het water der vaart van Plas- schendaele, doch niettegenstaande dat en alhoe wel de vaart Yper-IJzer voor schepen van 300 ton gemaakt werd, kunnen alleen schepen met een diepgang van 1 m. 30 maximum en een la ding van hoogstens 100 ton tot aan Yper komen. Het gebrek aan water in de IJzer werd meer maals ter kennis van de bevoegde diensten ge bracht, doch al onze klachten bleven steeds zon der gevolg. De IJzer moest waarschijnlijk alleen dienen voor het genot van een honderdtal vis- schers die hun Zondag op de boorden dezer rivier komen doorbrengen en voor Dixmude, Nieuwpoort en omliggende gemeenten een bron van inkomsten uitmaken. De belangen van han del en nijverheid, die nochtans veel grooter zijn, werden steeds op het achterplan geschoven tot op heden, nu dat, zooals verschillige afgevaardig den het doen opmerken, het seizoen der suiker beetwortels weer is aangebroken. Is zulks alleen maar een eenvoudig samentreffen, of is het wer kelijk tengevolge van invloedrijke tusschen- komst, machtiger dan de onze, dat de IJzer nu reeds twee naeenvolgende jaren omtrent het zelfde tijdstip van water voorzien werd Wat er ook van zij, dit bewijst niettemin welk ver lies van invloed wij door de verplaatsing der suikerfabriek naar Veurne geleden hebben. De heer Geuten vraagt dat men wekelijks de lijst zou kenbaar maken niet alleen van de sche pen die tot aan Yper varen, zooals Het Yper- sche dit doet, maar van al de schepen die de vaart gebruiken, 't zij zij te Boesinghe, Drie Grachten, Reninghe brug, Pollinchove, Elsen- damme of Rousbrugge gelost of geladen worden. Zulks zou beter al het nut van de vaart Yper - IJzer en van de IJzer doen uitkomen en daar door ook de noodzakelijkheid van ze steeds op een normaal peil te behouden om de scheep vaart er onafgebroken mogelijk te maken. Het meerendeel der afgevaardigden zijn eens gezind om te beweren dat deze uitslag onmoge lijk kan bekomen worden zoolang de vaart van Yper naar Komen niet hersteld is. De Leie is een rivier met machtigen watervloed. Dagelijks, loopen er duizenden kubieke meter water aan de barrage te Komen verloren en de strooming dezer rivier is zoodanig sterk dat meest al de schepen zich ermede laten afdrijven. Er kan ook niet beweerd worden dat het water van d» Leie bedorven is, gezien al het vee, dat zich bevindt in de weiden langs de Leie gelegen, 't zij te Komen, Wervick of elders, aan dezes boorden te drinken gaat. De heer Leroux, land bouwer te Wervick, doet hierop opmerken dat zijn paarden en zijn vee nooit elders dan in de Leie te drinken gaan en dat de watervloed dezer rivier te Wervick zoodanig sterk is dat, moest de waterafdamming te Meenen slechts 24 uren gesloten blijven, het peil der rivier reeds van een meter zou gerezen zijn. Op aanvraag der landbouwers, wordt dit soms gedaan om de uit gedroogde grachten en waterputten der nabij gelegen hofsteden weer te. vullen en alzoo water voor het vee te hebben. Op voorstel van den heer H. Vermeulen, stem men de tegenwoordige afgevaardigden de vol gende dagorde, die aan de Heeren Ministers van Financiën, van Openbare Werken en van Landbouw zal overgemaakt worden De afgevaardigden van de Federatie der Geteisterden van het Arrondissement Yper, vergaderd in gewone vergadering van 14 Octo ber 1934. Overwegende dat de scheepvaart op de IJzer en op de vaart Yper-Yzer geaurende het grootste gedeelte van het jaar, tengevolge van het ge brek aan water, onderbroken is Overwegende dat de maatregelen door het Beheer getroffen onvoldoende zijn om de sche pen, alhoewel slechts met 100 ton bevracht, toe te laten zonder moeilijkheden Yper te bereiken, als wanneer de vaart Yper-ïzer voor schepen van 300 ton gegraven werd Overwegende dat dit gebrek aan water on- zeggelijk veel schade berokkent aan den handel, de nijverheid en den landbouw der streek Overtuigd dat de eenige mogelijke oplossing voor dezen pijnlijken toestand bestaat in het herstellen der vaart Yper-Komen, die bij middel van het overvloedig water der Leie alleen in staat is de regelmatige bevoorrading van de Y zer te verzekeren Vragen aan de Heeren Ministers van Finan ciën en van de Openbare Werken het vraagstuk dezer herstelling, waarop Yper en gansch de streek recht hebben, zonder verwijl ter studie te leggen opdat de werken binnen kort zouden kunnen aangevat worden, En gaan over tot de dagorde. De terugvordering van betaalde interesten. De Heer voorzitter geeft vervolgens een korte uiteenzetting over de gewichtige zaak die het volgende punt der dagorde uitmaakt, namelijk de terugeisching van interesten die, volgens de bewering van den Staat, ten onrechte zouden betaald zijn geweest. Het is de eerste maal niet dat deze kwestie opgeworpen wordt, doch, ten gevolge der eensgezinde klachten van de ge teisterden die deze interesten te goeder trouw ontvangen en ze voor het herstellen hunner oorlogsschade gebruikt hadden, nam de Minis terraad den 29 April 1930 een besluit waarin bepaald wordt dat, behoudens materieele mis slag of bedrog, de interesten betaald in uitvoe ring van vonnissen definitief aan de geteister den verworven bleven. Niettegenstaande deze uitdrukkelijke beslissing, eischt de huidige minister opnieuw de terugbetaling van sommen die over tien jaar en meer betaald werden. Deze terugvorderingen worden gevolgd van rechtsdwang en thans zijn er reeds een tiental processen voor de Rechtbank van Yper, en twee of drie voor de Rechtbank van Veurne aanhan gig. Wat echter verbazend is en nog nooit ge hoord werd, 't is dat er in de besluitselen van den Staat gezegd wordt dat de beslissing van 29 April 1930 in tegenstrijd is met de grondwet en dat zij niet moet nageleefd worden. Deze beslissing van den Ministerraad is noch tans formeel. Zij is voorafgegaan van een lange reeks overwegingen die bewijzen dat de be taalde interesten werkelijk verschuldigd waren en niet meer mogen teruggevraagd worden. Ter inlichting van ae geteisterden zal de Fede ratie deze mmisterieele beslissing van 29 April 1930 in de twee talen laten drukken en ver spreiden. Zij raadt nochtans alle geteisterden ten sterkste aan geen gevolg te geven aan de vragen van terugbetaling van interesten. De Samenwerkende Vennootschap voor Oorlogs schade ran Yper, die in dienst is gebleven met het opzettelijk doel de geteisterden tot den laatsten toe te helpen, heeft besloten de geteis terden vóór de Rechtbanken te verdedigen en al de kosten te dragen welke uit de rechtsver volgingen door den Staat ingespannen zouden voortspruiten. Daar ieder proces echter steeds oorzaak is van onrust en moeilijkheden, ware het verkies lijker den huidigen minister op zijn besluit te zien terugkeeren en alle vervolging te staken. Met dit doel stelt de heer voorzitter aan de ver gadering voor volgende motie te stemmen «De Afgevaardigden van de Federatie der G^eisterden van het arrondissement Yper, ver gaderd in maandelijksche vergadering van 14 October 1934, «Teekenen krachtdadig protest aan tegen de talrijke rechtsdwangen, op bevel van den heer Minister van Financiën gedaan, in terugbetaling van interesten, die grootendeels reeds meer dan tien jaar geleden uitbetaald werden en die zijn beheer thans opnieuw beweert vroeger ten on rechte betaald te hebben; Bestatigen dat deze rechtsdwangen regel recht in strijd zijn met de gemotiveerde beraad slaging, door den ministerraad in algemeene vergadering van 29 April 1930 genomen en bepa lende dat de geteisterden in 't vervolg onder dit opzicht niet meer zouden verontrust worden; Bestatigen dat deze beraadslaging genomen werd als gevolg eener lange reeks juridische beweegredenen die vaststellen dat deze interes ten verschuldigd waren en geldig betaald wer den; Dat, daarenboven, de Federatie vanaf het begin heeft doen gelden dat deze interesten, door den Staat betaald in uitvoering van ge velde vonnissen, door de geteisterden te goeder trouw ontvangen werden, en door hen altijd ge bruikt voor de herstelling hunner oorlogsschade, zoodat met nu deze zelfde sommen ten voor- deele van den Staat terug te eisschen, dit ten opzichte der geteisterden een ware berooving zou be teekenen; Bestatigen daarbij nog met spijt en tevens met verwondering dat de heer Minister van Financiën, vóór de Rechtbanken die geroepen zijn over deze rechtsvorderingen uitspraak te doen, als rechtsmiddel doet gelden dat deze beraadslaging van den ministerraad, door hem zelf mede-onderteekend, geen enkele verplich ting medebrengt; Dat dergelijke bewering al de gedachten, die de Belgen steeds hadden en die zij in 1914 ver dedigd hebben, over de waarde der beslissingen eener regeering te niet doet; Dienvolgens, Gelasten zij den Voorzitter der Federatie: 1° Dit protest persoonlijk ter kennis te bren gen van al de ministers in den persoon van den heer Baron de Broqueville, eerste minister en voorzitter van den Raad; 2° Aan het ministerie te vragen al de proces sen, die wegens deze interesten bij de Recht banken van Yper, Veurne en elders ingespan nen zijn, bij hoogdringendheid te doen intrek ken, En de noodige bevelen te geven opdat de geteisterden daarover in de toekomst niet meer zouden verontrust worden; Besluiten den tekst dezer beraadslaging van den Ministerraad van 29 April 1930 in de twee talen te doen drukken, opdat al de belangheb benden ervan kennis zouden kunnen nemen; En drukken hun vertrouwen uit in een gun stige oplossing van dit geschil, dat ongelukkig lijk opnieuw de grootste ontsteltenis gebracht heeft onder onze bevolking, die niets dan alge- heele geteisterden telt en wier werk zoo dik wijls miskend schijnt te zijn Deze motie wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Op de' vracg van een afgevaardigde wat er moet gedaan worden wanneer vroeger betaalde interesten van ambtswege van de nog verschul digde vergoedingen afgehouden worden, ant woordt de heer voorzitter dat dergelijke afre kening niet mag aangenomen worden en dat men niet mag ophouden daartegen verzet aan te teekenen. Alhoewel die kwestie nauw in ver band is met de zaak die ons nu bezig houdt, zal zij op de dagorde der volgende vergadering ge bracht worden. De heer Geuten zegt dat hij in het ministerie vernomen heeft dat men de terugbetaling van interesten niet zal eischen van bijzonderen, doch alleen van de nijveraars. Daardoor, zoo vervolgt hij, zal men binnen vijftig jaar nog steeds be dienden onderhouden voor het opzoeken van zoogezegde missingen. Wanneer de geteisterden naar het ministerie schrijven om over het een of ander te klagen, dan antwoordt men hen zelfs niet meer. Er moet een einde komen aan derge lijke handelwijze. De heer Geuten haalt ook nog een andere onrechtvaardigheid aan die aan som mige geteisterden werd aangedaan. Hij kent gevallen van landbouwers die een premie ont vingen van 3.000 fr. voor het optimmeren van voorloppige barakken en van wien men dan later deze premie van hunne oorlogsschade afge houden heeft. Eindelijk zegt de heer Geuten nog dat de heer Staatscommissaris bij de Recht bank voor Oorlogsschade opnieuw het herbeleg eischt van de totale vergoedingen die bij von nis werden toegekend, zonder hoegenaamd reke ning te willen houden van het verlies dat de geteisterden ondergaan bij den verkoop der titels die hen in betaling gegeven werden. De heer voorzitter, die in 't bezit is van een brief waarin gezegd is dat het herbeleg alleen moet bewezen worden tot beloop der som die werkelijk ontvangen werd, belooft het noodige te doen om dit nieuw geschil op te klaren. Nadat er besloten werd den tweeden Zondag van December opnieuw bijeen te komen, wordt de vergadering te 16 uur opgeheven.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 16