Missiaen, Michiel, Coutelle. Leuridan en Verbeke ont- houden zich. M. Vanderghote. Gezien al de punten der dag orde uitgeput zijn, stel ik voor thans de voorbehouden artikelen der stadsbegrooting te stemmen. Art 26) Aandeel in de opbrengst van de Rijksbe lasting op de automobielen en andere motor- of stoom- voertuigen, 42.000 fr. M. Vanderghote. Gister werd ons gevraagd het bewijs in te brengen dat dit krediet van 42.000 fr. wel degelijk het bedrag is dat de stad ontvangen zal. In de archieven hebben wij de rekening teruggevonden die ons den 16 Juni U. is toegekomen en volgens dewelke de taks op de autos de som van 40.520 fr. heeft opge bracht. Het schepencollege stelt dus voor het voorziene krediet als gewone ontvangst goed te keuren. Al de aanwezige raadsleden stemmen ja. Art. 27) Aandeel in de opbrengst van de belasting volgens wegenisuitgaven, 3.000 fr. Hierop worden geen bemerkingen gemaakt. Art. 20) Aandeel in de opbrengst van de Rijksbelas ting op de openbare vertooningen en vermakelijkheden, 36.000 fr. Art. 29) Aandeel in de opbrengst van de Rijksbe lasting op de spelen en weddenschappen, 100 fr. Art. 30) Opcentiemen op de grondbelasting (90 800.000 fr. Art. 31) Opcentiemen op de Rijksbelasting op het mobilair, 10.000 fr. Art. 32) Opcentiemen op de Rijksbelasting op de openbare vertooningen en vermakelijkheden. 27.000 fr. Art. 33) Opcentiemen op de provinciale belasting op de rijwielen, 18.000 fr. Art. 34) Opcentiemen op de provinciebelasting op de honden, 16.000 fr. M. Leuridan. Wij zijn er. (Gelach). M. Vanderghote. Zijn er geen andere bemerkin gen Dit is dan goedgekeurd. Art. 42) Belasting op de gemeubileerde kamers en kosthuizen. M. Vanderghote. Dit artikel wordt geschrapt. Art 45) Slacht- en keurrechten. 62.000 fr. M. Vanderghote. Geen bemerkingen Dit artikel is dan goedgekeurd. Art. 64) Kredietopening 1934 tot betaling van ge wone uitgaven, 700.000 fr. M. Vanderghote. Het schepencollege stelt voor een kredietopening van 700.000 fr. te vragen aan het Gemeentekrediet voor het jaar 1935 en terug te betalen met de opcentiemen op de Staatsbelastingen. Wij zullen die beraadslaging in een volgende zitting nemen. Vindt men daartegen geen bezwaar In dit geval verklaar ik dit artikel aangenomen. Art 89) Slachthuis, 42.500 fr. in de gewone uitgaven. M. Vanderghote. Gezien de beslissing gister avond door den raad in de geheime zitting genomen, mogen wij het voorzien krediet met 6.000 fr. verminderen. Ik stel voor een som van 36.500 fr. in te schrijven. Dit voorstel wordt eenparig goedgekeurd. Art 218) Terugbetaling kredietopening. 700.000 fr. in de gewone uitgaven. M. Vanderghote. Dit is het tegenartikel van de kredietopening die wij zooeven gestemd hebben. Art. 219) Betaling interesten kredietopening, 35.000 fr. M. Vanderghote. Dit is voor de betaling der inte resten die wij aan het Gemeentekrediet voor de kre dietopening verschuldigd zijn. Het schepencollege vraagt aan den raad dat het hem ook nog zou behagen het princiep te aanvaarden eener leening van 700.000 fr. bij het Gemeentekrediet aan te gaan en in te schrijven onder artikel 65 der buitengewone inkomsten. Deze leening moet dienen voor de uitbreiding van het elec- triek net, namelijk 400.000 fr., ingevolge het akkoord getroffen tusschen de electriciteitsmaatschappij en de stad. Het overige gedeelte zou gebruikt worden ge deeltelijk voor de wegeniswerken en het plaveien der koeren van de stadscholen, namelijk 250.000 fr. voor het eerste en 50.000 fr. voor het tweede werk. Het schepencollege is van gedacht de Kalfvaart en de Korte en Lange Thouroutstraten aanstaande jaar in nieuw materiaal te leggen, daar dit straten zijn van druk verkeer die de verbinding uitmaken tusschen de provinciale wegen naar Brugge, Roeselaere, Meenen, Kortrijk. Wij voorzien ook de koeren der scholen te plaveien en daarvoor moet een som ingeschreven wor den voor het geval dat wij van den Staat daarvoor geen tegemoetkoming ontvangen. Onder artikel 161 der bui tengewone uitgaven wordt 50.000 fr. voorzien voor het plaveien van koeren, onder artikel 209 der buitenge wone uitgaven 400.000 fr. voor de uitbreiding van het electriek net, en onder artikel 147 250.000 fr. voor bui tengewone wegeniswerken. M. Seys. Vooraleer die straten te herleggen, ware het niet goed eerst te onderzoeken zoo er geen nieuwe aansluitingen met de electriciteit, de gas of waterlei dingen begeerd worden, dit om die straten naderhand niet gedurig meer te moeten openleggen. M. Vanderghote. Het schepencollege heeft als prin ciep aangenomen dit onderzoek twee maanden te voren te doen; vooraleer de herstellingswerken aan te vangen. Dus onder artikel 65 der buitengewone ontvangsten wordt 700.000 fr. ingeschreven als leening bij het Ge meentekrediet Het schepencollege stelt voor dit goed te keuren. Al de raadsleden stemmen ja. Art. 147) Buitengewone wegeniswerken, 250.000 fr. in den buitengewonen dienst. Art. 209) Uitbreiding van het electriek net, 400.000 fr. Art 161) Plaveien van koeren, 50.000 fr. Deze drie artikelen worden bij afzonderlijke stem ming eenparig aangenomen. Art 217) Interesten en amortisatie der leening van 700.000 fr. bij het Gemeentekrediet, 50.000 fr. M. Vanderghote. Dit artikel was voorbehouden en moet dienen voor de delging der zooeven gestemde leening. Dit artikel wordt eveneens zonder opmerkingen goed gekeurd. M. Vanderghote. De begrooting is daarmee ge stemd. Wij staan met een meerdere uitgaaf in den gewonen dienst van 1500 fr. voor de toelage aan den Belgisch-Luxemburgschen Dienst voor Toerisme die vermeerderd werd. De gewone dienst sluit dus met een boni van 875 fr. ongeveer en met de 6.000 fr. die voor het slachthuis gespaard werden) maakt dit een boni van 6875 fr., of liever de gewone dienst sluit, vol- g-ns de berekening, met ongeveer 5225 fr. Gezien de begrooting met een overschot sluit zou ik nog het t o gende willen voorstellen, namelijk dit jaar, ter ge- der tentoonstelling van Brussel, in den bui- dienst een uitgaaf van 5000 fr. te voorzien iiege toe te laten in de kwestie van te werken in een of andere sectie der tentoonstelling. Voor wat betreft de modaliteiten van uitvoering dezer medewerking, dit zou eerst in den gemeenteraad besproken word,en. Ik weet dat er in de tentoonstelling twee stands zullen zijn voor toerisme, een ingericht door den Belgisch-Luxemburg schen Dienst voor Toerisme en een door de Automobiel club van België. Er ware middel in zekere mate aan die manifestatie ten voordeele van het toerisme deel te nemen en daarom stel ik voor nu reeds een som van 5000 fr. te voorzien om de gebeurlijke kosten dezer medewerking te bestrijden. M. Missiaen. Dergelijk voorstel komt wat op het onverwachts, zoodat het ons moeilijk valt er dadelijk het nut van te vatten. Ik zie wel onmiddellijk het nut dat dergelijk voorstel kan hebben voor de hoteliers, dus voor een gering deel der bevolking, maar ik be grijp minder welk voordeel het zal opleveren voor al de inwoners van de stad. Wij zijn nu reeds aangesloten bij den Belgisch-Luxemburgschen dienst, wat een groote uitgaaf van de stad vergt. Vooraleer deze nieuwe uitgaaf ten voordeele van enkelen te besluiten, zou ik eerst eens willen vernemen wat de hoteliers zelf doen. M. Vanderghote. De Heer Missiaen misgriipt zich over het voorstel van het schepencollege. Dit krediet wordt gevraagd niet om uitgegeven te worden, doch enkel maar voor het geval dat wij het zouden noodig oordeelen iets te doen. Dit wordt nu voorgesteld om later dan, zoo noodig, het middel voor de hand te hebben. M. Missiaen. Het is wel verstaan dat dit eerst aan den gemeenteraad zal onderworpen worden vooraleer iets te doen M. Vanderghote. Ja, wij zullen misschien drie of vier verschillige voorstellen ontvangen, zoodat wij als dan het voordeeligste kunnen kiezen. Ik denk dat een som van 5000 fr. zal voldoende zijn, te meer dat wij nu reeds 1500 fr. meer voorzien hebben dan vroeger voor het toerisme ten voordeele der stad. M. Leuridan. Indien het juist is dat er in de be grooting een totaal van 5000 fr. als ovèrschot is en afgezien van het feit dat het mij gevaarlijk schijnt naar de expositie te gaan, gedacht dat het gedane voor stel bij mij nog komt versterken ken ik een ander gebruik voor die som. In artikel 177 is een uitgaaf van 4500 fr. voorzien voor de schoolsoep. Indien ik bij de bespreking van dit artikel, tijdens de zitting van gister, niet verstrooid was geweest, dan zou ik de ver meerdering van dit krediet gevraagd hebben. Volgens mij ware het beter het boni voor dit doel voor te be houden. Nu in dezen tijd vooral dat het winter is en meer en meer armoede heerscht, zou men de school soep moeten uitbreiden, zoodat de kinderen van een grooter aantal gezinnen in de school zouden kunnen genieten van een hulp van meer degelijken aard. Ik stel dan ook voor die som van 5000 fr. daaraan te be steden en het voorziene krediet op 10.000 fr. te brengen in plaats van 4.500 fr. Ik weet wel dat de Commissie van Openbaren Onderstand daarvoor ook nog een toe lage van 6000 fr. geeft, doch dat is iets buiten hetgeen de stad doet. De Heer Van Alleynnes komt de raadszaal binnen. M. Missiaen. Ik zal het voorstel van den Heer Leuridan niet bestrijden, integendeel, te mteer daar ik vroeger reeds hetzelfde heb voorgesteld. Indien er daarvoor een meerderheid te vinden is, zal ik dit stem men. Doch het is misschien mogelijk de twee voorstel len te verwezenlijken, immers in de gestemde leening is er een krediet van 400.000 fr. voorbehouden voor de uitbreiding van het electriek net, waarop de electri citeitsmaatschappij dan ook terugkeeringen moet doen. M. Vanderghote. Ja, doch alleen maar in 1936. M. Missiaen. De maatschappij moet haar betalin gen beginnen vanaf het oogenblik dat de werker, aan vangen. M. Van der Mersch. Neen, een jaar nadien, wan neer een deel der werken reeds gedaan zijn. M. Missiaen. Mijn gedacht was mij aan te sluiten bij het voorstel van den Heer Leuridan. M. Vanderghote. Ik ben ook niet tegen dit voorstel, maar moet toch doen opmerken dat wij nog nooit een klacht ontvangen hebben vanwege de schoolbestuurders over de ontoereikendheid der schoolsoep. M. Leuridan. Dit neemt niet weg dat de school soep niet kan uitgebreid worden. Ik vraag zoo het niet mogelijk ware de kinderen een paar boterhammen bij te geven, zoodat zij van een degelijker middagmaal zouden genieten. Nu komen zij met hun boterhammen mee van huis en krijgen alleen de soep. Ik meen dat het mogelijk ware die hulp te verbeteren. M. Vanderghote. Het schepencollege zal de zaak eens onderzoeken om te weten hoe de soep gegeven wordt en of zij voldoening schenkt. M. Van Alleynnes. Dit krediet kan toch gestemd worden. M. Vanderghote. Waarom, indien het niet noodig is het te gebruiken M. Leuridan. Gij zoudt het wel stemmen voor de tentoonstelling. Ik stel voor artikel 177 der begrooting op 10.000 fr. te brengen. M. Van der Mersch. Ik vind dat het vandaag niet mogelijk is dat te stemmen. Als schepen van onder wijs ben ik t'akkoord de zaak te onderzoeken en in de volgende zitting erover verslag uit te brengen aan den raad. Naar hetgeen ik weet zijn er twee klassen die nu reeds elk over een som van 2000 fr. beschikken. Ik zal eens persoonlijk nagaan hoe de soep uitgedeeld wordt, en indien het noodig mocht blijken iets te doen, dan zal ik het voorstel stemmen. M. Leuridan. Maar dan zult gij geen krediet meer hebben. M. Van der Mersch. Aangezien de begrooting met een batig saldo sluit, kan er nog altijd een amendement ingediend worden. M. Leuridan. Belooft gij een verslag daarover tegen de naaste zitting M. Van der Mersch. Ja. M. Vanderghote. De Heer Leuridan heeft ons afge leid van de kwestie der tentoonstelling waarvoor het schepencollege van gedacht was een som van 5000 fr. te voorzien. Ik stel voor een krediet van 5000 fr. in te schrijven onder artikel 183b voor propagandacommissie en publiciteitskosten, onder voorbehoud dat de gemeen teraad zal beslissen over de degelijkheid van het ge bruik dezer som. Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys, Biebuyck en Vanderghoteonthouden zich de Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Vergracht, Van Alleynnes, Leuridan en Verbeke. M. Van Alleynnes. Waarom niet eerst gestemd over het voorstel van den Heer Leuridan Indien gij nu reeds een bestemming aan die som geeft, dan zult gij ze niet meer kunnen gebruiken voor hetgeen de Heer Leuridan vraagt. M. Vanderghote. Het voorstel van het schepencol lege werd eerst gedaan en de Heer Leuridan is mij in de rede gevallen. M. Leuridan. Ik heb alleen een ander gebruik van het krediet gevraagd. M. Vanderghote. - Zulks zou een verwarring tusschen den buitengevvonen en den gewonen dienst voor gevolg hebben. M. Leuridan. Ik vraag de stemming over mijn voorstel om artikel 177 te vermeerderen en het van 4500 fr. tot op 10.000 fr. te brengen. M. Vanderghote. Maar dan zal de begrooting niet meer in evenwicht zijn. M. Leuridan. Ik verneem van den Heer secretaris dat de begrooting inderdaad niet meer mathematisch juist zou sluiten. Om geen moeilijkheden te verwekken stel ik dan voor dit krediet slechts met 5000 fr. te ver meerderen en dus op 9500 fr. te brengen. M. Van der Mersch. Ik vraag dat dit voorstel nu niet zou gestemd worden om ons toe te laten de zaak eerst te onderzoeken. Indien de Heer Leuridan het wenscht, zal ik hem in de geheime zitting zeggen waar om ik dit vraag. M. Leuridan. Ik stel de reorganisatie en de uit breiding der schoolsoep voor en vraag nu reeds over mijn voorstel van 9500 fr. te stemmen. Wat de Heer schepen Van der Mersch ons later zal uiteenzetten over de fouten en gebreken van hetgeen nu bestaat, zal zeer belangwekkend zijn maar ook des te meer een vinger wijzing voor het schepencollege om voortaan nog beter te doen. Wat ik hier nu voorstel is slechts een krediet kwestie die niets te zien heeft met de uitvoering. M. Van der Mersch. Ik moet den Heer Leuridan doen opmerken dat ik niet gesproken heb van fouten en ook niet heb willen bedoelen dat iemand in gebreke zou gebleven zijn. Ik heb alleen maar gezegd de zaak te onderzoeken en een verslag erover uit te örengen. Ik vraag het voorstel niet te stemmen, maar te wach ten tot de naaste zitting en indien het krediet dan mocht noodig blijken, zal ik het stemmen. M. Vanderghote. Houdt gij aan uw voorstel, Mijn heer Leuridan M. Leuridan. Ja, uwe bewijsvoering bewijst dat het noodig is. M. Van der Mersch. Ik stel voor dit in de naaste zitting te bespreken. Het laatste verslag, dat wij ont vingen, dagteekent slechts van den 11 December laatst leden. Laat ons die zaak nu verdagen. M. Leuridan. Ad calendas grecas M. Van der Mersch. Neen, in Januari zult gij het beloofde verslag hebben. M. Leuridan. Mijnheer de voorzitter, het voorstel van verdaging van den Heer schepen Van der Mersch is zeker sterker dan het mijne, nietwaar M. Vanderghote. Ja, en daarbij het is steeds ge vaarlijk te improviseeren. M. Missiaen. Het voorstel van de tentoonstelling schijnt me nog gevaarlijker. M. Vanderghote. Willen wij het schrappen Het geldt hier echter maar een buitengewone uitgaaf die, gebruiken wij ze niet, mag blijven, terwijl het voorstel van den Heer Leuridan een gewone uitgaaf betreft. Het is daarbij nog zeer vaag. Is het de hoedanigheid die te wenschen laat of hoe moet de schoolsoep uitge breid worden M. Leuridan. Zoo in hoeveelheid als in hoedanig heid. M. Seys. Laat ons dit punt verdagen, gij ziet im mers genoeg dat er geen oppositie tegen die zaak is. M. Leuridan. Wij hebben het krediet voor de ten toonstelling zooveel noodig als het water in onze schoenen. M. Van der Mersch. Laat ons dit krediet uitschrap pen. Zijn wij daarmee t'akkoord M. Vanderghote. De begrooting sluit dan zooals voorheen. M. Missiaen. Ik verontschuldig mij thans nog een vraag te moeten stellen, daar ik gister hier de zitting niet bijwoonde. Het betreft de achterstallige belastin gen, waarvoor slechts 50.000 fr. ingeschreven wordt. Ik vind die som heel klein en ik weet goed dat er daarvoor minstens nog 100.000 fr. zal ontvangen worden. M. Vanderghote. Wij hebben nog zes maanden tijd om de belastingen te innen, namelijk tot einde Juni 1935. M. Missiaen. Zoo onder meer voor de straatbe lasting, zijn de laatste belastingsbiljetten voor 1932. nog niet uitgegeven. M. Vanderghote. Die taks voor 1932 is reeds lang ontvangen en de rol voor 1934 is zelfs al opgemaakt. M. Missiaen. In dit geval, dan gaat het wat rapper dan vroeger. Nu, des te beter. M. Vanderghote. Thans zou ik nog een ander voor stel moeten doen. Verleden jaar hebben wij in den buitengewonen dienst een som van 40.000 fr. voorzien voor de uitbreiding van het gasthof van Dickebusch- vijver. Daar het 47.000 fr. is dat de aanbesteding be draagt voor de uitvoering van dit werk, stel ik voor nu onder artikel 144b in den buitengewonen dienst een krediet van 10.000 fr. daarvoor bij te schrijven. Het schepencollege zal evenwel ervoor zorgen dat het ver schil van 7.000 fr. tusschen de aanbesteding en het vroe ger voorziene krediet niet overschrede worde. De inschrijving van dit nieuw artikel wordt met eenparige stemmen goedgekeurd. M. Vanderghote. De stadsbegrooting voor 1935 sluit alzoo met een overschot van 5.224 fr. 79 in den gewonen dienst en 816.430 fr. in den buitengewonen dienst. Ik stel voor de begrooting thans in haar geheel goed te keuren. Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys. Biebuyck en Vanderghoteneende Heer Van Alleyn nes. Onthouden zichde Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Vergracht, Leuridan en Verbeke. M. Vanderghote. Wenscht iemand zijne stemming te verrechtvaardigen M. Missiaen. Ik heb mij onthouden om dezelfde reden als voor de opcentiemen. M. Leuridan. Het ware jammer neen te stemmen omdat er veel artikelen in de begrooting voorkomen die wel onze goedkeuring verdienen, doch er zijn ook veel dingen die wij niet kunnen bijtreden. Daarbij wij wor den hier ook door de meerderheid op zoo een cavalière manier behandeld. M. Vanderghote. Uwe opmerking is dus niet van technisch gebied. M. Leuridan. Neen, zij is niet van technischen aard. VII. Mededeelingen. M. Vanderghote. Zijn er raadsleden die de een of andere mededeeling te doen hebben Daar niemand hierop antwoordt, verklaart de Heer voorzitter de openbare zitting te 19 u. 15 opgeheven.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 4