Onze Scheepvaart
Vande Lanoitte's
Koffies zijn de beste
3
Un précédent de dimension
Federatie der Geteisterden
van het Arrondissement Yper
Vlaamsche Toeristenbond
■j
dient zij als vaart en kan geen nut als watering ople
veren.
Na deze uiteenzetting hopen wij. Mijnheer de
Minister, dat U met ons zult overtuigd zijn dat enkel
de vaart Yper-Komen ons kan voldoening schenken.
Wij nemen deze gelegenheid nog eens te baat om
aan te dringen ten einde dit zoo doodnoodig werk te
zien uitvoeren.
Wij weten, Heer Minister, dat U de welvaart onzer
streek ter harte neemt en wij durven verhopen dat wij
bekomen zullen wat wij noodig hebben om onze stad
en onze streek tot een gelukkige welvaart op te helpen.
Wil aanvaarden, Heer Minister, de verzekering
onzer gevoelens van bijzondere hoogachting.
De Secretaris, De Voorzitter,
(get.) Mausset. (get.) Steyaert.
Vrienden van Nieuwpoort, gij hebt gelijk
Nieuwpoort, Dixmude en Yper moeten herleven.
Zij moeten aan de Leie verbonden worden. Maar
niet tot nadeel van hetgeen bestaat. Onze verla
ten en vergeten streek moet geen klanten ver
jagen, ze zijn niet te talrijk. Daarom moet ge
zorgd dat ook de vischvangst in de Yzer voort
kunne bloeien. Met de verbinding Komen-Yper
wordt dit mogelijk.
Er bestaat een vaart van Schipdonck om de
bevuilde wateren der Leie te Heyst in de zee te
storten. De bezoekers van Heyst kennen den geur
ervan. De Yzer moet in geen tweede Schipdonck-
vaart herschapen worden, en Nieuwpoort mag
wel bevrijd blijven van den geur eigen aan de
streek van Heyst.
Er is te Komen water genoeg om het Yzer-
vraagstuk op te lossen. Men vindt er wel lager
in de Leie om met het water gepompt te Bous-
becque de machtige centrums Roubaix en Tour-
coing leven te geven. En moesten de Franschen
morgen de noodzakelijkheid inzien de pompin-
stellingen van Bousbecque te verdubbelen, zij
zouden het doen en niemand zou dit kunnen be
letten...
België bezit ook het recht onze verlaten en ver
geten streek met de wateren der Leie tot een
nieuw leven te brengen, van de streek van Ko
men naar Nieuwpoort een nieuwe perel aan de
kroon van België te maken.
En, Nieuwpoort en Yper, de Blinde en Lamme
der fabel van Confucius, zullen met vereenigde
krachten wonderen doen...
II y a des adversaires du canal Ypres-Comines
qui prétendent que son exploitation grèvera
chaque année le budget. Cela est contesté. Mais
supposons qu'il en soit ainsi, nous ji'aurons pas
pour nous défendre a quitter le pays pour trouver
un précédent de dimension, qui fera oublier a
ceux qui voudraient faire des économies a nos
dépens les maigres sacrifices dont nous serions
les bénéficiaires.
Nous engageons nos lecteurs a lire le passage
suivant extrait d'une étude de Monsieur Georges
De Leener, Professeur a l'Université de Bruxelles,
sur
Les communications du Bassin de Charleroi
avec la Mer
II est désormais acquis que le coüt du canal
Albert dépassera de beaucoup les prévisions. Les
objections adressées a son entreprise et fondées
sur la considération des charges devant grever la
navigation s'en trouvent singulièrement renfor-
cées. On estimait en 1927 que sur la base de
1.300 millions de francs de dépenses de premier
établissement la charge financière annuelle de
plus de 100 millions de francs correspondrait a
8 centimes par tonne-kilomètre de marchandises
transportées sur le nouveau canal sur toute sa
longueur de 125 kilomètres et dans l'hypothèse
d'un trafic annuel de 10 millions de tonnes.
D'après ce que l'on sait aujourd'hui des dépenses
effectuées, la charge financière annuelle sera plus
que doublée. Dans l'hypothèse du même trafic
annuel de 10 millions de tonnes, elle représente-
rait environ 17 centimes par tonne-kilomètre.
On se rendra comptè de l'importance de cette
charge en observant que la Société Nationale des
Chemins de fer beiges transporte des minerais
de fer par trains journaliers de 960 tonnes (en
wagons de particuliers) a des prix ressortant a
10.8 centimes ou a 16.10 centimes la tonne kilo-
mètre selon que la distance est de 200 ou 100 kilo
mètres. Rien que pour couvrir les charges finan-
cières du canal Albert, l'Etat serait done con-
traint de prélever des péages qui, compte tenu
des frais d'entretien et d'exploitation, rendraient
prohibitif le coüt de la navigation et provoquerait
la désertion de la batellerie. La conséquence en est
que l'Etat sera tenu de consentir au profit des
usagers du canal Albert des sacrifices annuels
considérables qui pourront atteindre 200 millions.
Sans doute des arguments ont-ils été avancés
pour démontrer que ce sacrifice ne serait pas
consenti au seul avantage des usagers du canal.
On a mis en avant les mêmes avantages qui ont
constitué les raisoris extrinsèques ayant décidé
de la mise a exécution du canal Albertéconomie
de dépenses de défense militaire du pays, possi-
bilités de prises d'eau pour les industries bran-
chées sur le canal, etc. et l'on y a ajouté l'utilité
de l'évacuation des eaux d'inondation.
II n'en reste pas moins vrai que chaque tonne
de marchandises transportées sur le canal Albert
dans l'intérêt de l'industrie liégeoise représentera
un sacrifice de la part du Trésor. Cette constata-
tion justifie d'autant plus les revendications de
l'industrie du pays de Charleroi. Non seulement
elle peut se prétendre mise en infériorité vis-a-
vis de l'industrie liégeoise par le fait des travaux
du nouveau canal, mais elle peut invoquer qu'en
dernière analyse, c'est le trésor public, c'est-a-
dire l'ensemble des contribuables du pays en gé-
néral et de la population carolorégienne en par
ticulier, qui paie les frais de la situation privilé-
giée eréée en faveur du bassin de Liége.
Nous ai derons done a supporter une partie des
charges créées par l'exploitation du Canal Albert.
II n'est que juste que, s'il le faut, le pays supporte
aussi les charges de l'exploitation du canal Ypres-
Comines.
Et l'argument que certains se permettent de
produire contre nous perd dès lors toute sa valeur.
Binnengevaren
Vrijdag 19 Juli 1935, de «André», (schipper De Boeuf)
met 25 ton beurtgoed voor verscheidenen.
Zaterdag 20, de Angèle (schipper Vande Abeele)
met 136 ton kolen voor M. De Geest, leper.
Dinsdag 23, de Julia(schipper De Dobbelaere)
met 115 ton maïs voor M. Vandeputte, leper.
Donderdag 25, de Troost Elkander (schipper Rik
sten) met 60 ton turf voor M. Vandeputte, leper de
Mer du Nord (schipper Vande Abeele) met 172 ton
kolen voor M. Vanhoudt, Boezinge.
Vrijdag 26, de André(schipper De Boeuf) met
10 ton beurtgoed voor verscheidenende Egide
(schipper Vertente) met 100 ton baksteen voor de
Briqueteries Yproises, leper.
Dinsdag 30, de Hortense (schipper Knockaert) met
95 ton sulfaat voor M. Talpe. Kortrijk de Leona
(schipper Deloz) met 113 ton kolen voor de Briquete
ries Yproises, leper.
Woensdag 31, de Souvenir (schipper Dobbelaere)
met 100 ton maïs voor M. Vanhoudt, Boezinge.
Vrijdag 2 Oogst, de André (schipper De Boeuf)
met 10 ton beurtgoed voor verscheidenen.
Woensdag 7, de St Antonius(schipper Magnus)
met 100 ton graan voor M. Hollebeke, leper.
Weggevaren
Vrijdag 19 Juli 1935, de «André», (schipper De Boeuf)
met 10 ton beurtgoed voor verscheidenen.
Vrijdag 26, de Troost Elkander (schipper Riksten)
met 20 ton turf.
Zondag 28, de André (schipper De Boeuf) met 20
ton beurtgoed voor verscheidenen.
Maandag 5 Oogst, de Leona (schipper Deloz) met
101 ton oud ijzer, geladen door We Vandamme, leper.
Waterhoogtebenedenpand 1 m. 41, (toegelaten te
varen 1 m. 11) bovenpand 2 m. 87.
Verslag der Vergadering van 14 Juli 1935
De vergadering wordt te 15 u., in aanwezigheid
van een aantal afgevaardigden, geopend door
den Heer advokaat Arth. Butaye, voorzitter, bij
gestaan door de Heeren B. Vermeulen, burge
meester van St-JanL. Geuten, bestuurder der
Samenwerkende Vennootschap voor Oorlogsscha
de Het Leiedalte Wervick, en L. Vande-
voorde, bestuurder der Samenwerkende Vennoot
schap voor Oorlogsschade Yper en de Om
streken
De Heer Voorzitter zegt dat er nog geen oplos
sing gegeven werd aan de kwestie der terugvor
dering van zoogezegd ten onrechte uitbetaalde
interesten. Doch het ministerie van Geldwezen
heeft, als gevolg op de tusschenkomst der Fede
ratie en zooals het blijkt uit den brief van den
Heer Algemeenen Bestuurder Verhaeghe, gedag-
teekend van den 29 Mei 11., brief dien te ge-
pasten tijde in Het Yperscheverscheen
bevel gegeven alle vervolgingen voorloopig te
schorsen en van de geteisterden geen terugbeta
lingen van interesten meer te eischen zoolang er in
die zaak geen bepaalde beslissing genomen wordt.
De verschillige zaken, die reeds voor de Recht
banken gebracht werden, worden thans om de
drie maanden telkens verdaagd in afwachting dat
de Ministerraad de kwestie opnieuw zal onder
zocht hebben en, zooals wij het verhopen, zijne
beslissing, vroeger in 1933 met algemeenheid van
stemmen genomen, zal bekrachtigen en het Re
kenhof alzoo verplichten zich aan die beslissing
te onderwerpen.
Er zal opnieuw bij het Ministerie aangedrongen
worden om deze zaak zoo spoedig mogelijk te
regelen, ten einde onze geteisterden niet langer
meer in de huidige onzekerheid en ongerustheid
te laten.
Het tweede punt, betrek- hebberide op de Na
tionale Vereeniging der Nijveraars en Hande
laars, wordt door den Heer Geuten uiteengezet.
Deze vereeniging werd gesticht uitsluitend met
het doel hulp te bieden aan de geteisterde nijve-
raars wier oorlogsschade de som van 100.000 fr.
overtrof. Volgens hetgeen men in de laatete tij
den door de dagbladen te weten kwam, heeft deze
maatschappij hare werking daarbij niet beperkt,
doch heeft ook nog geld geleend aan sommige
banken die in moeilijkheden verkeerden. De
Heer Geuten vraagt zich dan terecht af zoo die
maatschappij, met alzoo te handelen, hare rol
niet is te buiten gegaan. De nijveraars, die zich
tot deze maatschappij gewend hebben, ontvingen
in ruil van hunne titels voor oorlogsschade
schuldbrieven van 6 fc, maar moesten zich daar
voor verbinden van gedurende 30 jaar, 't zij tot
in 1954, een jaarlijksche vergoeding van 6 per
duizend op de gekregen sommen te betalen. De
aandeelhebbers mogen weliswaar, ingevolge arti
kel 8 der standregelen dezer vereeniging, de
door hen verschuldigde vergoeding vroeger voluit
betalen en alsdan wordt zij berekend in verhou
ding »net de nog te loopen jaren, maar zij blij
ven niettemin verantwoordelijk tegenover de
maatschappij tot den vervaldag van den termijn
van 30 jaar. Door zich bij een of andere verzeke
ringsmaatschappij tegen deze verantwoordelijk
heid te dekken is er middel zich aan alle moge
lijke risico's te onttrekken, doch om de moeilijk
heid alzoo te keeren zijn de belanghebbenden
verplicht zich nogmaals nieuwe lasten op te leg
gen. De Nationale Vereeniging der Nijveraars
en Handelaars zou dan ook de aandeelhebbers,
die zich van hunne verplichtingen voluit op voor
hand kwijten, volledig van alle verdere verant
woordelijkheid moeten ontslaan. Een derde op
werping van den Heer Geuten betreft de interes
ten. De maatschappij heeft zich verbonden een
interest van 6 te betalen, doch tengevolge van
de omzetting der renten, die gezien de nadeelen
welke de niet omgezette titels treffen meer ver
plichtend dan vrijwillig was, wordt deze interest
tot op 4 teruggebracht, terwijl de vergoeding
door de geteisterden te betalen nog steeds op 6
per duizend vastgesteld blijft.
Hierop ontstaat een lange bespreking en de
Heer Geuten stelt voor te schrijven aan een be
heerder der maatschappij om de wenschen der
geteisterden aangaande deze drie punten uiteen
te zetten.Dit voorstel wordt eenparig aangenomen.
Dan wordt het derde punt der dagorde bespro
ken, namelijk het opeischen door de ministerieele
bureelen van rekeningen dagteekenend van 1922.
Het gebeurt meermaals dat men nu nog rekenin
gen vraagt van over tien, vijftien jaar aan ge
teisterden die nog recht hebben op oorlogsschade
vergoedingen en die in de meeste gevallen zulks
zelfs niet weten. Doch het gebeurt ook dikwijls
dat de geteisterden deze bewijsstukken niet meer
bezitten ofwel ze reeds ingediend hebben bij den
dienst voor herbeleg die er geen ontvangstbe
wijs van afleverde en waar ze nadien zoek zijn
geraakt. De Heer voorzitter doet opmerken dat,
in dergelijke gevallen, het veel eenvoudiger ware
naar deze rekeningen niet -meer te vragen, maar
een toeziener ter plaats zenden om het herbeleg
te bestatigen. Deze wensch zal aan het ministerie
overgemaakt worden.
Zekere ontvangers der registratie gaan nog
steeds voort met dreigbrieven aan de geteister
den te schrijven om ze te dwingen ontvangen
oorlogsschadevergoedingen binnen de 48 uren
terug te betalen. Zij gaan zelfs zoo ver te bewe
ren dat het onwaar is dat de Federatie der Geteis
terden van het ministerie bekomen heeft alle
vervolgingen voorloopig te schorsen. Er zal dien
volgens aan den Heer Minister van Financiën
gevraagd worden aan zijne agenten nogmaals
duidelijke onderrichtingen te zenden, opdat derge
lijke feiten zich in 't vervolg niet meer zouden
voordoen.
Op voorstel van den Heer voorzitter besluiten
de afgevaardigden opnieuw bijeen te komen den
tweeden Zondag van September of, bij gebrek
aan nieuws van het ministerie, den tweeden Zon
dag van October.
De vergadering wordt vervolgens te 16 u. 30
opgeheven.
TAK IEPER
Donderdag: 15 Augustus Namiddagfietstocht naar het
mooie Veurne-Ambachtsche stadje Loo. Vertrek te 2 u.
stipt aan de vaart. De tocht is heen en terug zoowat
43 km.te Loo zelf worden bezochthet stadhuis, de
kerk en de Duiventoren, alles onder bevoegde leiding.
Wie zijn namiddag aangenaam wil doorbrengen, weze
van de partijDe deelnemers aan dezen tocht kunnen
bij den vertegenwoordiger V. T. B. fietsvlaggetjes
krijgen.
Zaterdag 17 Augustus: Avondfietstocht naar Diks-
muide voor de verlichting van het IJzermonument.
Vertrek te 7.30 u. aan de vaart. Licht meebrengen
Zondag 18 AugustusFietstocht naar Diksmuide.
Vertrek te 9 uur aan 't Klein Stadhuis.
N. B. Volgende week geven wij de reeks der nog te
ondernemen fietstochten.