TAXI 6-7 Places Marcel Vanderbeke Rechtbanken voor Oorlogsschade Het Italo - Abyssinisch geschil POUR BAPTÊMES NOCES ET EXCURSIONS Chaussée de Dickebusch, 50 Y P R E S (Tél. 549) Vieeschkeuringsdiensf te Langemarck Koninklijk besluit tot opheffing van de oorlogssehadegerechten en instelling van burgerlijke invaliditeitscommissiën. VERSLAG AAN DEN KONING Sire, Aan het ontwerp van koninklijk besluit, dat de regeering de eer heeft aan Uwe Majesteit voor te leggen, ligt de verwezenlijking ten doel, met speciale modaliteiten, van de overdracht aan magistraten van de gewone gerechten, van de be voegdheid der oorlogsschadegerechten. Deze gerechten werden, bij wetsbesluit van 23 October 1918, in elke hoofdplaats van rechterlijk arrondissement en in eiken zetel van Hof van beroep ingesteld. Tegenover een abnormalen en tijdelijken toestand, waarin men zich toen be vond, bestond er grond om uitzonderingsgerech ten op te richten. Deze hebben aan een werke lijke behoefte beantwoord, maar ten huidigen dage dient, vooral ten aanzien van de pensioenen en toelagen ten bate van de burgerlijke slacht offers van den oorlog, de procedure vereenvou digd, ten einde de bij koninklijk besluit van 22 Februari 1935, nr 103, voorgeschreven herziening te bespoedigen. Daarom heeft de regeering het oorbaar geacht het onderzoek dezer dossiers toe te vertrouwen aan burgerlijke invaliditeitscommissiën, zooals er in het Departement van Landsverdediging voor de militaire oorlogsslachtoffers fungeeren. De burgerlijke slachtoffers zullen bij deze com missiën een vertegenwoordiger van hun vereeni- gingen hebben en mogen hunnen huisarts ter zitting doen verhoeren. Deze commissiën zullen worden voorgezeten door een werkend of eere-magistraat, en er zul len bij koninklijk besluit maatregelen worden ge troffen om de ervaring te benutten van wat voor de bij het Departement van Landsverdediging fungeerende militaire invaliditeitscommissiën in gebruik is. Deze hervormingen zullen een maand na de bekendmaking van het koninklijk besluit in het Staatsblad in werking treden. TEKST VAN HET KONINKLIJK BESLUIT LEOPOLD III, Koning der Belgen. Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil. Gelet op de wetten van 31 Juli en 7 December 1934,15 en 30 Maart 1935, waarbij aan den Koning bepaalde machten worden toegekend met het oog op het economisch en financieel herstel en de ver mindering van de openbare lasten Gelet inzonderheid op artikel 1, litt. c), dezer wetten m Medegelet op artikel 3 van de wet van 19 Augustus 1923 Op de voordracht en na beraadslaging van Onze in Rade vergaderde Ministers, Wij hebben besloten en Wij besluiten Artikel 1. De bevoegdheid van de rechtbanken en hoven van oorlogsschade wordt respectieve lijk overgedragen aan een werkend of eereraads heer van het Hof van beroep en aan een werkend of eererechter van de rechtbank van eersten aan leg, bij koninklijk besluit aangeduid, die zetelen, bijgestaan door een hoofd- of Staatscommissa- ris, deskundige rapporteur en door een griffier. Art. 2. Een koninklijk besluit bepaalt het aan tal en het rechtsgebied der magistraten welke over schade aan goederen hebben te besiissen, zoomede de voor hun gerecht te volgen regels van rechtspleging. Art. 3. De rechtsvorderingen tot herstel van lichamelijke schade of van verzwaarde lichame lijke schade ingediend door de burgerlijke oor logsslachtoffers of hun rechthebbenden, welke niet door dading kunnen worden afgehandeld, worden onderzocht door burgerlijke invaliditeits commissiën, waarvan samenstelling, werking en rechtspleging bij koninklijk besluit worden be paald. Art. 4. Deze commissiën bestaan, buiten een door den Minister van Justitie aan te duiden werkend of eeremagistraat, uit een door den Minister van Financiën gedelegeerden rappor teur, een griffier, een vertegenwoordiger van de vereenigingen van gedeporteerden, van politieke gevangenen of van burgerlijke oorlogsinvaliden, door den Minister van Financiën erkend en uit twee geneesheeren aangeduid, den eene door den Minister van Financiën, den andere door den voorzitter. Al deze leden, behoudens de griffier, hebben medebeslissende stem. Art. 5. Een koninklijk besluit stelt het bedrag vast van de vergoedingen toe te kennen aan de magistraten die moeten zetelen in zake oorlogs schade, zoomede aan de leden der burgerlijke invaliditeitscommissiën. (Zie vervolg onderaan volgende kolom). Toen de ronde van Frankrijk aan gang was hong iedereen aan de radio om den geweldigen strijd onzer koene renners mee te volgen en mee te leven. Een ander belangstellingspunt boeit nu ieders aandacht en met angst begint men te hunkeren naar de opeenvolgende en steeds meer en meer alarmeerende nieuwstijdingen welke de radio ons brengt nopens het Italo-Abyssimsch geschil. Weinigen onzer lezers kennen het zwarte land Abyssinië. Eens trok, volgens sommigen, uit de gewesten de Koningin van Saba op bezoek naar Koning Salomo, gekend in de Oude Geschiedenis door den bouw van den Joodschen tempel te Jerusa lem. Wat later trok een der 3 Wijzen ter aanbid ding van uit dit land naar het kindje te Bedleëm. Het ligt in het Noord-Oosten van Afrika, tegen de Roode zee aan. Het is tweemaal zoo groot ais Frankrijk en telt ruim 12 miljoen inwoners. Hoe ziet het land er uit Hier trekt men uitgestrekte onvruchtbare woestijnen, die geen enkel golving hebben, on vruchtbare vlakten dus. Verder bergen, die den hemel raken en in wier schoot een rijkdom van delfstoffen te vinden is. Het is daarop dat Italië loert onder de leus beschaving. Het voornaamste deel van het land, daar waar zich bijna gansch de bevolking samentrekt, be vindt zich in het midden. Uitgestrekte, onmete lijke hoogvlakten met vruchtbaren grond waar groene weiden zich afwisselen met koffie- en katoenplantages. Dat is het werk van vreemden want de Abyssiniër staat onverschillig tegenover den rijkdom van zijn land. Hij leeft van hetgeen zijn bodem opbrengt en van het vee dat overvloe dig in zijn weiden graast. Hij leidt daarenboven een zeer armtierig leven, maar acht zich daarom niet ongelukkig. Hij heeft weinig behoeften, heeft dus niemands hulp noodig en vraagt ook nie- mands beschaving. De rijke koolmijnen, de onschatbare goudlagen en andere delfstoffen blijven onaangeroerd lig gen. De inwoners kunnen ze best missen en het klimaat zet niet aan tot zwaren arbeid. Maar andere landen zijn er belust op en de natuurlijke rijkdom van Abyssinië kan dit land noodlottig wezen evenals de goudmijnen en de diamant velden van Transvaal en Oranje Vrijstaat die Staten hun onafhankelijkheid ontnamen. Het luchtklimaat is voor buitenlanders zeer gevaarlijk. Weinig inwijkelingen houden het er lang uit. Wij hebben in de dagbladen reeds hoo- ren spieken van honderden dooden en honderden zieken bij het Italiaansch expeditieleger en die zeggen neg maar een deel der waarheid. In Abyssinië evenals in Kongo heeft men slechts twee jaargetijden een droog- en een regenseizoen. Gedurende het zomerseizoen valt geen druppel regen, maar in het regenjaargetijde staan al de sluizen des hemels open van Mei tot September 't wordt een zondvloed en heel het land lijkt wel een woelende zee overstroomingen richten geweldige verwoestingen aan terwijl menschen en vee maandenlang binnen blijven. Geen modern verkeer, geen goedgemaakte we gen, weinig spoorwegen en autoverkeer bergen en overstroomingen beletten zulks en de bevol king heeft ze trouwens niet noodig. De bevolking bestaat uit verschillende rassen, ieder met eigen opperhoofd doch allen onder het gezag van den Negus. Katholieken en protestanten hebben er talrijke missieposten. Wat wil Italië of beter Mussolini Den heropbouw van het antieke Romeinsche rijk. Zoo het niet gaat langs Europeeschen kant, dan maar op Afrikaanschen bodem. Het heeft reeds langs den eenen kant Tripoli, langs den anderen kant Erythrië en Somaliland, het wil nu ook het tusschen liggend Abyssinië om wat later de hand te kunnen leggen op Egypte. Italië stikt in eigen grenzen, het is overbevolkt. Het wijkt uit naar Amerika en Frankrijk maar het eischt koloniën om aldus meer en meer grond stoffen te bemachtigen. Italië kreeg de koloniale uitbreiding niet welke de bondgenooten beloof den als prijs van zijn deelname in den wereld oorlog. Het zal ze zelf pakken. Het wil een kolo niale macht worden gelijk Engeland en Frankrijk die ook door pakken en overweldiging rijk aan koloniën geworden zijn. Waarom,.zegt Italië, moeten de onuitputtelijke rijkdommen in den Abyssinischen bodem bedol ven blijven Dat mag niethet menschdom moet Art. 6. Dit besluit treedt een maand na zijn be kendmaking in het Staatsblad in werking. Art. 7. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Luzern, den 13 Augustus 1935. LEOPOLD. (Staatsblad van 15 Oogst 1935). er deelachtig aan worden. Maar moet er daarom oorlog uitbreken. Zijn er geen andere methoden om hetzelfde doel te be reiken. Kan oorlog beschaving in een land bren gen De Negus houdt staan dat alle Europeesche landen vrij mogen medewerken aan de bescha ving van zijn land, maar Italië eischt dit voor recht voor zich alleen. Schuilt daar niet iets loensch onder Abyssinië wil beschaafd worden en verzaken aan de slavernij, het wil zijn rijkdommen goed willig afstaan aan de gemeenschap maar het houdt aan zijn onafhankelijkheid, het wil van niemand afhangen. Heeft het ongelijk Italië mag miljoenen soldaten op Abyssinië af zenden, met de modernste wapens te lande en in de lucht ten strijde trekken, maar het mag zich wel goed overpeinzen vooraleer den noodlottigen stap te doenKlimaat, gebrek aan wegenis ma ken een verplaatsing van groote legers onmoge lijk alles zou uitkomen op een geduchten guerilla-oorlog en daar hebben de Italianen reeds een smaakje van gehad in 1896 onder minister Crispi. De Negoes negesti of de koning der konin gen Menelik van Abyssinië bracht bij Adoea het Italiaansch leger een zware nederlaag toe en het overmoedige Italië was gelukkig vrede te kunnen sluiten met den zwarten keizer. Hetgeen toen gebeurde kan zich nog voordoen. Al is de Abys siniër gastvrij hij is nog meer hardnekkig in het verdedigen van zijn vrijheid hij heeft er al den tijd toe en de Afrikaansche veldtocht zal Italië veel bloed kosten. De weerslag van het Italo-Abyssinisch geschil op het zwarte ras in andere koloniën is groot. Over heel de wereld staan de zwarten solidair met den Negus en verklaren zich bereid daadwer kelijk hulp te bieden. Zoo kunnen er moeilijkhe den komen in de Engelsche koloniën waar Enge land reeds de handen vol heeft in Indië. Zwarten en kleurlingen beginnen te begrijpen wat Euro peesche beschaving zeggen wiluitbuiting en leven onder den knoet. Engeland vreest dus beroering in eigen kolo niën. Engeland vreest voor zijn Soudan waar de sluizen liggen voor de bevoorrading van den Nijl en waardoor het zijn meesterschap over Egypte kan doen gelden. Wordt Italië meester over Abys sinië dan wordt hèt meester over het meer Tsana die den Soudan en den Nijl van water voorziet en verliest Engeland zijn meesterschap. Ligt daar de knoop niet van de herhaalde Engelsche fcus- schenkomst in het geschil, zijn gedurig schermen met den Volkenbond, zijn dwang op den Negus om territoriale en ekonomische voordeelen te geven aan Italië. Engeland zit geweldig op distels maar zoo de Italiaansche hoogmoed en hebzucht geen rekening houdt met den Volkenbond, met de Engelsche belangen noch met de Abyssinische toegevingen dan zal dé zelfzucht van Engeland niet gedoogen dat er getornd wordt aan zijn koloniale overmacht en kunnen groote Euro peesche verwikkelingen ontstaan. Duitschland dat haakt op den terugkeer zijner koloniën en een gefopt Italië kunnen zich gemakkelijk de hand reiken om een gemeenschappelijk doel na te streven. Laat ons het beste hopen. Dat er geen oorlog uitbreke voor een handvol goud. Dat men in der minne onderzoeke waar toegevingen kunnen ge daan worden, dat er geen bloed vloeie dat de Volkenbond, die zoo daadwerkelijk kan ingrijpen als het kleine natiën geldt zijn invloed late gelden ook in deze zaak en daartoe zoo het noodig blijkt zijn ekonomische dwangmiddelen late werken. Een enkel Verbod van levering van oorlogstuig en bevoorrading, aan beide oorlogvoerders, gepaard met het sluiten van het Suezkanaal en een ekono- misch blokus der oorlogvoerende landen kan zeer doelmatig werken. Is men te Geneve nog bij machte om dien stap te doen M. HETT. PRIX TRÉS AVANTAGEUX Bij Koninklijk Besluit van 27 Juli 11. werd de dienst voor vleeschkeuring te Langemarck van ambtswege ingericht en de Heer Sigiez E., dokter in veeartsenijkunde, te Langemarck, tot officieele vleeschkeurder aangesteld,

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1935 | | pagina 4