De Yperschs Lakennijverheid Willemsfonds Koninklijke Hofbouwmaatschappij en Werk van den Akker, Yper Ontstaan Bloei Verval Onze grootsche Benoitviering op 31 Maart, te 3 uur, in Concordia Verslag der algemeene vergadering gehouden -op Zondag 17 Februari 1935. De Heer Hector Casier, voorzitter, opent de vergadering om 14 4 uur en, vooraleer 't woord te verleenen aan den secretaris om lezing te geven van het verslag der vorige vergadering, herinnert hij in korte maar wel gepaste woorden .aan het droevig overlijden van onzen diepbe- treurden Koning Albert en stelt voor, ten teeken van rouwbetuiging, de zitting voor éen minuut •op te schorsen. Al de tegenwoordige leden rich ten zich op en onderhouden gedurende een mi nuut een indrukwekkende stilte. Daarna geeft de secretaris lezing van het ver slag der vorige vergadering. Dit verslag wordt zonder opmerkingen goedgekeurd. Voordracht. - Mijnheer Arthur Lagast, Staats- -voordrachthouder te Kortrijk, geeft een leer zame en wel uiteengezette les over fruitteelt. Hij duidt de manier aan van planten, de vóbr- <leelige plaatsen en ook de verscheidene en beste soorten om te gelukken. Hij beantwoordt ver volgens menige vragen om uitlegging door de -aanwezige leden gesteld. Hij weet zoo, gedu rende meer dan een uur, het talrijk publiek in .zijne klare rede mede te slepen, en ten slotte wordt de gevierde spreker luidruchtig toege juicht. De Voorzitter bedankt Mijnheer Lagast, na mens al de toehoorders, voor zijn prachtige en nuttige les en wenscht dat deze aan al de leden mocht ten goede komen. Mededeelingen. Mijnheer Clinckemaille, "Voorzitter van het Werk van den Akker, geeft •een beknopt verslag over de laatste vergadering, welke te Rousselare heeft plaats gehad, en laat levens weten dat de toelagen voor 1935 zullen verhoogd worden. Aanbrengsten. Dael Henri bekomt 6 punten -voor zijne schorseneeren nietschieters en zijn reuzen porei Olifant Vandenbriele Cyriel bekomt 2 punten voor 2ijn planten «Digitalis» purper en witte. Nieuwe leden. Worden als nieuwe leden voorgesteld 1) Gheeraert Omer, door Jacques Henri. 2) Delaplace Jules, door Hebben Henri. 3)Nevejans Paul, door Bauwen Albert. 4) Vallaeys Marie, door Cappoen Camiel. 5) Descamps Gaston, door Bouquet Remi. Tombola. Een tombola, samengesteld uit verscheidene soorten zaden, wordt vervolgens onder de aanwezige leden uitgeloot en de verga- «dering sluit om 17 uur. Zondag 17 Maart 1935, om 14 J uur ALGEMEENE VERGADERING DAGORDE 1) Lezing van het verslag der vorige vergade ring. 2) Mededeelingen. 3) Voordracht 4) Inschrijving voor de hofbezoeken. 5) Beoordeeling der aanbrengsten. •6) Voorstelling van nieuwe leden. '7) Tombola. Namens het Bestuur De Secretaris, De Voorzitter, ïFerd. DETHOOR. Hector CASIER. (Vervolg en Einde) Door overvloed van kopij zijn wij verplicht geweest ïiet vervolg van dit artikel tot op heden te verschuiven. ID. Het Verval der Ypersche Lakenweverij. Volgens de plaatselijke oorkonden is het verval dezer groote nijverheid voornamelijk aan drie oorzaken te wijten lj de oorlogen, de belege ringen en besmettelijke ziekten die opvolgenlijk de stad teisterden 2°) de mededinging van de lakenweverij der omliggende gemeenten 3") het stilleggen van den invoer der engelsche wol. Na den slag van Cassel, in 1328, werden er, volgens de voorwaarden door Filip van Valois, koning van Frankrijk, aan de Yperlingen opge legd, vijf honderd wevers en vijf honderd vol ders, voor een termijn van drie jaar, uit de stad en uit Vlaanderen verbannen. Moest men het aantal gesneuvelden en gevangenen van dezen dag en andere even rampzalige veldslagen kun nen tellen, dan zou men zich een gedacht kunnen geven in welke mate de rangen der lakenwevers daardoor gedund werden. Doch het noodlottigste oorlogsfeit voor de lakenweverij was, zonder tegenspreken, het beleg van Yper in 1383. Te dien tijde waren de voorsteden, belangrijker en uitgestrekter dan de stad zelfzij bezaten vier parochiekerken, namelijk O. L. Vrouw ten Brie- leri, St 'Jan, St Michiel en St Kruis. Haar bevol king bestond uit wevers en andere arbeiders der lakenwevèrij. Gansch déze bevolking vluchtte, van in het begin van het beleg, naar de stad. De belegerden staken zelf deze uitgestrekte voorsteden in brand, om alzoo het naderen der stad voor den vijand te bemoeilijken, en namen de materialen mee die nog voor het versterken der vestingen konden dienen. Gedwongen het be leg op te heffen, vernielde de vijand alles wat nog van de eerste verwoesting overbleef, zoodat deze uitgestrekte gronden, vroeger met woningen bedekt, een ware wildernis geleken. De regee- rende vorsten lieten nooit den heropbouw dezer voorsteden toe, omdat de vroegere gemeentelijke onlusten steeds daar waren ontstaan. De arbei ders die er woonden en hun bedrijf uitoefenden, waren verplicht zich te West-Nieuwkerke, Mees- sen, Wervick, Komen, Meenen en zelfs te Leyde te gaan vestigen, zoodat zij de stad van de vrucht van hun arbeid beroofden en elders de vreemde mededinging gingen stichten of versterken. De te groote opeenhooping van werklieden in de betrekkelijk beperkte stadsomheining veroor zaakte er verschrikkelijke ziekten die zoo ge vaarlijk en besmettelijk waren dat men ze de pest noemde. In 1088 stierven er 3000 personen in de maanden Juli en Oogst. In 't jaar 1118 be zweken 4000 personen. In 1126 stierven een groot aantal inwoners van den hongersnood. In den zomer van 1223 overleden er bij de 4000 personen, en in 1234 omtrent 9000 in acht maanden tijd. In 1349 stierf bijna het derde deel der bevolking. In 1436 miek de pest bij de 7000 slachtoffers in negen maanden, meer dan 10.000 in 1489, en nog 15.000 in 1490. In 1668 en 1669 stierven er nog veel personen aan de gevolgen der pest en in 1693 en 1694 woedde er een hevigen hongersnood die eveneens een groot aantal slachtoffers miek. Deze rampen hadden natuurlijk de ontvolking van Yper en daardoor het verval van de laken weverij voor gevolg. De bevolking van Yper, die in 1245 op omtrent 200.000 zielen geschat was, zakte tijdens het beleg van 1383 tot op 81.293, en in 1695 telde men nog 16.170 inwoners. De bloei van de lakenweverij was het begin en de oorzaak der overgroote bevolking, der aan zienlijke fortuinen en der groote macht van de stad. Het verval dezer nijverheid had ongelukki gerwijze de ontvolking, de verzwakking en den ondergang dezer grootëgemeente voor gevolg. In 1545 was het vërval der oude lakenweverij volledig en al de nijverheden, die men gepoogd had in de plaats te stellen, waren eveneens ver dwenen. Een tweede groote oorzaak van het verval dezer Ypersche nijverheid, was de mededinging haar aangedaan door de omliggende gemeenten, voornamelijk Poperinghe, Meessen, West-Nieuw- kerke, Komen, Wervick, Eecke, Waasten, Kem- mel, Wulverghem, Dranoutre. Daaruit volgden talrijke geschillen, bloedige aanvallen en ruïnee- rende processen. Niettegenstaande deze geweld daden, zooals gewapende aanvallen, brandstich ting van getouwen en werkhuizen, die door de lakenwevers van stad tegen deze van den buiten werden gepleegd, moest het werk van de stad toch onderdoen voor den goedkoop en den gedu- rigen vooruitgang van het werk van den buiten. Daar was men er in gelukt lakens te weven en te bereiden die onder alle opzichten deze van Yper evenaarden. Sommige zelfs, zooals deze van Komen, waren door de lakenhandelaars van Rij- sel boven deze van Yper verkozen. De derde voorname oorzaak is de schorsing van invoer van engelsche wol. Vanaf 1233 hadden de koningen van Engeland voortdurend den uitvoer van engelsche wol naar onze provinciën en den invoer van vlaamsche en brabantsche lakens be vorderd. Ook is het verbod van uitvoer van en gelsche wol niet aan een onbedachte verandering van politiek toe te schrijven, maar het is, zooals de geschiedenis het ons bewijst, slechts een wa pen geweest van wettige wederwraak. De eerste maatregel, door Lodewijk van Nevers genomen om aan zijne verbintenissen tegenover den koning van Frankrijk getrouw te blijven, werd door het volk zeer ongunstig onthaald. Het handelsverdrag verbrekende, dat zijn groot vader den 1" October 1320 met Edward II geslo ten had, zond hij schepen om de engelsche kusten te plunderen en deed hij al de engelsche kooplieden in zijne staten aanhouden. Dit had voor gevolg dat, den 5 October 1336, Edward III op zijn beurt bevel gaf al de vlaamsche koop lieden aan te houden die zich in zijn koninkrijk bevonden, en hunne goederen aan te slaan. Hij verbood ter zelf dertij d den uitvoer der wol. Zon der wol was het onmogelijk te weven en vanaf dien dag vielen de getouwen de eene na de andere stil en de straten der stad, waar men vroeger niet anders dan rijke en werkzame ar beiders aantrof, vervulden zich met bedelaars die te vergeefs werk vroegen om aan de ellende en den honger te ontsnappen. Bij dit verbod, dat zulke erge gevolgen had, voegde de. koning van Engeland een oproep tot al de lakenwevers en hij liet toe aan allen, die hun land wildeil Verlaten, van zich in zijn ko ninkrijk te gaan vestigen en aldaar hun bedrijf uit te oefenen. Veel ambachtslieden, door Lode wijk van Nevers verbannen, gingen zich op de boorden der Teems vestigen en het is alzoo dat Edward III, die enkele jaren later de trouwe bondgenoot der vlaamsche gemeenten werd, van dan af het verval van Vlaanderen en terzelfder- tijd de grootheid van Engeland voorbereidde. Later, in 1574, werden nog door bijzonderen, met de medehulp van het stedelijk magistraat, pogingen gedaan om een kleinere nijverheid, namelijk de sayetterie, in de plaats der vervallen lakenweverij te stellen, doch de bekomen uitsla gen waren slechts van korten duur. En ziedaar hoe het machtige Yper met zijn 200.000 zielen de kleine, stille en weinig bevolkte stad geworden is zooals wij ze vóór den grooten wereldoorlog gekend hebben. Bezat zij haar vroe gere grootheid en macht niet meer, toch be waarde zij met een kinderlijke bezorgdheid en een vaderlanasche fierheid hetgeen haar van deze roemrijke tijden nog was overgebleven, en was zij om hare heerlijke praalgebouwen en rijke stadsarchieven een bezoek overwaard. De groote oorlog 1914-18 heeft al deze kunst- juweelen en schatten onmeedoogend vernield. Alleen de oude praalgebouwen rijzen een na een uit hun puinen op om weer, zooals voorheen, de macht, de grootheid en den roem der oude Yper- stede te verkondigen. Af deeling Yper Wij doen een oproep tot alle personen van goeden wil om onze grootsche krachtinspanning te steunen. Sedert maanden doen onze moniteurs en onze zangers wonderen van toewijding. Hun vrije uren offeren ze onverpoosd op aan de edele daad: de verheerlijking van een grooten weldoener van onzen stam en de maatschappij. Wij hebben aanspraak gemaakt op meest representatieve musici onzer stad en ook van den vreemdevan Poperinge, -van Roeselaere, van Kortrijk en elders. Ze verleenen met een offer vaardigheid, die hun eer aan doet, hun talent tot het welgelukken van onze hulde van erken telijkheid en bewondering. Indien wij op de belanglooze hulp dezer musici mogen rekenen is het omdat zij zelf in Meester Benoit een der meest verdienstelijke en der meest geniale baanbrekers van de nieuwe tijden in de muziek erkennen. Het Willems-Fonds, tak leper, dat op het oog heeft een hoogere cultureele strooming te ver spreiden, richt zich tot alle vertegenwoordigers van moreele en kunstminnende vergaderingen om zijn pogingen te steunen. Het Willems-Fonds heeft geen politieke partijbedoelingen. Het groe peert in zijn schoot leden van verschillende phi- losophische opvattingen. Het betracht het alge meen welzijn door het edelste in den mensch op te leiden het gevoel voor het schoone vermeer dering van verstandelijk inzichteerbied voor en beoefening van de moedertaal in haar hoogste uitingen. Ouders, die bezorgd zijn voor de toekomst van hun kinderen, zullen ze naar onze hulde zenden om er spoorslag en bezieling op te doen. Opvoeringen van 't werk van Benoit waren steeds een nationale gebeurtenis. Wij hopen dat de onze, minstens in 't zuidelijk gedeelte van onze provincie, ophef zal te weegbrengen. Daarom richten wij ons tot de bevolking der omliggende gemeenten opdat een keur van mu ziekkenners van elk hunner bij onze opvoering zou aanwezig zijn. Alhoewel wij beschikken over het noodig aan tal volwassen koristen ontbreken ons nog een tiental jongere kinderen van 8 tot 12 jaar om aan de passus uitgevoerd door kinderen de volle waarde te geven. Wie bezorgt ons deze enkele ontbrekende een heden Wij zijn overtuigd dat de meeste onzer lezers met onze beginsels instemmen en ons gereede- lijk een handje zullen toesteken. Maakt dan ook propaganda voor ons feest en werft leden aan voor 't Willems-Fonds. Vraagt intijds uw kaarten en laat ze numme ren in Concordia. Eerste plaats 6 fr. Tweede plaats 4 fr. Leden van 't Willems-Fonds halve prijs. Telefoon, Yper, 115. BELANGRIJK BERICHT Het bestuur van het Willems-Fonds heeft be sloten de netto-opbrengst van het feest te storten voor het werk van Koningin Astrid.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1935 | | pagina 5