BUDGET 1936 2 ook een jaar nadien) te Roebaais, 50, 35 en 30 p. c.en de rest van de^ kantons Roebaais, Armen- tiers en Rijsel, 20 en 15 p. c- Spinnerijen van lijnwaad, tafellinnen, linten, kant. wollen en katoenen dekens. In de ge meenten Warnêton, Wervick en Leers, 60 en 50 p. c!in de gemeenten Komen, Frelinghien, Hale wijn. Roncq, Toerkonje en Hem, 35 en 30 p. c. kantons Rijsel en Roebaais en in de rest der kan tons van Armentiers, Quesnoy-sur-Deule en Toer konje, 10 en 8 p. c.in het kanton Lannoy, 6 en 5 p. c. Wolkammerij en wolwasscherij. Te Hale wijn, 60 en 55 p. c.te Toerkonje, 55 en 50 p. c. in de rest van de kantons Toerkonje en Roebaais, 40 en 35 p. c. Spinnerijen van gekamde wol. In de kantons Toerkonje, 25 en 20 p. c.in de kantons Roebaais, 20 en 15 p. c. Weverijen van draperijen, tapijten en ameuble ment. Te Halewijn en te Deulemont, 35 en 30 p.c te Toerkonje en te Neuville-en-Ferrain, 25 en 20 p. c.in de kantons Roebaais, 15 en 12 p. c.in de kantons Lannoy, 10 en 8 p. c.in de rest van het kanton Toerkonje, 6 en 5 p. c. Vlecht- en breiwerk. Te Halewijn, 20 en 15 p. c. te Neuville-en-Ferrain, 15 en 10 p. c.kan ton Roebaais en in de rest van kanton Toerkonje, 6 en 5 p- c. Ververij en bieekerij. Te Halewijn, 60 en 55 p. c.te Komen en te Lys, 40 en 35 o. c.te Toer konje, Frelenghien, Wattrelos en Fiers, 35 en 30 p. c.te Roebaais, La Madeleine en Wasquehal, 20 en 15 p. c. in de rest der kantons Roebaais en Toerkonje, 12 en 10 p. c. in de rest der kantons Rijsel, Lannoy en Armentiers, 8 en 6 p. c. De haast die sommige fransche nijve- raars aan den dag leggen om onze Bel gische grensarbeiders af te danken, is waar lijk onverklaar- en onverschoonbaar. Immers, de tijd is nog niet zoo ver af dat zij, met hun eigen autocamions, hier het werkvolk, de naarstige flaminsin steden én dorpen en vooral ook te lande kwamen opladen en ze naar hunne fabrieken voerden. Anderzijds, zijn ,vele nijveraars, die weldra zullen verplicht zijn het 'berucht decreet ook in hunne instellingen toe te passen, van oordeel dat zij onder de huidige fransche werkloozen onmogelijk de noodige ge schoolde arbeiders zullen kunnen vinden om het aantal afgedankte grensarbeiders te vervangen- Enkele nijveraars hebben zelfs reeds aangekon digd dat zij, zoo dit decreet werkelijk van kracht wordt en in voege komt, vérplicht zullen zijn hun fabriek te sluiten. Deze houding van Frankrijk, waardoor omtrent 17.000 grensarbeiders bedreigd worden, heeft vooral hier in onze grensstreken groote opschud ding verwekt. Het stadsbestuur van Wervick, waar de contingenteering der vreemde werk krachten, die met 18 October aanstaande in het textielbedrijf van het Fransche Noorden nog zul len toegelaten worden, bij de 1200. slachtoffers zal maken, heeft reeds aan den Heer Eerste Mi nister Van Zeeland en aan den Heer Minister Delattre een brief gestuurd waarin gewezen wordt op het groot gevaar dat deze grensstad voor den komenden winter bedreigt, daar de werkeloos heid in een geweldige verhouding zal stijgen met, als weerslag, niet te overziene lasten voor de ge meentelijke financiën en de openbare weldadig heid. Daarnevens werden te Meenen, onder het voor zitterschap van den Heer Debunne, volksverte genwoordiger en burgemeester van Meenen, reeds verscheidene belangrijke protestvergaderingen gehouden, waarop de burgemeesters van Komen, Waasten, Neerwaasten, Ploegsteert, Gheluwe, Wevelghem, Lauwe, Reckem, Moescroen, Her seeuw, Luigne, Bellegem, Helkijn en Aelbeke uitgenoodigd werden. Afvaardigingen, bevattende burgemeesters van verschillige dezer grensgemeenten, gingen samen met de Heeren Senators Bossuyt, Mullie, Coolen, en de Heeren volksvertegenwoordigers Coussens, De Man, Mayeur, Bretagne, Missiaen en Debunne bij den Heer Eerste Minister den ernst van den toestand uiteenzetten. Het Algemeen Christelijk Vakverbond richtte op zijne beurt ook reeds stappen aan bij den Heer Eerste Minister, en in zijn laatste zitting heeft de Provincieraad van West-Vlaanderen zich even eens met deze brandende kwestie bezig gehouden. Van te allen kante, overal wordt tegen de toe passing van het noodlottig fransch decreet van 18 September 11. verzet aangeteekend, van alle zijden wordt bij de regeering aangedrongen op dat zij met meer durf en meer krachtdadigheid de belangen onzer grensarbeiders te Parijs zou verdedigen. Alle belanghebbende steden en gemeenten voe gen haar beklag bij het algemeen protest... alleen te Yper wordt openlijk niets gedaan om dit ver bet te steunen en te bekomen dat de contingen- teeringsmaatregelen, die onze grensarbeiders be dreigen, zooniet afgeschaft dan toch wat minder streng zouden toegepast worden. Waarom blijft Yper steeds ten achter, waarom neemt liet nooit geen deel aan alle prijzenswaardige initiatieven die de arbeidersklas zoo aanbelangen en de be volking ten goede komen Indien er hier te Yper geen 1500 grensarbeiders zijn zooals te Herseeuw, geen 1200 zooals te Wervick of zelfs nog geen 1000 zooals te Meenen die in de onzekerheid ver- keeren zoo ze binnen enkele dagen, namelijk na 18 October aanstaande, nog in Frankrijk zullen mogen gaan werken gelijk zij het nu reeds se dert jaren en jaren doen, dan tellen wij hier toch ook eenige honderden arbeiders die dagelijks de grens oversteken en na den 18 October misschien zonder werk zuilen vallen, zoodat ons stadsbe stuur, hierin het voorbeeld volgende het door andere steden gegeven, het als zijn plicht had moeten aanzien zich ook het lot onzer grensar beiders aan te trekken. Het is echter nooit te laat om wel te doen en wij verhopen dan ook dat het stadsbestuur van Yper, zoo het zulks nog niet gedaan heeft, ook weldra zijne stem zal verheffen om de belangen der grensarbeiders te verdedigen. Om tot een bevredigenden uitslag te geraken zal er krachtdadig moeten aangedrongen worden en moet de Belgische regeering op den algeheelen steun der bevolking mogen rekenen. De onder handelingen immers zullen uiterst moeilijk zijn, daar het standpunt van Frankrijk, land dat ook hevig onder de economische crisis lijdt, om eerst en vooral werk aan zijn eigen werkloozen te be zorgen, billijk en rechtmatig schijnt. Doch de mogelijkheid van een minnelijke overeenkomst, die beide partijen zou bevredigen, is niet uitge sloten indien men, vooral van fransche zijde, wat goeden wil aan den dag wil leggen. België en Frankrijk hebben steeds de vriend- schappelijkste betrekkingen met elkaar gevoerd en nu minder dan ooit is het oogenblik gewenscht om aan deze traditie af te breken en de weder- zijdsche toegevendheid van vroeger door een enggeestige ikzucht te vervangen. Zonder op de sentimenteele zijde van het vraagstuk te willen wijzen zooals sommigen het doen, zeggende dat er in 1914-18 geen grenskaart noodig was om Frankrijk ter hulp te snellen, moet men toch er kennen dat de toestand onzer grensbevolking, die sedert onheuglijke tijden in Frankrijk is gaan werken, een feit daarstelt waarmede moet rekening gehouden worden en waaraan men zoo brutaal, zonder eenige schade voor beide betrok kenen, dus zoowel voor werkgever als voor werk nemer. geen einde kan stellen- Onze grensarbei ders zijn geen mensehen die toevallig, zooals de Polen, Russen en zooveel anderen die nu nog bij millioenen Frankrijk door verspreid zijn, naar Frankrijk zijn uitgeweken. Sedert België bestaat hebben de Belgen der grensgemeenten steeds in Frankrijk en omgekeerd, alhoewel misschien,in mindere mate, de Franschen in België gaan wer ken en, zonder gevaar van overdrijving, mag er beweerd en gezegd worden dat het nijverige Noorden zijn rijkdom grootendeels aan onze bel- gische arbeiders te danken heeft. De Belgen wor den er ten andere om hun werklust ten zeerste geprezen en daarbij onder de grensarbeiders, die wij zegden het reeds hooger niet allen zullen kunnen vervangen worden, vindt men in al de verschillende bedrijfsafdeelingen der textielnij verheid tal van specialisten van waarde. De fran sche nijveraars zijn de eersten om zulks te be kennen en hebben reeds sinds den 26 Decem ber 1934 de aandacht der fransche regeering getrokken op de noodzakelijkheid een zoo groot aantal mogelijk grensarbeiders te behouden, voor zoover het vakkundige werklieden aangaat, die niet kunnen vervangen worden door werklooze fransche arbeiders. Ook ontmoet men reeds, dank aan de aangewen de stappen bij de fransche regeering en dank aan de bemoeiingen van den Heer Moulaert, algemeen consul van België te Rijsel, wat meer verzoe- ningsgezinden geest. Het feit dat de Intersyndi- cale Commissie der Textielnijverheid van Rou- baix-Tourcoing de interpretatie van het decreet is bijgetreden om de toepassing van de contingen teering per bedrijfsgroep en niet meer per fa briek te doen, en zich zelfs op het standpunt heeft geplaatst dat een toepassing van de contingentee ring per bedrijfsgroep ook in 't voordeel van de nijverheid van Noord-Frankrijk is, geeft hoop op een bevredigende regeling. Moest men de volgens het decreet toegelaten ver houdingen toepassen per bedrijfstak, dan zouden er om zeggens geen of maar zeer weinig grensar beiders moeten afgedankt worden, gezien er aldus een compensatie zou bestaan tusschen de fabrie ken die er te veel gebruiken en deze waar het toegelaten percent niet bereikt is. Doch tot nu toe is er bepaald dat de verhoudingen door het decreet vastgesteld moeten geëerbiedigd worden in elke fabriek afzonderlijk, en dat zal voor ge volg hebben dat een groot aantal onzer grensar beiders tegen 18 October aanstaande uit hun werk zullen ontslagen zijn. Vroeger werd er in het belgisch ministerie be weerd dat de grensarbeiders, die in sommige fa brieken zouden afgedankt worden, aangeworven konden worden in andere fabrieken waar het vastgestelde contingent niet bereikt is. Thans echter heeft het, na de inlichtingen verstrekt door den Heer senator Bossuyt en door den Heer con sul-generaal Moulaert, moeten inzien dat er, in tegenstrijd met wat een hoog fransch ambte naar te Parijs vroeger verklaarde, niet te denken valt aan een voldoende verplaatsing van bel- gische arbeiders en wel voornamelijk om de reden dat de in een vak afgedankte arbeiders niet altijd de noodige beroepsbekwaamheid zul len bezitten om in een ander tak van het textiel bedrijf te gaan werken. De belgische regeering, die ertoe gerechtigd is te vragen dat het akkoord van 9 Mei 11. betref fende de vernieuwing der grensarbeiderskaarten naar den geest en naar de letter toegepast worde, is thans besloten te Parijs met de noodige kracht dadigheid op te treden en niets onverlet te laten om tot een bevredigende oplossing te komen. Dit is ten minste hetgeen de Heer Eerste Minister Van Zeeland aan de afvaardiging burgemeesters der grensgemeenten en parlementsleden tijdens het verhoor van Maandag laatst verzekerde en hij voegde er zelfs aan toe dat, in geval er geen billijke regeling kon getroffen worden, de regee ring niet langer meer zal aarzelen tegenmaatrege len te nemen. Dergelijke taal hadden wij reeds sedert lang moeten hooren, doch thans, na zooveel aarzelin gen en zooveel beloften, vooral nu dat de datum van het in voege treden van het fransch decreet zoo nakend is, geven deze woorden geen voldoening meer en wachten de duizenden grens arbeiders, de talrijke betrokken grensgemeenten, Yper niet uitgesloten, met spannenden angst en ongeduld naar daden. Eerste Minister Van Zeeland heeft' voor een dertigtal senators in zijn bureel vereenigd, gedu rende 3 uur lang, met handen en voeten bewezen dat het budget 1936 in evenwicht is en zelfs de beste verwachtingen zal overtreffen en dat men zijn grootscheepsch werk van heropbeuring maar naar waarde kan beoordeelen wanneer men hem den ge vraagden tijd laat om het te voltrekken. Oud Minister Sap, onlangs te Roeselaere, ver zekerde dat het al leugens waren en het ter Ka mer met cijfers wilde bevestigen. Waarhéid is het dat het budget 1935 dat ook in evenwicht van stapel liep met een tekort sluit van 500 miljoenwaarvan 300 miljoen terugge wonnen worden, zegt Van Zeeland door de-waar devermeerdering van 't goud en 200 miljoen door de grootere ontvangsten in 1936't vel van den beer Waarheid is het dat Heer Sap over het budget, dat nog niet ingediend is, met zulke zekerheid spreekt alsof hij het zelf opstelde, en het regee- ringswerk afbreekt vooraleer het volbracht is. Waarheid is het dat de ongelukkige lastenbe- taler het tekort 1935 zal moeten inhalen en het schijnbaar evenwicht 1936 zal moeter verzekeren. Het is een feit dat de ontvangsten der belastin gen, vergeleken met de vooruitzichten, waarop de begrooting is gesteund, 500 miljoen te kort boeken. Och wat helpt het een jeremiade aan te heffen Wij zullen daar geen reden van maken om onze kleederen te scheuren, om ons haar uit te trekken en om ons asch imet assche te bestrooien, gelijk de Ninivieters ten tijde van Jonas. Wij zullen niet overal gaan uitbellen dat de bankroet voor de deur staat, dat de Regeering ons naar den af grond leidt. Wij zullen het einde van België niet aankondigen met onze lezers aan te raden, vóór de ramp, de eerste boot de beste te nemen om naar den Zuidpool te vluchten. Wij willen geen paniek zaaien en wantrouwen brengen in de gemoederen. Wij laten zulk werkje aan de politiekers over, die veelal handelen uit voorin genomenheid, om geleden blauwe schenen en meest uit eigenbelang. Wij vergenoegen ons met te zeggen Belast niet meer Ontlast liever België wordt arm. Opgepast, omdat het even wicht der begrooting een onweerlegbare noodza kelijkheid is en vooral omdat de omstandigheden, die het tegenwoordig verbreken en misschien door een nakenden Italiaanschen boycot nog zul len verzwaren, een stellige veropenbaring zijn van den ekonomipchen toestand van het land. Indien de belastingen niet binnenkomen, is zulks niet omdat ze niet hoog genoeg zijn, inte gendeel. Het is ten gevolge van de algemeene verarming- Het verschil, dat men ontdekt heeft, 500 mil joen voor 1935 tusschen de inkomsten en de voor uitzichten, bewijst dat die verarming nog sneller gaat dan men wel gevreesd had. Hoe zwartziende de opmakers der begrooting 1935 waren, toch hebben de feiten bewezen dat men niet alles kan voorzien.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1935 | | pagina 2