3
Bureel- en Zakagendas voor 1935
te koop ten bureele dezer.
De voorgestelde rol wordt hierop-met algemeene
stemmen goedgekeurd. Ook de Heer Verbeke verklaart
dat hij, na den gegeven uitleg, ermede instemt.
jXV. Vernieuwing voor een jaar van; a) 90 op-
céhtfémén op de staatsbelasting op het inkomen
b) 25 opcentiemen op de staatsbelasting op wedden,
loonen en pensibenen c) 90 opcentiemen op de staats
belasting op het mobilair.
M. Vanderghote. Volgens het ontwerp van be
grooting sluit zij met feen boni van ongeveer 5000 fr.
Het werd door het schepencollege opgemaakt en in de
commissie van financiën onderzocht, en is gesteund
op de heffing van 90 opcentiemen óp de staatsbelastin
gen op het inkomen en op het mobilair en van 25 op
centiemen op de staatsbelasting op wedden, loonen en
pensioenen. Deze opcentiemen moeten gestemd worden
ten allerlaatste tegen den 31 December aanstaande,
op' straf van daarna door de stad zelf te moeten ge
heven worden. De voorgestelde opcentiemen zijn de
zelfde als die van verleden jaar.
M. Missiaen. Ik vraag het woord voor een voor-
afgaandelijke kwestie. Ik heb niets tegen het heffen
van opcentiemen omdat zij een rechtvaardige ver
deeling der lasten zijn. Doch ik vind dat het voorbarig
te werk gaan ware vandaag de vernieuwing dezer op
centiemen te stemmen. Zooals de Heer burgemeester
zooëven zegde, is het ontwerp thans nog volgens de
oude begrooting opgemaakt. Voor de nieuwe begroo
ting is er een andere formule die grootelijks van de
vroegere verschilt. Het bijzonderste verschil is dat de
achterstallige belastingen voortaan in den gewonen
dienst zullen moeten ingeschreven worden en niet
meer in den buitengewonen dienst zooals vroeger.
Nu reeds sluit de gewone dienst met een ojerscnot
en er is nog een groot deel achterstallige belastingen
te ontvangen, zoodat het boni van den gewonen dienst
nog merkelijk zal verhoogen wanneer die achterstal
lige belastingen binnenkomen. In die voorwaarden
vraag ik mij af zoo het nog zal noodig zijn zulke op
centiemen te stemmen. Ik zeg niet dat zij niet meer
zullen noodig zijn, doch ik stel alleen maar dê vraag
of wij ze dan nog van doen zullen hebben. Ik heb er
ook niets tegen dat er rap gehandeld worde en vraag
dat men onmiddellijk en met spoed de begrooting zou
opmaken om dan te zien welke opcentiemen moeten
gestemd worden. Ik vraag ook opdat er aan de raads
leden een nieuw model van begrooting zou overhan
digd worden.
M. Vanderghote. Dit was ook ons inzicht.
M. Missiaen. Ik vind dat het wat gewaagd is nu
reeds de opcentiemen te stemmen als wij niet weten
of ze noodig zijn.
M. Vanderghote. Ik heb er niets tegen dit punt
te verdagen, doch ik denk toch dat het aanpassen der
oude begrooting op de nieuwe formule een groot werk
zal zijn en nog al eenigen tijd vergen. De buitenge
wone dienst sluit met een excedent van 900.000 fr.
doch daarin is een fictieve som begrepen van 820.000 fr,.
zoodat het boni dus op 80.000 fr. moet verminderd
worden. Wij voorzien een ontvangst van 150.000 fr. als
achterstallige belastingen, en zoo deze cijfers wegval
len dan zal de buitengewone dienst in deficiet sluiten.
Daarom bestaat er volgens mij geen bezwaar nu de
opcentiemen te stemmen.
M. Missiaen. Gij zult toch geen opcentiemen stem
men om den buitengewonen dienst in evenwicht te
brengen De gewone ontvangsten mogen alleen dienen
om de gewone uitgaven te dekken.
M. Vanderghote. Het opmaken der begrooting
volgens de nieuwe formule zal niet in twee of drie
weken kunnen gedaan worden.
M. Missiaen. Gij hebt daarvoor nog tijd, gezien
wij dan nog maar in 't begin van December zullen zijn.
Ten andere, indien het mocht noodig blijken, ben ik
bereid de laatste week alle dagen te zetelen om de
begrooting afgehandeld te hebben.
M. Seys. Laat ons die opcentiemen nu toch stem
men en indien wij later zien dat wij ze niet gansch
zullen noodig hebben, dan zou men dan een verminde
ring op de straattaks kunnen toestaan.
M. Missiaen. Gij kunt die taks niet verminderen,
gezien ze reeds gestemd is.
M. Lemahieu. Ze is goedgekeurd geweest voor
5 jaar.
M. Vanderghote. Tot den ln Januari 1936.
M. Seys. Ik zou toch liever de opcentiemen be
houden en de straattaks verminderen omdat die taks
nog meest van al het volk misnoegt.
M. Missiaen. Moest men nu die taks willen her
zien, dan ware zulks een groot werk.
M. Seys. Het is toch niet om het werk dat men
het moet laten een mogelijke ontlasting of verbete
ring te doen.
M. Vanderghote. Wij zullen dit punt tot de aan
staande zitting verdagen.
M. Van der Mersch. Wij hebben slechts dezen
morgen de nieuwe formule voor de begrooting ont
vangen en de te doene verandering zal een groot
werk zijn.
XVI. Heffing voor vijf jaar van 60 opcentiemen
voor de gewone honden en 40 opcentiemen voor de
rashonden op de hoofdsom van de provinciale be
lasting op de honden.
M. Vanderghote. Ik denk dat men hiertegen geen
bezwaar zal vinden.
M. Van Alleynnes. Dit is verkeerd te werk gaan,
meen ik, immers gij zijt bezig de inkomsten te stem
men alswanneer wij nog niet weten welke onkosten
wij zullen hebben. Bij onderzoek der begrooting zul
len er misschien min uitgaven te doen zij-n dan er nu
voorzien worden, zoodat men dan ook minder lasten
zou moeten leggen. In die voorwaarden kan ik niet
aannemen nu reeds de lasten te stemmen.
M. Vanderghote. Dit betreft hier toch maar een
ontvangst van 16.000 fr.
M. Lemahieu. Niemand is ook verplicht honden
te houden.
M. Van Alleynnes. Ik ben van advies dat er geen
belastingen moeten gestemd worden zoolang wij niet
weten welke uitgaven zullen gedaan worden.
M. Lemahieu. Het ware veel beter de opcentiemen
te verminderen en de taks op de honden te behouden.
M. Vanderghote. Wij zullen dan dit punt alsmede
de twee volgende verdagen.
M. Van der Mersch. De begrooting is nu toch
reeds gereed en kan door de raadsleden ingezien
worden.
XIX. Verordening op de verhuring van stads
schouwburg.
M. Vanderghote. Het schepencollege stelt de vol
gende verordening voor op de verhuring van den stads
schouwburg De aanvragen om den stadsschouw
burg te mogen gebruiken zullen schriftelijk en veertien
dagen vóór den datum van in gebruik neming aan
het schepencollege moeten gericht worden de voor
waarden zijn 125 fr. per dag vermeerderd met de
kosten van verlichting en verwarmingde zaal zal-
na gebruik door den aanvrager moeten gereinigd wor
den de aanvrager blijft verantwoordelijk voor de
schade aan gebouwen of meubelenhet is verboden
in de zaal te rooken er mogen geen vertooningen in
gegeven worden die strijdig zijn met de goede zeden
of met de bestaande wetten, en er mogen eveneens
geen versieringen in de zaal aangebracht worden
zonder voorafgaandelijke toelating van den burge
meester Ik ben van oordeel dat veertien dagen op
voorhand moeten verwittigen wat lang is, er zouden
ook omstandigheden kunnen 'zijn waardoor de per
sonen dit slechts enkele dagen te voren kunnen doen.
M. Missiaen. Meent gij dat gij zoo een vloed van
vragen zult ontvangen
M. Van der Mersch. Ik zou dit tijdstip van veer
tien dagen laten, doch erbij voegen dat het schepen
college vrij is ook latere aanvragen in te willigen.
M. Seys. Er wordt in het reglement voorzien dat
de aanvrager verantwoordelijk is voor de aangerichte
schade. Wat zult gij doen met de vreemde troepen
die hier slechts enkele uren vóór de vertooning toe-
komen en nadien seffens weer vertrekken Ware het
niet goed ze op voorhand een borgsom te doen be
talen
M. Missiaen. Indien de zaal moet gekuischt wor
den door dezen die ze gebruiken, dan zal dit door
gaans slecht gedaan worden. Het ware beter dit werk
niet door vreemden te laten doen. Ik zou dan ook lie
ver hebben dat er bijvoorbeeld 25 fr. meer gevraagd
wordt en dat de stad zelf de zaal doet reinigen.
M. Delahaye. Ja, het ware beter de zaal zelf te
kuischen.
M. Van der Mersch. Dit ware dan 150 fr. per dag.
Voor het geven van een voordracht, ware die som niet
wat overdreven
M. Missiaen. Voorziet gij ook niet dat de stads
schouwburg voor het geven van opvoedende voor
drachten of iets anders soms kosteloos zal mogen ge
bruikt worden Zoo bijvoorbeeld, indien de toeris
tische vereeniging De West-Vlaamsche Bergen een
voordracht zou willen geven Dit ware immers
in 't voordeel der stad. In de verordening kunt gij
zoo een artikel vermelden dat de schouwburg koste
loos mag gebruikt worden voor zulke doeleinden en
wanneer de ingang kosteloos is.
M. Vanderghote. Wij zullen die verordening dan
definitief opmaken tegen de aanstaande zitting.
XX. Mededeelingen.
M. Delahaye. Ik zou enkele woorden begeeren
te zeggen over de afschaffing der werkloozenfondsen
van Yper en Wervick. Bij Koninklijk Besluit worden
er in gansch het land 71 fondsen afgeschaft en hier
in de provincie West-Vlaanderen zijn er drie hoofd-
bureelen ingerient, namelijk te Brugge, Roeselaere
en Kortrijk. Bij deze hoofdbureelen zijn eeniee hulp
kantoren gevoegd, zoo voor Brugge, Oostende en
Dixmudevoor Roeselaere, Thielt en Iseghem, en
voor Kortrijk, Meenen en Moescroen. Yper valt dus
weg, en voor de klachten, voor alles zullen de werk-
loozen van hier voortaan naar Roeselaere moeten
gaan. Voor Poperinghe is het nog erger, want daar
moeten zij naar Brugge. Dit zal een groot nadeel zijn
eerst voor de werkloozen, maar bijzonderlijk voor de
kassen. Hoe de kassen voortaan hun zaken zullen
klaar spelen, weet ik niet en het zal een gedurig heen
en weer loopen zijn, zoodat hunne taak erg bemoei
lijkt zal zijn. Hierom stel ik voor de volgende motie
te stemmen De gemeenteraad van Yper, vergaderd
in zitting van 12 November 1934, bestatigt met ver
wondering en tevens met spijt dat Yper met zijn 36
gemeenten uit de verdeeling der werkloozenfondsen
uitgeschakeld wordt, en drukt den wensch uit dat er
hier te Yper ten minste een hulpkantoor voor arbeids
bemiddeling en werkloosheid zou ingericht worden
Deze motie zal aan den Heer Minister van Arbeid en
Sociale Voorzorg overgemaakt worden, alsook aan de
Heeren Voorzitters van Kamer en Senaat voor mede-
deeling. Ik vraag aan den Heer burgemeester deze
motie ter stemming te willen leggen en vind het over
bodig hiervoor verder te moeten aandringen, gezien
iedereen weet hoe lastig het is voor de kassen om
zich in regel te stellen.
M. Vanderghote. Ik denk dat er hiervoor geen
discussie zal zijn en leg die motie ter stemming.
Al de aanwezige raadsleden stemmen ja.
M. Vanderghote. Ik heb het genoegen u te mogen
mededeelen dat het Hof van Beroep het vonnis der
Rechtbank voor Oorlogsschade van Yper, waartegen
de Staat in beroep was gegaan, heeft bekrachtigd,
zeggende dat de vroeger gedane herstelling van de
Komensche kalsijde niet kan aanvaard worden. De
stad wint dus het proces met klank en zal binnen
kort een overéénkomst sluiten met het ministerie om
de noodige vergoedingen te bekomen voor het werk
zelf te doen.
Wij hebben ook nog een brief ontvangen van den
Heer burgemeester van Touquet-Paris Plage, gedag-
teekend van den 1° November 1934, waarin hij ons
laat weten dat het gemeentebestuur van Paris Plage,
in herinnering van de talrijke Yperlingen die aldaar
binst de oorlogsjaren verbleven en met wien steeds
de beste betrekkingen onderhouden werden, besloten
heeft den naam van Square d'Ypreste geven aan
den openbaren hof gelegen op den hoek der rue de
Bruxelles en rue de Metz. Ik stel voor een brief van
bedanking op te stellen en het gemeentebestuur van
Paris-Plage namens de stad Yper te bedanken.
Algemeene instemming.
M. Missiaen. Voor de zooveelste maal hernieuw
ik mijne vraag hoever het staat met het kuischen van
Dickebuschvijver
M. Vanderghote. Het noodige krediet is thans in
de begrooting voorzien.
M. Verbeke. Ik moet hier de schandelijke manier
aanklagen waarop er afgehouden wordt van het loon
der bedienden en beambten van stad. Deze afhoudin
gen geschieden nu met terugwerkende kracht en heb
ben betrek op loonen die over twee jaar uitbetaald
werden. Zoo worden er thans groote sommen afgehou
den en vaders van familie, met een groot gezin, wor
den naar huis gezonden met een klein, zeer karig loon.
Dit is ongeoorloofd. Moest een particulier op zelfde
manier met zijn personeel te werk gaan, dan zou men
hem voor aftruggelaar, voor uitbuiter doen door
gaan en hij zou gestraft worden. Ik meen dat de stad
alzoo niet mag handelen. De stadsbedienden hebbtn
vroeger over twee jaar dit geld ontvangen in de mee
ning dat het hen als loon terecht toekwam en hebben
het dan ook te goedertrouw gebruikt. Moesten zij
dit nu niet meer kunnenteruggeven, wat zou men dan
wel doen? Doch hier zal de stad dit geld niet verlie
zen, want het wordt op voorhand op het huidig loon
der -bedienden afgehouden. Die handelwijze is niet
goed te keuren en aan te klagen. Zij is strijdig mét
onze kristelijke princiepen en met de rechtvaardig-
he'c3, éi :s daarbij een slecht middel om goede bedien
den ie kwee-en. Wanneer men zijn personeel slej^jt
betaalt en misnoegt, kan men er ook geen goed weck
van .eJeisc „ten.
M: Missiaen. Ik meende ook in geheime zitting die
kwestie aan te raken, doch aangezien er nu reeds y^n
gesproken wordt, wil ik mijn protest bij dit van dqn
heer Verbeke voegen en mijn verwondering uitdrukkejr
over hetgeen gebeurd is. Ik herinner mij goed dat 'er
daarover reeds in den gemeenteraad gehandeld werd
wanneer de bestendige afvaardiging besloten had ,pe
loonen ambtshalve met 10 te verminderen. Dan
waren wij hier algemeen t'akkoord om te zeggen dat
zulks niet aannemelijk was, aangezien de besluitwetten
van 1932 alleen maar voorzagen de 10 af te houden
die Vroeger aan het staatspersoneel werden meer gege
ven en hier die verhooging aan de stadsbedienden nooit
werd toegestaan. Het loon is iets onaantastbaars en Tiet
is niet een jaar nadien dat men aan de bedienden möét
zeggen dat zij gewerkt hebben voor een minder lopn
dan zij eerst dachten. Geheel de gemeenteraad yfps
dan t akkoord om een middel te vinden om dit onye.r-
schil te vereffenen, gezien dit niet in de begrooting
mocht komen. Er werd door den heer burgemeefter
ook besloten tegen het besluit der bestendige afvaardi
ging in beroep te gaan en te wachten tot na de uit
spraak over dit beroep om dan een middel te bedenken
om die som zonder afhouding van loon te vinden. Het
verwondert mij dat er van dit akkoord van den gemeen
teraad geen rekening gehouden werd. In de twee
laatste maanden van dit jaar moét alles afgehouden
worden wat nog te betalen is, zoodat sommige agen
ten met min dan 500 fr. per maand naar huis zullén
gezonden worden. Ik hoop dat de gemeenteraad nu nóg
t'akkoord zal zijn om te zeggen dat dit niet gebeuren
mag.
M. Verbeke. Ik moet hier een kleine terechtwij
zing doen op hetgeen de heer schepen Lemahieu mij
tijdens de laatste zitting antwoordde op mijne vraag
omtrent de Drie Zottenstraat. De heer Lemahieu
heeft toen gezegd dat een landbouwer beloofd had de
aarde weg te voeren maar dat hij het niet gedaan
heelt omdat er te veel steenen in waren. Sindsdien Héb
ik vernomen dat er daar aan weerszijden de stragt
vuilnishoopen liggen en dat er daar niet één maar ver
scheidene personen dit werk niet hebben uitgevoerd.
M. Lemahieu. Dat is geen vuiligheid die daar ligt,
maar dijkaarde
M. Verbeke. Ja toch, aarde overgroeid met netels
en distels. Het ziet er erg slordig uit.
M. Lemahieu. Die personen hadden beloofd die
aarde weg te nemen. De stad heeft hun zelf werklieden
gegeven, doch toen beweerden zij geen tijd te hebben
en hun paarden niet te kunnen geven voor net ver
voer der aarde, zoodat de stadswerklieden onverrich
ter zake moesten terugkeeren.
M. Verbeke. In de laatste zitting bedoeldet gij
maar één landbouwer.
M. Vanderguote. Aan de heeren Verbeke en Mis
siaen, betrekkelijk de afhoudingen van loon aan de
agenten en bedienden van het gemeentebestuur gedaan,
moet ik verklaren dat het schepencollege al gedaan
heelt wat mogelijk is om in dezen toestand ie vernel-
pen. Wanneer wij vernamen dat die som van 52.000' fr.
m den buitengewonen dienst onzer begrooting voor
1934 verworpen was, hebben wij besloten daartegen bij
den Koning in beroep te gaan. Ongelukkiglijk is dit
beroep ook verworpen geworden voigens de mlicntin-
gen die wij ontvangen hebben, zoodat er ons niets
anders overblijft dan te gehoorzamen en deze afhpu-
dmgen voor 1932 en 1933 moeten geschieden. Immers,
de stadsontvanger heeft daardoor een tekort in zijn
kas, waarvoor hij verantwoordelijk is. Voorloöpig
wordt er een afhouding van 10 gedaan op alie ióo-
nen en wedden. In 1929 werden de staatsagenten ;ftjet
10 verhoogd en later, den 1 Januari 1930, werd er
hun nog een Dijkomende vergoeding van 6 gegeven.
Die 10 werden afgeschaft den 1 Januari 1931 en 'een
jaar later ook de 6 Hier werden de loonen alsdan
niet verminderd omdat zij vroeger ook met wagen
verhoogd geweest. Ik beken dat de toestand der agen
ten en bedienden van stad belangwekkend en zelfs
pijnlijk is, ook heeft het schepencollege beslist aï' te
doen wat mogelijk is om dien toestand te verhelpen.
Voor het óogenblik echter is het problema onopiosDdar.
De schuld van dien toestand is te zoeken in net fgit
dat de perequatie der loonen in 1929 niet gedaan wero.
Zij zijn aan een lager peil vertrokken en nu moe J er
toch, zooals voor deze van de staatsagenten, van afge
trokken worden. Thans echter zijn wij overtuigd dat
die herziening van loonen wederom in Brugge zal moe
ten gedaan worden. Ik vrees dat er voor net oogenplik
geen ander middel zal kunnen gevonden worden voor
de afhoudingen welke voor 1932 en 1933 moeten ged'Jan
worden, nu dat die maatregel voor allen veralgemeend
werd en dat alles, wat hei gemeentebestuur zou kun
nen aanwenden om het besluit der bestencnge afvaar
diging te ontwijken of te bestrijden, zal verworden
worden. Nu hebben wij reeds bekomen nat de loo'iien.
van 1924 vrijgesteld zijn. In 1932, wanneer de w'éfi is
uitgekomen, neeft het provinciaal bestuur met seffens
de noodige maatregelen genomen en ons maar weipig
kJare 'onderrichtingen gegeven. Het gemeentebestuur
meende van zijn kant dat die vermindering hierniet
toepasselijk was, omdat de loonen niet geperequatéèrd
waren en dat men dit alzoo in de wet kon verstaan.' ln
Brugge echter heeft men thans een algemeenen maat
regel genomen. Ik hoop nog dat er misschien een nyid-
dei zal kunnen gevonden worden om dit langzamer
hand in te winnen.
M. Pattyn. Hoe is het mogelijk dat, wanneei"er
maar 10 afgehouden wordt, er bedienden zijn 'die
slechts een loon van 5 tot 600 fr. per maand zullen ont
vangen
M. Vanderghote. Die inlichtingen zijn niet juist.
M. Missiaen. Het verwondert me dat het beroep
van Yper niet aanvaard werd. Ik ken andere steden
waar dit wei aanvaard is geworden. In geheime zit
ting zal ik, zoo men het wil, deze steden noemen ea
daarover meer uitleg verstrekken.
De heer voorzitter stemt daarmede in en verklaart
de openbare zitting te 20 u. opgeheven.