er het tweede lot het klein hovetje vóór het ge-
denkteeken der gesneuvelden, den openbaren
höf in de Janseniusstraat en al de hovingen en
graspleinen er rond. Wij denken deze aanbeste
ding voor een termijn van drie jaar uit te schrij
ven. De twee loten zullen afzonderlijk aanbe-
st eed worden en wij zullen eischen dat ieder aan-
besteder van een lot zijn naam op een goed uit
komende plaats aanbrenge. Ik stel voor dit
lastenkohier te willen goedkeuren.
M. Vanderghote. Ik denk dat allen kennis
hebben van dit lastenkohier. Het is slechts na
goedkeuring door den gemeenteraad dat de aan
besteding in voege zal komen, dit om te vermij
den dat er te overdreven prijzen zouden gesteld
worden.
M. Verbeke. Kan men verzekeren dat er
later door het uitschrijven dier aanbesteding
geen stadswerklieden zullen afgedankt worden
Is het mogelijk ons nu die zekerheid te geven
M. Delahaye. Ons gedacht is al de stads-
hoveniers te blijven houden. Het onderhoud der
vestingen moet beter gedaan zijn en het is daar
om dat wij die twee hovingen in aanbesteding
geven, opdat onze werklieden dan de vestingen
evengoed zouden kunnen onderhouden als zij het
tot nu toe met de openbare hovingen hebben
gedaan. Er bestaat dus geen vrees dat hun be
diening zal afgeschaft worden.
Het voorgesteld lastenkohier wordt vervolgens
zonder opmerkingen gestemd.
11. Verordening op de verhuring van Stads
schouwburg.
M. Vanderghote. Het schepencollege heeft
de vroeger voorgestelde verordening als volgt
volledigdDe personen of maatschappijen die,
't zij voor een tooneelopvoering, 't zij voor het
geven eener voordracht, het inrichten van gelijk
welk feest of het houden van een banket, over
den stadsschouwburg wenschen te beschikken,
moeten daarvoor de schriftelijke aanvraag aan
het schepencollege doen. De huurprijs is vast
gesteld op 150 fr. per dag, verhoogd met de
kosten van verlichting en verwarming. De aan
vrager is gehouden een borgsom van 50 fr. voor
de verlichting en verwarming te storten in han
den van den Heer stadsontvanger samen met
den huurprijs. Hij is verantwoordelijk voor al
de schade die aan de zaal en de meubileering
zou kunnen aangericht worden. Het is verboden
in de zaal te rooken en er vertooningen te geven
die strijdig zijn met de goede zeden en de open
bare orde. In de zaal mogen er eveneens geen
versieringen aangebracht worden zonder toela
ting van den burgemeester.
M. Leuridan. Ik dacht dat het in de bedoe
ling lag van het schepencollege, voor wat betreft
de kosteloosheid van het gebruiken van den
stadsschouwburg, een onderscheid te maken tus
schen de maatschappijen die een cultureel doel
nastreven en andere die zekere winst beoogen.
V/as het dan niet mogelijk sommige maatschap
pijen of gilden, die zonder inkomgeld te vragen
een voordracht of iets anders geven, kosteloos
over de schouwburgzaal te laten beschikken
Wanneer ik zulks vraag, denk ik voornamelijk
aan den Vlaamschen Toeristenbond, de Ver-
eeniging der Westvlaamsche bergen en andere,
zooals het Vlaamsch Kruis, het Rood Kruis, die
een opvoedende taak hebben. Ik meende dat het
in uw inzicht lag dit onderscheid in het regle
ment te voorzien.
M. Van der Mersch. Ik denk dat het moei
lijk ware na te gaan welke maatschappijen zon
der winstgevend doel zijn. Thans, wanneer deze
maatschappijen een zaal in de stad willen huren,
moeten zij daarvoor ook betalen, zoodat zij voor
den stadsschouwburg nu ook kunnen betalen.
Voor ons ware het moeilijk te oordeelen zoo de
maatschappij geen winst nastreeft. Daarom heb
ben wij gemeend geen onderscheid te kunnen
maken en de schouwburgzaal alleen gratis be
schikbaar te stellen voor al de diensten der stad,
zooals voor de muziekschool, nijverheidsschool
en andere. Moesten wij op de vraag van den Heer
Leuridan ingaan, dan zouden die maatschappijen
toch moeten betalen voor licht en vuur.
M. Missiaen. Voor welk vuur
M. Van der Mersch. Dat in den schouwburg
bestaat.
M. Missiaen. Wanneer heeft de raad hier de
beraadslaging genomen daar de' verwarming in
den stadsschouwburg aan te brengen?
M. Van der Mersch. Het is een stoof die daar
geplaatst werd. De verwarming is nog niet
definitief.
M. Leuridan. Ik bedoel niet zoozeer de maat
schappijen zonder winstgevend doel, maar vooral
deze van leerrijken, opvoedenden aard. De koste
loosheid zou niet moeten toegestaan worden bij
voorbeeld wanneer die maatschappijen een too
neelopvoering geven, maar wel voor het geven
van lessen of voordrachten, zoo onder meer wan
neer de Vlaamsche Toeristenbond een vergade
ring zou willen beleggen met leerrijk doel voor
zijn leden en de andere Yperlingen. Ik heb daar
over met de betrokken personen gesproken en
die waren het volledig eens om te verklaren dat
de kosteloosheid in die gevallen zou moeten toe
gestaan worden.
M. Van der Mersch. Wat zoudt gij dan doen
met de maatschappijen die de zaal vragen voor
het inrichten van een liefdadigheidsfeest
M. Leuridan. Dan moeten zij den huurprijs
betalen omdat er ook een inkomgeld gevraagd
wordt.
M. Vanderghote. En in geval van politieke
meeting
M. Leuridan. Dan moet gij maar de zaal niet
„even. Iedere politieke partij heeft ten andere
haar lokaal. Wij zijn maar zoo een proletariërs
part >i en wij bezitten een eigen lokaal. De poli
tieke partijen- zullen dan-ook den stadsschouw
burg daarvoor niet vragen;
M. Missiaen. Misschi.en wel.
M. Leuridan. De Heer burgermeester is zeer
toegevend en zal u dan toelaten uwe meetings
in openlucht te geven.
M. Missiaen. Ons lokaal was nu reeds ver
scheidene malen te klein, zoodat wij in sommige
omstandigheden verplicht waren de overdekte
zaal der Halle te vragen.
M. Seys. Het ware ook mogelijk een uit
zondering te voorzien en het schepencollege vrij
te laten in zijn oordeel.
M. Vanderghote. Het is voor ons uiterst
moeilijk en kiesch een verschil te maken tus
schen de verschillige maatschappijen en na te
gaan zoo zij ja of neen een winstgevend doel
nastreven.
M. Leuridan. Ik geef dit toe, doch in som
mige gevallen zou de kosteloosheid nochtans
moeten toegestaan worden. Zoo voor het geven
eener openbare voordracht waarvoor geen in
komgeld gevraagd wordt, dan heeft de maat
schappij niets anders dan kosten.
M. Missiaen. Dan kan zij ook voor het in
richten van die feesten of voordrachten een toe
lage van 150 fr. aan de stad vragen.
M. Vanderghote. Indien de Heer Leuridan
aan zijn voorstel houdt, dan kan hij tegen de
aanstaande vergadering een amendement in dien
zin neerleggen. Deze voorgestelde verordening
is slechts van innerlijken bestuurlijken aard en
moet door de hoogere overheid niet goedgekeurd
worden. i
M. Leuridan. Gij zoudt dan de stemming
verdagen
M. Vanderghote. Nee'ft, zülks belet niet die
verordening vahdaag góe9 te keuren zooals ze
voorgesteld is, gezfe%Pniemand anders daarin iets
te zien heeft en het dhs Vrij is daaraan later alle
gewenschte veranderingen of verbeteringen te
brengen. vbiov i
M. Leuridan. Wat gij dus verlangt is dat ik
u deze vraag schriftelijk en met redenen om
kleed zou doen. Ik zal dit eens met de belang
hebbende personen bespreken en zou dan wel op
uw voorstel kunnen ingaan.
M. Vanderghote. Ik stel thans voor die ver
ordening goed te keuren.
De raadsleden stemmen eenparig ja.
12. Slachthuis Verordening.
M. Vanderghote. Wij hebben het noodzake
lijk gevonden enkele wijzigingen te brengen aan
de oude verordening, die door den gemeenteraad
den 10 October 1896 gestemd werd, en enkele
punten ervan aan de huidige wetgeving aan te
passen. Wij hebben dan ook van die gelegenheid
gebruik gemaakt om de vroegere verordening,
die in 't fransch opgesteld was, in 't vlaamsch te
vertalen. De Heer schepen Lemahieu zal zoo
goed willen zijn dit punt wat nader toe te lichten.
M. Lemahieu. De thans voorgestelde ver
ordening is niets anders dan de vlaamsche ver
taling van den vroegeren franschen tekst, buiten
dat bij het eerste artikel, een volzin werd toege
voegd waarbij het college van burgemeester en
schepenen de dagen en uren bepaalt waarop het
slachthuis moet open zijn en de uren waarop de
bestuurder moet van dienst zijn. Ik denk dat het
nutteloos is gansch die verordening te lezen, al
de raadsleden hebben ze voorzeker reeds ingezien.
M. Leuridan. Neen.
M. Lemahieu. Ze is nog al lang en ik denk
dat het overbodig is daaraan veel van onzen tijd
te verspillen.
M. Leuridan. Het is juist omdat zij zoo lang
is dat wij ze niet gelezen hebben. (Gelach).
De Heer schepen Lemahieu geeft hierop lezing
van het eerste artikel, waarin gezegd wordt dat
het personeel van het slachthuis bestaat uit een
bestuurder benoemd door den gemeenteraad, een
klerk en een stalknecht aangesteld door het sche
pencollege. Daarna volgt dan den nieuwen volzin
waarbij het schepencollege de dagen en dienst
uren bepaalt.
Op aanduiding van den Heer Voorzitter, die
meent dat er verder nog een andere verandering
of toevoeging aan het reglement gebracht werd,
geeft de Heer schepen Lemahieu nog lezing van
artikel 27 dat bepaalt dat het verboden is hon
den in het slachthuis binnen te leiden tenzij zij
ingespannen zijn. Dit artikel, voegt de Heer
schepen Lemahieu er aan toe, was in het vorig
reglement opk reeds vóórzien.
M. Missiaen. In artikel een zie ik dat het
personeel van het slachthuis bestaat uit een be
stuurder, een klerk en een stalknecht. Dit zijn
dus drie personen die door de stad betaald wor
den. De bestuurder wordt door den gemeente
raad benoemd, en de klerk en de stalknecht door
het schepencollege alleen. Ik meen dat men er
niet van tusschen kan al die benoemingen door
den gemeenteraad te laten doen, aangezien die
bedieningen alle drie door de stad betaald wor
den. Wanneer het er op aankomt bijvoorbeeld
een eenvoudigen leeraar van de muziekschool te
benoemen, dan moet de raad daarvoor tusschen-
komen, en hier dat het een veel belangrijker be
diening geldt, gezièn er hier kwestie is van boek
houding en van verhandeling van geld, is het
't schepencollege alleen dat de benoemingen
doet.
M. Lemahieu. Ik moet den Heer Missiaen
doen opmerken dat de bestuurder verantwoor
delijk is voor het geld dat in het slachthuis ont
vangen wordt. Het is hij die, op aanduiding van
het schepencollege, aan den klerk zegt hoe de
boekhouding moet gedaan worden. Ieder maand
moet hij ook de rekeningen aan onze goedkeu
ring onderwerpen en het ontvangen geld in han
den van den stadsontvanger storten.
M. Missiaen. In dit geval zou ik dan beter
begrijpen dat de bestuurder zijn klerk zelf zou
kiezen.
M. Lemahieu. Dit artikel was in het oud
reglement juist zooals ik het u kom te lezen.
Wilt gij daaraan echter een wijziging brengen,
ik heb er geen bezwaar tegen.
M. Missiaen. Ik verkies dat gansch het per
soneel van het slachthuis door den gemeenteraad
zou benoemd worden, en dit in 't belang der be
dienden zelf. Immers, wanneer zij door het sche
pencollege benoemd zijn, kunnen zij ook door
het schepencollege afgezet worden, terwijl, als
zij door den raad benoemd zijn, zij niet meer
kunnen afgesteld worden. Zij zijn alsdan stads-
bedienden en hebben een vaste bediening.
M. Lemahieu. Er zijn daar nu twee perso
nen in dienst.
M. Missiaen. Die personen zullen natuurlijk
blijven, doch ik zeg dit maar voor later.
M. Delahaye. Het ware beter ook dat zij
allen door den raad benoemd werden.
M. Vanderghote. Willen wij artikel een als
volgt wijzigenHet personeel van het slacht
huis bestaat uit een bestuurder, een klerk en
een stalknecht. Zij worden alle drie door den
gemeenteraad benoemdIndien er geen op
merkingen meer te maken zijn, vraag ik dit
artikel te willen goedkeuren.
Eenparige instemming.
13. Verordening betreffende den toegang en
het verkeer op de Noordlaan.
M. Vanderghote. Een schrijven van den Heer
Gouverneur vestigt onze aandacht op artikels
48 en 27 van het algemeen reglement op de ver
keerspolitie betreffende de maximum snelheid
der voertuigen in de bebouwde kommen. Het
schepencollege is van gedacht deze maatregel op
de Noordlaan en de Pennestraat toe te passen,
én te bepalen dat het in die straten verboden is
aan voertuigen die niet van veeren voorzien zijn
en meer dan 1500 kg. wegen of aan voertuigen
van elastische banden voorzien en 3500 kg. we
gende een snelheid van 5 kilometer per uur te
overtreffen. Die maatregel zal er veel toe bij
dragen deze straten langen tijd in goeden staat
te behouden.
De raadsleden keuren dit voorstel eenparig
goed.
14. Stadsbegrooting voor het jaar 1935.
M. Vanderghote. De begrooting werd Zater
dag laatst aan de raadsleden uitgedeeld. Ik denk
dat wij vandaag toch de verschillige artikelen
ervan kunnen onderzoeken en alleen deze ver
dagen waarop een opmerking zou kunnen ge
maakt worden.
M. Missiaen. Het is mij nog niet mogelijk
geweest in dezen korten tijd mij een gedacht te
maken over de begrooting, en daarom ook wensch
ik dat er vandaag nog niet zou over gestemd
worden. Het ware nochtans goed ze èens te over-
loopen om te zien zoo er hier of daar geen bemer
kingen dienen gemaakt te worden, en zoodoende
zou het schepencollege dan in staat zijn ons te
gen de aanstaande zitting de gewenschte inlich
tingen te geven.
M. Van der Mersch. Ik ben daarmede ten
volle t'akkoord.
M. Seys. Wanneer zullen wij nogmaals
zetelen
M. Vanderghote. Toekomenden Maandag
zullen wij over de begrooting stemmen.
M. Seys. Laat ons dan de bespreking der
begrooting tot dan verdagen.
M. Lemahieu. En dan een bijzondere ver
gadering houden met de begrooting als eenig
punt der dagorde.
M. Vanderghote. Wij zouden desnoods cmn