De Voetbalkoning Walter BROUWERS Charles HONCENAE Ordres de Bourse Comptant Ter me KoninhlijKe Tooneelftring DE VLAAM5CHE ST£K - Yper Op Maandag 25 Februari 1935 Vertrek- en aankomsturen der Treinen te Vper Officieele Verkooper voor Yper en omstreken 30, Dixmudestraat - Yper Super 535 Ondolina 5 Lampen Fr. Ondolinette T. 355 5 Lampen keus van den persoon die u moet voorstellen, bedrogen hebt Zwijg, of moet ik u niet introduceeren bij de hoogadelijke gravin Zeker moet gij dat niet. Wat dwarskopGelukkig ben ik wijzer dan gij. Ik heb mijn plan. Had ik haar alleen aange sproken, zij had hulp, moord en brand ge schreeuwd. Nu zijn wij met ons twee. Gij stelt mij voor. Uw naam klinkt goed. Alles gaat in behoorlijke orde en volgens de regels der eti quette. Maar nog eens, en voor de laatste maal, ik ken noch haar, noch haar vader en leen mij tot zulke belachelijke rol niet. Niet kennen Gij zegt na de voorstelling dat ge haar vader, of zoo ge wilt haar grootvader, of haar over-oud-oom, te Warschau, in Lapland of bij de Hottentotten gekend of meent gekend te hebben. «Ik geloof dat wij die gekke tweespraak mogen staken. Mijnheer Chiduc. GekheidGij zult de gravin zien, wees ge rust De zwarte gestalte nadert. Nu zij ziet dat haar twee wandelaars te gemoet komen, houdt zij schuins af en gaat meer in de richting der bad- tenten, die in gelid staan als soldaten voor de hoofdwachtdoch die ontzet Chiduc niethij houdt Sybrand stevig vast en sleept hem als het ware meê. Eensklaps rukt deze laatste zich los, en 'zegt nu met nadruk, dien hij nog niet aan den dag had gelegd Mijnheer Chiduc, ik verklaar u dat ik in de zelfde richting ga als gij, doch ik ga niet met u als vriend O jonkheid gij wilt redeneeren Daar heb ik geen tijd voor mijn hoed danst De vrouwengestalte heeft duidelijk de wonder lijke bewegingen van de twee wandelaars gezien; misschien heeft ze wel eenige der hevige woor den, die in de laatste oogenblikken uitgesproken werden, gehoord. Zij schijnt in alle geval be vreesd te zijn, want ze gaat zeer snel, en blijk baar beangstigd in de richting van den zeedijk Palsembleu roept de student, de blonde waternimf zal ons ontsnappenen hij snelt in dezelfde richting. Nog een oogenblik, en hij springt voor haar en heeft haar tot stilstaan gedwongen, doch op den zelfden stond vat hem eene mannelijke vuist bij den kraag, rukt hem ter zijde en smakt hem in het duinzand neêr. Ik heb u gezegd dat ik u niet als vriend, maar als vijand vergezelde. Gij zijt een lafaard en Sybrand werpt den student met een toege- pasten trap achterover. Albert Chiduc richt zich bulderend op en eischt voldoeningmorgen, onmiddellijk een tweegevechtbloed zal hij hebben, bloed moet hij hebbenSybrand heeft den tijd niet om te antwoorden, want nu grijpt eene andere vuist den student bij de borst, schudt hem met de eene en geeft hem kaakslag op kaakslag met de an dere hand. Ik zal komen, ik, niet om met u een dwaas tweegevecht aan te gaan, maar om u nogmaals zooals nu, eene les van welvoegelijkheid te ge ven De nieuw opgekomene is niemand anders dan Thomas Golden, en voorwaarmen zou hem die krachtvolle houding, welke hij aan den dag legt, niet hebben toegekend. Dit alles is in een oogwenk voorgevallen Chi duc, de heldhaftige Chiduc, hij die de aarde wil Agent de change agréé a la Bourse de Bruxelles Z5, RUE DU TEMPLE, 2 5, YPRES Téléphone 461 omrollen, den hemel doen scheuren en de zee leêg drinken, is plotseling verdwenen ver dwenen in de duisternis, alsof hij in dien grijs kop den boozen geest, aan wien hij echter niet gelooft, had gezien. De oude man keert zich, na de afstraffing, tot Mijnheer Sybrand Ik dank u, Mijnheer, voor den dienst dien ge aan Mejuffer bewezen hebt. Ik zal dien dienst niet vergetenen hij steekt den jongeling de hand toe en schudt die van Sybrand. Mag ik uwen naam weten, Mijnheer zegt hij nog. Sybrand d'Engelgrave. 't Is te duister om te zien, welken indruk die woorden op het gelaat van den ouden man te weeg brengen. Zijt gijen de stem des grijsaards beeft, zijt gij de zoon van den heer Henri d'Engel grave, die... Ja, die voor jaren in Indië gestorven is. «Zoo... uw vader is dood?... gij zegt dood... Ja, ja, dat zal wel,en de stem bekomt ander maal vastheid. Hebt gij mijn vader gekend, Mijnheer «Weinig... In alle geval is het mij lief, den zoon van den burggraaf d'Engelgrave eene daad, den edelman waardig, te hebben zien plegen. Dit toont dat hij de goede traditiën in zijne fa milie weet te handhaven. Nogmaals geeft dé ou,de man den jongeling de hand en drukt die Innig1* Adriana heeft dit tooneel niet zonder ontroe ring bijgewoond zij ook is nader getreden, en zij ook heeft een half woord van dank voor den on bekende gestameld. Het is voor u, Mejuffer,zegt Sybrand, eene wat al te gedruischvolle kennismaking geweest doch als dit mij van de eene zijde spijt, verheug ik mij van eene andere over het gebeurde. Het gaf mij in alle geval... Het grieft me, Mijnheer, dat ge u wellicht in moeilijkheden zult gewikkeld hebben. O, Mejuffer, dat is de minste mijner bekom mernissen. en Sybrand licht den hoed op, buigt zich om afscheid te nemen. De oude man geeft den arm aan Adrianahij is echter zoo onthutst dat hij zelfs geen woord meer tot Sybrand richt. Eene opmerking van het meisje roept hem tot bezinning en zich omkee- rende, zegt hij Mijnheer, gij zult ons toch wel het genoegen doen, ons tot aan onze villa te vergezellen Dit zal mij zeer vereerend zijn, Mijnheer. Mijnheer Golden spreekt geen woord hij is zoo ontroerd dat het meisje zijnen arm onder den haren voelt beven. De gang door het duinzand is daarenboven moeilijk, en 't is misschien dien ten gevolge dat de oude man soms moet stil staan. «Dat tooneel heeft u ontsteld, Mijnheer?...» zegt Sybrand. Wilt ge op mijnen arm leunen, die u zeker wat meer stevigheid zal geven dan die van Mejuffer Als ik u verzoeken mag... ja... Mijnheer Golden laat den arm van het meisje los en legt den zijne in dien des jongelings hij beeft nu nog meer, en met moeite klimt hij den trap van den zeedijk op. Op het klinkerpad staart de man uit het oude huis herhaalde malen den jongeling schuins en koortsig in het aangezicht, en als hij hem in het heldere licht ziet, zakt er als het ware een vlies voor zijne oogen. Gedurende een oogenblik vreest Golden te zul len vallen, zoo duizelig is zijn hoofd nu her wint hij krachthij drukt, voor de villa staan de, Sybrand de hand hij hoopt hem weêr te zien en dankt hem nogmaals hij is gelukkig hem ont moet te hebben en inderdaad, het zou in de buurt van het oude huis als een wonder verteld wor den Mijnheer Golden had een koortsachtigen glimlach van geluk op de lippen Doch neen,hervat hij, wilt ge niet een oogenblik binnen komen... Nu, dan op een ander oogenblik... Morgen?... wanneer ge verkiest,... gij zult ons welkom zijn... Sybrand heeft afscheid genomenhij heeft de goudblonde de hand gedrukthij is nu overtuigd dat zij schooner is dan vroeger. Ja, Chiduc heeft gelijk gehad, toen hij haar de perel aller perels noemde. Maar Chiduc zelf Sybrand dacht wel hem op .den wandelweg te ontmoeten. Hij is zelfs op die ontmoeting voorbereid nergens is echter een spoor van den student te zien nergens. ('t Vervolgt) Met toelating der maatschappij Voor God en Volk Bureel om 7.3o u. Gordijn om 8 u. in de Feestzaal Concordia Seminariestraat OPVOERING VAN Blijspel in drie bedrijven Poperinghe Yper Kortrijk Kortrijk Yper Poperinghe A 4.40 V 4.57 5.50 (2-3) 5.08 5.23, 6.16 6.10 6.26 7.21 7.11 7.36 8.25 8.54 0.08 (1) 9.15 10.07 V. 5.01 V 5.55 A. 6.09 6.30 6.45 6.34 7.26 7.42 7.56 (1) 7.35 8.26 8.11 8.58 9.12 9.24 9.39 10.27 (2) 9.20 9.35 10.37 10.55 11.19 11.45 12.00 (1) 9.24 10.00 10.20 10.25 10.50 10.40 11.46 12.02 12.52 11.00 11.16 13.38 13.57 14.50 10.58 12.06 12.21 14,36 14.51 13.06 13.57 14.10 (2) 15.34 15.50 16.42 14.36 14.50 16.11 16.31 17.25 14.53 15.41 15.54 17.13 18.06 17.33 17.52 18.49 16.09 17.02 17.13 17.26 16.58 17.52 18.08 19.06 (2) 18.15 18.30 (1) 19.20 19.35 (2-3) 17.37 18.37 (2) 19.22 19.37 (2) 18.10 18.55 19.09 20.04 20.36 20.18 20.50 21.10 18.30 20.15 19.29 21.13 19.46 21.28 wxa.\jn la.iu z,i.z,o (1) Rijdt op Zon- en Feestdagen en 22 April (Tweede Paaschdag). - (2) Rijdt niet op Zon- en Feestdagen en 22 April (Tweede Paaschdag). - (3) Rijdt niet op 1 Mei Radio S. B. R. of 110 Fr. per maand. (1) (2) Yper 5.53 7.33 9.14 10.59 12.19 13.59 14.55 17.17 18.05 19.36 19.42 Cortemarck 6.42 8.10 9.52 10.32 11.38 12.57 14.35 15.38 17.54 18.49 20.19 20.19 Oostende A. 8.00 9.28 10.40 11:16 12.25 14.06 15.30 17.10 18.49 20.11 21.20 21.09 (1) Rijdt op Zon- en Feestdagen, en 22 April (Tweede Paaschdag). (2) Rijdt niet op Zon- en Feestdagen en 22 April (Tweede Paaschdag). Oostende V. 4.39 7.15 8.35 9.51 11.16 12.06 13.19 15.11 16.30 17.33 19.15 20.50 Cortemarck A. 6.05 8.04 9.26 10.50 12.13 13.13 14.14 16.02 17.45 18.44 20.10 21.45 Yper 7.01 8.54 10.12 11.29 12.57 14.27 16.37 18.45 19.29 21.10 of 75 Fr. per maand. Yper (Statie) Roeselaere (Statie) Roeselaere (Statie) Yper (Statie) (2) (1) (3) (4) (1) V. 5.25 5.54 6.30 7.22 7.49 8.40 9.13 11.00 12.02 12.05 12.10 14.00 14.54 16.07 17.15 17.52 18.10 19.55 21.15 A. 6.17 6.44 7.25 808 8.41 9.30 10.03 11.55 12.56 12.57 12.56 14.55 15.47 17.02 18.10 18.45 19.05 20.50 22.08 (4) (3) (2) (1) (1) V. 5.00 5.30 5.45 6.25 6.53 7.45 8.17 9.35 10.06 11.00 12.59 14.35 16.00 16.15 17.17 18.30 18.57 19.49 21.15 A. 5.48 6.25 7.18 7.47 8.37 9.10 10.30 10.56 11.55 13.50 15.30 16.55 17.08 18.10 19.25 19.52 20.44 22.10 (1) Rijdt op Zon- en Feestdagen en 22 April (Tweede Paaschdag). (2) Rijdt niet op Zon-en Feestdagen en 22 April (Tweede Paaschdag. (3) Rijdt alleen 's Zaterdags. (4) Rijdt alleen 's Vrijdags. Drukkerij DUMORTIER, 34, Boterstraat, 34, Yper

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1935 | | pagina 10