Alleen in de Wereld KOSMOS TOURISME FL Van de voorde 2-3-1935 Het Ypersche-2e Bijvoegsel-.La Hégion d'Ypres N° 48 Mengelwerk van «Het Ypersche» - N' 13 door Dr August SN1EDERS. Quelle est votre préférence Consultez nos voyages pour le pr In temps t 3 jours Paris Versailles depart 295 3 Amsterdam, Champs de fieurs fr. 3 Lisieux 35o fr. 4 Mont St- Michel 23 Avril - 4 Mai 525 fr. 9 Lourdes fr. Lourdes vous appelle 23 Avril i3oo fr. ii Lourdes 1 Mai - 22 Mai i5oo fr. Nice fr. 22 Rome Naples 3o Avril 3goo ir. 3o Maroc i5 Avril fr. LE PRIX DU VOYAGE est relatif au programme suivi et defiant toute concurrence. II constitue le prix global des dépenses réelles et comprend le transport, les frais des hotels, la boisson et le service. KOSMOS TOURISME Téléphone 5i5. Grand'Place, 26 - Ypres Du Frais chez le Maitre - Fourreur Nieuws bij 31, Rue au Beurre YPRES. PROFITEZ DE LA NOUVELLE COLLECTION RENARDS POUR FAIRE VOTRE CHOIX 31, Boterstraat YPER. Groote keus ZILVERVOSSEN Minder prijzen dan ooit te voor Neem de gelegenheid te baat (Vervolg) VII. Onverwachte Ontmoeting. In Villa Rosa heerscht sedert eenige dagen eene donkere gemoedsgesteltenis Sybrand is ge durig afwezig, zuster Theodora is juist niet ge schikt om veel opgewektheid in een huiskring te brengen Mevrouw is nadenkender dan ooitbe zoekers komen er schier geen, dewijl Mevrouw niet verbergt dat zij het liefst in de afzondering leeft. De beide dames doen soms eene kleine wandeling op het strand, zetten zich een oogenblik in het duinzand, keeren naar de villa terug, vertoeven in de veranda, doch kunnen noch deze noch gene, de bekommernis afschudden die haar beklemt. 't Is laat in den namiddagde beide vrouwen hebben zich, op de ruwe stoelen van eene der bad- tenten, en op korten afstand van de zee gezet, van tijd tot tijd voor den naderenden golfslag, die op het strand komt sterven, de stoelen ver plaatsende. Vóór de dames woelen een aantal kinderen met bloote voetjes, golvende haren, kraaiende stemmekens zij drijven nu langs hier dan langs daar, evenals een vlucht duiven, ik zou zeggen meeuwen, doch de meeuw vereenigt zich niet in vlucht. 't Is zeven ure, en in al de hotels op den zee dijk klept de klok van het avondmaalalle be weging verdwijnt dan ook op het strand, en ook de dames d'Engelgrave keeren op dat uur naar de villa terug. Zie, een der kinderen heeft zijne pop vergeten. Inderdaad daar ligt eene pop, wier lange sleep reeds door de aanrollende golf wordt bespoeld. Nog een of twee golfslagen en de onvoorzich tige dame zal vlotten, en met al hare satijnen strikken en linten een zout bad nemen. Zuster Theodora waagt er een paar natte voe ten aan en redt de pop, die, alsof zij 't bewust zijn van haren toestand heeft, de twee armen wanhopig in de hoogte steektmaar overigens op haar bloemerig gelaat altijd denzelfden co* quette glimlach behoudt. Nog staat de zuster met de verlatene in de hand, nu een kind, wiens lange zwarte lokken dansen door de beweging van den loop, onrustig zoekend over het strand snelt. 't Is een schoon kind, eenigszins gebruind door de zon en wiens kleeding een vreemden oor sprong of een gansch bij zonderen smaak der moeder, of van die welke haar bezorgt, aanduidt. Wat zoekt ge, lief kind vraagt de Zuster, nu het kind zonder naar haar op te zien voorbij snelt. Mijne pop. Wees gerustziehier uwe pop. Het kind steekt glimlachend de handjes uit om haar te grijpen en wil nu, in éénen adem, weg doch Zuster Theodora houdt het tegen en het harer moeder toonende, zegt ze Zie eens, moeder, wat lief kind. Inderdaad,laat Mevrouw er op volgen. Zijt gij niet verheugd uwe pop te hebben weêrge- vonden «O ja, Mevrouw. Houdt ge veel van uwe pop Het kind knikt snel en herhaalde malen. En wie gaf u die schoone pop Mijnheer Golden. «Wie is mijnheer Golden?» «Wel Mijnheer Golden, die met ons ginder in de villa woont. Hoe heet uwe pop Mijne pop heet Mevrouw d'Engelgrave. Wat zegt ge daar zegt Mevrouw, gansch verwonderd dat die dame, welke hare dochter van een zout bad redde, haren naam draagt. Mijnheer Sybrand heeft ze zoo gedoopt. O, zoo, Mijnheer SybrandHoe kent gij Mijnheer Sybrand Omdat hij veel bij ons komt. Bij u Bij wien is dat «Bij mijne zuster Adriana en bij Mijnheer Golden. Mevrouw d'Engelgrave is bleek geworden zij heeft een beteekenisvollen blik op Zuster Theo dora geworpen. En wat doet uwe zuster «Die geeft les op de piano. Mevrouw bijt op hare lippenhare oogen schieten vuur en Zuster Theodora, die de uit drukking van 't gelaat harer moeder wel kent, le précurseur et pionnier des grands voyages le Premier spicialiste de Lourdes le grand initiatrur du voyage i Rome 1'iter nel participant i tous les pélirinages le bout en train des excursions de plaisir en un mot l'école du tourisme par excellencechez qui toute initiative de voyage intéresse. 2o Avril prix fir. 20 27 Avril 400 28 Avril 8 Mai 1200 10 >y 12 26 Mars 16 Avril I575 575o Si les voyages vous intéressent adressez vous en toute confiance d staart haar eenigszins ontroerd in de oogen zij weet dat de storm op het punt is van los te bersten. Na een oogenblik zegt Mevrouw op gedwongen toon Mijnheer Golden bewoont de villa, welke men Sancta Maria noemt. Ginder, eene der laatsten. Nu, 't is wel,en ze keert het kind den rug toe en gevolgd door hare dochter, die de kleine met de pop in den arm ziet wegsnellen, bereikt zij Villa Rosa. Tot dan heeft Mevrouw d'Engelgrave schijn baar al hare kalmte behoudeneenmaal binnen getreden, teekent zich de onrust duidelijk op haar wezen af. Het is dan zooals men mij gezegd heeft mort Mevrouw. Ik denk echter wel dat Sybrand die dwaasheid vergeten''zal. Niettemin veront rust mij dit alles err Vinnig zich tot Theodora richtende, zegt zijhèeft Sybrand u over die bezoeken gesproken Ja, moeder. En hij heeft u gezegd dat er niets ernstigs in is «Neen, dat zegde hij niethij zegde mij inte gendeel dat hij dit meisje inderdaad hoogschatte, en dat hij er ernstig aan dacht u over zijne ont werpen in het toekomende te spreken Nooit, nooit En waarom niet, moeder onderbreekt plof- seling de stem van den jongeling, die nu het sa lon binnentreedt, en waarom niet Maar, Sybrand, waar is uw verstand Adriana Daliski is een jong en deugdzaam meisje,waagt de zoon te zeggen. Zij is niet van adel Zoo ver ik weet niet, doch moet men juist titel en blazoen hebben, om deugdzaam te zijn Die woorden brengen den spreker op een glib berig terrein Mevrouw aarzelt zich op hetzelve te wagen. Immers, zij zelve is niet van adel, en 't is of haar zoon haar zulks wil te binnen bren gen. Die aarzeling duurt slechts een oogenblik. Tamelijk streng zegt ze Ik hoop niet dat mijn zoon mij iets onaange naams zeggen wil De toon, waarop gij spreekt, Sybrand, zou mij dit schier doen veronderstel len. Ik heb mijne moeder niet de minste onaange naamheid willen zeggen» stamelt de zoon. «Wel!... Neen, om deugdzaam te zijn moet men niet van adel wezen en het is den adel niet verboden zich met de burgerij in te latendoch stand en rang leggen ons plichten op. Het zou bij voorbeeld onwaardig zijn voor een edelman, betrekkingen aan te knoopen, die na een bepaal den tijd moeten afgebroken worden. Dat weet ik, en ik heb ook geen oogenblik aan eene voorbijgaande betrekking met Mejuffer Daliski gedacht. Gij hebt u toch niet in het hoofd gestoken, hoop ik, haar als uw toekomende aan uwe moe der voor te stellen Indien gij Mejuffer Daliski kendet, moe der... Ik ken haar niet, maar ik ken de dwaze praat jes van jonge lieden die in hunne gekheid de zuiverste volmaaktheid in elk meisje hunner keuze zien. Ik kan evenmin eene bepaalde gene genheid jegens dat meisje goedkeuren, als ik eene tijdelijke betrekking zou kunnen veront schuldigen. Als moeder kan ik de vereischten van stand en rang, in een huwelijksvraagpunt, niet over het hoofd zien. De jongeling verliest bij het hooren van die woorden, iets van die beradenheid welke blijk baar uit houding en woorden straalde, toen hij het salon binnentradde woorden der moeder treffen hun doel. Zuster Theodora slaat den broeder met belang stelling gade doch zij waagt het niet, een woord te zijnen voordeele te zeggen. Er is daarboven,zoo gaat Mevrouw voort, iemand die machtiger is dan ik, en er mij re kenschap over vragen zou, indien ik mijne toe stemming tot een huwelijk beneden uwen stand gave. Als het oogenblik zal gekomen zijn, dat ik voor hem verschijnen zal, wil ik niet dat hij mij dien misslag verwijte. En wie zou die rechter over uw doen en la ten zijn, moeder Dat zult gij later weten, Sybrand. Zijt gij dan niet onbepaald meesteresse over uwe kinderen Later, Sybrand, later. Alweêr raadsels, moeder Sybrand, bij al wat u heilig is, luister ook in dit geval naar uwe moeder, die voorzeker rij ker in levensondervinding is dan gij. Ik begrijp dat men door een jong en aantrekkelijk wezen kan betooverd wordenik wil zelf, niet veron derstellen dat dit meisje u in hare netten heeft trachten te vangen

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1935 | | pagina 13