CINEMA FLORA
LES TRAVAUX DES HALLES
Sedert1 Vrijdag 12 Juli
UNE ENQUÊTE EST OUVERTE
iAXTER (WSTpIs
MYRNA WïJs
line enquete est ouverte
LE FILS DE TARTAN
Om die woorden wat nader toe te lichten en
deze vooruitzetting des te overtuigender te ma
ken, zullen een paar woorden geschiedenis over
qe Moeren hier niet ten onpas komen. (1)
Tusschen Veurne, Duinkerke en Winox-Bergen
strekte zich in vroegere tijden een moeras uit dat
meer dan 3000 hectaren besloeg en waarvan de
besmettelijke uitwasemingen tot op uren afstand
de nadeeligste gevolgen hadden en zeer dikwijls
de sehrikkelijkste ziekten veroorzaakten. Te mid
den dier streek bevonden zich de twee Moeren,
de Groote Moere en de Kleine Moere, die de om
liggende landen meermaals overstroomden en
een uitgestrektheid van verscheidene mijlen on
bewoonbaar maakten.
Vóór de jaren 1600 had dit moeras nog veel groo-
ter en zelfs in onmiddellijke verbinding met de
zee geweest, doch de Wateringen hadden het stuk
voor stuk op de zee veroverd. Alleen de Moeren,
die beneden den waterspiegel der zee liggen,
waren onaangeroerd gebleven.
Het droogtrekken en vruchtbaar maken van
dezen poel is het werk van den Antwerpenaar
Wenceslas Cobergher (1560-1634) die niet alleen
als schilder, maar ook nog als bouwkundige,
dichter, ingenieur, staathuishoudkundige, oud
heidkundige en penningkundige een zekere ver
maardheid heeft verworven.
Hij was er reeds in gelukt andere vijvers en
moerassen droog te trekken, wanneer bij hem de
gedachte opkwam ook de Moeren vruchtbaar te
maken.
Spijts de tegenkantingen en hinderpalen die
hij allerwegen ontmoette kon Cobergher, dank
aan de aanmoedigingen der aartshertogen Al-
brecht en Isabella, aan wiens hof hij als bouw
kundige en ingenieur was gehecht, in 1620 zijn
ontwerp ten uitvoer brengen.
Rondom het eigenlijke moeras werd een breede
gra;ht van negen voet diepte gegraven. Deze Ring
sloot, die het water van alle omliggende lande
rijen moest ontvangen, werd door een Zeegracht
verbonden met de achterhaven van Duinkerke,
zoodat het overtollige water, bij lage tij, door
middel van sluizen, in de zee kon gelost worden.
Om het water van de Moeren zelf weg te trek
ken, verdeelde Cobergher den grond binnen de
Ringsloot in rechthoeken van 720 voet lang op
360 voet breed, Kavels genoemd. De verdeeling
geschiedde eerst door middel van voren, daarna
met grachten en eindelijk met binnenvaarten.
Al het water zakte alzoo naar den Noordweste
lijken uithoek en bleef daar door een dijk van de
Ringsloot gescheiden.
Op dien dijk plaatste Cobergher twintig wind
molens, die zoovele schroeven van Archimedes
in beweging brachten, en alzoo pompte hij al het
water uit de binnenvaarten in de Ringsloot die
het naar de zee voerde.
In drie jaren tijd was gansch het moeras droog
gelegd en waren er ongeveer 3000 hectaren aller
beste akkergrond gewonnen, waarop weldra te
allen kante hofsteden werden aangelegd en ook
een dorp ontstond, Moerkerke geheeten.
Die gronden, die het menschenvernuft op de
zee had weten te veroveren, werden door de
Aartshertogen en Cobergher onder elkaar ver
deeld om in loten verkocht te worden, en alles
liet voorzien dat het verpestende moeras van
vroeger weldra een der vruchtbaarste streken
van het Noorden zou worden.
Edoch, op 4 September 1646. dus enkele jaren
na het overlijden van Cobergher, werd dezes
werk, waarvan hij het toezicht aan zijn zoon had
overgelaten, gansch vernield. De Spaansche gene
raal Markies de Leyden, in Duinkerke door het
Fransche leger bedreigd, deed de dijken doorbre
ken en liet de zee opnieuw bezit nemen van de
Moeren die zooveel moeite gekost hadden om te
ontwoekeren. De overstrooming geschiedde zoo
snel dat niet aileen al de oogsten, maar zelfs
(1) De geschiedkundige gegevens zijn getrokken uit
het Tijdschrift van het Willems- Fonds, 1" jaargang,
1« deel (1896).
kudden en inwoners in het water omkwamen.
De vrede, die na dezen oorlog gesloten werd,
kende de Moeren toe aan Frankrijk, doch inge
volge een latere overeenkomst werd een deel van
dit gewest terug bij België gehecht.
In den loop der XVIII" eeuw werden nog ver-
schillige pogingen aangewend om het moeras
weer droog te trekken. De eerste vergunninghou
ders mieken echter van hunne concessie nooit ge
bruik. Markies d'Hérouville herstelde in 1758
gedeeltelijk het werk van Cobergher en de maat
schappij Vander Mye en Cle verwezenlijkte in
1785 de volledige droogmaking zooals in 1630.
Doch ook dit werk werd weinigen tijd nadien
weer ongedaan gemaakt. Bij den inval van de
legers der eerste Fransche Republiek in ons land,
deed de bevelhebber van het Noorderleger een
tweede maal de dijken doorbreken, waardoor de
helft van Veurne-Ambacht onder water liep.
Door die nieuwe verwoesting gansch ontmoe
digd hadden zelfs de Wateringen alle hoop opge
geven. Ook wanneer, in het begin der XIX"
eeuw, de gebroeders Herrewijn, van Veurne, de
droogmaking der Moeren weer wilden beproeven,
vonden zij maar weinig steun en was het tegen
eenieders verwachting dat zij er toch in slaagden
de noodige kapitalen te verzamelen en hunne on
derneming tot een goed einde te brengen. In 1820
was die streek opnieuw bewoond en bebouwd
en werd de kerk van Moerkerke voor de derde
maal opgericht.
Sedertdien hebben de dijken, zelfs bij een be
volen overstrooming, stand gehouden en is dit
vroeger moeras tot heden toe een der rijkste
gewesten gebleven.
De eenige verandering die aan dit werk in den
loop der jaren werd aangebracht, is dat de vroe
gere windmolens, behalve twee, door stoom- of
electrische pompen vervangen werden.
In de Belgische Moeren wordt het water heden
ten dage gepompt door een stoompomp van onge
veer 40 m3 per minuut, een mazoutpomp van
30 m3 per minuut en een electrische pomp van
70 m3 per minuut. In de Fransche Moeren ge
bruikt men daarvoor een pomp van 60 m3 per
minuut bewogen door een gasmotor, een elec
trische pomp van 80 m3 per minuut en twee
windmolens.
Die pompen dienen echter ieder jaar niet even
lang te werken, dit is navolgens men een drogen
of natten winter heeft gehad. Alzoo in het jaar
1921 heeft er in 't geheel met ieder pomp geen
week gewrocht geweest, terwijl in 1932 de pom
pen tën minste gedurende twee maanden in wer
king waren.
Ziedaar wat men in de Moeren door het plaat
sen van enkele pompen, die slechts nu en dan
eens moeten werken, heeft weten te verwezen
lijken. Wie zou er na zulk een voorbeeld, na zoo
een welgeslaagde proefneming, nog durven aar
zelen over de mogelijkheid met kleine kosten en
tot algeheele voldoening, zoo van de landbouwers
als van de scheepvaarders, bevrachters en hande
laars, hier ook het water der Broeklanden in de
Yzer te lossen, zonder daarvoor dus iemands be
langen te moeten benadeeligen.
La reconstruction de nos célèbres Halles con
tinue lentement, mais surement... Les popula
tions du front ont beaucoup de patience et sont
vite contentées.
L'adjudication de la reconstruction de l'aile
Sud du cóté Ouest du beffroi a eu lieu l'an der
nier (en Septembre, si nous nous rappelons bien),
et l'adjudicataire de ces travaux fut le même
M. Vandekerkhove qui venait d'achever alors
la reconstruction du beffroi. Ces travaux ont
marché avec une grande rapidité. Nous en don-
nons ici deux clichés, l'un datant du lr mai,
l'autre du 1 Juillet dernier. L'ancien Yprois qui
revint l'an dernier a Tuindag revoir avec tant
d'émotion le beffroi et réentendre l'ancien caril-
De film waarvan de geheimzinnige verwikke
ling u tot het einde toe bevangt.
bevat zulkdanige onthullingen over de gangsters
dat zij alles beproefd hebben om te beletten dat
zij bekend werden.
PHIUJPS HOLMES (mW^ VAH
En eindelijk
met een schoone beweegbare teekening.
Kinderen niet toegelaten.
Ion, verra avec plus d'émotion encore, a la Tuin
dag prochaine, la partie refaite de l'ancienne
enceinte des Halles. Aux jeunes Yprois, qui n'ont
plus gardé le souvenir des Halles, et aux visiteurs
étrangers, la partie refaite permettra d'avoir une
vague idéé de la splendeur du monument qui
va renaitre.
Ce qui frappe d'étonnement, c'est la simplicité
du plan. II n'existe aux Halles d'Ypres aucune
complication née de l'enchevêtrement de con
structions, aucune recherche de variété de motifs,
aucun luxe de sculpture. C'est un batiment
oblong, tout simple, tout uniqui en a vu une
fenêtre en détail les a vues absolument toutes,
toutes les sculptures sont faites en série, chaque
pierre sculptée faisant partie d'une ogive est
reproduite exactement la même dans toutes les
ogives. Et c'est cela précisément qui distinguait
les Halles d'Ypres, et qui en faisait le monument
gothique civil le plus grandiose du monde.
Notre Cathédrale St Martin est superbe, mais
il existe en Europe cent cathédrales tout aussi
belles, il y en a de plus belles aussi. Mais il
n'existait nulle part de monument gothique civil
qui fut comparable a nos Halles.
Nous entendons dire parfois Dommage que
les Halles cacheront une partie de cette belle
cathédrale qui se trouve derrière C'est la une
réflexion émise sans... réfléchir. Ne serait-il pas
bien plus déraisonnable de renoncer a une oeuvre
splendide paree qu'elle cacherait quelque chose
d'infiniment moins beau
Notre cathédrale est trés belle, certes. Mais
nos Halles sont uniques au monde.
Avec un peu de patience nous les reverrons.
Avec les murs extérieurs de ce qui fut au
lr étage l'ancienne Salle Delbeke on a achevé
le plancher en béton armé sur lequel doit venir
le pavement de cette salie.
Au rez-de-chaussée, les voütes seront refaites
en magonnerie, telles qu'elles existèrent de tout
temps. Mais cette magonnerie ne peut raisonna-
blement être faite que lorsque la toiture aura
abrité cette partie des Halles. Or, il parait que
l'ordre de mettre cette toiture n'arrive toujours
pas
Espérons que ce n'est qu'un simple retard, et
que nous ne verrons pas se reproduire ici le
scandalé administratif qui a rendu si tristement
célèbre notre caserne d'infanterie, qu'on a laissé
retomber en ruines, faute de retarder la confec
tion de sa toiture.