I
politiereglement over het bedelen en de geldinzamelin
gen te stemmen. In artikel een van dit reglement wordt
bepaald dat het bedelen verboden is op het grondge
bied der stad en dat het ook verboden is zich zonder
voorafgaandelijke toelating langs de straten of op de
openbare plaatsen op te houden om er het medelijden
der voorbijgangers op te wekken. Artikel twee zegt
dat alle geldinzamelingen ten huize vooraf moeten ge
machtigd worden. Artikel drie bepaalt dat het ver
boden is zonder toelating van het college van burge
meester en schepenen geldinzamelingen langs den open
baren weg te doen. Artikel vier voorziet de gebruike
lijke politiestraffen, 't zij een boete van ten hoogste
25 fr. en een gevangenzitting van maximum 15 dagen,
of een dezer twee straffen, voor de overtreders van dit
politiereglement.
M. Van Alleynnes. Is het toegelaten aan de huizen
te gaan bellen om er het een of andere te koop aan te
bieden
M. Seys. Dit is leuren.
M. Vanderghole. Dit zijn meestal bedelaars die
leuren.
M. Seys. In dit geval moeten zij een leurderskaart
of kenteeken hebben.
M. Van der Mersch. Er bestaat een wet op het
leuren en zij moeten de bepalingen ervan naleven,
zooniet kunnen zij rechterlijk vervolgd worden.
M. Van Alleynnes. De politie zou daarop wat beter
moeten waken. Het is toch gemakkelijk na te gaan,
wanneer iemand van deur tot deur gaat bellen, met
wien men te doen heeft, en tegenwoordig zijn er veel
zulke bedelaars die de menschen lastig vallen.
M. Vanderghote. Het is dikwijls moeilijk na te gaan
wie eigenlijk leurt ofwel bedelt. Ik vraag thans het
voorgestelde reglement te willen goedkeuren. Dit zal
ons reeds toelaten het bedelen te verminderen.
Dit voorstel wordt met eenparige stemmen aangeno
men.
IX. Schouwburg Gordijn Aanbesteding
Proces-verbaal.
M. Vanderghote. De Heer schepen van openbare
werken zal hiervoor de noodige uiteenzetting wel wil
len doen.
M. Delahaye. De gemeenteraad heeft gevraagd
een" aanbesteding uit te schrijven voor het plaatsen der
gordijn in het stadstheater. Er zijn daarvoor drie aan
biedingen ingezonden geweest, een van 7850 fr., een
tweede van 4275 fr. en 4110 fr., en het laagste aanbod
bedroeg 3.888 fr. 40. Het schepencollege vraagt het
laagste aanbod te aanvaarden met dien verstande dat
de kleur der te leveren gordijn dezelfde moet zijn als
die welke voorgeschreven is. Het laagste aanbod is dit
van den Heer Bille Jules, van Yper.
Op aanvraag van den Heer Leuridan, herhaalt de
Heer schepen Delahaye zijne uiteenzetting.
M. Coutelle. Ware het niet beter dit punt eerst in
geheime zitting te bespreken
Al de raadsleden verklaren zich hiermede t'akkoord
en de stemming over dit punt wordt tot na de geheime
zitting verschoven.
M. Leuridan. Wij zullen eerst de gordijn toeschui
ven om ze eens te probeeren.
X. Stadsscholen Verbeteringswerken Aan
besteding Proces-verbaal.
M. Delahaye. Het betreft hier drie verschillige
aanbestedingen en daar zulks hetzelfde is als het voor
gaande punt. zou ik dan ook voorstellen dit punt ins
gelijks in geheime zitting te onderzoeken en het daarna
in de openbare zitting te stemmen.
M. Vanderghote. Wij zullen dit punt dan ook weer
houden.
XI. Dickebuschvijver Verbeteringswerken
Aanbesteding Proces-verbaal.
M. Vanderghote. De aanbesteding voor de verbe
teringswerken aan Dickebuschvijver uit te voeren, die
den 30 Juni 11. plaats had, heeft den volgenden uitslag
gegeven Dewilde van Baesrode. 1.310.574 fr. 88 Caste-
leyn van Gistel, 1.346.830 fr. 61 Monballiu en zoon van
Brugge, 1.591.712 fr. 69, en Crampe van St Andries,
1.884.706 fr. 14. Volgens heb verslag van den Heer
arrondissementsingenieur De France mag het laagste
aanbod, dit van den Heer Dewilde, zijnde 1.310.574 fr. 88.
aanvaard worden. Er dient echter opgemerkt At de
opgave van den Heer Dewilde niet volledig overeen
stemt met het lastenboek voor wat betreft het gebruik
van betonnen buizen eener doorsnede van 1 m. 50 voor
het afleidingskanaal. Indien de aannemer Dewilde niet
t'akkoord mocht zijn om betonnen buizen van deze af
meting te plaatsen, dan zou het werk aan den aan
nemer Casteleyn moeten toevertrouwd worden. De Heer
arrondissementsingenieur heeft zulks aan Dewilde ge
schreven en ons een afschrift van zijn brief gestuurd.
Op 2 Juli heeft de aannemer Dewilde daarop geant
woord dat hij t'akkoord is om betonnen buizen van
1 m. 50 te gebruiken. Het aanbod van den aannemer
Dewilde mag dus aanvaard worden en het schepencol
lege stelt voor zulks goed te keuren.
Al de raadsleden stemmen eenparig ja.
XII. Tuindag 1936 Programma der feesten.
M. Vanderghote. Ik heb de eer aan den raad het
ontwerp voor te stellen van het Tuindagprogramma, dat,
roet de medewerking der feestcommissie van stad,
door het schepencollege opgesteld werd.
(Zie het volledig programma der Tuindagfeesten op
blz. 1 van ons tweede bijvoegsel).
M. Leuridan. Mijnheer de voorzitter, ik hoor dat
er een koers voor trottinetten ingericht wordt. Zoudt
'gij daar ook de kinderrijtuigen niet kunnen bij nemen
Dit ware eveneens zeer interessant. (Gelach).
M. Vanderghote. Laat ons eerst beginnen met de
trottinetten.
M. Leuridan. Goed.
Het feestprogramma wordt hierop goedgekeurd zoo
als het voorgesteld werd.
XIII. Ondergeschikte bedieningen Opdracht
voor benoemingen aan het College van Burgemeester
en schepenen.
M. Vanderghote. Daar die zaak nog maar korte
lings in orde werd gebracht, is de bundel niet bij tijds
kunnen neergelegd worden. Ik stel dan voor dit punt
te verdagen tot wij met een volledig voorstel voor den
dag kunnen komen.
XIV. Mededeelingen.
1) M. Vanderghote. Ik heb het genoegen aan den
gemeenteraad mede te deelen dat het Hof van Verbre
king het arrest van het Hof van Beroep verbroken heeft
aangaande de oorlogsschade van het uurwerk en den
beiaard, zoodat wij dus in de eerste dagen nieuwe on
derhandelingen zullen kunnen aanknoopen en dat wij
mogen verhopen voor de rechtbank van oorlogsschade
voldoening te bekomen voor onze rechtmatige eischen.
2) De Heer voorzitter geeft vervolgens nog lezing
van een schrijven van den Vuurkruisenbond, gedagtee-
kend van den 19 Juni 11., waarbij de Heeren Vander
ghote, Van der Mersch, Biebuyck en Vergracht bedankt
worden voor de gunstige stemming die zij op de vraag
van den Bond uitgebracht hebben. In dit schrijven
wordt echter nog gezegd dat, gezien er in den gemeen
teraad geen volstrekte meerderheid te vinden was om
een blijk van genegenheid aan de strijders van de vuur
lijn te geven, de vroeger gedane vraag als nietig dient
aanzien te worden.
M. Leuridan. En encaisseert het schepencollege
dien kaakslag zonder meer
M. Vanderghote. Ik geef kennis van de brieven
die wij ontvangen hebben.
M. Verbeke. Ik blijf toch wantrouwig, want vol
gens mij is deze brief slechts een schijn en ik vrees dat
het toch zal bevestigd worden wat de Heer burgemees
ter hier tijdens de laatste zitting verklaarde, name
lijk dat een andere ofwel dezelfde som aan den Vuur
kruisenbond zou kunnen gegeven worden voor het
inrichten van feestelijkheden.
M. Van der Mersch. Waarom zou de stad een toe
lage geven als die niet gevraagd wordt Deze rede
neering houdt geen steek. Ten andere, de Heer Leuri
dan zegt dat dit schrijven tegen het schepencollege
gericht is en volgens M. Verbeke zou het weldra door
het schepencollege geschreven zijn.
M. Leuridan. Ik deel het gedacht van den Heer
Verbeke en het ware goed mogelijk dat het schepencol
lege alzoo zou handelen, al ware het maar om terug
in de gunst te geraken van die heeren die de door u
gestemde toelage nu met zooveel trots komen te wei
geren. De Heer burgemeester heeft het ten andere laten
doorschijnen dat het mogelijk was dezelfde toelage
te geven zonder onze tusschenkomst. Wanneer ge ech
ter zelfeerbied genoeg bezit zal zulks u verbieden op
die wijze te antwoorden op den onverdienden klets
dien gij in uw wezen ontvangt.
M. Vanderghote. Ik heb enkel verklaard dat er
een aanvraag vanwege den Vuurkruisenbond toegeko
men was om de juweelen van het vuurkruis door de
stad te doen, geven, en dat het schepencollege het
recht had kunnen hebben de daarvoor noodige som
onder vorm van toelage te geven zonder tusschenkomst
van den raad. Ik voegde er echter bij dat, aangezien
er sommige raadsleden daartegen hadden kunnen op
komen, wij het nuttig geoordeeld hebben die vraag
aan den raad te onderwerpen. De noodige toelage werd
met vier stemmen toegestaan, terwijl de andere raads
leden er tegen stemden. Daarop heeft de Vuurkruisen
bond laten weten dat hij vani die toelage niet meer
wenschte te- genieten. Thans 'zal het schepencollege
niet onderduims geven wat niet gevraagd wordt.
3) M. Vanderghote. Wij hebben een vraag ont
vangen vanwege het gemeentebestuur van Passchen-
daele, waarbij aangedrongen worde opdat de gemeen
teraad van Yper ook een wensch zou stemmen om op
nieuw een spoorwegdienst tusschen Poperinghe en
Rousselare te bekomen.
M. Lemahieu. Dit punt betreft twee zaken, name-
I lijk de autobusdienst die nu bestaat en een beperkt
treinverkeer. De autobus bewijst veel diensten aan de
bewoners van de talrijke gehuchten die langs den ge
volgden weg liggen, en mag niet afgeschaft worden.
Doch dit belet niet dat er ook eenige rechtstreeksche
treinen tusschen Poperinghe-Yper-Rousselare en Brug
ge, bijvoorbeeld drie daags in iedere richting, zouden
moeten ingericht worden. Het schepencollege heeft de
volgende motie opgesteld
De Gemeenteraad, der stad Yper, in zitting van
i 13 Juli 1936.
1 Gezien het vervoer van reizigers, per autobus tus
schen Yper en Roeselaere, aanleiding geeft tot her
haalde klachten, zoowel over het ongemak der reizi
gers als over het te traag verkeer
i Dat, anderzijds, er dient rekening gehouden te
worden van het gemak van vervoer, per autobus, voor
I de reizigers der vele en belangrijke Gehuchten, gelegen
1 tusschen Yper en Roeselaere, die te verre van Statiën
aan den spoorweg verwijderd zijn
I Drukt den wensch uit dat, benevens den huidigen
bestaanden autobusdienst, een treinverkeer tusschen
Yper en Roeselaere weder zou heringericht worden,
met ten minste drie reizen heen en terug per dag
('s morgens, 's middags en 's avonds) met stopplaatsen
enkel te Zonnebeke en te Moorslede-Passchendaele
Dat deze treinen hun vertrekpunt zouden hebben
uit Poperinghe en hun eindpunt te Brugge, langs Yper
en Roeselaere en zonder overstappen
Dat daarenboven de mogelijkheid zou onderzocht
i worden om, tijdens het Badseizoen, deze treinen te
doen doorrijden tot Blankenberge, Heyst en Knocke
zonder dat de reizigers zouden moeten overstappen te
Brugge, zoo voor de heen als voor de terugreis.
Besluit deze motie over te maken aan den Heer
Minister van Verkeerswezen, aan het Beheer der Na
tionale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en aan
de Pers.»
M. Lemahieu. Dit is een mededeeling. Het sche
pencollege heeft die motie reeds gestemd en ik denk
wel dat zij zal mogen verzonden worden.
Op óanvraag van den Heer voorzitter wordt de voor
gestelde motie met eenparige stemmen goedgekeurd.
4) M. Vanderghote. Het schepencollege heeft, ge
zien het voorstel de diensten der Rechtbank van Oor
logsschade, van het Staatscommissariaat en van het
toezicht van herbeleg hier te Yper te schorsen, nog een
motie opgesteld ten einde daartegen protest aan te
teekenen.
(Wii drukken den volledigen tekst dezer motie over
op bladz. 1 van dit blad in ons artikel De Verplaat
sing naar Brussel der diensten van de Rechtbank van
Oorlogsschade Yper-Veurne).
M. Leuridan. Wij zullen ons moeten schoren om in
die kwestie gelijk te halen. Het is een rechtvaardige
zaak, doch het drejgt een verloren zaak te zijn. Niet
langer geleden dan dezen middag heb ik in het Be
roepshof van Gent een brief mogen lezen, uitgaande
van het Ministerie van Financiën, waarin men tracht
een kwade zaak goed te maken. Daarin wordt name
lijk gezegd dat voor de bundels van oorlogsschade, die
nog af te handelen zijn en waarvoor bijzondere tech
nische kennissen van doen zijn, de thans nog in dienst
zijnde Staatscommissarissen zullen gebezigd worden
als knecht en het werk zullen mogen voortdoen. Die
i Heeren van Brussel zullen het gemakkelijk werk ver-
i richten en de oude Staatscommissarissen ontbieden om
j hun advies te kennen. Dit is de zooveelste uiting van
de centralisatiefurie die te Brussel heerscht om ons het
weinige, dat hier nog overblijft, ook af te nemen. Wij
zullen ons uiterste best moeten doen en onze stem
moeten voegen bij die van andere openbare besturen
om voldoening te bekomen. Ik geloof dat het bijna een
verloren zaak is, daarom meen ik dat wij goed zullen
doen ons niet alleen te houden bij het protest van den
gemeenteraad, maar ook al de gemeentebesturen van
het arrondissement aanzetten om ook op hunne beurt
tegen de afschaffing der Rechtbank van Oorlogsschade
van Yper verzet aan te teekenen. Wij mogen die af
schaffing niet laten gebeuren. Dit is een princieps
kwestie en al de drogredenen, zooals bezuiniging of
andere, door Brussel ingeroepen zijn van geen tel. Ik
wil nog geen gewag maken van de talrijke reizen die
onze menschen naar Brussel zullen moeten doen, waar
ze dan in die Brusselsche bureelen gansch onbeholpen
zouden staan en behandeld worden als het overschot
van t menschdom, doch wat ik in die zaak vooral zie,
is dat de bureelratten van Brussel, die anders zouden
vrij kemen, dan weer een karweitje zullen bekomen en
zulks te onzen koste. Daarom mogen wij ons niet hou
den tot het platonisch stemmen eener motie, maar het
initiatief nemen om in geheel de streek eenzelfdie pro
test te doen opgaan.
M. Van Alleynnes. Die motie zou niet alleen aan
den Heer Minister van Financiën, maar ook nog aan
al de politieke mandatarissen van het arrondissement
en aan de pers moeten overgemaakt worden. Daarbij
zou nog een afvaardiging van het college van burge
meester en schepenen naar Brussel moeten gaan om den
minister over de zaak te spreken. De minister weet niet
wat er in de bureelen gebeurt. Dit is een aanslag tegen
onze geteisterden en ik zou voorstellen dat het sche
pencollege een verhoor aan den minister van Financiën
zou vragen om hem persoonlijk de zaak uiteen te zet-
ten.
M. Van der Mersch. Ik ben daarmede volledig
t'akkoord. doch de genomen beslissing is nog niet de
finitief en in alle geval nog niet uitgevoerd.
M. Missiaen. Ik ben eveneens t'akkoord met de
Heeren Leuridan en Van Alleynnes om te redden wat
nog te redden is, doch men mag ook de zaken niet over-
drijven. Dat de weinige bundels van oorlogsschade, die
nog af te handelen zijn, naar Brussel overgebracht
worden, is maar een klein gevaar. Veel erger is het feit
dat al de bundels van oorlogsschade herzien worden
1 en dat men thans in veel gevallen geen rekening meer
houdt met de vroegere beslissingen. Het is daartegen
dat wij ons zouden moeten krachtdadig verzetten. Dat
de dossiers van een zeker bedrag, bijvoorbeeld van
meer dan een millioen, herzien worden, kan ik aan
nemen omdat deze gevallen de moeite loonen eens
grondig onderzocht te worden. Het herzien van al de
andere bundels van minder dan een millioen zal geen
ander gevolg hebben dan gedurende verschillige jaren
werk te verschaffen aan tal van bedienden en dit zonder
het minste profijt. Wat het afschaffen der Rechtbank
van oorlogsschade van Yper betreft, wij wisten op
voorhand dat zulks niet eeuwig kon blijven duren. Er
blijven hier thans in 't geheel geen honderd bundels
meer over, zoodat zulks dus van geen zoo groot belang
is.
M. Leuridan. Ik moet den Heer Missiaen doen op
merken dat, verkwisting om verkwisting, ik liever ons
gewest hier ervan zie genieten. Wanneer er hier, door
de afschaffing onzer rechtbank van oorlogsschade, be
dienden zullen moeten weggezonden worden, dan is
het om ginder te Brussel juist hetzelfde getal nieuwe
bedienden in dienst te nemen. Het is dan ook beter dat
het personen zijn van ons gewest die daarvan genieten.
M. Missiaen. t'Akkoord, doch mijns dunkens strekt
de vraag van de stad Yper niet ver genoeg. Er zou
moeten gevraagd worden dat de bundels van oorlogs
schade van minder dan een millioen niet meer herzien
worden. En in geval men er absoluut aan houdt die
herziening toch te doen, dan moet dit hier ter plaats
zelf gedaan werden en niet te Brussel door menschen
die er geen de minste notie van hebben.
M. Van der Mersch. Het zijn niet alleen de von
nissen die moeten onderzocht worden maar ook het
herbeleg.
M. Van Alleynnes. En wanneer de geteisterden de
noodige bewijsstukken niet meer bezitten, dan zullen
ze van Brussel naar Yper moeten komen om het her
beleg te bestatigen. Welke groote kosten zal dit niet
bijbrengen
M. Leuridan. Het toppunt der belachelijkheid is
echter nog dat die Heeren van Brussel zelf hun onbe
voegdheid bekennen, gezien zij het advies van een
Staatscommissaris technieker moeten inwinnen. Dit is
alleen maar om ginder nog langer bureelratten te kun
nen kweeken waarmede zij anders niet zouden weten
wat doen.
M. Van der Mersch. Ja, zulks heeft alleen maar tot
doel de bureelen te Brussel te behouden.
M. Missiaen. Nu reeds is er een verhoor bij den
minister gevraagd door de Federatie der Geteisterden,
en daar men ook niet gansche dagen bij den minister
voor dezelfde zaken moet gaan loopen, ware het
beter dat het schepencollege zich met de Federatie der
Geteisterden zou verstaan.
M. Van der Mersch. Ja, de Federatie der Geteis
terden heeft reeds een brief aan den Heer minister ge
zonden.
M. Missiaen. Hij werd door mij aan den Heer mi
nister van Financiën overhandigd.
M. Van der Mersch. Ik ben met dit voorstel t'ak
koord, het schepencollege zou samen met de Federatie
der Geteisterden de noodige stappen kunnen doen.
M. Vanderghote. Goed. Het schepencollege zal
insgelijks nog een tweede motie verzenden ten einde
te bekomen dat de bundels van oorlogsschade van min
der dan een millioen niet meer zouden herzien worden.
M. Leuridan. Het ware beter dat hetgeen hier in
zake oorlogsschade nog moet gedaan worden, te Yper
zelf verricht weze.
M. Missiaen. Er blijven nog drie maanden over en
in dien tijd kan al het nog overblijvende werk geëin
digd zijn.
M. Vanderghote. Wij zullen de thans voorgestelde
motie wijzigen zooals het ons gevraagd werd en erbij-
voegen dat zij eveneens aan de politieke mandataris
sen en aan de burgemeesters van het arrondissement
en aan de pers zal medegedeeld worden. Verders zul
len wij dan ook nog een nieuwe motie opstellen. Ik
stel voor dit goed te keuren.
Al de raadsleden stemmen ja.
5) M. Leuridan. Ter gelegenheid van het 11' Juli-
feest heb ik mij kunnen overtuigen dat het schepen
college niet gehandeld heeft zooals het behoort. Voor
dezen was het ieder jaar zichtbaar dat de 11* Juli, die
hier in den gemeenteraad door een stemming als offi-