in de Nieuwe Sportwereld Jubelfeest in St jozefsklooster te Yper PLOOISTOELEN LICZETELS PLIANTS - TRANSATLANTIQUES 22, Meenenpoort YPER IEPERSCHE FOTOCLUB Een echt goed ORKEST te YPER De ZONDAGEN en MAANDAGEN van TUINDAG 28, Statiestraat. lijke wonden verdwenen zijn, de verdoxen kneuz nge i blijven. De graven der dooden ver.egë.ivvooröigen ge broken har.en vernietigde haardsteden. Noch de i.jd, noch lie. menschelijk vernuft zullen deze vermor zelde lichamen, die een weinig overal rusten, ooit tot het leven kunnen terugroepen. Gij weet, even goed als wij, wat het woord corlogbe,eekent, en waaneer wij naar ons land zuilen terugkeeren, dan zuilen wij vertrekken al een vurig gebed Sioriende opda. uw lijden niet zou vergeten worden, het otter der doode.i niet zonder belocning zou blijven, uwe inspann.ngen cm de verw oestingen van den oorlog te herstellen niet ijdel zouden zijn maar opdat de rechtvaardigheid en de menschlievendheid de bovenhand zouden behalen en zoodoende de oorlog ooit meer zijn werk van lijden en dood zou kunnen verrichten. Nadat generaal Ross de herinneringsmedaille van Vimy op de borst van den Heer burgemeester gevest had, teekenden allen het gulden boek en begaven zich vervolgens in groep tot bij het ge- den kteeken der Ypersche gesneuvelden, aan den voet van hetwelk generaal Ross een mooien bloe menkrans neerlegde. Na dit schoon gebaar, begaf de officieele afvaar diging zich langs de St Maartenskathedraal terug naar de Groote Markt Koning Albert, waar haar, in het Hotel Britannique, een banket werd op gediend, tijdens hetwelk verscheidene heildron ken werden ingesteld. Om 3 u. had onder, het Britsch gedenkteeken der Meenenpoort een korte maar aandoenlijke plechtigheid plaats die door een overtalrijke me nigte bijgewoond werd. Daar bemerkten wij de aanwezigheid van M. H. R. Goodland, C. B., D. S. O., gewezen voorzitter van de I. W. G. C. Op Dinsdag, 4 Oogst aanstaande, word! in het St Jozefsgesticht, Meenensteenweg, het gouden jubileum gevierd van vijf getrouwe dienstmeiden, wier namen hierna volgen, die sedert meer dan vijftig jaar de brave en verdienstelijke Zusters van dit uitmuntend en goed gekend opvoedingsgesticht behulpzaam zijn. Maria Pratte, geboren te Marcq-en-Baraeul, van Bel gische ouders, den 29 Juni 1858, kwam bij de Zusters van Liefde van den H. Joseph in hun bijhuis te Marcq- en-Barceul, in het jaar 1879. Daar werkte zij samen met hen tot na den oorlog. In het jaar 1919 vervoegde zij het moederklooster, eerst te Poperinghe, later op den Meenensteenweg te Yper, waar zij nu nog steeds als trouwe deurbewaakster dienst doet. Marie Vanelslande, geboren te Dadizeele, den 21 Sep tember 1865, kwam bij de Zusters te Marcq-en-Baroeul ten jare 1883 en bleef daar tct na den oorlog. Dan kwam zij samen met haar trouwe vriendin. Maria Pratte, naar het voorloopig klooster te Poperinghe en vervolgens naar Yper, waar zij nog onvermoeibaar samen dezelfde diensten bewijzen. Marie Deusser werd geboren te Yper, den 11 April 1871. Zij werd als hulpmeisje aanveerd bij de Zusters van den H. Joseph in den ouderdom van 12 jaar. Zij werkte beurtelings met de Zusters in de Bollingstraat en te Marcq-en-Baroeul tot het jaar 1920. Marie heeft dan de Zusters vervoegd te Poperinghe en vervolgens te Yper, waar ze nog haar diensten bewijst in de wasch- keuken en op de plooikamer. Mathilde Labbez, geboren te Luik, den 5 April 1860, werd als weesje in het gesticht opgenomen aan den ouderdom vaq 5 jaar en 9 maanden. Zij verbleef daar lot haar 21 jaar, ging dan voor drie jaar naar Rijsel, doch kwam daarna voor goed naar het gesticht terug. Gedurende meer dan 20 jaar deed Jufvr. Mathilde de kleine bewaarklas bij Sint Jacobskerkhof. Alleen dezen die haar zorgen mochten genieten weten hoe innig moederlijk zij was. Sedert 1908 was zij de trouwe bood schapster van het gesticht en sedert enkele jaren ge niet zij van een welverdiende rust. Marie Bras, geboren te Yper, den 23 Juli 1860, was 5 jaar oud wanneer zij als weesje aan het gesticht werd toevertrouwd. Aan den ouderdom van 21 jaar verliet zij het weezenhuis om, hier ter stede zelf, bij de achtbare familie Dumelie in dienst te treden. Haar zwakke gezondheid verplichtte haar echter meer rust le komen zoeken in haar geliefd gesticht. Intusschen bezccht zij trouw de familie Dumelie, van wie zij nog steeds veel blijken van dankbare genegenheid ontvangt voor de goede en verkleefde diensten die zij haar vroe ger bewees. Dit heuglijk jubelfeest wordt 's morgens, te 8 u., in het klooster ingezet met een Solemneele Mis van Dank zegging, waarna in de familiezaal den feestwensch aan de gelukkige jubilarissen zal toegestuurd worden. Om 12 u„ wordt hen samen met hun uitgenoodigde familie een feestmaal aangeboden en het feest, dat door gansch het gesticht zal meêgevierd worden, sluit te 3 u. 's na middags met een plechtig Lof. Aan de vijf jubilarissen, echte voorbeelden van trouwe dienstmeiden, en aan de Eerweerde Zusters voor wie het een eer is die personen zoolang in dienst te hebben, sturen wij een welgemeend proficiat. Wij wenschen dat dezé getrouwe en nederige mede werksters van het St Jozefsgesticht weldra het eere- teeken zouden mogen ontvangen dat zij ruimschoots verdiend hebben en het dan nog lange jaren in de beste gezondheid zouden mogen dragen. Mocht hun jubelfeest ook een begin wezen van een ge lukkigen ouderdom en een zeker onderpand van een eeuwige rust in het hemelsch Vaderland Lang leve de vijf jubilarissen van St Jozefsgesticht ring en,, broederlijkheid als tijdens den oorlog, in den verheven en edelen dienst staan van hun verminkte en ungeluitKige strijdmakkers.11''' Mijne Heeren, deze herinneringen aan het gemeen schappelijk ncod.'ot en lijden, die als wonderlijke bloe men opgroeien uit het slijk van Vlaanderen's slagvel den. uit de asch van onze vernietigde stad, hebben tusschen het Canadeeschvolk en Yper duurzame ban den van Uoiqye vriendschap en hartelijke broederlijk- heul aangeknoopt. Ik wensch en ik ben ervan verzekerd dat de herin nering aan dat gemeenschappelijk verleden, de herin nering aan de opofferingen terzelfdertijd en voor de zelfde zauk door het Canadeesch volk en het volk van Yper geleden, niet zal wegsterven maar deze banden zal doen groeien en versterken ten bate van den Vrede In de wereld, ten bate van de eeuwige vriendschap, het ver'r.iiun n en :1e ware broederschap tusschen uw land en het mijntusschen de veteranen van de Cana- aeesche lege s in Vlaanderen en de kleine maar roem rijke stad Vpcr. Ik bid U, generaal Ross, aan al de leden van de Canadian Legion die niet konden overkomen en de plechtigheid van de inhuldiging van het Canadeesch Oorlogsgedenkteeken te Vimy niet konden bijwonen, aan al de leden van de tegenwoordige bedevaart, die op deze ontvangst niet konden tegenwoordig zijn, onze gevoelens van sympathie, dank en vriendschap over te maken. Ik bid U, in naam van hen allen, de officieele gedenk penning van de stad te aanvaarden en in deze zelfde gevoelens de herinneringslamp van de stad Yper aan te steken. Bij het einde zijner rede, die hartelijk toege juicht werd, overhandigde de Heer burgemeester een herinneringsmedaille van Yper aan generaal Ross, waarna deze laatste, op uitnoodiging van den Heer burgemeester, de herinneringslamp van de Tóe H ontstak. Benevens deze lamp bevond zich ook nog op de met een groen tapijt bedekte tafel, een gebor duurd kussen met het wapen der stad, waarop de fransche en engelsche oorlogskruisen, die vroeger aan Yper toegekend werden, gespeld wa ren. Generaal Ross bedankte in 't Engelsch voor de gulle ontvangst en drukte zich uit als volgt Heer Burgemeester, Mijne Heeren, De Canadeezen komen te Yper terug. Een en twintig jaar geleden streden wij hier om uwe stad te verdedi gen en, alhoewel wij haar van de vernieling niet hebben kunnen vrijwaren, zijn wij, in deze omstandigheid en andere, fier aan haar verdediging te hebben deelge nomen met den indringer belet te hebben haar straten te betreden. Gedurende deze oorlogsjaren bleef Yper onwrikbaar als een rots tegen den vloed zinnebeeld van moed, van zielegrootheid die het Belgisch volk kenmerkt. Wanneer wij uwe stad voor de eerste maal zagen, was zij nog bijna ongeschonden in gansch de aantrek kelijkheid harer oudheid, met al haar prachtige ge bouwen, getuigenissen der eeuwenlange cultuur uwer bevolking. Uwe medeburgers, de gevaren trotseerende die hen bedreigden, bleven aan hun haardsteden ge hecht met een moed die ons aller bewondering af dwong. Doch langzamerhand hebben wij uwe stad zien verbrokkelen, langzamerhand werd uwe bevolking, dakloos geworden, van alles beroofd maar nog moedig, verpiient zich naar andere oorden te verplaatsen. En wanneer wij, in 1917, dien sector verlieten, was Yper een stad der dood. Doch vandaag komen wij terug en wij zijn verbaasd over hetgeen gij hebt verwezenlijkt. Weliswaar kunt gij de atmosfeer van oudheid niet terugvinden die de uwe was en waarvan de zichtbare teekens verdwenen zijn, maar de geest, die de oorlogen, de eeuwen over wonnen heeft, blijft nog altijd en een nieuw Yper is zegevierend uit de puinen van weleer opgerezen. Veer ons is Yper een geheiligde plaats. Een groot aantal enzer vrienden, onzer naastbestaanden en onzer geliefde wezens rusten hier in de schaduw uwer mu ren en uwer torens. Wij komen hunne grafsteden bezoe ken, hen in hun tempel vereeren en wij komen ook onze hulde aan uwe medeburgers aanbieden. Kolonel Legros, Generaal Ross en M. Vander- gïiote, burgemeester, verlaten het stadhuis na de ontvangst. 'De jaren hebben zich Opgevolgd, maar in het hart der overlevenden van het Canadeesch leger zijn deze herinneringen nog levendig bewaard en, als afgevaar digde greep van de bedevaart die heden te uvvent is, komen wij u zeggen dat wij niet vergeten hebben. De heldhaftigheid van uw leger, de moed en de ziele- greciheid uwer bevolking in deze dagen van lijden, zul len nooit vergeten worden. Wanneer wij var. de eèr.e plaats naar.de andere gaan, 'deze fooneeleri opnieuw bezoekende die. wij zoo goed kehfie'n' en. vfóar de dood gedurig loerde, blijven wij 'frerWohderd voör den rhoed. voor het vernuft en den Ijver''dlgij aan den* dag gelegd hebt om de' Verwoestin gen van den oorlog le herstellen. Doch indien de uitez- De kuil oenen blazen de Last Postonder de Meenenpoort. Rev. M. Milner, bedienaar der Anglikaansche St Joriskerk van Yper major Mac Farlan en tal rijke andere leden der Engelsche kolonie van Yper de leden van het Last Post Comiteit .na melijk M. M. R. Leclercq, adv. A. Butaye, A. Donck, H. Vermeulen, Fl. Vandevoorde M. So- br5', oud-burgemeester verders afvaardigingen met vaandel van het British Legion van de Poilus dé Francevan de Oorlogsinvaliden, van het Nationaal Verbond der Oudstrijders, de Oorlogsvrijwilligers, de Vuurkruisers en de Ver broedering van het 3e en 23° Linieregiment. Na de aankomst der officieele afvaardiging van het Canadeesch Bedevaartcomiteit, werd door de vier klaroenen van het Last Post Comiteit den indrukwekkenden Last Post geblazen ter wijl de vaandels ten gronde buigden en alle om- staanders zich het hoofd ontblootten. Generaal Ross, die te midden de Meenenpoort, rechtover de klaroenen, met gebogen hoofd was blijven staan, richtte zich vervolgens met tragen tred tot bij de paneelen, waarop de namen der Brit- sche vermisten gegrift zijn en legde er een bloe menkrans neer. De plechtigheid eindigde met het The Reveilledoor de klaroenen geblazen. Generaal Ross liet zich dan de aanwezige per sonaliteiten voorstellen, kwam de klaroenen en de afvaardigingen der verschillende aanwezige oudstrijdersbonden groeten en, na een laatste maal het gedenkteeken der Meenenpoort bewon derd te hebben, steeg de Canadeesche afvaardi ging teru§ in haar autos, die haar naar St Juliaan en verder naar verscheidene andere vermaard gebleven plaatsen van de gewezen slagvelden brachten. Vergadering van 28 Juli 1936. Een bevredigend getal leden had eraan gehouden de aangekondigde practische les bij te wonen. M. De Haeck. onze ondervoorzitter, gaf namelijk een les over de Ontwikkeling van films en platen Voor ieder beginneling en ook nog voor gevorderden is het toch altijd interessant zich zooveel mogelijk de werkwijze eigen te maken van degenen die op foto grafisch gebied een groote ondervinding hebben. Tot ontwikkeling van een film werd de conexdoos benuttigd, een methode die zeer gemakkelijk en prac- tisch is. M. De Haeck gaf eenige nuttige inlichtingen nopens deze manier van werken, en liet niet na de voordeelen op te geven aan deze methode verbonden. Er werd ook nog overgegaan tot de ontwikkeling van een panchromatische filmhier werd een werkwijze toegepast die, voor dergelijk materieel, door onzen Voorzitter altijd aangeraden wordt, namelijk het on gevoelig maken van het negatief. M. Vandromme liet niet na, nogmaals erop te druk ken dat de panchromatische plaat, de plaat is van de toekomst. De les is, zonder twijfel, voor de aanwezige leden, nuttig geweest en men mag overtuigd zijn dat de prac tische lessen moeten aanzien worden als een middel om de leden aan te wakkeren meer werk te leveren. We hopen dan ook dat onze leden met den meesten ijver zullen medewerken om onze club hoog te houden. De vergadering werd om 22 u. geheven. iMeuus Allen daarheen Nieuws «ij /uit er blijven

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1936 | | pagina 3