FI. Vandevoo
Apéritif Concert
Busschaert-Van den Bosch
Charles HONCENAE
Ordres de Bourse
Comptant Terme
Rijsselstraat, Nr ÏO.
a l'Hötel Cosmopolite
Pour tremper et bouillir le linge
La mieux parfumée
Du Frais chez le Nieuws bij
Maltre - Vourreur
31, Rue au Beurre 31, Boterstraat
YPRES. YPER.
2
PROFJTEZ DE LA NOUVELLE
COLLECTION RENARDS POUR
FAIRE VOTRE CHOIX
Groote keus ZILVERVOSSEN
Minder prijzen dan ooit te voor
Neem de gelegenheid te baat
Tous les Dimanches
de 11 1/2 13 1/2 h.
sera donné
Rue de la Station, 62, Ypres.
m»i in iaartBagsr tioaittiBm-?. aaaaaasi mm
Lekker en zeer goedkoop
is de KAAS in het huis
VANDEN WEGHE - GALLOO
Rechtover de Post
I E P E R
Huisvrouwen, die uwe centen bemint,
komt onze kazen proeven.
HST WELGEKEND MUIS
vroeger 44, Boterstraat, Yper
is overgebracht naar de
Groote keus van Reukwerken, ToiletRouw
en Fantasie artikelen - Ilaarverwen
Speelgoed - Vermaking van Poppen
Depot der Verwerij en Nieuwwasscherij van 't
welgekend Huis CONTZEi\ LIESMONSZoon
J uit Rrussel.
even pijnigend en misschien nog pijnigender
dan 't geen bij de eerste scheuring tusschen de
beide echtgenooten plaats greep.
O, het levén is eene vracht, eene verpletterend
zware vracht voor Mevrouw d'Engelgrave
De ongelukkige blijft in het duinzand staan
de zeewind heeft haren hoed afgeslagen, die nu
aan het lint op den schouder wiegelt, en zweept
met eenige haarklissen hare bleeke wangen of
hare sidderende handen, die zij soms voor hare
oogen drukt.
Bloedig gevoelt zij de beleediging, welke haar
door de kwetsende koelheid, neen, door de ijs
koude onverzettelijkheid werd aangedaan, en
zij zou op dit oogertblik willen sterven, zonder
zelfs nog iemand hier beneden weêr te zien.
Gansch de wereld schijnt haar uitgestorven te
zijn nooit gevoelde zij zich zoo alléén in de
wereld
Het gedruisch dat zij achter zich hoort, brengt
haar eenigSzins tot bezinning en, om de naderen
de personen te ontwijken, daalt zij, zoo snel het
zand zulks toelaat, het duin afdoch niet langs
de zijde der stad, langs waar zij gekomen was,
maar wel langs den kant der zee.
De wind doet hare kleêren vlottende hoed
en een paar losgewoelde vlechten hangen op den
rug. In hare haast is zij gevallen, twee maal ge
vallen en de tweede maal omvatten twee
armen haar middel en hoort zij eene haar be
kende stem zeggen
Wat dóet gij hier, moeder
Het is inderdaad Sybrand, die in den omtrek
van de Sancta Maria dwalende, zijne moeder,
niettegenstaande de Schemering herkenthij
volgt haar op en, nu hij haar heeft opgebeurd,
herhaalt hij levendig zijne vraag.
Mevrouw antwoordt; nietzij weent nog al
toos, de handen voor de oogen geklemd.
Moeder, wat is er gebeurd zegt Sybrand
met tranen in de stem.
«Kom. laat ons naar Villa Rosa gaan... langs
het strand... Ik verlang niemand te ontmoeten.
Gij zijt in de villa van Mijnheer Golden ge
weest.
«Ja, ik was daar.
Is het daar of hier buiten dat men u verdriet
heeft aangedaan
Daar
En wie dan toch
Sybrand, ik moet spreken, ik moet een deel
van mijn levensraadsel oplossen... Sybrand, weet
gij wie Mijnheer Golden is.
«Mijnheer Golden?... Neen.»
Kom voort, Sybrand daar nadert volk
en aan den arm haars zoons gaat zij over het
natte zand.
Wie is Mijnheer Golden, moeder
Het vraagteeken dat gij zoo lang voor u
zaagt staan, wordt beantwoord, kind Mijnheer
Golden is uw vader
Sybrand blijft pal staanhij beeft, hij wil en
kan niet spreken.
Mijn vader stamelt hij ten laatste.
Ja, die man is de burggraaf Henri d'Engel
grave.
Maar mijn vader is dood
Neen, neen, wij leven sedert drie-en-twintig
jaren van elkander gescheiden, vreemd .voor el
kander snikt de moeder en verbergt nog
maals beschaamd het aangezicht.
En nu, moeder V
Nu heb ik hem, zonder het te vermoeden,
weergezien ik dacht een vreemdeling te vinden
en zag integendeel mijn echtgenoot. Hij heeft u
toelating gegeven Mejufïer Daliski te huwen
doch mijn recht op u, het recht eener moeder,
heeft hij ongenadig miskend, en mij, na zoo
lange jaren afwezigheid, andermaal ongenadig
verstooten en dat, neen, dat heb ik niet ver
diend
Mevrouw d'Engelgrave zakt in de armen van
haren zoon, en beiden, moeder en zoon, weenen
hart aan hart. De laatste woorden «dat heb ik
niet verdiendhebben den jongeling diep ge
troffen.
Moeder,zegt Sybrand, ik versta weinig of
niets van 't geen gij mij zegt, doch ik wil niet
dat men u verongelijke. Heilig, dierbaar zijt ge
mij, en als allen u verstooten, zal ik u nog ge
trouw blijven. In de laatste dagen heb ik u ver
dacht, omdat ik de raadsels, die voor mijnen
geest opstegen, niet ontcijferen kondoch ver
geef mij zulksik heb u lief, moeder.., ik heb u
liefen hij kust haar de tranen van de wangen.
Schuldig kan zij zijn, ja, zoo schuldig dat die
strenge vader haar nog, na zooveel jaren, den
vredekus niet geven wildoch hij, de zoon, zal
haar meer liefhebben dan ooit, omdat zij onge
lukkig is zij is, zij blijft immers zijne moeder
En van Adriana Hij spreekt er op dit oogen-
blik niet vanhet ongeluk dat zijne moeder ge
troffen heeft, en dat hij nu bliksemsnel in zijnen
geest omvat heeft, houdt hem geheel bezig.
Gij zult alles weten, Sybrand,zegt Me
vrouw, gij zult gansch mijn leven kennen
gij, en uwe heilige zuster ook. Och,» nokt ze
Qnder het voortgaan, «.ik had vóór hem de
knieën maar moeten buigen, mijnen trots bre
ken en hem om vergiffenis biddendoch dat
was de handelwijze eener schuldige vrouw
en schuldig ben ik niet. Neen, Sybrand. neen,
schuldig ben ik niet
VIII.
DE ZUSTER VAN LIEFDE.
Mijnheer Golden, of hoe men hem dan nog
noemen wil, zal den moed niet hebben Adriana
te berispen, omdat zij de moeder van Sybrand,
onaangediend, boven liet komenook zal hij
geen woord zeggen over 't geen hem, noch over
't geen het meisje betreft onmiddellijk spreken,
vooral niet na eene zoo hevige gebeurtenis als
die, welke er heeft plaats gehad, is overigens'
zijne gewoonte niet.
Adriana's hart jaagt, nu zij naar boven gaat
om te vernemen of Mijnheer Golden hare dien
sten niet noodig heeftop haar geklop volgt
geen antwoord en als zij aarzelend de deur
open doet en zonder te verschijnen, Mijnheer
Goldenzegt, hoort zij zijne stem, die echter
ditmaal zeer welwillend klinkt
't Is wel, Adriana maak u niet ongerustik
verlang nog wat alleen te blijven kom straks te
rug, kind
Met een jagend hart trekt het meisje de deur
weêr toe en wankelt eer dan zij gaat, naar
beneden.
Wat is er in die weinige minuten in de kamer
van Mijnheer Golden Voorgevallen Geen hoog
woord heeft Adriana gehoord en hierdoor zou
men kunnen veronderstellen, dat er eene vriend
schappelijke uitlegging tusschen Mevrouw en
Mijnheer Golden heeft plaats gehad natuur
lijk, omtrent de betrekkingen van Adriana met
Sybrand. Vah de andere zijde duurde dit bezoek
kort voorwaar een slecht voorteeken. En dan,
Mevrouw heeft met geen oogslag Adriana ge
zocht toen zij heen ging, en Mijnheer Golden
was blijkbaar in een slechte gemoedsstemming
toen zij boven kwam.
En Sybrand die niet komt, zooals hij gewoon
is te doen
Adriana gaat in de veranda alles zou buiten
rustig zijn, zonder het bruisen der zee zij keert
in het salon terug, waar zij geen ander gezel
schap vindt dan de pop van Claudine, die, in
volle parade en op den rug, op het vloertapijt
list. Claudine, en misschien zelfs de onzichtbare
meid, zijn reeds te ruste, en boven Adriana's
hoofd, op de eerste verdieping, houdt Mijnheer
Golden zich doodstil. ('t Vervolgt).
Met toelating der maatschappij Voor God
en Volk
Agent de change agréé
a la Bourse de Bruxelles
2 5, RUE DU TEMPLE, 2 5, YPRES
Téléphone 461
- kleinen bazar -
Lessive JEANNE D'ARC