Allo 1 Allo 1 Hier KOSMOS-TOERISHE
K0FFIES en CHIC0IEI met PREMIEN
Christiaens Devolder - Kortrijk
Tb koop in allo goede winkels. - Premiedepotg. Laroye, 20, Boomgaardstiaat, Yper.
EISGHT ALTIJD EN OVERAL DE
REISBUREEL GROOTE MARKT, 26, YPER Telef. 515
Wie reist nog mee met onze eerstkomende buitenlandsche reizen in autocar waarvan vol
gende afreizen verzekerd zijn
AMSTERDAM en de BLOEMBOLLENYELDEN, 3 dagen. Afreizen op 20-27 April, 5-29 Mei
Prijs500 Fr.
LOURDES, 10 dagen, afreis op 23 April Prijs: 1600 Fr.
LOURDES, 11 dagen, afreizen op 1-22 Mei Prijs1875 Fr.
LOURDES, 9 dagen, afreizen op 8 Mei, 12 Juni Prijs: 1500 Fr.
ROME NAPELS. 22 dagen. Afreis op 30 April Prijs4875 Fr.
MONT ST-MICHEL, 4 dagen, afreizen, 23 April, 4-18 Mei, 16 Juni Prijs 650 Fr.
RIJNLAND, 5 dagen, afreis op 15 Mei, 6 Juni Prijs 800 Fr.
NORMANDIE BRETANJE, 7 dagen, afreis op 10 Mei Prijs 1300 Fr.
AZURENKUST en NOORD ITALIË, 17 dagen, afreis 14 Juni Prijs3300 Fr.
Onze BUITENLANDSCHE reizen zijn slechts met 25 verhoogd geweest, niettegenstaande
de buitenlandsche deviezen tot 40 in waarde gestegen zijn.
Getrouw aan onze gewoonte worden alle reizen vanaf 6 personen als verzekerde afreizen
aanzien.
Voor alle verdere inlichtingen en programma wend U bij
KOSMOS TOERISME, GROOTE MARKT, 26, YPER Telef. 515
Vraagt ons Kosmos boek, dit wordt U gratis besteld.
mij uit deze weêr, en nog wel gelasterd, in de
duisternis terug te stooten
«Gelasterd... ja: want God is mijn getuige
dat ik niet plichtig ben... Doch mijn echtgenoot
heeft mij niet ter verantwoording geroepen en
ik, ik ben te trotsch om voor hem te bukken,
want het is mij duidelijk dat als ik buk, ik ook
schuld beken, en des te minder kan ik om ver
giffenis bidden, nu hij mij zoo wreed miskent.
Toch heb ik eindelijk, toen de last te zwaar
om dragen werd, eenigszins toegegevenik heb
den knecht, die mij de booze tijding bracht, ont
boden, en hem, helaasnog meer in het vertrou
wen gebracht, door hgm te vrager, of het niet
mogelijk ware den burggraaf te doen terug
keer en.
Het bloed steeg me naar het voorhoofd ik
gevoelde ittij diep vernederd ik was in de macht
van dien man, die wel wist dat hij op dat oogen-
blik mijn meester was. Hij was immers de ver
trouweling van den burggraaf en maakte van de
gelegenheid gebruik, om mij te doen gevoelen
wie ik was, van waar ik kwam. Mijn hart dreig
de te bersten ik wees hem de deur en hij,
hij glimlachte en trok de schouders op. Geen
echtgenoot was daar om de vrouw te beschermen
en dat moest ik eene lange reeksjaren, in
verschillende omstandigheden, op- smakelijke
wijze ondervinden. -:5' -
Ik bracht het overige van den nacht alleen
door gansch het verledene dwaalde voor mijnen
geest. Ik keerde, in mijne verbeelding, terug
naar het huis mijner moeder, eene kólónelswe-
duwe, die Van een klein inkomen, doch niet zon
der stand te houden, leefde. Mevrouw Duoiet
moest zich echter vele ontberingen getroosten.
Zij hoopte wel dat betere dagen zouden aan
breken, als haar eenig kind huwbaar zou gewor
den zijn, döch ik was nog slechts tieh jaar. Er
moesten dus nog even zooveel jaren in Ontbering
en moeilijkheid worden voortgeworstéld'
«Wij woonden in een klein, zindelijk huis
buiten de stad, en naast ons een man dien ik mij
nog altijd 1 voorstel, met een gelen overjas aan
en een gele muts op, een scheel oog en blond-
grauwe haren. De haag die onze hofkens voor het
huis scheidde, was niet hoog dit was dan ook de
reden dat ik hoofd en muts soms van verre boven
de haag drijven zag, 't geen me aan eene wan
delende zonnebloem denken deed. Die man heette
Dobs.
Dobs was iemand die zich in alle wonder
lijke en voor het gemeen in alle onbegrijpelijke
ondernemingen wist te steken, zonder echter
veel te werken hij bracht, in zijn doorzicht en
spitsvinnigfieid, den bankier zaken aan om grof
geld te winnen, en won hierdoor op zijne beurt
grof geld.' De man ging door voor rijk te zijn
en naar het uiterlijke te oordeelen, had mijne
moeder ook fortuinzij was immers de schoon
zuster van de douairière de Cordes-Duolet
en die was rijk.
Dobs werd de vertrouweling in ons huis en
nooit had mijne moeder zooveel weelde en vrij
gevigheid als destijds ten toon gespreid. Ik be
greep de reden van dit alles slechts later, zelfs
lang nadien, toen op zekeren zonnigen dag mijne
moeder met Dobs in een rijtuig van de kerk
kwam, en zij mij zegde dat ik hem voortaan den
naam van vader geven moest. Van dat oogen-
blik verscheen niemand van onze familie meer
bij ons, en werden wij ook bij haar niet meer
ontvangen.
Dobs had, uit een eerste huwelijk, verschei
dene kinderen, onder andere een zoon van mij
nen ouderdom neen, wel wat ouder. Allen
kwamen zich als een troep sprinkhanen in ons
huis neerslaan. Ik herinner mij nog zeer goed
dat, terwijl men bruiloft vierde, de kinderen
achter in den hof speelden terwijl men binnen
van vrede en liefde sprak, de jonge Dobs mij
in den hof grijnzend blauwe plekken in den arm
neep, en mij zegde, dat als ik sliep hij met een
gloeiend ijzer mijne oogen zou toeschroeien; ge
lijk hij aan zijne vink gedaan had", ófwel hij-zóu
mij bij den pols grijpen én zóó hard liijpen, dat
de klopping daar binnen ophield en ik zou dood
gaan.
Ik was bang "voor'dien vreemden jongen die
angst is mij bijgebleven, totdat hij eindelijk in
een diepen walg is overgegaan.
De oude man mort iets tusschen de tanden.
Ge zegt, vader onderbreekt de non..
Niets, kindlees voort.
De rust die vroeger in ons huis heerschte,
was verdwenen de orde werd door eene totale
wanorde vervangenmijne moeder bemerkte,
doch te laat, dat zij zich in een poel van jamme
ren had gestort. Ik vond haar soms weenende in
de eenzaamheid, doch klagen wilde zij nietzij
verborg zooveel mogelijk hare tranen, en de ge
heimen die haar martelden, kwamen nooit over
hare lippen.
«Ik herinner mij dat ik op zekeren nacht, door
een gedruisch dat van de andere zijde der wo
ning opsteeg, gewekt werd het waren kijvende
stemmen. Ik begreep dat er twist tusschen mijne
moeder en den stiefvader ontstaan was. Ik hoorde
ook den zoon van Dobs uit zijne naburige kamer,
op oneerbiedige wijze, de kijvenden toesnauwen
dat hij niet slapen kon. Och, hoe klopte mijn
hartje als ik dacht dat mijne arme moeder door
dien ellendigen Dobs verongelijkt werd
Allengs kwamen die twister ij en tusschen den
stiefvader en mijne, moeder, over den dorpel der
kamer. De Dobsen gaven daarop echter geen
achtzij lalden, zongen, schreeuwden, haarpluk-
ten, vochten onderling voort, terwijl hun vader
en mijne moeder elkander beleedigingen toe
wierpen. Ik zat te beven en te weenen, en bad
met snikken onderbroken tot den ruwen man
Doe mijne moeder toch geen kwaad
Arme moeder, zoo'n leven had ze zeker nooit
gedroomd
«De reden van dat huiselijk ongenoegen was
altijd geld Beidên, man en vrouw, waren be
drogen geworden. Eenige jaren later scheen de
welvaart eenigszins in het huisgezin terug te
keer en, ten minste het leven was er rustiger,
doch voor mij niet, want een groot deel der
lasten van het huishouden drukte op mij. Ik was
de' asschepoester van het huisgezin, moest
's nachts bij de jongste Dobsen waken, de oudere
verzorgen en thuis blijven als de anderen naar
een'g feest gingen. Ik voelde het juk dat op mij
woog en verkropte mijn misnoegen want ik be
zat zooveel kristen deugd niet, om nederig het
hoofd te bukken. Ik had integendeel, veel eer
zucht en het kwetste mij dat ik tot in zoo'n ge-
meenen stand vervallen was ik wilde terug-
keeren tot dien, waarin mijne ouders leefden.
Ik was groot genoeg om niet met zekere over
tuiging, en na den spiegel geraadpleegd te heb
ben, te weten dat onder de korst der asschepoes
ter iets Verborgen zat, dat mij aan een glazen
muiltje kon doen droomen.
Op een schoonen Junidag was ik met mijne
moeder alleen thuis en zat op de bank voor de
deur te breien, toen ik een dame op den straat
weg zag, welke laatste door een hekken van het
hofken was gescheiden. Die dame vertraagde den
stap toen zij zich voor ons huis bevond, en scheen
de verwaarloozing van hetzelve op te nemen. En
verwaarloosd was het welDe verf op de ven
sters was afgebolsterd, de gordijntjes waren niet
rein witer was iets verzakkends in den gevel,
iets scheefs, dat aan den man op krukken strom
pelend, deed denken. Het hofken was niet orde
lijk de takken der heesters waren gebroken of
verdord, of afgesneden voor vliegert, boog en
pijl, zweepstok of anderzins.
Ik voelde instinctmatig dat die dame de ge
schiedenis van onze familie op het uitwendige
van onze woning las, en dat hinderde mij ik
verborg het gelaat achter de open gespreide
hand.
Toen ik deze na eene poos liet wegvallen,
stond die dame nog altijd voor het hekken stil,
en scheen het oogenblik af te wachten dat ik zou
opzien. Zij staarde mij met belangstelling aan
haar eerbiedwaardig wezen, de verzorgde witte
haren, de deftige kleeding wezen den hoogen
stand aan'.
Lief kind, zegde zij, wie woont hier
Ik'kön niet ovër mijn hart krijgen te zeggen,
dat het de woning der weduwe Duoiet was van
de andere zijde was. het mij hatelijk den naam
van den stiefvader uit te sprekentoch deed
ik het.
En vóór dien Mijnheer Dobs vroeg dg
dame aarzelend. O ja, ik herinner het mij...
Leeft Mevrouw Duolet nog
Ik knikte, maar er moest wel iets diep ber
droefds in de uitdrukking van die beweging lig
gen, want de oude dame was aangedaan.
Wie zijt ge, lief kind zegde zij andermaal.
Ik ben de dochter van Mevrouw Duolet.
Gij zijt dus Rafaëlle Duolet
Ik gaf een bevestigend teeken.
Gij ziet er niet gelukkig uit?»
«Ik was opgestaan en het hekken genaderd;
de traliën hielden ons gescheiden. Die rijke
vrouw uitnoodigen binnen te treden, durfde ik
nietimmers, dan ware zij getuige geweest van
ons diep vérval. In weinige woorden had ik on
zen toestand dóen begrijpen. Waarom Ik weet
het niet. Die vreemdelinge boezemde mij een on
bepaald vertrouwen in. De ontroering bij de
dame hield aan zij zegde mij Ik zal terug
komen. ('t Vervolgt)
Met toelating der maatschappij Voor God
en Volk
Verlangt gij iets te koopen of te huren
Hebt gij iets te verkoopen of te verhuren
meldt het in onze KLEINE AANKONDIGINGEN
gij zult er profijt bij vinden.
Neemt inlichtingen bij degenen die reeds in
onze rubriek KLEINE AANKONDIGINGEN
adverteerden, zij zullen u hunne voldoening uit
drukken.