OORLOGSSCHADE Alle Zondagen -COINCERT- 111^ liet Café Bristol 29, Dixmudestraat, 29, YPER. DE NIEUWE WET In het Staatsblad van 20 November, verscheen een Koninklijk Besluit van 15 September ter bepaling van de rechtspleging inzake herstel van schade voortspruitende uit oorlogsfeiten. Wij kunnen niet genoeg aandringen bij de be langhebbende lezers opdat ze die nieuwe ver ordeningen aandachtig zouden lezen LEOPOLD III, Koning der Belgen, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil. Gelet op Ons besluit van 13 Augustus 1935, Nr 194, tot opheffing van de oorlogsschadege rechten en instelling van burgerlijke invalidi- teitscommissiën Op de voordracht van Onzen Minister van Fi nanciën, Wij hebben besloten en Wij besluiten Titel I. Schade aan goederen. Artikel I. Een rechter en een of meer plaatsver vangende rechters worden ermede belast in eersten aanleg over de geschillen inzake schade aan goederen te beslissen. Zij worden tijdelijk door den Koning aan gesteld m den zetel van elk der drie hoven van beroep, zoomede in den zetel van de rechtbank van eersten aanleg te leper. Hei rechtsgebied van deze magistraten wordt res pectievelijk als volgt vastgesteld Zetel te Brusselrechtsgebied van het Hof van be roep te Brussel Zetel te Gentrechtsgebied van het Hof van beroep te Gent. behoudens de rechterlijke arrondissementen Veurne en leper Zetel te Luik rechtsgebied van het Hof van beroep te Luik Zetel te leperrechtsgebied van de rechterlijke ar rondissementen leper en Veurne. Deze magistraten zetelen in de hoofdplaats van hun rechtsgebied ze mogen, in geval van nood, buiten die hoofdplaats zetelen. Art. 2. De Kon.ng stelt, tijdelijk, in elk der hoven van beroep een werkenden en een plaatsvervangenden raadsheer aan, om in het rechtsgebied van elk dezer hoven de thans aan de oorlogsschadegerechten tot onderzoek voorgelegde geschillen te eindigen en om te beslissen over elk hooger beroep dat tegen de door de rechters in eersten aanleg uitgesproken beslissingen mocht worden aangeteekend. 3 Eén of meer hoofdcommissarissen worden door den Minister van Financiën, zoowel in eersten aan leg als in hooger beroep, benoemd om de uitvoering van dit besluit zoomede die van de inzake oorlogs schade gewezen arresten en vonnissen te verzekeren. Art. 4. De Hoofdstaatscommissarissen worden bij gestaan door Staatscommissarissen deskundige-rappor- teurs. benoemd door den Minister van Financiën, naar de behoeften van den dienstze vertegenwoordigen den Staat en nemen de dcor het algemeen belang gevergde conclusiën. De plaatselijke bevoegdheid van de hoofdcommissa rissen en van de Staatscommissarissen-deskundige- rapporteurs, kan tot het geheele koninkrijk worden uit gebreid. De magistraten die zetelen in oorlogsschade zaken "beslissen over hun vorderingen. Art. Elke magistraat die inzake oorlogsschade uitspraak doet wordt bijgestaan door een griffier ten volle 30 jaar oud. wier bevoegdheden worden bepaald bij artikelen 158, 150, 160, 162, 169 en 170 van de wet op de rechterlijke inrichting. De griffier kan worden bijgestaan door een adjunct griffier of door klerken-griffiers, ten volle 25 jaar oud, wier aantal door den Minister van Financiën, naar de behoeften van den dienst, wordt vastgesteld. Artikelen 206, 207 en 207bis van de wet op de rech terlijke inrichting zijn ter zake van toepassing. De griffiers en de adjunct-griffiers worden door den Minister van Justitie benoemd. Art. 6. De rechter in wiens rechtsgebied de schade plaats had is alléén bevoegd om van de zaak kennis te nemen. Nochtans mag de gesinistreerde die de schade aan de goederen in verschillende rechtsgebieden heeft geleden, den rechter kiezen met het oog op het samen voegen der rechtszaken, behoudens indien een beslis sing. zelfs een voorbereidende, over den grond der zaak is gevallen. Art. 7. Het onderzoek der vorderingen tot schade vergoeding, welke werden ingediend binnen de ter mijnen en in de vormen voorzien bij de bijzondere wetten tot inrichting van het herstel van schade voortspruitende uit oorlogsfeiten, wordt bij de ma gistraten aanhangig gemaakt. Geene nieuwe vordering in nog ontvankelijk, behou dens a) Zoo de gesinistreerde minderjarig of onbevoegd was op het cogenblik van de schade b) Met het oog op het regulariseeren van een vroe gere, onregelmatig binnen de gestelde termijnen in gediende vordering. Art. 8. De Staatscommissaris-deskundige-rappor- teur is er toe gemachtigd in alle zaken een dading zonder bekrachtiging door den magistraat met den gesinistreerde, onder controle van den Minister van Financiën of van zijn gemachtigde aan te gaan. De dading wordt evenwel vooraf aan de goedkeu ring van den Minister van Financiën onderworpen wanneer het bedrag van de totale schadevergoeding vijftig duizend frank te boven gaat. Art. 9. Zijn partijen het niet eens, zoo verschijnen ze vóór den magistraat die de aan de gesinistreerden toekomende vergoeding bij een met redenen omkleede beslissing vaststelt. De partijen worden door toedoen van den griffier door middel van een aangeteekenden brief minstens acht vrije dagen vóór de terechtzitting vóór den magis traat opgeroepen. De brief vermeldt plaats, dag en uur van de verschijning. De gesinistreerde mag zich doen vertegenwoordigen of bijstaan door allen door den rechter aangenomen persoon. Wanneer de lasthebber geen bij de balie in geschreven advokaat, noch pleitbezorger is, moet hij een volmacht op ongezegeld papier bezitten, die uiter lijk twee dagen vóór de terechtzitting aan de griffie dient gezonden. Persoonlijke verschijning kan altijd worden bevolen. Art. 10. Ieder bewijsmiddel, zelfs gegrond op een voudig vermoeden wordt toegelaten om de werkelijk heid en den omvang van de schade te bepalen. Bloed verwanten en dienstboden mogen als getuigen worden gehoord. De magistraat mag, bovendien iederen persoon hooren die bijzonder bevoegd is voor het ramen der schade en alle deskundig-onderzoek en instructiemaatregelen wel ke hem passend voortkomen, bevelen. Hij mag zich ter plaatse begeven. Art. 11. De getuigen worden bij aangeteekenden brief van den griffier opgeroepenbij niet-verschijning worden zij bij dagvaarding opgeroepen. Zij mogen vrij willig verschijnen. Hun verhoor geschiedt volgens de regels van het Wet boek van rechtsvordering. Art. 12. De deskundigen leggen vóór den magis traat den eed afin de akte van eedaflegging wordt de termijn aangewezen binnen welken het verslag dient neêrgelegd. Wordt het verslag niet binnen den gestelden termijn neergelegd, dan mag de magistraat onmiddellijk in de vervanging van de in gebreke gebleven deskundigen voorzien in dit geval verliezen deze alle recht op de betaling van hun vacatiën. Art. 13. Ingevai de aanvrager niet ter terechtzit ting verschijnt, mag de magistraat bij verstek uitspraak doen of de zaak tot een lateren datum uitstellen. Wordt de zaak verdaagd, dan dient daarvan aan den aanvra ger bij aangeteekenden brief van den griffier bericht gegeven. Bij niet-verschijning op deze tweede terechtzitting doet de magistraat definitief pitspraak. Tegen de beslissing bij verstek op een eerste terecht zitting mag binnen dertig dagen na notificeering bij aangeteekenden brief, verzet worden aangeteekend. Art, 14. De gesinistreerde die bij het verstrijken van dertig dagen de inlichtingen niet heeft verstrekt die hem door den hoofd- of den Staatscommissaris- deskundige-rapporteur of den magistraat tot staving van zijn vordering tot vergoeding van oorlogsschade wer den gevraagd of zullen gevraagd worden, verliest defi- ï- cf zijn rechten. Ar:. 15. De terechtzittingen zijn openbaar. De be slissing dient zoo spoedig mogelijk gewezen. Zij wordt ter openbare terechtzitting uitgesproken. Art. 16. De minuten van de beslissingen worden docr den griffier op het audiëntieblad gebracht en door magistraat en griffier onderteekend. Zij vervatten den naam van den magistraat die heeft beslist, naam, be roep en domicilie van den gesinistreerde en van den Staatscommissaris-deskundige-rapporteur, bondige uit eenzetting van de vordering, de gronden en de dispo sitief. Art. 17. Binnen drie dagen notificeert de griffier aan den gesinistreerde bij aangeteekenden brief, de beslissing van den magistraat. De akte van notificatie geeft onderstaand artikel 20 weer. Binnen de drie dagen wordt aan den Minister van Financiën en aan den Staatscommissaris-deskundige- rapporteur insgelijks notificatie gedaan. Art. 18. Het recht op hooger beroep behoort aan den gesinistreerde en den Staatscommissaris-deskundige- rapporteur. De gesinistreerde en de Staatscommissaris-deskundige- rapporteur mogen in hun verklaring van hooger beroep, dit beroep tot een gedeelte van de schade beperken. Het hooger beroep is slechts ontvankelijk, wanneer de gezamenlijke aan de beoordeeling van den raadsheer onderworpen schade 5.000 frank te boven gaat. In eiken stand der zaak mag hooger beroep worden aangeteekend. De pariijen mogen overeenkomstig artikel 443 van het Wetboek van rechtsvordering-incidenteel beroep aanteekenen zoolang het principaal beroep voortbestaat. Ari. 19. De Staatscommissaris-deskundige-rappor- teur dcor den Minister van Financiën of diens gedele geerde speciaal daartoe gemachtigd, alsmede de gesi nistreerde mogen tot het sluiten van de debatten van het beroep afzien. De afstand van het beroep geschiedt bij verklaring aan den griffier van de beroepsinstelling of op de terechtzitting waar de zaak wordt opgeroepen. De verklaring aan den griffier wordt in persoon of bij aangeteekenden brief gedaan. De griffier geeft den geappeleerde bij aangeteekenden brief daarvan bericht. De magistraat, bij wien het beroep werd aanhangig gemaakt, verleent akte van den afstand. De afstand onttrekt de zaak aan den magistraat buiten alle tus- schenkomst van den geappeleerde. Art. 20. Het hooger beroep tegen de inzake oor logsschade aan goederen gewezen vonnissen wordt aan- eteekend binnen 30 dagen na de notificatie van de beslissing, hetzij bij een in persoon gedane verklaring aan den griffier van den rechter die ze heeft genomen, hetzij bij een aan den rechter, aan den griffier, aan den Minister van Financiën of aan den vertegenwoordiger van den Staat toegezonden aangeteekenden brief. Het dóssier wordt onverwijld door den griffier aan den Staatscommissaris-deskundige-rapporteur bij den raadsheer van beroep overgemaakt, die de gesinis treerde, bij minstens 15 dagen vóór de terechtzitting, aangeteekenden brief vóór den raadsheer doet dag vaarden. Deze brief houdt vermelding van plaats, dag en uur van verschijning alsmede van het voorwerp van het hooger beroep. Art. 21. De inzake oorlogsschade aan goederen in hoogsten aanleg gewezen beslissingen mogen het voor werp uitmaken van een cassatieberoep wegens schen ding van de wet of van de wezensvormen of van de op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen overeen komstig artikelen 19 en 20 der wet van 25 Maart 1876, inhoudende den voorafgaanden titel van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Het beroep staat open voor den Staatscommissaris- deskundige-rapporteur en voor den gesinistreerde. Het heeft plaats bij verzoekschrift aan het Hof van ver breking, ingediend overeenkomstig de bij artikel 57 der wet van 20 April voorziene bepalingen. Het cassatieberoep is niet opschortend. r=ii_li—ir=ir=tf=ir=ir^ir=nt=ni=ir=ir=nr=ir=n_ii—i van 19 u. tot 23 u. r=H=H=H=)t=J[=n=l[=lFlEH=H=H=]Bls=H=JI=I De in hoogsten aanleg inzake oorlogsschade gewezen beslissingen mogen insgelijks vóór het Hof van cassatie gebracht worden wegens onbevoegdheid, machtsover schrijding of schending der wet, overeenkomstig arti kelen 80 en 88 der wet van 27 Ventöse jaar VIII. Art. 22. De akten, uittreksels, afschriften, expedi ties of alle andere stukken bestemd tot bewijs hetzij van het bestaan of van de hoegrootheid der schade, hetzij van de hoedanigheid of de bekwaamheid van de betrokkenen, mogen worden overgelegd vóór de inzake oorlogsschade uitspraak doende magistraten of aan de met de betaling der vergoedingen belaste ambtenaren, zonder aan zegel- en registratierecht onderworpen ge weest te zijn. Art. 23. Zijn vrij van zegel-, registratie- en griffie recht, de dagvaardingen, exploten, vonnissen en arres ten, en, over 't algemeen, alle akten van rechtspleging betreffende herstel van oorlogsschade toegebracht aan goederen. Art. 24. De briefwisseling van gesinistreerden met de in oorlogsschadezaken zetelende magistraten en de Staatscommissarissen-deskundige-rapporteurs, en omge keerd, heeft met portvrijdom plaats. Art. 25. De Koning mag het toezicht over het bij artikel 15 en volgende artikelen der bij koninklijk be sluit van 6 September 1921 samengeschakelde wetten voorziene wederbelegging, te zamen met de Staatscom- missarissen-deskundige-rapporteurs, aan inspecteurs of adjunct-inspecteurs voor oorlogsschade toevertrouwen. Deze ambtenaren mogen hun toevlucht nemen tot de tusschenkomst van de leden van het college van burge meester en schepenen van de plaats waar de schade werd berokkend en zijn bevoegd om, in der minne, overeenkomsten van algeheelen of gedeeltelijken afstand te sluiten in geval van onregelmatige of onvoldoende wederbelegging. Titel II. Schade aan personen. Art. 26. 1. Gedurende het tijdperk van herzie ning der toelagen, gelast bij koninklijke besluiten van 14 Augustus 1933 en van 22 Januari 1935, nr 103, worden er vier burgerlijke invaliditeitscommissies ingesteld welke ermede belast zijn in eersten aanleg te beslissen over de rechten op invaliditeitspensioenen en over de rechten der weduwen, weezen, ascendenten of andere pensioengerechtigden. Die commissies hebben onderscheidenlijk hun zetel te Brussel, Luik, Gent en leper. Het rechtsgebied ervan strekt zich uit, voor de com missie te Brussel, over de provinciën Brabant, Ant werpen en Henegouwen en ever de buitenland woon achtige belanghebbendenvoor die te Luik, over de provinciën Luik, Limburg, Luxemburg en Namenvoor die te Gent, over de beide Vlaanderen, met uitzonde ring van de arrondissementen leper en Veurne, die onder de burgerlijke invaliditeitscommissie te leper hooren. 2. Edoch, wanneer de behoeften van den dienst het zullen mogelijk maken, zal bij koninklijk besluit, slechts een commissie te Brussel mogen behouden blij ven, welke haar terechtzittingen op eene van de zetels der hoven van beroep zal mogen houden. Art. 27. Er wordt een hoogere commissie van be roep ingesteld ermede belast definitief en in naasten aanleg uitspraak te doen over de hoogere beroepen ingesteld tegen de beslissingen in eersten aanleg om trent de betwistingen waartoe de toepassing der wetten op het herstel toe te kennen aan burgerlijke oorlogs slachtoffers zal aanleiding geven. Bij deze commissie worden aiie aan de hoven voor oorlogsschade voorgelegde geschillen ingebracht, waar omtrent totnogtoe geen definitieve oplossing is inge treden. De hoogere commisie van beroep heeft haar zetel te Brussel en mag, zoo noodig, in elk van de zetels der hoven van beroep terechtzitting houden. Art. 28. De burgerlijke invaliditeitscommissie, zoo wel die van eersten aanleg als de hoogere commissie van beroep, worden samengesteld als volgt VoorzitterEen werkend of eere-magistraat, aan te duiden door den Minister van Justitie LedenEen of meer deskundigen-rapporteurs, gede legeerd door den Minister van Financiën Vertegenwoordigers van de vereenigingen van weg gevoerden, van politieke gevangenen of van burgerlijke oorlogsinvaliden, erkend door den Minister van Finan ciën, die er de lijst van vaststelt Twee geneesheeren aangewezen de eene door den Minister van Financiën, de andere door den voorzitter. Al de leden hebben medebeslissende stem, doch wan neer verschillende gedelegeerden van den Minister van Financiën of verschillende gedelegeerden van bewuste bonden de terechtzitting bijwonen, heeft slechts een van hen medebeslissende stem in elke aangelegenheid. De gedelegeerden der bonden van burgerlijke oor logsslachtoffers worden door den voorzitter aangewezen voor elke terechtzitting uit een door den Minister van Financiën volgens de noodwendigheden in taaiopzicht opgemaakte lijst. De voorzitter wijst desvoorkomend onder de gedelegeerden dengene aan die medebeslis sende stem heeft voor elke der aangelegenheden. Een griffier of een adjunct-griffier, benoemd door den Minister van Justitie, op de voordracht van den Minis ter van Financiën, woont de debatten bij, doch zonder medebeslissende stem. Art. 29. De vorderingen tot schadevergoeding die nen onder aangeteekend omslag aan den Minister van Financiën of aan diens gedelegeerde gezonden. Door bemiddeling van den Staatscommissaris-deskun- dige-rapporteur deelt de Minister van Financiën aan belanghebbende de elementen mede van de overeen komst die zou kunnen gesloten worden. Art. 30. Slaagt de Staatscommissaris-deskundige- rapporteur er niet in een overeenkomst te sluiten, zoo wordt de vordering tot herstel door zijn toedoen over gemaakt, met zijn conclusiën, aan de commissie inge steld om in eersten aanleg uitspraak te doen. Art. 31. De conclusiën van den Staatseommissaris- deskundige-rapporteur worden aan den aanlegger me degedeeld door den griffier van de commissie, die de belanghebbenden bij aangeteekenden brief oproept, minstens acht dagen vóór de terechtzitting, ten einde ze desvoorkomend te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek bestemd om, in overeenstemming met de invaliditeitsschaal, den vroeger vastgestelden graad van invaliditeit of van verergering van invaliditeit, percentgewijs te ramen. Art. 32. Gaat het om een aanvraag op pensioen ingediend door een weduwe, weezen, ascendenten of andere rechthebbenden, zoo doet de vertegenwoordiger van den Staat door den geneesheer aangewezen door den Minister van Financiën, vastleggen of er oorzake-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1935 | | pagina 4