HARTEN-DRIE
BASTIEREN IN ALLE GROOTTE
DARMEN VOOR POMPEN, enz.
Fabr. VAN RULLEN - Wervick
Verf. HERMAN VAN BATENBURG
6, Korte Thouroutstraat YPER
Wacht niet langer uw Naamkaartjes te
bestellen ter Drukkerij DUMORT1ER,
34, Boterstraat, Yper.
3
Mengelwerk van «Het Ypersche» - N' 19
van BERTA RUCK
Vertaald door F. Van Velsen
xiiet meer belastingen te leggen dan hetgeen strict noo-
»dig is. Welnu, ik vermoed dat de belastingplichtigen
imeer zullen moeten betalen dan werkelijk noodig is.
.Artikel 19 der dagorde voorziet een vermindering van
.de belasting op het straatgebruik, die ook op het kadas
traal inkomen gebaseerd is. Indien ik te kiezen had
tiisschen een vermindering der opcentiemen of van de
straatbelasting, dan zou ik niet aarzelen de verminde
ring der opcentiemen te kiezen. De taksverordening
•op het straatgebruik bepaalt wel dat die belasting door
den eigenaar verschuldigd is. Voor de opcentiemen
-echter is het niet uitsluitend de eigenaar die ze moet
betalen, maar deze die de Staatsbelasting schuldig is.
Welnu, de Staat laat toe de grondbelasting te splitsen
•en ingevolge deze splitsing is het in sommige gevallen
de huurder die mag betalen, zoodat, indien er een ont
lasting kan toegestaan worden, deze die den huurder
ten goede komt volgens mij de voorkeur moet hebben,
te meer dat er door den eigenaar ook kan van genoten
worden. Daarbij het opmaken der rol van de opcen
tiemen veroorzaakt geen kosten aan de stad. Behalve
de centiemen als vergoeding aan den ontvanger te
betalen, vergt de inning der opcentiemen geen buiten
gewone kosten, terwijl het opmaken der rol van de
-straatbelasting groote uitgaven vergt. Dit is een aan
zienlijk werk en alle werk moet betaald worden. Als
ik mij niet bedrieg, bestaat die taks en zijn de rollen
woor de opcentiemen reeds opgemaakt, zoodat het eenige
wat dient gedaan te worden enkel en alleen een her
ziening is van iets dat onmiddellijk toepasselijk is.
Indien men de belasting op het straatgebruik eenvou
dig vernieuwt, is alleen de basis der grondbelasting
veranderd zoodat de te voorziene som ook dient ver
minderd te worden en dit is alles wat er te doen is.
Het is een klein werk dat onmiddellijk kan gedaan
worden zonder dat wij daarvoor de goedkeuring der
hoogere overheid moeten afwachten. Wanneer gij ech
ter de taks op het straatgebruik wijzigt, dan moet
zulks eerst nog in hooger hand goedgekeurd worden en
't is alleen daarna dat er met het opmaken der nieuwe
rollen mag begonnen worden. Er dient dan nog een
gansch nieuwe berekening gedaan te worden, zoodat
ge die taks wellicht enkel op 't laatste van 't jaar
zoudt kunnen inkasseeren. Indien een vermindering
der belastingen rechtvaardig is, zooals ik het schijn
te vermoeden door het voorstel van het schepencollege
yoorzien in artikel 19 der dagorde, dan zou ik vragen
thans eerder de opcentiemen te willen verminderen.
M. Vanderghote. Mijn antwoord aan den Heer
Missiaen zal kort zijn. Het is waar dat het reglement
-op het straatgebruik voorziet dat het de eigenaar is
•die deze belasting moet betalen, doch in practijk is
•die bepaling niet gevolgd. De eigenaar schuift die be
lasting, 't zij rechtstreeks, 't zij onrechtstreeks, toch
-op den rug van den huurder. De eigenaar betaalt
weliswaar zelf die taks, doch hij vraagt ze aan den
.huurder terug ofwel hij stelt den pachtprijs vast in
verhouding der belasting die hij moet betalen. En wij
kunnen dit niet vermijden, want er is geen een regle
ment waardoor wij de vrijwillig aangegane verbinte
nissen tusschen eigenaar en pachter kunnen verande
ren. Ik denk dus dat het bezwaar tegen de verminde
ring, zooals ze door het schepencollege zal voorgesteld
worden, niet telt. Voor wat het opmaken der rol van
de straatbelasting betreft, de Heer Missiaen vergist
zich zoo hij meent dat er geen nieuwe rol moet ge
maakt worden zoo wij die belasting onveranderd be
houden. Deze taks moet van avond hernieuwd worden,
want de termijn ervan is verstreken. Op budgetair
gebied is het zeker moeilijk, ten gevolge van de kwestie
der leeningen, nu reeds de juiste sommen te voorzien
•en wij weten dat het voorzien krediet voor delging zich
voor het oogenblik lastig verrechtvaardigt. Doch zoo
een vermindering der fiscaliteit zich verrechtvaardigt,
«dan mogen wij deze zoowel op de taks op het straat
gebruik als op alle andere belasting toepassen. Wij
kunnen, moest zulks noodig blijken, deze taks op het
.straatgebruik ook nog in den loop van het jaar ver
minderen en het is het gedacht van het schepencollege
■dit te doen. Ieder jaar, zoowel voor de straatbelasting
.als voor de andere gemeentebelastingen, moet er een
nieuwe rol opgemaakt worden. Al lieten wij het be
drag der straatbelasting op 50 of brachten wij het
op 80 toch moet het opmaken der nieuwe rol ge
schieden en zulks gansch onafhankelijk van de goed
keuring door den Heer Gouverneur. Zoo komt het
dat de opcentiemen ieder jaar veel vroeger inkomen
dan de belasting op het straatgebruik, daar de rol
dezer laatste eerst moet goedgekeurd worden om ons
toe te laten de berekeningen te doen. Daarbij deze taks
is hier zeer onpopulair in stad, iedereen is er tegen
misnoegd. Zoo wij dus voorstellen een ontlasting op
-dat gebied toe te staan, dan is het ook nog omdat wij
nog van het voordeel genieten kunnen deze belasting
in de maand April, wanneer wij bepaald zullen weten
waaraan ons te houden, te verminderen zonder dat
wij daarvoor verplicht zijn iets in de werking op be-
lastingsgebied te veranderen. Ik herhaal dat de inning
der opcentiemen, die steeds een grooter bedrag dan de
andere belastingen opbrengen, van een groot gemak is
voor de stad, omdat zij in het opmaken der rollen niet
moet tusschenkomen en de opcentiemen ook steeds veel
vroeger ontvangen worden. Daar de andere taks toch
het opmaken eener nieuwe rol vergt, vraagt het sche
pencollege dus dat men zijn voorstel zou willen staan
de houden door de 90 opcentiemen op de Staatsbe
lasting op het inkomen voor een jaar te vernieuwen
en alleen een vermindering op de taks op het straat
gebruik toe te passen.
M. Missiaen. De Heer burgemeester haalt daar een
argument aan dat zeer zonderling klinkt. Hij zegt im
mers dat de taks op het straatgebruik onpopulair is,
doch er bestaat zeker wel geen enkele belasting die
populair is.
M. Vanderghote. Ja, alle belastingen zijn onpopu
lair en wij ook wij stemmen ze niet om het plezier
van ze te stemmen. Tegen de taks op het straatgebruik
ontvangen wij echter dikwijls klachten van menschen
die ofwel buiten de stad wonen en van de verschillende
stadsvoordeelen, zooals rioleering, verlichting, reini
gingsdienst, enz. niet genieten, ofwel moeten betalen
voor een straat die niet bestaat. De opcentiemen daa
rentegen zijn gesteund op de werkelijke inkomsten der
belastingplichtigen. Ten andere, de Heer Verbeke heeft
hier reeds dikwijls tusschengekomen ten voordeele van
menschen die meenen dat zij onrechtvaardig door de"
straatbelasting getroffen zijn. Deze belasting levert
•dus veel moeilijkheden op en daarom zou ze dan ook
best verdwijnen.
M. Missiaen. Dat die taks populair ofwel onpopu
lair is, zulks is van geen tel en dit is geen reden om ze
te verminderen of af te schaffen. Moest ge weten hoe
veel reclamaties er bij den ontvanger der belastingen
toekomen tegen de andere belastingen, dan is het getal
klachten daar veel grooter dan dit tegen de taks op
het straatgebruik. Doch dit is de hoofdzaak niet, want
dan zou men de inning van alle belastingen moeten
schorsen. De hoofdzaak is te weten welke belasting
zich het meest verrechtvaardigt. Dat er geld noodig is
om te besturen, niemand betwist zulks, maar men dient
de verdeeling der lasten zooveel mogelijk met de groot
ste rechtvaardigheid te doen. Gij bedriegt u, M. de burge
meester, zoo gij meent dat de verplichting, bij dewelke
het de eigenaar is die de straatbelasting moet betalen,
in de praktijk niet toegepast wordt. Misschien is dit
niet het geval met de groote burgers, maar het wordt
toch toegepast op een groot deel der werklieden die
voor het meerendeel geen eigenaar, maar huurder zijn.
Er bestaat immers een huishuurwet die de huurders
tegen de overdreven eischen der eigenaars beschermt.
Deze wet, die thans nog voor een jaar komt verlengd
te worden, bepaalt hoeveel de huishuur mag bedragen.
Men moet dus niet vreezen dat die menschen het slacht
offer zullen zijn van de straatbelasting, gezien zij de
verplichting, deze taks door den eigenaar te doen be
talen, kunnen doen toepassen wanneer zij willen. Aan
de opcentiemen echter kan niemand ontsnappen, zoodat
hunne vermindering meer te verrechtvaardigen is.
M. Vanderghote. Wij zullen dit aan het oordeel
van den raad overlaten. Ik stel voor te stemmen over
het voorstel door het schepencollege opgemaakt om de
90 opcentiemen voor een jaar te vernieuwen en de vol
gende beraadslaging goed te keuren.
De Heer voorzitter geeft hierop lezing der voorgestel
de beraadslaging waarin besloten wordt voor een ter
mijn van een jaar, loopende van den 1 Januari 1936
tot den 31 December 1936, 90 opcentiemen te heffen
op de cedulaire inkomstenbelastingen, namelijk op de
grondbelasting en op de Staatsbelasting op de in België
gemaakte winsten der nijverheids-, handels- of land-
bouwuitbatingen en der vrije beroepen, ambten of be
trekkingen of andere winstgevende werkzaamheden,
met uitzondering van de in den vreemde of in de ko
lonie verwezenlijkte of belaste baten. Dit besluit zal
aan de goedkeuring der hoogere overheid onderworpen
worden.
Stemmen jade Heeren Lemahieu, Delahaye, Van
der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys,
Biebuyck en Vanderghote neen de Heeren Missiaen,
Michiel, Coutelle, Vergracht en Verbeke.
M. Vanderghote. De opbrengst dezer opcentiemen
mag geschat worden op 442.800 fr. in plaats van 540.000
fr. voor de grondbelasting, en moet ingeschreven wor
den onder artikel 1 van hoofdstuk 3, bladzijde 8 der
begrooting. Onder littera c van zelfde artikel, betref
fende de bedrijfsbelasting, moet men 315.000 fr. in
schrijven in plaats van 382.5000 fr. Het eerst voorziene
cijfer was gerekend op 8 en 7 in plaats van 6
voor de grondbelasting. Thans zijn wij aan de bespre
king van het laatste punt onzer dagorde gekomen.
XIX. Taksverordening op het straatgebruik
Herziening: 30 in plaats van 50 van de hoofdsom
van Staatsgrondbelasting voor de gebouwde eigendom
men en de bouwgronden, en 15 in plaats van 25
van genoemde hoofdsom voor de niet bebouwde eigen
dommen, voor een jaar.
M. Vanderghote. Gezien den toestand der begroo
ting in ontvangsten en uitgaven, stelt het schepencol
lege voor dit jaar de straatbelasting te verminderen
en ze te brengen op 40 in plaats van 50 voor de
gebouwde eigendommen en de bouwgronden en op 20
in plaats van 25 voor de niet bebouwde eigendom
men. Het eerste voorstel, dat wij van gedacht waren
aan den raad voor te leggen, berust op het cijfer dat
ons door den Heer bestuurder der Belastingen werd
aangegeven, cijfer dat een vermindering voor de stad
daarstelt en nu op 184.000 fr. mag geraamd worden.
In de beraadslaging, waarvan de Heer voorzitter
lezing geeft, wordt voorgesteld de beraadslaging van
18 December 1933, mits de hierboven vermelde ver
andering, te vernieuwen voor den termijn van een jaar,
gaande van den 1 Januari 1936 tot den 31 December
1936.
M. Seys. Het is wel verstaan, M. de burgemeester,
dat, van zoodra de begrooting bepaald zal gesloten
worden en wij juist weten welke uitgaven de stad moet
doen, deze taks nog meer zal verminderd worden indien
de lasten der leeningen zulks toelaten
De Heer voorzitter antwoordt hierop bevestigend en
legt het voorstel ter stemming.
Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van
der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys,
Biebuyck, Vergracht en Vanderghote neen de Heeren
Missiaen, Michiel, Coutelle en Verbeke.
M. Vanderghote. De vermoedelijke opbrengst dezer
belasting mag geschat worden op 184.000 fr. in plaats
van 230.000 fr. die voorzien waren, 't zij een vijfde
minder. Deze som is in te schrijven op bladzijde 10,
paragraaf 2. De stadsbegrooting voor 1936 sluit alzoo
in den gewonen dienst met als ontvangsten 4.550.764,67
frank en als uitgaven 4.546.402 fr. 40, 't zij met een
overschot van 4.362 fr. 27, en in den buitengewonen
dienst met 3.541.572 fr. 44 ontvangsten en 3.201.592 fr. 54
uitgaven, of een excedent van 339.979 fr. 90. Ik stel
voor thans de begrooting in haar geheel te willen goed
keuren.
Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van
der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys,
Biebuyck en Vanderghoteneende Heeren Missiaen,
Michiel, Coutelle, Vergracht en Verbeke.
XX. Mededeelingen.
M. Vanderghote. Zijn er raadsleden die de een of
andere vraag wenschen te stellen
Daar niemand hierop antwoordt, verklaart de Heer
voorzitter de zitting opgeheven. Het is 19 uur.
BAC H E N
(Vervolg)
Zij zaten samen alleen in het salon bij de thee
tafel.
Bij jelui aan huis te komen en te doen of de
grond onder haar voeten brandde
Nora gevoelde zich niet op haar gemak.
O, zoo erg was het nietHet was alleen mis
schien een beetje eigenaardig tegenover papa
en mama.
Ach, je bent te vriendelijk fluisterde Rex
Hunter. Dat ben je altijd lieve Nora. Behalve
tegen mijvoegde hij er met een zucht bij.
Je bent van avond erg wreed tegenover je ver
loofde
Hè, begin daar nu niet weer over zei ze met
een ongeduldige armbeweging.
Nu, ik kwam toch maar even stilletjes achter
je, om een kusje te stelen, en daar vloog je op
me af, als een klein wild katje.
Dan hadt je me ook maar niet zoo moeten doen
schrikken. Ik was er niet op voorbereid bitste
de verloofde jonge dame terug.
Ben je er dan nu op voorbereid vroeg hij
suikerzoet, terwijl hij over haar heen boog.
Nora schoof op zij zij schoof deze dagen ge
regeld op zij Laten wij nu afspreken over die
revue. De dienstmeisjes gaan er natuurlijk heen
wij moesten voor hen ook wel kaartjes nemen,
omdat het voor den notaris is. Papa en mama
hadden liever, dat ik dien avond bij hen bleef
zij zien mij tegenwoordig zoo weinig. Maar jij
Rex jij kan er niet buiten, want je zuster
speelt mee
Nora wist niet, dat Rex gisteren iets gedaan
had, dat haar gedachte wel in een andere richting
zou gestuurd hebben. Hij begon weer op het ge
drag van zijn zuster af te geven, bijna alsof hij
zich ten koste van zijn zuster de gunst van Nora
wilde verzekeren.
«Je maakt wel wat veel drukte over hetgeen
Nellie heeft gedaan zei Nora, terwijl zij haar
eigenzinnige kopje omdraaide en onverschillig
over den schouder van haar verloofde heen keek,
in plaats van zijn schitterende blikken op te
vangen, waarmede hij trachtte haar te bedwin
gen. Maar je probeert niet mij een genoegen
te doen, door naar die uitvoering te gaan, zooals
ik je vraag.
Als je me graag kwijt wilt zijn begon hij
met een sentimenteel verwijtende stem en hield
dan even op.
Nora zei geen woord.
Hij stond op.
«Als je me liever kwijt bent, zal ik wel weg
gaan», zei hij. (Weggaan is dikwijls de beste
politiek dat wist hij.) Ik zal van avond niet
komen, dat beloof ik je voegde hij er vriende
lijk bij (terwijl hij een blik op het mooie, halsstar
rige schepseltje wierp. («Wacht maar tot wij
getrouwd zijn, dan zal je wel oppassen om mij
niet uit het gezicht te verliezen dacht hij. Ik
ga maar op mijn eentje een wandeling doen of
zooiets. Maar ik ga niet naar de revue zonder
jou, schat.
Dus was het vastgesteld, dat niemand van hen
zou gaan.
Wat Billy betreft, hij ging er heen. En wat
meer is hij nam een pakje mee, dat hij uit een
lade van zijn kast had genomen. Het was inge
pakt en geadresseerd aan Glitters den juwelier
te Londen, want het was het pakje, dat hij op het
postkantoor zou gaan bezorgen, op dien middag
toen hij Nora en den officier van gezondheid was
tegen gekomen in het LiefdelaantjeHet
nieuws van hun verloving had hem zoo «over
donderd dat hij het bezorgen van het pakket
totaal vergeten had.
Nu was zijn plan, om na de voorstelling aan
J.ily Gansenhurst te vragen, welke van de drie
ringen zij het liefst wilde hebben. Ja, dat zou hij
in orde maken. Het was niet de kwestie, dat hij
zoo gaarne deze diamanten of smaragden aan
den vinger van Lily zag, niet of zij liever een
ring van hem of van een anderen man droeg.
Het ging er niet om, wat het dragen van een ring
beteekent geen kwestie van beter of slechter
met elkaar harmonieeren, of de huiselijke haard,
welken zij voortaan samen zouden deelen, warm
of koud was, of hun genegenheid af of toe zou
nemen, of zij elkaar begrijpen of van elkaar ver
vreemden zoudenhet was geen kwestie van al
die dingen, die het geheim van het huwelijk uit
maken.
Neen, natuurlijk, van dat alles niets.
Billy had eenvoudig zijn bekomst van deze ab
normale geschiedenis.
Het meisje was werkelijk aardig genoeg. Hij