TANDPIJN
DENTOGENE
scheidene redenen. Dit zou vooreerst veel te veel
kosten, vervolgens moet de vaart daarvoor te
diep gegraven worden en daarbij zou dit ook nog
een conflict doen oprijzen in de streek \vaardoor
het kanaal loopt, daar zij nu reeds arm aan water
is en dan ervan totaal zou beroofd worden. Dit
was, zooals gij ziet, een gemaakt spel om de vaart
te doen mislukken. De ontv door den Heer
ingenieur Merlin opgemaak jegen het laag
ste 105 millioen en het hoi I We som van 150
millioen.
Intusschentijd werd er ddbr het Bestuur der
Handelskamer aan den Heer Minister van Open
bare Werken gevraagd het herstel der vaart aan
te vangen ten einde het voorziene krediet van
10 millioen dit jaar nog te benuttigen. Hierop
werd ons geantwoord dat men zich bezig hield
met het onderzoek der moeilijke kwestie van de
kruin van Hollebeke. Er werd dan nogmaals aan
den Heer Minister geschreven om hem te vragen
dat men, in afwachting van het einde der studie
aangaande *de doorsnede van Hollebeke, met het
herstel der gemakkelijke deelen van de vaart zou
beginnen, zooals dit voor de Noord-Zuidverbin
ding te Brussel gedaan wordt, waar de twee der
den der werken, zijnde de bovengrondsche, reeds
aan gang zijn alhoewel de studie van gansch het
werk ook nog niet geëindigd is.
Eindelijk deed het gerucht de ronde dat het
herstellingswerk der vaart Yper-Komen, wegens
de te groote kosten ervan, door den Hoogeren
Raad verworpen was. Dan werd er een onder
houd met den Heer Minister van Openbare Wer
ken aangevraagd en den 30 September 11. werd
ik, samen met de Heeren Mullie, senator Van-
derghote, burgemeester van Yper, en advokaat
Butaye, voorzitter van de Federatie der Geteis-
terden van het arrondissement Yper, door den
Heer Minister ontvangen.
Vóór onze ontvangst, die te 11 u. gesteld was,
had de Heer Minister, te 10 u., een onderhoud
met den Heer volksvertegenwoordiger Missiaen
en den Heer ingenieur Merlin.
Van zoodra wij bij hem, in zijn kabinet, toe
gelaten waren, begon de Heer Minister dadelijk
met den meesten lof te spreken over het gedacht
van den Heer Vermeulen aan de streek van Yper
een nieuwe vaart te geven, doch voegde eraan
tee dat de Staat voor de voldoening en ambitie
van een persoon geen millioenen kon verspillen.
Ik deed hierop opmerken dat deze vaart voor mij
persoonlijk van niet het minste belang is, maar
dat ik als voorzitter der Handelskamer verplicht
ben de belangen der streek en der neringdoeners
te behartigen. De Heer Minister begon dan nog
maals mij nieuwen lof toe te zwaaien en verze
kerde niet tegen de belangen van Yper te zijn.
En om dit te bewijzen, zoo voegde hij erbij, stel
ik voor de vaart te dempen en erop een auto
strade van Yper naar Komen te maken. Thans
geschiedt alle vervoer per auto, de schepen zul
len te Komen gelost en de goederen met auto
camions naar Yper overgebracht worden. Wij
zegden toen dat onze stad reeds over goede weg
verbindingen met Frankrijk beschikt, zooals de
banen Yper-Meenen-Roubaix, Yper-Waasten-Rij-
sel, Yper-Kemmel-De Seule en Yper-Ploegsteert-
Armentiers, en dat iwj deze nieuwe autostrade
van Yper naar Komen, die nergens op een goede
baan zou eindigen, niet noodig hebben, gezien
wij nu reeds met den bes taanden weg gemakke
lijk naar Komen kunnen. Vooraleer de vaart
Yper-Yzer hersteld was, had men hier te Yper
geen enkel belangrijken handelaar. Meest al de
koopwaren werden hier van uit Roeselaere met
zware vrachtwagens aangebracht, doch sedert
de vaart bestaat zijn verschillige handelaars zich
hier reeds ter plaats komen vestigen en zijn de
vrachtwagens van Roeselaere, die vroeger gedu
rig onze wegen doorkruisten, nu om zeggens
gansch achterwege gebleven. Dit is wel het be
wijs dat de autocamions geen vaart kunnen ver
vangen. Ten einde den Heer Minister van het nut
der vaart te overtuigen, noodigden wij hem uit
hier ter plaats den toestand te komen nagaan.
De Heer Minister aanvaardde gretig ons voorstel
en, op onze vraag dit bezoek niet te lang meer uit
te stellen om wille van het weder dat gedurig
zou verslechten, beloofde hij in den loop der vol
gende week nog naar Yper te komen. Die belofte,
ons den 30 September gedaan, is echter niet ge
houden geweest. Ondertusschen werd er tegen
de vaart gewerkt en gepoogd ten stadhuize van
Yper een wensch in dezen zin uit te lokken. Naar
wij vernamen werd dit eveneens in den provin
cialen raad betracht. Die pogingen echter mis
lukten, doch thans hebben wij den indruk dat er
gewerkt wordt opdat de Heer Minister naar
Yper niet zou komen en hij zich aldus niet zou
kunnen overtuigen dat hij door sommigen slecht
ingelicht wordt. Nadien schreven wij nogmaals
aan den Heer Minister Merlot om hem zijne be
lofte te herinneren en hij kondigde zijn bezoek
aan voor de eerste veertien dagen van November.
Deze termijn is nu nogmaals voorbij zonder dat
wij den Heer Minister gezien hebben. Wij kunnen
nochtans op zijne komst niet blijven wachten en
daarom werd deze vergadering van vandaag be
legd, om opnieuw den strijd voor de verdediging
van onze belangen en onze rechten aan te gaan.
Ziedaar in 't kort, Mijnheeren, de geschiedenis
van hetgeen tot heden gedaan werd om Yper het
wapen te doen teruggeven dat aan gansch de
streek moet toelaten haar vroegeren bloei weer
te heroveren.
Wat nu de kosten betreft van het herstel der
vaart Yper-Komen, daarop heb ik reeds in de al-
gemeene vergadering der Handelskamer van over
veertien dagen geantwoord.
Om de vaart te doen gelukken mag men niet
te diep gaan in de kruin van Hollebeke. Wan
neer men de klei, die men hier overal ontmoet,
gerust laat, dan roert zij niet. Gansch Yper is er
op gebouwd. Die klei moet altijd een zekere hoe
veelheid water inhouden om natuurlijk te zijn,
zooniet dan droogt en krimpt ze. Had men een
tunnel gemaakt zooals de Hollanders het voor
stelden, dan zou die vaart reeds sedert 100 jaar
bestaan hebben en thans zou men reeds, zooals
overal elders, de noodzakelijkheid moeten inzien
de vaart te verbreeden. Het werk werd echter
toevertrouwd aan een man van Luik, geloof ik,
die gewoon was te werken in zandgronden en
den aard van den grond alhier niet kende, en de
tunnel stortte in. De tunnel in beton, die nadien
gemaakt werd, onderging hetzelfde lot, evenals
later de brug buiten dat hier de oevers beneden
min of meer stand hielden. De Ypersche klei
moet dus gerust gelaten worden. Tijdens den
oorlog hebben de Duitschers en Engelschen dien
berg van Zillebeke-Hollebeke gansch ondermijnd
met een net van onderaardsche gangen, waarvan
sommige een diepte van 20 meter hadden, en
wanneer men nu nog in die gangen gaat, dan be-
statigt men dat alleen het hout verrot is, maar
de klei zelf roert niet omdat zij niet blootgelegd
werd en in haar natuurlijken toestand behouden
blijft.
Vroeger bestond, er een ontwerp, van den Heer
ingenieur Froidure meen ik, om de klei met an
deren grond te bedekken. Evenals men het ijzer,
dat het meest gebruikte metaal is en ook dit dat
het meest te niet gaat, met een ander metaal,
zink of lood, bij middel eener verflaag bedekt om
het van het verroesten te vrijwaren, zoo ook zou
men de klei te Hollebeke met goeden grond moe
ten bedekken. Die klei aldaar roert thans niet
meer en, al zijn wij geen ingenieurs, en al zou
men ons kunnen doen opmerken dat wij daarvan
niets kennen, toch hebben wij het recht te zeggen
dat, om het werk te gelukken, het best is de vaart
niet dieper uit te delven dan ze nu is.
O.ok de spoorwegmaatschappij is deze meening
toegedaan want, al had zij ha den oorlog de
schoonste gelegenheid om het trafiek op de lijn
Yper-Komen gemakkelijker en spaarzamer te
maken, toch heeft ze, zich steunende op haar
jarenlange ondervinding, verkozen de geul niet
dieper uit te graven en de bestaande helling te
behouden. De treinen beklimmen thans heel traag
de kruin van Zillebeke en soms, wanneer het
lange en zwaar geladen treinen betreft, zijn er
daar zelfs twee locomotieven noodig om den berg
boven te kunnen.
Wat betreft de opmerking dat er op die vaart
te veel sassen zijn en dat zulks voor de scheep
vaart een belemmering is, moeten wij doen op
merken dat, overal waar een vaart door een kruin
moet, er ook sassen zijn en dat niet alle steden
het geluk hebben, zooals Roeselaere, in de kom
der Leie gelegen te zijn. Op de vaart van Bos-
suyt naar Kortrijk, hebbende een lengte van
14 km. zijn er 11 sassen. De vaart Blaton-Ath telt
21 sassen op 20 km. en ergens in Bretanje bestaat
er een vaart met 216 sassen op 200 km. De hoofd
zaak in een vaart is niet zoozeer het aantal sas
sen, maar het doel ervan, namelijk het goedkoop
vervoer van zware vrachtgoederen mogelijk te
maken. Thans moeten de schippers, die van Ant
werpen naar Yper varen, ook soms, bij lage tij,
een halven dag te Nieuwpoort blijven wachten.
In dien tijd zouden zij gemakkelijk al de sassen
der vaart Yper-Komen kunnen doorvaren. De
afstand van Gent naar Yper bedraagt langs Gent-
Kortrijk 70 km., Kortrijk-Komen 26 km. en
Komen-Yper 15 km., 't zij te zamen 111 km. De
schepen dienen daarvoor thans 119 km. af te leg
gen, 't zij 63 km. van Gent naar Plasschendaele,
21 km. van Plasschendaele naar Nieuwpoort, 24
lcm. van Nieuwpoort naar Knocke en 11 km. van
Knocke naar Boesinghe. De reis ware dus langs
beide kanten omtrent gelijk.
Met behulp der inlichtingen die wij bij de aan
nemers der vaart Yper-Yzer verkregen, hebben
wij uitgerekend dat de sassen der Yper-Yzer vaart
wordt gestild, weggenomen door
de DENTOGÈNE
6 fr. de flesch in alle apotheken.
Opgeleteischt
ieder de som van 2.750.000 fr. gekost hebben. De
groote steenwegbruggen van Drie Grachten en
Boesinghe kostten ongeveer 1.600.000 fr., de brug
te Steenstraete 980.000 fr., de ijzerwegbrug te
Boesinghe 830.000 fr. De aardewerken kostten er
ongeveer 14.130.000 fr. voor 15 km., 't zij 940.000 fr.
per kilometer.
Wij zullen aannemen dat, voor het herstellen
der vaart Yper-Komen, de sassen, alhoewel zij
er minder diep zijn dan deze van de vaart Yper-
Yzer, denzelfden prijs zullen kosten, 't zij
16 x 2.750.000 fr. of 44 millioen. Voor de zeven
voorname bruggen rekenen wij 1.600.000 fr. per
brug, 't zij samen 11.200.000 fr. De zeven onder
geschikte bruggen, waarvan eenige niet meer
herbouwd zullen worden, rekenen wij aan 700.000
frank ieder of 3.500.000 fr. De ijzerwegbrug te
Boesinghe kostte 830.000 fr. Om breed te zijn
nemen wij twee spoorwegbruggen te Yper, wat
waarschijnlijk niet zal gedaan worden, en een
te Komen, dit maakt te zamen 3x830.000 fr.
2.490.000 fr. Voor de aardewerken nemen wij de
gansche lengte der vaart, zij 15 km. 540 min
2 kilometer voor de sassen en bruggen en 2 kilo
meter voor de kruin van Hollebeke, dit maakt
nog 11 km. 540 oevers te herstellen. Nochtans,
alwie eens langs de vaart ging weet dat er van
Houthem naar Komen en van den Dickebusch-
steenweg tot den Waastensteenweg zeer weinig
werk aan de oevers te doen is. Hiervan houden
wij geen rekening en voorzien 11 km. 540 aan
940.000 fr. per km., 't zij 10.847.600 fr. Bij ieder
sas van aan Komen tot de scheidingskruin voor
zien wij ook een pompstatie, of 7x150.000 fr.
1.050.000 fr. Zij zullen dit niet doen en, waar
schijnlijk komt er maar een pompstatie, doch
wij voorzien het toch om breed te zijn in onze
berekening.
Voor wat het herstellen van het eindje vaart
door de kruin van Hollebeke betreft, geven wij
geen cijfer daar wij niet weten wat dit kosten
moet. Het ware nochtans best, zooals wij het zoo
even nog zegden, den grond daar niet meer te
omroeren en oevers te maken met verschen boven
grond. Overal ligt de vaart hier op deze klei,
doch nergens ontmoet men er moeilijkheden
mede daar zij door anderen grond bedekt blijft.
De uitslag dezer raming bereikt de som van
73.087.600 fr. Dit is ver van de 100 of 200 millioen
die volgens het ministerie voor het herstel der
vaart zouden moeten uitgegeven worden. Hier-
meê wordt nogmaals het spreekwoord bewaar
heid Als men een hond wil slaan, dan vindt
men altijd een stok
De Heer De Meyer, hoofdingenieur van Brug
gen en Wegen, die zijne loopbaan in 1912 te Hol
lebeke begon en zijne hier opgedane ondervin
ding te pas heeft gebracht bij de werken van
Eygenbilsen, waar het grootste werk ook bestond
in het stampen en rollen van aarde, zou hier nu
eveneens het ginder zoo goed geslaagde stelsel
moeten beproeven.
De daar zooeven aangehaalde cijfers voor het
herstel der vaart Yper-Komen zijn geenszins
overdreven, gezien de 2/3 der aardewerken van
de vaart Yper-Yzer uitgevoerd werden aan 30 fr.
den m3, terwijl dit nu slechts 10 a 12 fr. den m3
kost. Het beton is thans wat duurder vroeger
kostte dit van 250 tot 300 fr. en nu van 350 tot
400 fr. Het metselwerk daarentegen kost nu maar
140 fr. in plaats van 180 tot 190 fr. zooals ten tijde
dat de vaart Yper-Yzer hersteld werd.
Voor den last der sociale wetten voegt men in
het ministerie nog 15 bij de som door den Heer
ingenieur Merlin in zijn ontwerp voorzien. De
ondervinding, die wij bij het bouwen van werk
manswoningen hebben opgedaan, laat ons toe te
verzekeren dat de invloed der sociale wetten niet
15 maar slechts 8,5 bedraagt. Verders voor
zag men ook nog 30 millioen voor onvoorziene
uitgaven, terwijl de onvoorziene uitgaven voor
de vaart Yper-Yzer nog geen 8 bedroegen. Gij
ziet dus, Mijnheeren, dat alles grootelijks over
dreven werd. Hierbij zou ik nog mogen herinne
ren dat de Heeren ingenieurs Claeys en Dewulf,
tijdens een vergadering hier vroeger ten stad
huize van Yper gehouden, verklaarden de mee
ning toegedaan te zijn dat nog vele der bestaande
kunstwerken bij het herstellen der vaart zouden
kunnen gebezigd worden. Indien dit waar is, dan
zou dit dan ook de herstellingskosten nog merke
lijk verminderen.
Te Brussel werd er een organisme opgericht
ter bestrijding van de werkloosheid, daar men
oordeelt dat het beter is den werkman te betalen
voor te werken dan voor niets te doen. Welnu,
er wordt geschat dat de 2/3, er werd zelfs gezegd
80 van het bedrag eener aanbesteding van
openbare werken in loonen uitgegeven worden.
Dit ware dus, volgens de raming door mij ge
daan, een som van 50 millioen die hier in dagloo-
nen zou uitgegeven worden. Gerekend aan 10.000
fr. 's jaars per werkman, beteekent deze uitgave
4 a 5 jaar werk voor 1000 tot 1200 werklieden.
Deze 50 millioen, die anders toch als werk-
loozensteun zullen moeten uitgegeven worden,
afgetrokken van den voorziënen herstellingskost
van 73 millioen, blijft dan nog een uitgave van