Een Bezoek aan de Tedoooastelling van de Ieperschs Fotoclub Leest en Verspreidt Het YPERSCHE Tentoorstellirg van den Yperschen Kunstkring 4 ter gelegenheid der Handels foor Paschen 1935 I I, ff¥ Het publiek stelde groot belang in de fototentoonstelling. Moge de Iepersche Fotoclub een schitterende toekomst te gemoet gaan Dit was de hqilwensch waarmede de heer Rae- kc-tboom verletten jaar een lering, in schitterende bewoordingen opgesteid, besloot. In een sierlijke, vlotte taal gaf deze fijne kunstkenner voor de ledèn van de Fotoclub zijn indrukken ten beste, opgedaan bij een bezoek aan de jaarlijksche tentoonstelling van deze Vereeniging. Velru alle teekenen wijzen er op dat deze hartewensch in vervulling gaat. Niet het minst de rachtig geslaagde tentoonstelling waaroyer iet' reen met grooten lof spreekt. Niettegen staande de ongunst der tijden, die zich ook in de»en kring heeft doen gelden, is het een on loochenbaar feit dat in de Iepersche Fotoclub de n.dividueele vooruitgang en meteen den bloei dei Vereeniging duidelijk waarneembaar zijn. Een leder die zich' getroost heeft de ingebrachte proeven aan een critisch onderzoek te onderwer pen. heeft kunnen vaststellen dat er onder de liefhebbers een- heilzamen drang te bespeuren i6 cm door volharding en nauwgezette beoefe ning der Fotografie z'ch verder op te werken tot eéu hooger peil. De leerzame en interessante avonden dezen winter door het Bestuur van de Fotoclub ingericht, hebben het hunne bijgedra gen om tot dit resultaat te geraken en den be reikten uitslag moet een aansporing wezen om op dezen weg voort te gaan. Het moet het Be stuur van de Fotoclub aangenaam stemmen, te kunnen vaststellen, dat benevens een groot aan tal bezoekers, de kijkgragen, een niet onaan zienlijk deel der Iepersche bevolking zijn volle aandacht schenkt aan het werk der Iepersche fotoliefhebbers om het te beschouwen als een kunstuiting evenals tal van andere. En dit hoort zoo, want waarom zou het werk van deze lief hebbers onder dit opzicht dienen versmaad te wórden Het geldt hier immers onbegrensde mogelijkheden door middel van het fotografisch toestel in het .weergeven van eigen indrukken en alzoo menigeen in de gelegenheid te stellen edel kunstgenot na te streven. De Fotografie op deze manier begrepen verdient aanmoediging omdat zij grootelijks kan bijdragen tot het aan- kweeken en bevorderen van het kunstgevoel onder de groote massa en aan eenieder de gele genheid verschaft om zich aan een bron van j heerlijke en zuivere genietingen te laven. In de Fotografie gaat het nuttige gepaard met het schoone. Het nuttige is de wetenschappelijke en documentaire, het schoone de kunstfotogra fie. Beide vormen worden druk door de Iepersche fotoliefhebbers beoefend en ieder vond zijn ga ding in den stand dezer liefhebbers. Het beste getuigenis daarvan was trouwens de ononderbro ken stroom van bezoekers tijdens de tentoon- stellingsdagen. Bij een rondgang in den stand konden wij er ons terdege van overtuigen welke mate van bedrevenheid en voortreffelijkheid werd bereikt in de tentoongestelde proeven. We ontwaarden bij de vleetdocumentaire foto's over het bezoek van Zijn Majesteit Leopold III aan leper, over de Bisschopswijding van Mon seigneur Six, over den Carnavalstoet van ver leden jaar en zelfs van dit jaar. Daarbij tal van andere foto's over allerhande gebeurtenissen. Alles te zamen een troüwe weerspiegeling van het leven in de stad leper zoowel bij kalme da gen als in perioden van feestroes en druk toe ristenbezoek. Het bezichtigen dezer proeven die op technische volmaaktheid mogen bogen was reeds een bezoek aan de tentoonstelling over waard. Maar het is verheugend vast te stellen dat de liefhebbers van de Iepersche Fotoclub zich niet bevinden in een toestand van technische slavernij. Zij hebben goed de fotografische werk wijzen onder de knie, maar trachten ze te-benut ten om indrukken te verwekken en gevoel te leg gen in hun werk en zijn hierin ook ten volle geslaagd. In de sfeer van stemming en emotie ontstaan door vormen, door tegenstelling van tonen, door tinteling van licht en door kalme, waardige schaduwen is het aangenaam te ver wijlen om in gedachte met den maker deelach tig te zijn met hetgeen hem bezielde toen het werk ontstond. De landschappen en stillevens hier tentoongesteld zijn geen documentenhet zijn foto's waaruit dichterlijkheid straalt en de bekomen effecten verwekken edele aandoeningen die ons met welbehagen vervullen. Zeldzaam schoon zijn enkele opnamen en zonder afbreuk te willen doen aan de verdiensten der overige tentoonstellers, zouden enkele werken, waaron der prachtige stillevens en mooie kinderportret ten mogen speciaal vermeld worden en bestem peld als uiterst wel geslaagde kunstuitingen. Deze benaderen de volmaaktheid. Liefelijke landschappen, steenen burchtreuzen wisselen ver der af met poëtische zonsondergangen, avond schemeringen en grepen uit het dierenleven., Eens te meer is ontegensprekelijk bewezen dat de Fotografie evenals andere vormen van kunst, haar eigen techniek bezit en dat er door toepassing van deze techniek, gepaard met lief de tot het vak, middel-is-om kunstwerken van beteekenisvolle waarde voort te brengen. Nogmaals, de Iepersche Fotoclub is op den goe den weg. Met vasten tred worclt deze bewandeld en 't is daarom de plicht van de Iepersche kunst kenners en van de Iepersche bevolking in 't al gemeen de verdere pogingen van deze ernstige liefhebbers met belangstelling te volgen. Een volgende tentoonstelling zien wij met groot genoegen te gemoet. Iepersche Fotoclub, goed heil Een hoekje der tentoonstelling van den Yperschen Kunstkring. t Voor de toekomst van de jeugd, Voor de grootheid onzer stad, Willen wij de herin richting van de Academie voor schoone kunsten.» was de tekst van een plakbrief, die ons dadelijk in het oog viel, gehangen bij den ingang der tentoonstellingslokalen. De Ypersche Kunstkring, gesticht ter aanmoe diging van de beeldende kunst ter stede, en groepeerende al de kunstbeoefenaars van stad, heeft hiermede een punt van zijn werkplan onderstreept, dat de kunstminnende bevolking met sympathie begroet in de hoop deze betracn- ung te zien verwezenlijken. Het bezoek der tentoonstelling liet ons eenige aangename stonden beleven, en in het doorloo- pen der verschillende lokalen der Handelsfoor, hadden wij hier de gelegenheid een poosje rust en kunstgenot te vinden. Dit gevoelen was voor zeker algemeen gedeeld, want het is ons opgeval len, hoe de bezoekers die in de zalen van den Kunstkring aanlandden er lange vertoefden. De groote reeks tentoongestelde werken was een bezoek meer dan waard en heeft den besten indruk nagelaten. Om hunne groote kunstwaarde kunnen wij niet nalaten enkele dezer werken op te sommen Eerst vernoemen wij alles wat M. Eugeen Van- steenkiste op zoo eene oorspronkelijke wijze weet op te disschen. Verders vernoemen wijde portretten van M. Quisthout, waaronder dit van M. Mee Vergracht als prachtig gelukt dient ver meld de kinderkoppen van Mevrouw P. Malou de betooverende aquarellen van M. Gobron de beeldhouwwerken van M. Deraedt waaronder een zeer goed gelukt fragment van een grafzerk; de droomerige landschappen van M. Pa'foort. Nog zijn te vernoemen de prachtillustraties van Mevrouw P. Waterblee het koper en porselein van Flosculus de zonnige herfstdag in de bosschen der Lovie door Mevrouw Daele- mans het historisch werk van M. Brillon de aquarellen van Baron Yves de Vinck waar onder Rukwind uitmuntte. Alle deelnemers aan de tentoonstelling dienen om hunne werken en schoone pogingen geluk gewenschtM. Sapijn met zijn beeldhouwwerk de Heeren Demeere, Raekelboom, Platteau, Vandenbussche, Gits, Vanderghote met hunne schilderijende Heer Marijnen met zijne penteekeningenM. Grimonprez met zijn kunstplakbrief waarin hij gespecialiseerd schijnt. Een kataloog van de tentoongestelde werken werd ons aangeboden, en met genoegen zagen wij het adres vermeld van onze kunstenaars. Deze aanwijzing is nuttig voor de kunstminnen de bevolking, want de gelegenheid komt voor zeker dat wij onze woonkamer willen veraan genamen en opsieren, en dat wij dan gaan aan kloppen bij onze vrienden kunstenaars die wij met recht zullen aanmoedigen en steunen.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1935 | | pagina 4