3 Onderstand heeft den 11 Februari 1936 besloten een perceel bouwgrond gelegen te St Jan, sectie B, deel van nr» 262n/3, en 262m/3, groot 5 a. 95 ca., openbaar te koop aan te bieden. Dit is het overblijvende deel van een perceel grond dat reeds gansch verkocht werd. In den loop van Ï933 werd er een deel van dit perceel verkocht aan 15 fr. den vierkanten meter. Het deel, dat thans voorgesteld wordt te verkoopen, brengt slechts 65 fr. als pacht op. De Openbare Onderstand besluit dien grcnd openbaar te verkoopen aan den instelprijs van 20 fr. den vierkanten meter. Dit voorstel wordt met dezelfde stemming als zoo even gestemd. IV. Openbare Onderstand Verkooping uit ter hand van twee strookjes grond gelegen te Yper. M. Vanderghote. Den 18 Februari 11. heeft de Com missie van Openbaren Onderstand een beraadslaging genomen, waarbij zij voornemens is, op aanvraag van het gemeentebestuur van Yper, aan dit bestuur twee strookjes grcnd van ieder 30 m2 te verkoopen voor het oprichten van electrische kabienen. Het eerste is gelegen te Yper. Meenensteenweg, bij de Oude Kort- rijkstraat, en gekend onder sectie B. deel van nr 203d, en zou afgestaan worden aan den prijs van 20 fr. den vierkanten meter. Voor het tweede perceel, gelegen langs de baan Yper-Waasten, sectie D, deel van nr 203c, wordt 10 fr. den vierkanten meter gevraagd. Tijdens het onderzoek van commodo en incommodo werd er tegen dezen verkoop, die voor het uitbreiden van het electrisch net moet dienen, geen opspraak gedaan. Op voorstel van den Heer voorzitter wordt hierop eveneens dezelfde stemming als voor de voorgaande punten uitgebracht. V. Openbare Onderstand Ontslag en overdracht van pachten. M. Vanderghote. Den 4 Februari 1936 heeft de Commissie van Openbaren Onderstand besloten den "Heer Opdebeeck. die tot een hoogere bediening in Gent geroepen werd, toe te laten de pacht van het huis gelegen te Yper, Meenenstraat, nr 15, dat mits 6500 fr. 's jaar verhuurd was. over te dragen aan den Heer Robert Vanden Bogaerde, die erin toestemt den zelfden prijs te betalen. Gezien er, in geval dit huis opnieuw moest openbaar verpacht worden, maar wei nig liefhebbers zouden gevonden worden, besluit de Openbare Onderstand den Heer Opdebeeck met 1 September 1936 van zijn pacht te ontslaan en die pacht vanaf zelfden datum aan den Heer Vanden Bogaerde over te dragen. Het schepencollege stelt voör hierop een gunstig advies te willen uitbrengen. Zonder opmerkingen aangenomen. Alleen de Heer Missiaen onthoudt zich nogmaals. Een tweede voorstel van overdracht van pacht, aangaande een hofstede de Commissie van Openbaren Onderstand toebehoorende, wordt met dezelfde stem ming aangenomen. De Heer voorzitter geeft lezing der beraadslaging, door de Commissie van Openbaren On derstand den 4 Februari genomen, doch zijne stem gaat verloren door het lawaai van de pick-ups der op de' Markt staande foorinrichtingen. VI. Openbare Onderstand Bosschen Staat der nit te voeren verbeteringswerken Advies.' M. Vanderghote. Het schepencollege stelt voor hierop een gunstig advies uit te brengen. Dit wordt steeds met dezelfde stemming als zooeven besloten. VII. Openbare Onderstand Openbare verkoo ping van houtgewassen Proces-verbaal. Van de korte uiteenzetting,' die de Heer voorzitter over dit punt geeft, kan alleen verstaan worden dat het schepencollege nogmaals een gunstig advies voor stelt, waarmede de raad dan ock instemt. Alleen de Heer Missiaen onthoudt zich. VIII. Nationale Maatschappij van Buurtspoor wegen Inrichting van een autobusdienst Yper- Nieuwkerke-Waasten Advies. M. Vanderghote. Het provinciebestuur van West- Vlaanderen heeft ons laten weten dat de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen de noodige mach tiging vraagt om op de lijn Yper-Waasten een auto busdienst te mogen inrichten. Aan deze vraag werd de noodige publiciteit gegeven en tijdens het gedane onderzoek werd er daartegen geen bezwaar ingediend. Het schepencollege stelt voor een gunstig advies uit te brengen over die vraag van inrichting van een autobusdienst. M. Missiaen. Wij weten dat de Nationale Maat schappij van Buurtspoorwegen heftig opkomt tegen de autobusdiensten die een bestaande tramlijn volgen. Wij moeten erkennen dat de Nationale Maatschappij I ernstige pogingen doet om de trams te verbeteren en sedert eenigen tijd zijn de trams, die hier onze streek bedienen, werkelijk verbeterd. Doch ik begrijp niet waarom de Nationale Maatschappij nu zelf een auto busdienst wenscht in te richten die ook aan een harer bestaande trams zal concurrentie doen. Dit zal maken dat geen enkel dienst, noch autobus, noch tram, aan zijn bestaan zal komen. Ik begrijp dan ook niet goed waarom er op de lijn Yper-Nieuwkerke een autobus dienst zou moeten ingericht worden. En hier stel ik mij een andere vraag, namelijk welke zullen de gelde lijke gevolgen daarvan zijn Ieder jaar is de stad verplicht tusschen te komen om het tekort der tram maatschappij te helpen dekken. Wanneer deze autobus dienst met verlies zal werken, zal de stad dan ins gelijks verplicht zijn daarin tusschen te komen. Dit is in de statuten der Nationale Maatschappij voorzien. Ik wensch dus ingelicht te worden nopens de vraag zoo de stad Yper dan ook zal gehouden zijn tusschen te komen. M. Lemahieu. Ik stem in met het gedacht van den Heer Missiaen. Als men nu vraagt een autobusdienst te laten inrichten door een privaten persoon, zal de tram dan ook nog blijven loopen M. Vanderghote. Het is de Nationale Maatschappij zelf die den autobusdienst zou uitbaten. M. Lemahieu. Dit is nu hetzelfde. Ik stel mij ech ter de vraag zoo deze autobusdienst ingericht wordt met het doel de trams op die lijn af te schaffen. M. Missiaen. Ja, wij zouden toch eerst die zeker heid moeten hebben. M. Lemahieu. De afschaffing der trams zal het gevolg zijn van de inrichting van een autobusdienst. M. Missiaen. En daar waar de tram afgeschaft wordt breekt men onmiddellijk de spoorlijnen uit, zoodat er dan ook geen koopwarentrams meer kunnen loopen. M. Lemahieu. Van Kemmel naar Waasten mogen ze de lijn uitbreken, die brengt toch niets op. Maar van Yper naar Nieuwkerke moet de tramlijn behouden blijven. M. Van der Mersch. Wat bestaat er nu op die lijn? Een tram'en een autobus? M. Verbeke. De autobus Yper-De Seule is afge schaft. M. Lemahieu. Ja, de autobusdienst uitgebaat door Capelle, van West-Nieuwkerke, is afgeschaft sedert de mazouttrams op die lijn loopen. M. Vanderghote. Wij zouden daarover de noodige inlichtingen kunnen vragen. M. Missiaen. Ik verzet mij daartegen niet. Vroe ger heb ik een stuk in handen gehad waarin beschre ven stond dat, wanneer een tramdienst bij gemis aan clienteel afgeschaft wordt, de spoorlijn moet uitge broken worden. Op die lijnen kunnen er dus later ook geen marchandisetrams meer loopen. M. Vanderghote. Wij zullen dit punt verdagen tot de aanstaande zitting. IX. Belastingsverordening op de balkons en log gias Aanvullende bepaling. M. Vanderghote Den 24 Februari 1936 hebben wij een brief ontvangen van het provinciaal bestuur van West-Vlaanderen, waarbij wij aanzocht worden de taksverordening op de balkons en loggias, door ons verleden jaar gestemd, aan te vullen niet de volgende bepalingenvoor de gebouwen die gedurende een zeker gedeelte van het jaar niet gebruikt werden zal er een vermindering van belasting toegestaan worden, en vrijstelling van belasting wordt verleend aan de vaste goederen die voor het algemeen nut bestemd zijn. Het schepencollege stelt voor in dien zin een aanvul lende beraadslaging te nemen. M. Missiaen. Denkt ge niet dat gij met de toe passing van die nieuwe bepaling moeilijkheden zult hebben eens dat de rol zal opgemaakt zijn Gij weet hce moeilijk het is om veranderingen te brengen aan een belastingsrol eens dat zij opgemaakt is. M. Lemahieu. Ik moet doen opmerken dat het zelfde ook voor de grondbelasting toegepast wordt. Wanneer een huis twee maanden niet bewoond is, dan kan er ook vermindering van belasting bekomen wor den. M. Seys. Maar dit moet dan aangevraagd worden. M. Vanderghote. Ik stel voor deze aanvulling goed te keuren. Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys, Biebuyck en Vanderghote. Onthouden zich de Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Vergracht, Van Alleynnes en Verbeke. X. Verordening betreffende het aanstellen van hulppolitieagenten. M. Vanderghote. Het schepencollege stelt aan den raad voor de volgende beraadslaging te nemen Door de zorgen van het college van burgemeester en sche penen zullen er. om in bijzondere omstandigheden dienst te doen, hulpagenten mogen benoemd worden. Deze agenten zullen te Yper moeten gehuisvest zijn. De Heer politiecommissaris zal ze 48 uren op voorhand per briefkaart verwittigen van de bijzondere diensten tot dewelke zij geroepen worden. Deze hulpagenten zullen drager zijn van een kepi van tweede klas en van een armband. Hunne vergoeding is bepaald op 4 fr. per uur met minimum van 20 fr. per dag. Op sommige dagen is de politie niet talrijk genoeg om den dienst voldoende te verzekeren. Met vier hulpagenten te benoemen, zou dit ons toelaten ln sommige omstan digheden op een meer behoorlijke wijze in de nood wendigheden van den dienst te voorzien. imssiaen seaert enkele jaren zijn er twee of drie politieagenten verdwenen. Tot hiertoe werden zij nog niet vervangen, zoodat het heel natuurlijk is dat de politiedienst gansch ontredderd is en de huidige politieagenten meer last moeten doen dan werkelijk mogelijk is. Er mnet in de vervanging van de verdwe nen politieagenten voorzien worden, opdat de dienst weer op normale wijze zou kunnen verzekerd worden. Is het schepencollege van gedacht dat het, om dit doel te bereiken, voldoende wezen zal enkele hulpagenten te benoemen M. Vanderghote. Deze zullen slechts in biizondere omstandigheden dienst doen. M. Missiaen. Als gij van oordeel zijt dat er nieuwe politieagenten moeten benoemd worden in vervanging van deze die afgetreden zijn, dan heb ik hiertegen geen verdere bemerkingen te maken, doch wel als gij denkt die hulpagenten voor den gewonen dienst te gebruiken. M. Vanderghote. Dit is niet mogelijk, er zullen daarvoor nieuwe agenten moeten aangesteld worden. De hulpagenten zullen niet als verkeersagenten ge bruikt worden, doch alleen maar in buitengewone omstandigheden met den bijzonderen ordedienst ge last zijn. Ik vraag dan ook de voorgestelde beraadsla ging, die aan het schepencollege moet toelaten deze hulpagenten te benoemen, te willen goedkeuren. Al de raadsleden stemmen eenparig ja. XI. Stedelijke agglomeratie Bepaling der gren zen. M. Vanderghote. Het schepencollege stelt voor de beraadslaging van 13 Juli 1924, waarbij de stedelijke agglomeratie door den toenmaligen gemeenteraad vast gesteld werd, te veranderen als volgtDe stedelijke agglomeratie begrijpt: 1) al de gebouwen en straten welke binnen de vestingen gelegen zijn; 2) den Dicke- buschsteenweg tot 100 meter over de Capucienenstraat in de richting van Dickebusch, de Capucienenstraat inbegrepen den Veurnesteenweg tot aan den overweg der spoorlijn Yper-Oostende, de Augustinenstraat en de Oude Veurnestraat medebegrepende Capronstraat en den Vlamertinghesteenweg tot aan de Weezenschool; den Rijselsteenweg tot aan de spoorlijn Yper-Kortrijk; het Hoornwerk, de Bascule en den Meenensteenweg tot aan de Oude Kortrijkstraat, 't zij dus een weinig over den watertoren den Zonnebekesteenweg tot aan de Drie Zottenstraatde verlenging der Lange Thou- routstraat, de Kalfvaart en den Bruggesteenweg tot aan de Drie Zottenstraatde Stoffelstraat en de Pen- nestraat den Dixmudesteenweg tot aan de Oude Veurnestraatde Kaai Oost en West, en al de nieuw aan te leggen straten binnen deze grenzen. Deze uit breiding der stadsagglomeratie is slechts van toepas sing voor wat betreft het reglement op de gebouwen. M. Missiaen. Ik verzet mij niet tegen de uitbrei ding der grenzen, maar ik meen toch dat zulks zou moeten gepaard gaan met een urbanisatieplan. Zoo niet zult gij daar staan met lange straten zonder licht, zonder de minste onderbreking, zonder iets. Ik vind dat gij zoudt moeten zeggen zoover mogen er huizen staan, maar daar moet er een straat tuschen komen. M. Vanderghote. Het betreft hier eigenlijk straten die reeds bestaan. M. Missiaen. In uwe opsomming hebt gij daar on der meer opgesomd den Dickebuschsteenweg tot 100 meter over de Capucienenstraat, of ook nog de Drie Zottenstraat. Wanneer later daar al de huizen het eene aan het andere zullen gebouwd zijn, wat zullen de verscheidene ingangen der stad dan nog beteekenen M. Vanderghote. Het is juist daarom, om het stadsregiement op de gebouwen te kunnen toepassen, dat wij die uitbreiding der agglomeratie voorstellen. M. Missiaen. Ja, volgens dit reglement moeten de op te richten gebouwen een zekere hoogte hebben, maar dan zult gij daar staan met die lange einden straten zonder de minste onderbreking. Eens dat de huizen daar zullen gebouwd zijn, zal men dan later de noodzakelijkheid inzien nieuwe huizen te onteigenen en af të breken om daar straten te kunnen manen. Volgens hetgeen nu voorgesteld is, wordt er daar niet de minste straat, noch hoving, noch parkje voorzien. Ik vestig dan ook de aandacht van het schepencollege daarop opdat het insgelijks een gansch urbanisatie plan zou voorzien. M. Vanderghote. Het schepencollege heeft er tot cp heden altijd voor gezorgd, wanneer een aanvraag gedaan werd om een privaten eigendom te bouwen, dat er tusschen de huizen de noodige ruimte voor de straat gelaten worde. M. Missiaen. Het is daarover niet dat ik het heb, dcch ever het uitzicht der stad. Dit kunt ge natuurlijk vandaag niet beslissen, dit is een kwestie die eerst grondig moet onderzocht worden, maar dit moet toch voorzien zijn. M. Van der Mersch. De Heer Missiaen verzet zich niet tegen de thans voorgestelde uitbreiding, maar vraagt alleen dat hef schepencollege zijne vraag in aanmerking zou nemen en ze later onderzoeken." M. Lemahieu. Ik zou ook nog een verandering willen vcorstellen, namelijk voor wat betreft de Pad- devijverstraat en de Pilckemstraat. De grens der stads agglomeratie zou, van aan de vaart tot aan den Brug gesteenweg. moeten gaan tot aan de Bellewaerdebeek, dit is tot een weinig over de Drie Zottenstraat langs den Bruggesteenweg. Alzoo zouden de Paddevijver- straat en de Pilckemstraat ook in de agglomeratie begrepen zijn. Daar wordt er nu reeds veel gebouwd en het ware daar insgelijks mogelijk dat. zooals de Heer Missiaen het wenschte, een straat zcu tusschen- komen. M. Vanderghote. Wij zullen deze wijziging doen en ik vraag het gedane voorstel van uitbreiding te willen stemmen. Dit wordt eenparig aangenomen. XII. Gemeentescholen Reglement. M. Vanderghote. Het woord is aan den Heer Van der Mersch, schepen van onderwijs. M. V an der Mersch. Het reglement, dat vroeger voor een termijn van 10 jaar gestemd werd, loopt ten einde, wij heooen eerst een reglement-type en dan het oud reglement onderzocht samen met de bestuur ders der gemeentescholen, die zich allen t akkoord verklaarden. Het is dit reglement dat ik thans de ter heb aan den raad voor te stellen. Ik denk dat het niet noodig is lezing te geven van gansch het regiemeJi. Er werden siecnts twee of drie veranderingen aan net vroeger regiement gebracht. m. v attuci'gnote. ik zou toch lezing geven van die artitveien. De schepen Van der Mersch geeft hierop lezing van twee arn..e,ta, net tene oeuertenae het itUiscnen qer scnoolioKaien en net tweede aangaande de' verlofdagen die de onderwijzers voor sommige familieaangeiegt.i- heden kunnen bekomen. M. Van der Mersch. Al de belanghebbenden wa ren t'akkoord om zulks te aanvaarden. M. Van Alleynnes. Werd het advies van dèn schoolopziener en van de bestuurders daarover geno men Ik heb daarvan geen enaei geschreven stux 'in utn oundei gezien. M. Van der mersch. Allen zijn t'akkoord over het regiement aal nu voorgesteld wordt, waarin werd ook nog een bijzendere opmerKing gemaakt betredende de concierges. Het schepencollege heeft het axkoord be komen van de schooiDestuuraers die op hun beurt hun ondergeschikt personeel raadpleegden. M. i-auyn. De Concierge der Stadsmeisjesschool van de Kijselstraat heert dagelijks 120 banken te kui- schen. Er zijn daar 12 klassen in die schooi en het'is niet mogelijK dat al het werk daar door een persoon gedaan worde. M. Van der Mersch. De concierges moeten het werk doen, maar zij mogen zich door iemand anders laten helpen. Nu zullen zij door de Destuurders betaald worden volgens het werk dat zij te verrichten hebben en zullen dus in de mogelijkheid zijn de personen te betalen die hen komen helpen. Tot heden toe hadden de ccncierges geen verantwoordelijkheid. Er moet ver antwoordelijkheid zijn, maar zij zullen ook meer be taald worden. Vroeger gebeurde het dikwijls dat de leerlingen hielpen kuischen, doch de leerlingen* zijn daar om te leeren en niet om te werken. M. Pattyn. Die concierge heeft toch recht aan een hulp voor een uur of zoo iets, om de stoven te aan steken M. Van der Mersch. Ja. De bestuurster heeft met de ccncierge gesproken en zij hebben zich over dit alles t'akkoord gesteld. Het voorgesteld reglement der gemeentescholen wordt hierop eenparig goedgekeurd. XIII. Stadsschouwburg Uitrusting Tooneel Krediet. M. Vanderghote. Gij hebt u allen in sectie een ge dacht kunnen vormen over de voorgestelde tooneel- uitrusting voor den stadsschouwburg. De Heer Leroy, van Staden, wil zich met de levering der noodige de cors en tooneelschermen gelasten voor den prijs van 12.850 fr. Ik denk dat deze tooneeluitrusting heel prac- tisch is en ik stel aan den raad voor het schepencol lege te bemachtigen het noodige te doen, opdat er in den schouwburg nu en dan eens iets zou kunnen opge voerd worden en hij op een normale wijze zou kunnen gebruikt worden. M. Missiaen. Is de gordijn daar inbegrepen M. Vanderghote. Neen, de levering der gordijn zal in aanbesteding uitgegeven worden naar een tee- kening van den Heer Leroy. M. Verbeke. Ik zal mij onthouden om de redenen die mijn partijgenoot, de Heer Leuridan, tijdens een vorige zitting in zijne opmerkingen heeft uiteengezet. Spijts de kunst van den Heer Leroy, moet ik hier wi zen op de eenzijdigheid waarmede het schepencol lege is te werk gegaan, door slechts een enkel persoon te raadplegen en dan nog iemand die zelf' geen stad genoot is. Men heeft alleen den Heer Leroy als vak man en kunstenaar geraadpleegd en ik denk wel dat, had het schepencollege hier ter plaats zelf moeten in-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1936 | | pagina 3