mi
CAFÉ
CONCERT
tAlle Zondagen
en Maandagen
'Nieuwe Sportwereld'
/a;- :L
BUITENGEWOON
PROGRAMMA
Yper
Wanneer krijgt
een Nieuwe Statie
EISCHT DENTÖGÈNE
Beroemde FREDDY's
Statiestraat, 28, YPER
Opgelet
Tijdens delaatste zitting van den gemeente
raad werd de kwestie van het nieuw statiege
bouw bij toeval, naar aanleiding van een vraag
door een raadslid gesteld, besproken. De Heer
burgemeester deelde er enkele bijzonderheden
mede over de onderhandelingen die nog steeds
tusschen de Nationale Maatschappij van Bel
gische Spoorwegen en het schepencollege aan
gang zijn en die hij, volgens zijne verklaring en
zooals het ten andere algemeen van hem ver
wacht wordt, bereid is voort te zetten. Zoo, on
der meer, gaf hij kennis van den ongehoorden en
onbegrijpelijken eisch der maatschappij die, voor
het bouwen eener nieuwe statie, als voorwaarde
stelt dat de stad voor een bijdrage van 500.000 fr-,
't zij omtrent de helft van het laatste ontwerp
door de maatschappij voorgesteld, in de kosten
ervan zou tusschenkomen. Men moet waarlijk
maar durven en men is gerechtigd zich af te
Vragen voor wie of voor wat de stad Yper door
de maatschappij wel aanzien wordt
In den loop van' zelfde bespreking werd er
aangehaald hoe een geïllustreerd- weekblad het
onlangs, en misschien wel met opzet, aangedurfd
heeft te schrijven dat het de stad Yper zelf is die
zich tegen het bouwen eener nieuwe statie verzet.
Alhoewel leugen en laster doorgaans nog al
gemakkelijk ingang vinden, heeft niemand deze
Verkeerde voorstelling ernstig opgenomen. Al de
gemeenteraadsleden en allen ook hier in stad,
die het eenigszins goed meenen, zijn integendeel
overtuigd dat het hoegenaamd de schuld niet is
van het stadsbestuur, zoo wij hier te Yper nog
geen betamelijker statiegebouw bezitten, dat niet
alleen waardiger zou zijn van de groote faam die
onze stad de wereld-door geniet, maar tevens
ook meer eer zou doen aan de spoorwegmaat
schappij zelf. Nochtans ware het goed dat, zoo-
als het öp dezelfde, gemeenteraadszitting ge
vraagd werd, iet stadsbestuur deze leugen
achtige vooruitzetting officieel logenstraffe
en voortaan het publiek wat meer op de
hoogte stelle van de aangewende stappen en de
genomen beslissingen die het openbaar leven der
stad aanbelangen, ten einde zulke verkeerde be
weringen of ongegronde veronderstellingen te
voorkomen,
Immers, weinig of geen personen hier in stad
weten hoever de zaken staan. Sedert twee, drie
jaar werd er in de openbare zitting van den ge-
meentéraad, de eenige plaats waar er iets over
het officieel leven der stad kan vernomen wor
den geen enkel woord over de statie meer ge
rept. Is. het dan te Verwonderen dat valsche ge
ruchten de ronde doen
Uit de .vroegere besprekingen, die, óver dit
zelfde onderwerp plaats hadden, hebben wij ver
nomen dat, de voorloopige statie dezelfde die
er nu nog steeds staat die gebouwd werd in
vervanging der houten barakken die hier seffens
na den oorlog als statie dienst deden, op hare
beurt moest plaats maken voor een nieuw, defini
tief statiegebouw dat rechtover den hof van. de
R. Colaertplaats zal opgericht worden.
Het is van in de jaren 1928, alswanner de stad
Yper omtrent geheel heropgebouwd was, dat de
onderhandelingen aangaande het bouwen eener
nieuwe statie met de spoorwegmaatschappij aan
geknoopt werden. Destijds werd er zelfs, naar
hetgeen wij vernamen, een ontwerp opgemaakt
door den Heer ingenieur Coomans, de toenmalige
stadsbouwkundige, ten einde de maatschappij
een gedacht te geven van het uiterlijk uitzicht
dat het nieuw statiegebouw zou moeten hebben
om in harmonie te zijn met de omliggende gebou
wen en de schoone plaats waar de statie moet
komen. De stad Yper immers heeft er zich bij
zonder op toegelegd om de omgeving der statie
te verfraaien en is er zoodanig wel in geslaagd
dat alle bezoekers en vreemdelingen, die hier ter
statie afstappen, het eensgezind zijn om te erken
nen dat de statieplaats, zooals ze thans is aange
legd, met langs de eene zijde de oude vesting
wallen, in 't midden die .reeks prachtige hotels,
en langs de andere zijde dien goed verzorgden
hof en die schoone en eenige reeks smaakvolle
gevels, een verrukkelijken aanblik biedt. Het
ware dan ook vóorwaar Spijtig moest een welk-
danige statie dit mooi geheel komen ontsieren,
wat het schepencollege, ten andere, zich steu
nende op de bestaande verordening op de gebou
wen, zou gerechtigd zijn te weigeren. Daar het
schepencollege gehouden is de plans van de hier
in stad nieuw op te richten gebouwen goed te
keuren en het zedelijk verplicht is met de esthe
tiek der stad rekening te houden, heeft het, met
het voorleggen van een ontwerp, zijne rechten
niét te buiten gegaan en is dit hoegenaamd geen
reden om' een deel der kosten van het nieuw
statiegebouwdoor de stad te doen dragen. Dit
ontwerp', door de stad ingediend, was eerder,
naai- onze 'nïeefiing, bestemd om dé maatschappij
een gedacht te geven van hetgeen er hier komen
moet. De maatschappij was geenszins gehouden
dit ontwerp uit te voeren en niets belet haar. een
goedkooper statie op te richten die practisch
weze en toch van uiterlijk uitzicht aan de ver
langens der stad Yper beantwoordt. Hier te Yper
vraagt niemand een Statie zooals die van Oosten
de, Doornijk,-Gent of elders. Er wordt volstrekt
niet geëischt dat de maatschappij hier een statie
opricht» die twee millioenen of nog meer moet
kosten. De statie van Komen, die. met haar tol-
bureel en bijgebouwen nochtans belangrijk is,
heeft, zoo wij goed ingelicht zijn, niet meer dan
400.000 fr. gekost. Ware het dan, met het dubbel
dezer som bijvoorbeeld, niet mogelijk hier te
Yper een statie te bouwen die in overeenstem
ming is met hetgeen-wij hier gerechtigd zijn. te
verwachten Onze stad bezat vóór den oorlog
eer. statie en heeft het onbetwistbaar recht er
een nieuwe te krijgen zonder dat z;j gehouden
is in de kosten ervan tusschen te komen.
Dit princiep werd-zelfs erkend door den Heer
Minister Lippens, toen hij aan het hoofd stond
van het departement van spoorwegen. In 1928 of
1929 deed de stad Yper beroep op de tusschen-
komst van den Heer Minister Lippens om hier,
gezien de stad toen schier gansch herbouwd was,
een nieuwe static te krijgen. De Heer Lippens
erkende dadelijk het gegronde dezer vraag en
hield eraan zulks te bevestigen in een brief aan
het gemeentebestuur van Yper gericht en die er
ongetwijfeld nu-nog .moet bewaard zijn.
In 1931 werden door het stadsbestuur, gezien
de kwestie steeds onopgelost bleef, andermaal
dringende stappen bij de spoorwegmaatschappij
aangewend. Toen ecfiter trachtte de maatschap
pij zich door andere uitvluchtsels aan haar ver
plichtingen tp onttrekken. Zij beweerde immërs
dat zij,, bij de overname dér spoorweguitbating :in
1926, het spoornet en al zijne afhankelijkheden
overgenomen had in; den staat waarin het gehèel
zich toen bevpnd en dat de forfaitaire som van
overname berekend werd in verhouding van het
geen op dit oogenblik bestond. Er kon dus, vol
gens, deze stelling, geen spraak meer zijn van
recht op.oorlogsschade, de Staat ten andere, zoo
werd gezegd, kende geen schadevergoeding toe
aan. zijn eigen zelf t— en al de gebouwen, die de
spoorw.egen na 1926 oprichtten, kwamen ten laste
van de.begrooting der maatschappij zelf. Had de
stad reeds van vóór .1926 in onderhandeling moe
ten zijn met den Staat en van hem de belofte ge
kregen dat er hier een nieuwe statie zou komen,
dan had er, altijd volgens de stelling der maat
schappij, misschien middel geweest om den Staat
nu te verplichten zijn vroeger aangegane ver
bintenis na te komen.
Het is echter Waarblijkend dat deze bewijs
voering geen steek houdt. De Staat is zijn eigen
herbouwer en heeft hier in de verwoeste streek
te veel inrichtingen, welke hem toebehooren,
heropgebouwd opdat men thans voor wat de sta
tie van Yper betreft, die eveneens zijn eigendom
was..zou kunnen inroepen dat de Staat zich geen
oorlogsschade toekent. Wat doet men dan met de
wet op de oorlogsschade, met de plechtige en
meermaals herhaalde belofte de verwoeste ge
westen volledig te herstellen Wanneer de spoor
weguitbating door dé Nationale Maatschappij in
In ons huisje lief wat lekkere geur.
Men snuift hem op tot buiten de deur
't Is. 't uur van de koffie, dat weten wij,
't Is 't uur van- de PACHA Chfeorei
EI=l!3RRl=lg1R(=l!=ll=ll=ll=ini|=ii=ii=i
wordt gestild, weggenomen
door de D E N T O G N E.
5 frank in alle Apotheken.
1926 overgenomen werd, dan had de Staat als
plicht rechtzinnig genoeg te zijn om de maat
schappij te verwittigen dat de statie van Yper
nog te herbouwen was. Waarom had de stad Yper
reeds van in 1926 of vroeger nog het herstel der
statie moeten vragen, gezien op dit oogenblik de
stad zelf nog niet volledig herbouwd was en er
oringender herstellingen te doen waren? Daarbij
was men steeds overtuigd dat de Staat tot het
einde toe zijn belofte van volledig herstel zou ge
trouw blijven en werd er nooit getwijfeld aan
ons goed recht om hier, in vervanging der door
oen oorlog vernielde statie, een nieuw en even
waardig gebouw te krijgen.
Het is slechts, wanneer de stad bijna gansch
heropgebouwd was, dat - het stadsbestuur het
oogenblik gepast vond voor het oprichten der
nieuwe statie aan te dringen. En sedertdien, spijts
de belofte van den Heer Minister Lippens in 1928
of 1929, spijts de onderhandelingen die sedert
toen schier onafgebroken gevoerd werden, is de
kwestie thans nog altijd even ver gevorderd.
Het eenige wat wij, uit de verklaringen door
den Heer Burgemeester onlangs in den gemeen
teraad gedaan, kunnen besluiten, i.s dat de spoor
wegmaatschappij thans het princiep der oorlogs
schade niet meer loochent, gezien zij beweert die
oorlogsschade in de uitbreiding van haar net her-
bruikt te hebben, en dat zij overtuigd is dat 'er
hier te Yper een nieuwe statie moet komen, ge
zien zij reeds een ontwerp heeft opgemaakt-en
het over enkele maanden aan het schepencollege
voorlegde.
Er blijft slechts één ónverschil te beslechten
en 't is dë geldelijke tusschenkomst der stad
Yper. Deze pretentie kan onmogelijk aangeno
men worden. Wanneer de maatschappij haar. oor
logsschade tot andere doeleinden gebruikt hééft,
kan de stad daarvoor niet verantwoordelijk ge
steld worden. -
Overtuigd van haar goed recht zal de stad ook
weldra het laatste verzet der maatschappij over
winnen, wanneer zij in haar aandringen aan
houdt en krachtdadiger dan ooit weet op te tre
den. Yper die sedert den oorlog een wereldfaam
verworven heeft, die jaarlijks door duizenden en
duizenden vreemdelingen bezocht wordt, moet
een betamelijker statie bezitten die waardig
weze van de stad en ook een beter gedacht geve
van de belangrijkheid van het belgisch spoor
wegnet.
Aan het stadsbestuur in dien zin onophoudend
aan te dringen, invloedrijke personen te doen
tusschenkomen en desnoods zelf stappen bij -de
spoorwegmaatschappij en bij het ministerie aan
te wenden, en het lijdt geen twijfel-dat wij hier
weldra dit gebouw, dat nu nog den naam van
statie draagt maar niet verdient, zullen zien
plaats maken voor een gebouw dat zoowel aart de
stad als aan de spoorwegmaatschappij zal eer
doen.
dooi* «le
in het Café
Photo Daniel Fi-oddy Stutophoilinle
Ter gelegenheid van KATTEFEEST