L'ALLIANCE
jufvr. DEFEVER
Autoschildering
Mce Cherchye-Kesteloot
Vande Lanoitte's
Koffies zijn de beste!
YPER - -
Stoomververij Droogkuischerij
Nieuwwasscherij Stoppage
Rouw in 24 uren
BIJHUIS
47, Bruggesteenweg, 47 YPER
ECHTE «DUCO»
GLAS- EN VERFHANDELAAR
Hoek der Elverdinghestraat en
Veurnesfeenweg, IEPER - Tel. 484
niet in hun koortsigheider moesten eenige
^spoedbestellingen afgewerkt worden. Dit stemde
hen ernstig evenals de gedachte aan hun huis,
waar het weekgeld zoo vurig verwacht werd,
maar zoo vaak vooraf reeds uitgegeven was.
Onder al die bruine of blonde haren, die het
lamplicht deden gloeien, ging éénzelfde visioen
voorbijeen oude moeder, die ze bijna allen op
heur last hadden, broeders, zusters, geërfde
schulden, die zij hadden af te betalen. Zij zelfs,
die en minnaar hadden, hielpen bijna allen een
of ander naasten bloedverwant en waren gelijken
met de besten en de reinsten, in dit gevoel van
edelmoedige solidariteit en hulpvaardigheid, dat
een laatste kracht gaf aan de verdoofde vingers
en aan hun moeden geest, die steeds gericht was
op naald, lint en strik, die genaaid of gelegd
moesten worden. De blanke halzen, teer en zacht
in den kring van schaduw en licht, hieven zich
niet meer op, maar bleven diep gebogen.
De bel van de voordeur ging over. Eventjes
later verscheen de kashoudster.
Juffrouw Augustine, daar is een werkster,
-<lie zich komt aanmelden.
Zoo laat in den avond
Zij vraagt of er werk voor haar is.
Mevrouw, is gaan eten, men kan haar dus
niet storen. Daarbij er is geen werk, dat weet u
welde stille tijd komt aan. Dan, zich beden
kende, toen de caissière de deur sloot, zegde zij
Toe, ga maar eens kijken, juffrouw Hen
riette. Ik kan mij niet ophouden. Uw bloemen
wan Mourieux staan heelemaal niet. Daar is niets
moois aan.
Henriette stond op en ging naar het eind van
den gang bij de deur, waar zich een jong meisje
bevond, waarvan men noch de gestalte noch het
kleed kon onderscheiden, daar zij in een langen
mantel uit zwarte stof gehuld was, die beter
voor den winter dan voor den zomer geschikt
scheen. Onwillekeurig keek zij eerst naar de
schoenen het beste kenmerk en zij zag, dat
zij verschrikkelijk afgeloopen en wit van het
slijten aan de punten warentoen keek zij naar
het gezicht, dat door de schaduw van den hoed-
rand als in tweeën verdeeld werd, een vol
gezicht, zeer bleek met harde trekken en groote
zwarte oogen, donker en schitterend. Het meeste
trof de tragische, bijna woeste uitdrukking van
- deze jonge onbekende. Dit arm meisje had waar
schijnlijk zeer veel teleurstellingen beleefd, voor
dat zij hier heen was gekomen. Men kon in dit
gelaat, dat zich niet beminnelijk voordeed en
niets vroeg, lezen, dat het hart somber was als
de dood, en dat voor deze schuwe en bijna hoog
hartige werkelooze, die om werk vroeg, het
antwoord een verschrikkelijk vraagstuk inhield,
onverschillig voor ander, wel verborgen door
haar. Met één hand hield zij de trapleuning vast,
als wilde zij naar beneden gaan.
Zoo beschouwden de jonge meisjes elkaar een
korte stonde. De blonde Henriette Madiot keek
vol medelijden.
U wilde Mevr. Clémence spreken, juffrouw,
Zij kan u op dit oogenblik niet ontvangen.
Er is geen werk, niet waar vroeg de werk
ster met gesmoorde stem.
Ik geloof van neen... Het seizoen loopt ten
einde, ziet u...
En op denzelfden doffen toon, zonder eenige
bekoorlijkheid, zegde het werkmeisje
Het is goed.
Zij keerde dadelijk om en ging, gauw, gauw
naar beneden. Zij had haast. Blijkbaar hield zij
zich alleen met al haar energie staande tegen
deze mislukking. Het rokkengeruisch en het
voetengetrappel stierven langzaam weg, eerst op
het tapijt, dan op den houten trap. Men kon haar
niet meer zien. Henriette Madiot was onbeweeg
lijk op dezelfde plaats blijven staan. Het was haar
alsof de ellende zelve daar was komen aanklop
pen en nu weer heengingzij zag nog dien har
den blik, zij hoorde nog den toon dier stem, die
als zielloos scheen te zijn omdat de ziel te droevig
was, om zich te uiten. Een opwelling van mede
lijden greep haar aan, sleepte haar mede en deed
haar den trap afijlen. Zij liep in het portaal bijna
tegen de heengaande onbekende. Deze keerde
O
o
over haar schouder het hoofd om en ging verder.
Juffrouw
Het meisje stond stil, herkende Henriette, stak
aarzelend een voet uit om weer op den groo-
ten witten stoepsteen, die in het midden uit
gesleten was te stappen en wachtte onbeweeg
lijk, haar zwarte oogen op Henriette gevestigd,
die niet wist wat zij zeggen zou, of hoe zij uiting
zou geven aan het medelijden, dat haar bezielde.
Wacht even... het is waar, dat het seizoen
eindigt en dat er geen werk is... maar misschien
als ik eens met Mevrouw Clémence spreek. Gij
schijnt zoo ongelukkig te zijn
De andere richtte zich op en zei op bijna
beleedigden toon
Wel neen, ik ben niet ongelukkig. Ik vraag
om werk en niets anders.
Henriette vreesde haar gekwetst te hebben en
zei zeer zacht
Neem mij niet kwalijk. Hoe heet u
Marie Schwarz.
Zoudt u opmaakster kunnen worden
Ik heb het niet geleerd. Ik kom uit Parijs.
Ik ben mannequin geweest bij een dameskleer
maker, kijk...
Zij maakte al sprekende haar mantel los en
haar gestalte verscheen tenger en rijzig tusschen
de plooien.
O! wat jammer... als gij niets kent.
Er was plotseling een droeve uitdrukking op
het gelaat van Henriette gekomen. Het smartte
Waarborg op Faktuur
OOK GEWOON WERK IN ALLE PRIJZEN
Verkoop van alle benoodigheden
voor onderhoud van AUTO'S.
ZEEMVELLEN SPONSEN
RETSULPOLISH SIMONIS
BORSTELS -- GLAS VOOR AUTO'S
haar geen hoop te kunnen geven er was geen
kansje om deze arme te helpen.
Het jonge meisje bezag haar zooals men hen
beschouwt, die men nooit zal weerzien, die in
den nacht verdwijnen, die men zoo graag terug
zo.u willen houden, vreemde schaduwen die een,
ik weet niet welk teeken van verwantschap
dragen. Zij opende haar mond om vaarwel te
zeggen, toen haar eensklaps een gedacht inviel,
dat haar van vreugde deed blozen. Levendig
strekte zij haar armen uit, nam den grooten
vilten hoed af, zeggende
Hebt ge veel haar
Een zwarte ongeordende massa, verward maar
dik en zwart, viel half losgeraakt op de schou
ders van Marie.
O! ja, ik zie het, wat te veelAls gij het een
weinig opkrult, zoudt ge u gerust als paster
als essayeuse kunnen aanbieden.
Marie Schwarz werd nog bleeker. Haar oogen
werden zachter en grooter. Een traan en een
vreugdestraal waren er te gelijk in te zien. Zij
stak heel even haar hand uit.
Ik heb het zoo noodig, zuchtte zij.
Henriette nam haar hand, waarom een oude
zwarte handschoen zat en drukte ze hartelijk.
Ik ga gauw weg. Wat zal ik beknord wor
den Ik zal van avond met Mevrouw Clémence
spreken. Wacht me morgenochtend op de Klui
zenaarsplaats bij de Hervé's op den hoek, waar
de weg stijgt. Vraag naar juffrouw Henriette.
Men kent mij goed. Iedereen kent mij daar
De andere bleef op den drempel staan en volgde
met de oogen Henriette Madiot, die in de duister
nis van den trap. verdween, en haar ziel herleefde.
Sinds drie dagen, dat zij omdwaalde was dit
het eerste beminnelijke woord geweest, dat tot
haar gesproken werd de eerste hoop, die gloorde.
Dat deed haar zoo goed, dat zij, uit vrees dat
men terug zou komen om haar te zeggen Er is
beslist geen plaats voor u. Alles is bezet. Het
seizoen eindigt wantrouwend bleef luisteren.
Men kwam evenwel niet terug.
Henriette begaf zich weer naar de werkplaats.
Toen zij de vertrekken van Mevrouw Clémence
voorbijging, opende deze, verwonderd over dat
heen en weer geloop, de deur en vroeg streng
Wat is ér toch
Maar toen zij haar beste werkster herkende,
herhaalde zij op een geheel anderen toon
Wat is er, juffrouw Henriette
Mevrouw Clémence bezat een aangeboren
tact, welke bij haar de plaats van een goede
opvoeding innam. Ofschoon zij pas veertig jaar
was, had zij reeds geheel grijs haar, maar een
frisch uiterlijk en was altijd streng in een zwart
zijden kleed, met een lila of bruin vestje, gekleed.
Die eenvoud beviel haar klienten evenzeer als de
rijkdom harer kamers, omdat dit alles alleen om
hen te behagen, zoo en niet anders scheen te
zijn. Haar gekruld en gepoederd hoog kapsel,
dat haar deed gelijken op een markiezin van een
modeplaat, beviel hen niet minder. Zij sprak
weinig maar met een welluidende stem.
De ware oorzaak echter van het slagen van
Mevrouw Clémence was in haar verstand, dat
uit haar oogen straalde en in de eenigszins klei-
neerende beslistheid harer raadgevingen, te vin
den. Wanneer zij gezegd had Dit is nu precies
een hoed, die u goed past, Mevrouw de barones,
deze en geen andere, dan voelde men zijn eigen
wil verzwakken en zijn eigen voorkeur wijken.
Zij zag er uit als een kunstrechter, die over de
verdiensten van een portret uitspraak doet. En
zij was werkelijk een kunstenares van een lagere
orde met een uitmuntende kennis van de vleierij,
die ander inpalmt. Er was veel goedheid in deze
vrouw, ofschoon zij zich niet te veel meer her
innerde van haar eigen eerste betrekking, daar
zij reeds als eenvoudige garneerster met haar
man trouwde, die een tamelijk rijke handels
reiziger was en dien men nooit zag. Zij was
gaarne moederlijk in haar woorden tegenover
haar ondergeschikten en zij kende alle tooneel-
schakeeringen, die van zooveel gewicht zijn in
den omgang met deze jonge meisjes, die zelfs
halve dames, arm en zenuwachtig zijn, buiten
gewoon ontvankelijk voor indrukken en wier
toewijding een kostbare gave is. Zij glimlachte
dus tegen Henriette, die dadelijk haar iet wat
gereserveerde houding had hernomen en ant
woordde
Het was iemand, die werk vroeg.
Gij hebt toch neen gezegd
Ik heb gezegd, dat het seizoen zeer ver
gevorderd is en dat er weinig kans bestaat.
Maar er is er in 't geheel geen werk, juf
frouw Henriette.
Zij heeft zoo'n mooi haar, Mevrouw. Zij
zou een uitstekende paster zijn...
Ik heb juist juffrouw Dora niet willen ver
vangen, toen zij na de paardenren is weggegaan,
dat weet gij wel.
Alle hoeden zouden op dat hoofd goed staan.
Mevrouw Clémence begon te lachen.
Het is jammer, dat er geen hoeden meer te
passen zullen zijn. Over vier of vijf maanden
desnoods.
Dan zal zij dood zijn, zegde Henriette ern
stig, terwijl zij de punten harer schoenen bekeek.
Komdood
Ja, Mevrouw. Zij heeft niet te eten, dat is
zeker, omdat haar schoenen versleten waren. Ik
ken haar niet. Ik heb haar maar een minuut
gezien, maar dit is een meisje, dat zich uit ver
driet van kant zal maken.
Werkelijk, gelooft gij dat Wekt dat jonge
meisje zooveel belangstelling
Ja, Mevrouw, het is een mooie verschij
ning het zou mij een groot genoegen doen, als
u haar...
Wat?
Voor twee of drie weken zoudt willen
nemen, enkel om te beproeven.
Mevrouw dacht een oogenblik na. Zij was
bepaald goed geluimd, want zij antwoordde
Kleine artiste, die ge zijtIk heb gemerkt,
dat gij veel voor uw armen over hebt, juffrouw
Henriette. Hoe heet uw beschermelinge
Marie Schwarz.
Welnu, vooruit dan maar met juffrouw
MarieIk heb haar niet noodig, maar ik zal
haar nemen om u te plezieren. Breng haar Maan
dag mee:
En in haar geest voltooide zij den zin, dien zij
niet uitsprak.
Ik ben er op gesteld een werkster als gij, die
weldra mijn eerste zal zijn, aan mij te hech
ten.
Henriette sloeg haar oogen, die bijna blauw
werden als zij glimlachte tot Mevrouw Clémence
op
O, ik dank u wel, zei zij ontroerd. Wat ben
ik blij Ik zal haar helpen. Ik zal haar in de
werkkamer naast mij zetten, en ge zult eens zien
wat ik van haar maken zal.
Zij maakte een kleine buiging en ging naar
het atelier terug. De meisjes stonden bijna allen
overeind, trokken haar mantels aan en zochten
das of zonnescherm in de groote kast, terwijl
twee of drie nog gejaagd met roode gezichten,
iets afnaaiden.
Verboden nadruk. ('t Vervolgt).