RADIO
TEUIFUNKIN
EDMOND CHRISTIAENS, 28, Boterstraat, Yper
Tel. 301.
De laatste modellen 1935 worden ten
toongesteld in de Middelbare School van
18 tot 22 April.
Officieele Verdeeler
houden.
M. Missiaen. Het verwondert me dat deze
petitie in den bundel niet stak.
iM.1 Vanderghote. Zij werd ons slechts dezen
namiddag overhandigd.
'M. Missiaen. Dit wordt zeker wel niet ge
vraagd door al de bewoners der Groote Markt
Daarom zouden wij dan ook eerst inzage van de
ze petitie moeten kunnen nemen, om te zien wel
ke inwoners dit vragen. Wij moeten immers niet
al\e^n het belang van enkelen dienen, maar trach-
tep voldoening te geven aan al de inwoners. Daar
bij .zullen de aanvragers er in toestemmen het
verlies in te staan dat de stad zal ondergaan,
want het zeker dat de foor op de Vandenpeere-
boomplaats zooveel niet zal opbrengen als op de
Gr.oote Markt.
M. Delahaye. Misschien zou men voor dit
jaar, gezien de aanbesteding binnen enkele da
gen reeds moet plaats hebben, slechts een trape
zium op de Groote Markt kunnen verpachten
-er: het overige der foor op de Vandenpeereboom-
plaats overbrengen. Doch de Tuindagfoor moet
op de Markt blijven, dit is een groot voordeel
vóór de stad.
M. Missiaen. Dan zult gij nog meer miste
vredenen maken, gezien alzoo sommigen die
■daarin een nadeel meenen te zien de foorkramen
voor hun deur te hebben, zullen denken dat de
bewoners van het ander gedeelte der Groote
Markt, waar geen kramen staan, bevoordeeligd
zijn.
ra. Leuridan. Tot op heden was het nadeel
of het voordeel, zooals men het hebben wil, steeds
eenzijdig gezien, met de Tuindagfoor, de kramen,
die nooit zoo talrijk zijn als met de andere foor,
steeds langs denzelfden kant der Groote Markt
geplaatst worden. Ik hernieuw hier dan ook mijn
voorstel, dat ik verleden jaar reeds deed, name
lijk dat er een rolbeurt zou ingesteld worden.
Dat men bijvoorbeeld de foorkramen eerst langs
d$n Westkant der Markt plaatse, en dan het vol
gende jaar langs den Oostkant, alzoo zou het
vQordeel dan verdeeld zijn en zouden het ook
niet altijd dezelfde neringdoeners en hoteliers
zijn die het nadeel hebben.
{VI. Lemahieu. Ik ben t'akkoord met den
Leuridan en voor eenige groote instellingen
w*t;e het mogelijk ze op de Vandenpeereboom-
plfiats te zetten. Doch het is echter onmogelijk
al, ,4e foorinrichtingen in een enkel trapezium
te, plaatsen, want er zijn veel te veel vragen. Mis
schien ware er middel de cirk, zoo er eene komt,
op een andere plaats te zetten en wat minder
kramen op de Markt te plaatsen. Doch dit is
slechts een gedacht en ik weet niet of het goed is.
M. Missiaen. Wanneer de foor gesplitst
wordt, dan zult gij nog veel meer klachten van
wege de foorkramers ontvangen.
M. Leuridan. Het gebeurt nochtans in zeer
veel steden dat men, bij gebrek aan plaats, moet
doen zooals de Heer schepen Lemahieu zegt. De
groote inrichtingen, zooals een cirk bijvoorbeeld,
hebben zooveel naam en faam dat het haar niet
hindert zoo ze wat van de andere foorkramen
afgezonderd zijn. Ik vind dan ook dat zulks voor
deze inrichtingen niet nadeelig zou zijn.
M. Delahaye. Wij hebben vroeger eens de
proef gedaan om de foor naar een andere plaats
te verhuizen en dan ondervonden welk nadeel
dit was.
M. Leuridan. Ik spreek niet van de foor te
verhuizen. Hier te Yper, zooals te St-Niklaas en
te Veurne, waar men over een groote markt
plaats beschikt, is men daaraan gewoon de foor
op de Markt te zien, dit is een traditie geworden,
maar elders is men wel verplicht de foor te
splitsen.
M. Seys. Dit ware in 't nadeel van de foor
kramers zelf die om zeggens met malkaar leven.
M. Vanderghote. Wij zullen dit eerst eens
aan een onderzoek onderwerpen.
M. Leuridan. Ik zou toch willen dat de raad
nu reeds bepale de foor dit jaar langs de West
zijde der Markt en niet langs den Oostkant te
plaatsen, gezien de aanbesteding der standplaat
sen Vrijdag en acht dagen plaats heeft.
M. Vanderghote. Wij zullen dit nog verder
onderzoeken.
M. Lemahieu. Ik ben t'akkoord om te ver
eerst den
en alleen
klaren dat de zaak niet rijpelijk genoeg onder
zocht werd, doch ik moet toch doen opmerken
dat er ons niet veel tijd meer overblijft, daaf de
verpachting nu op Vrijdag en acht dagen ge
steld is. Nu reeds zijn er vragen genoeg om ge
heel de Groote Markt te bezetten. Het ware dan
misschien best de verpachting dit jaar te doen
zooals vroeger en intusschen de ons toegezonden
vraag der bewoners van de Groote Markt te
onderzoeken.
M. Vanderghote. Ik ben van oordeel dat het
beter ware de Tuindagfoor op de Groote Markt
niet te hebben. In veel steden wordt er zelfs geen
foor meer gehouden. Met de Tuindagfoor op de
Groote Markt te houden, zult gij hier gedu
rende de drie beste Zondagen van 't jaar al de
toeristen wegjagen, en wat profijt zult gij er dan
van hebben
M. Leuridan. Ik stel voor eerst de West
zijde der Markt te verpachten en daarna, zoo er
nog vragen zijn, de Oostzijde.
M. Vanderghote. Dit staat op de dagorde
niet.
M. Leuridan. Gij zijt toch besloten de stand
plaatsen te verpachten zoolang er vragen zijn.
Waarom zoudt gij dan niet eerst met de West
zijde kunnen beginnen
M. Vanderghote. Omdat zulks tegenstrijdig
is met het lastenkohier.
M. Missiaen. Gij zijt bezig met het lasten
kohier te wijzigen, zoodat het voorstel van den
Heer Leuridan niet buiten de zaak valt. Wan
neer het schepencollege een voorstel van wijzi
ging doet, mag de raad ook nog andere voorstel
len doen. Het is de Heer burgemeester zelf die
zoo onvoorzichtig is geweest deze bespreking
te openen.
M. Seys. Het punt van de dagorde was reeds
afgehandeld.
M. Vanderghote. Ik stel dan voor te stem
men over het voorstel van den Heer Leuridan.
M. Lemahieu. Wat is dit voorstel Dit zou
moeten duidelijk ingediend worden.
M. Leuridan. Mijn voorstel is
Westkant der Markt te verpachten
daarna, zoo er nog meer vragen zijn, den Oost
kant te bezetten.
M. Van der Mersch. Zal de Tuindagfoor op
de Groote Markt ofwel op de Vandenpeereboom-
plaats gehouden worden Alvorens over het
voorstel van den Heer Leuridan te stemmen, zou
men eerst moeten weten waar de foor zal plaats
hebben. Beslist de gemeenteraad ze op de Groote
Markt te houden, dan zou er daarna over het
voorstel van den Heer Leuridan kunnen gestemd
worden.
M. Leuridan. Ik denk dat niemand van ons
nu reeds zou durven beslissen een eeuwenoud
gebruik van Yper te veranderen, door de Tuin
dagfoor van de Groote Markt naar de Vanden-
peereboomplaats over te brengen, gezien die
zaak nog niet genoeg is kunnen onderzocht wor
den. Doch wat men wel zou kunnen beslissen, is
een gedeelte der foor te verplaatsen.
M. Van der Mersch. - Laat de zaak nu zooals ze
is en dan kunnen wij die vraag tegen toeko
mende jaar onderzoeken.
M. Leuridan. Goed, maar dan doe ik het
formeel voorstel eerst de Westzijde der Groote
Markt te verpachten.
M. Vergracht. Al den Westkant beschikt
men over geen plaats genoeg om de foor daar te
houden.
M. Vanderghote. En welk ongemak zal dit
daarb'j dan niet zijn voor het verkeer Gij ziet
dat het dus nog zoo gemakkelijk niet is op het
voorstel van den Heer Leuridan in te gaan.
M. Leuridan. Het is toch niet billijk dat het
steeds de Oostkant is die telken jaar al het onge
mak der Tuindagfoor heeft.
M. Vanderghote. Moest men al de foorkra
men al den kant van den Vijfhoek plaatsen, dan
zou het verkeer, dat dan juist op die dagen het
grootst is, er onmogelijk zijn.
M. Leuridan. Gij hebt daar iedere week met
den marktdag hetzelfde ongemak. Om dit te ver
helpen, moet men er maar een voldoende breede
strook overlaten. Ik doe het formeel voorstel
eerst de Westzijde en alleen daarna de Oostzijde
van de Markt te verpachten.
i_ i .ijiji t i .im i
M. Van der Mersch. Mijn voorstel is te we
ten of de foor op de Vandenpeereboomplaats niet
moet gehouden worden.
M. Leuridan. Ik zal daartegen stemmen,
want dit voorstel is te veel geïmproviseerd.
M. Vanderghote. Uw voorstel is ook nieuw.
M. Leuridan. Neen, want ik heb het hier
reeds verleden jaar gedaan.
M. Vanderghote. Willen wij dan over het
voorstel van den Heer Leuridan stemmen
M. Lemahieu. Ik houd mij bij hetgeen nu
bestaat om dit jaar geheel de markt te verpach
ten.
M. Leuridan. Aangezien, na de Westzijde,
ook de Oostkant der Markt zal verpacht worden
zoo er nog vragen genoeg zijn, komt dit dan op
hetzelfde neer.
M. Vanderghote. Neen, want dit is volgens
het bestaande lastenkohier.
M. Leuridan. In dit geval doe ik dan een
tegenvoorstel.
M. Lemahieu. Ik zal daarop neen stemmen,
doch ja om geheel het lastenkohier te volgen.
M. Vanderghote. Ik leg dus het voorstel van
den Heer Leuridan ter stemming.
Stemmen jade Heeren Biebuyck, Leuridan
en Verbeke neen de Heeren Lemahieu, Dela
haye, Van der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornillie, de
Heeren Seys, Missiaen, Michiel, Coutelle, Ver
gracht en Vanderghote.
M. Lemahieu. Het huidig lastenkohier blijft
dus in voege en wij zullen die vraag tegen aan
staande jaar onderzoeken.
V. Aankoop van een transformator voor de
pompstatie van Dickebusch.
M. Vanderghote. De Heer schepen Delahaye
zal hierover verslag geven.
M. Delahaye. - Er is hier kwestie voor de pomp
statie van Dickebusch een transformator aan te
koopen zooals wij er een bezitten te Zillebeke,
omdat wij te veel moeten betalen voor de electri-
citeit. Verleden jaar heeft de stad meer dan 80.000
fr. betaald voor drijfkracht. In de pompstatie van
Zillebeke is er een transformator geplaatst se
dert den 6 Februari 1935 en sedertdien heb ik
een onderzoek gedaan over het verbruik van
electriciteit met en zonder transformator. In
Januari werd er te Zillebeke zonder transfor
mator 183 uren gepompt en in Februari geduren
de 164 uen, 't zij 19 uren min. Voor Januari
werd er daarvoor als drijfkracht de som van
2695 fr. 36 betaald en voor Februari, 't zij met
den transformator vanaf den 6" dier maand,
1864 fr. 38. Rekening gehouden van de electri
citeit gebruikt in het huis, 't zij 124 fr. voor de
maand Januari en 126 fr. 48 voor Februari, blijkt
dat er met een transformator een winst is van
833 fr. 46 voor de stad. Men mag dus rekenen dat
dooreen genomen de stad 800 fr. winst per maand
zal verwezenlijken met een transformator. Te
Dickebusch, zelfs wanneer er niet gepompt
wordt, moet al de electriciteit door een conden
sator passeeren die veel electriciteit verbruikt.
Het eenig middel om dit verbruik te verminde
ren is een transformator te plaatsen. De maat
schappij vraagt daarvoor de som van 8750 fr.
Aan den Heer ingenieur Chauvin werd een ver
slag gevraagd. Hier hebben sommige raadsleden
vroeger den wensch uitgedrukt ook nog de prij
zen aan andere firma's te vragen, doch om later
aan dien transformator te mogen werken, moet
het altijd dezelfde maatschappij zijn. Immers,
wij hebben hier vroeger reeds een doodelijk on
geval te betreuren gehad. Op aanvraag van een
ingenieur die in de pompstatie van Zillebeke
moest werken werd de electrische stroom afge
sneden, doch den tijd dat de ingenieur zich naar
Zillebeke begaf werd, op aandringen van andere
personen die op die lijn geen electriciteit meer
hadden, de stroom weer ingeschakeld en wan
neer de ingenieur zich aan 't werk zette werd hij
doodgebliksemd. In een kabien waar men met
15.000 volts staat is het uiterst gevaarlijk en daar
mag niemand toegang hebben tenzij de aange-
stelden der verantwoordelijke maatschappij.
Daarom stel ik voor dezen transformator te koo
pen. In den bundel heb ik gezien dat er ook een
onderzoek gedaan werd door den Heer ingenieur
Biebuyck, die denkt dat de prijs te groot is en
dat deze aankoop geen winst genoeg zal geven.