Koloniale Loterij
4
GEMEENTERAAD VAN YPER
Verslag der zitting van 30 November 1936.
De zitting wordt te 18 u. 05 geopend onder het voor
zitterschap van den Heer Vanderghote, burgemeester.
Zijn tegenwoordigde Heeren Lemahieu. Delahaye en
Van der Mersch, schepenen Pattyn, Jvr. Corniilie, de
Heeren Seys, Biebuyck, Missiaen, Michiel, Coutelle.
Vergracht. Van Alleynnes, Leuridan en Verbeke, raads
leden Versailles, secretaris.
I. Proces-verbaal der zitting van den 26 October
1936.
De Heer secretaris geeft lezing van het verslag der
laatste zitting, waarna dit proces-verbaal zonder op
merkingen goedgekeurd wordt.
II. Openbare Onderstand Openbare verpachting
Beraadslaging Advies.
M. Vanderghote. In zitting van 3 November 11.
heeft de Commissie van Openbaren Onderstand een
harer vroeger genomen beraadslagingen herzien, daar
de Heer Gouverneur, bij zijn brief van 31 October 1936,
haar heeft laten weten dat de bestendige afvaardiging,
in zitting van 23 October, haar goedkeuring niet ver
leend heeft over de beraadslaging, door de Commissie
van Openbaren Onderstand in datum van 22 September
1936 genomen, aangaande de openbare verpachting van
landgoederen die den 15 September 11. plaats had. De
gemeenteraad bracht vroeger reeds een gunstig advies
uit over de verpachting van loten twee en drie, doch
de toewijzing van lot een, zijnde een hofstedeke van
5 ha. 23 a. 64 ca., gelegen te Yper, wijk de Wegwijzer,
werd overgelaten aan de goedkeuring der bestendige
afvaardiging, daar er voorgesteld werd het hoogste aan
bod niet te aanvaarden, omdat de aanbieder geen vol
doende waarborgen scheen te bieden. De bestendige
afvaardiging echter oordeelt dat er geen redenen be
staan om het hoogste aanbod af te wijzen, en dienvol
gens wordt thans voorgesteld lot een te verpachten aan
Fauvart Remi, mits den prijs van 7500 frank 's jaars.
Het schepencollege stelt voor hierop een gunstig
advies uit te brengen.
Al de raadsleden stemmen ja. behalve de Heer Mis
siaen, lid der Commissie van Openbaren Onderstand,
die zich onthoudt.
III. Openbare Onderstand Bosschen Kap
pingen.
M. Vanderghote. Het schepencollege stelt voor een
gunstig advies uit te brengen over de kappingen in de
bosschen van den Openbaren Onderstand te doen zoo
als ze in den staat van 15 Juli 1936 beschreven zijn.
Dit wordt zonder opmerkingen gestemd. Alleen de
Heer Missiaen onthoudt zich nogmaals.
M. Vanderghote. Het schepencollege stelt voor ook
nog een gunstig advies te willen uitbrengen aangaande
de onderhouds- en verbeteringswerken uit te voeren in
de bosschen van den Openbaren Onderstand gedurende
de jaren 1936-37, zooals deze werken in den staat van
het Beheer der wouden, van 1 Juli 1936, beschreven
staan.
Hierop wordt dezelfde stemming als zooeven uitge
bracht.
IV. Openbare Onderstand Waschinrichting
Verbeteringen en uitbreiding.
M. Vanderghote. Dit punt betreft een aanvraag der
Commissie van Openbaren Onderstand om de bestaande
waschinrichting te mogen verbeteren en uitbreiden.
Volgens {ien brief, dien wij daarover ontvingen, is, ten
gevolge van het toenemen van het aantal verpleegden,
de bestaande waschinrichting niet meer voldoende en
zou ze moeten uitgebreid worden. Er werd door de
Commissie inlichtingen en prijs gevraagd bij verschil-
lige firma's en thans wordt voorgesteld deze werken
toe te vertrouwen aan de firma Mersch en Cie, van
Brussel, die de thans bestaande inrichting heeft uitge
voerd. De kost dezer nieuwe werken wordt op 39.000 fr.
geschat.
M. Verbeke. Ik zou willen weten waarom de Com
missie van Openbaren Onderstand de uitvoering van
dit werk niet in openbare aanbesteding uitgeeft. Vol
gens mij is de som daarvoor belangrijk genoeg.
M. Missiaen. De mekanieke inrichting, die thans
in de wasscherij dienst doet, werd door de firma Mersch
geplaatst. Zij is echter te klein geworden en volstaat
niet meer. Volgens den Heer Dokter, die het hospitaal
bestuurt, is de warmte ook niet groot genoeg om al de
kiemen en microben te dooden en al het goed. na het
gebruik dat ervan gemaakt wordt, op behoorlijke wijze
te ontsmetten. De Commissie van Openbaren Onder
stand vraagt dus een grootere inrichting en een ketel
met een hoogere drukking te mogen plaatsen. Zij heeft
daarvoor voorafgaandelijk aan verschillige huizen prijs
gevraagd en al de prijzen, die zij ontving, schommelen
doorgaans slechts van 100 fr. Had het verschil moeten
grooter zijn, dan zou de Commissie verkozen hebben
een openbare aanbesteding uit te schrijven. Doch zoo
zij thans anders te werk gaat, dan is het omdat zij het
volgende vreest. De waschinrichting die nu bestaat
moet blijven voort dienen en dient alleen maar aan een
hoogere drukking aangepast te worden. Wanneer dit
werk door een andere firma moest gedaan worden, dan
zou deze mogelijks zoodanig kunnen te werk gaan dat
gansch de bestaande inrichting moet getransformeerd
worden, en zou zij kunnen maken dat het werk ver
schillige duizende franken meer kost om de oude in
richting nog te kunnen doen dienen. Het is daaróm dat
de Commissie van Openbaren Onderstand besloten
heeft voor dit werk geen aanbesteding uit te schrijven.
Alles wat er diént bij te komen is een ketel met een
hoogere drukking en al het andere, dat nu bestaat,
blijft hetzelfde doch zal moeten verplaatst worden.
Wanneer dit werk door dezelfde firma, die de inrich
ting deed, uitgevoerd wordt, dan blijft zij verantwoor
delijk voor de door haar vroeger geleverde machienen,
terwijl een andere firma, alleen haar eigen belangen
inziende, het een of het andere van hetgeen nu bestaat
zou afkeuren of oordeelen dat er te veel sleet op is om
nog te kunnen uitgebreid worden.
M. Verbeke. De Heer Missiaen zegt wel dat het
verschil van prijs niet belangrijk genoeg is om een
aanbesteding te verrechtvaardigen, doch wij krijgen
geen inzage van "den bundel om ons daarvan te over
tuigen.
M. Missiaen. Dit is de fout van den Heer secretaris
die de stukken niet heeft meegezonden. Het is zelfs de
beraadslaging der Commissie van Openbaren Onder
stand niet die aan den gemeenteraad overgemaakt werd.
M. Vanderghote. Willen wij dan dit punt tot de
volgende zitting verdagen
M. BiebuvcK. ik naa net woord gevraagd om even
eens dezelfde vraag als den Heer Verbeke te doen.
De raadsleden verklaren zich hierop t'akkoord om
dit punt uit te stellen.
V. Stadseigendommen Weide Afslag van
pacht.
M. Vanderghote. Het schepencollege stelt voor een
gunstig advies uit te brengen over de vraag van pach
ter Demey om afslag van pacht te bekomen.
M. Lemahieu. Deze pachter Demey heeft, voor de
weide die hij thans in gebruik heeft, een veel te hooge
pachtsom geboden en het is reeds sedert verscheidene
jaren dat er hem uit dien hoofde afslag werd toege
staan. Die pacht echter vervalt met 25 November 1936
en werd op voorhand betaald. Het is dus het laatste
jaar. Ik stel voor 190 fr. afslag te verleenen zooals ver
leden jaar, en het schepencollege is bereid dit toe te
staan. De pachtprijs, die Demey nu nog betaalt, is nog
meer dan voldoende en zooeven zult gij zien hoeveel
zij nog boven de som is die de stad. volgens de nieuwe
verpachting, thans voor deze weide zal ontvangen.
De voorgestelde pachtvermindering wordt eenparig
aangenomen.
VI. Stadseigendommen Openbare verpachting
bij schriftelijk aanbod van graslanden.
M. Vanderghote. Het woord is aan den Heer sche
pen Lemahieu.
M. Lemahieu. Die verpachting, die den 3 November
11. plaats had, betreft vooreerst twee loten graslanden
gelegen te Vlamertinghe, die vroeger aan 40 fr. en
590 fr. verpacht waren en waarvoor nu, per schrifte
lijk aanbod, 50 fr. en 200 fr. ingeschreven werd. Er was
slechts een enkel aanbod, namelijk dit van M. Degeest,
van Vlamertinghe. De voorgaande pachter heeft daar
vroeger zijn vinger nog al diep in zijn oogen gestoken
en heeft dan ook niet meer opnieuw willen inschrijven.
Ik denk dat de thans geboden som voldoende is, gezien
dit hier graslanden betreft langs de Dickebuschbeek ge
legen waar er niet veel gras opgroeit, te meer dat er
daar nog verschillige uitwegen bestaan die naar par
tijen land leiden en die men niet kan verbieden, zoodat
er daar dus gestadig op gereden wordt en de pachter
er niet veel hooi moet opdoen. Ik meen dat wij het
gedane aanbod moeten aanvaarden.
M. Biebuyck. Is er geen deel van deze graslanden
dat zal moeten dienen voor de verbeteringswerken aan
den Dickebuschvijver
M. Lemahieu. Neen, deze graslanden zijn gelegen
op het grondgebied van Vlamertinghe en loopen, ik"
weet niet zoo gij dit kent, van aan de Roode Brug tot
aan de Marshofbrug langs de Dickebuschbeek. Tus-
schen deze graslanden en den Dickebuschvijver is er
nog wel een afstand van 2 kilometer. Er is dan ook
nog een ander punt betreffende de graslanden gelegen
te Boesinghe en gebruikt door Maurice Sampers. De
vroegere pachtster had de pacht dier graslanden aan
haar schoonzoon overgelaten, doch de bestendige af
vaardiging heeft zulks niet goedgekeurd. Sampers was
dus verplicht een nieuw aanbod te doen en heeft voor
de som van 1200 fr. ingeschreven. Er was hiervoor ook
nog een ander liefhebber die de som van 750 fr. heeft
geboden. Wij stellen dus voor Sampers als pachter te
aanvaarden.
M. Missiaen. Hoe groot zijn deze graslanden.
M. Lemahieu. Dit zijn drie loten die te zamen een
oppervlakte van 2 ha. 36 a. 50 ca. hebben. Deze barm-
landen beginnen juist over de brijkovens van de Heeren
Vanderghote en C» en zijn dus zeer bergachtig en
gansch in kuilen. De geboden som is meer dan genoeg.
Verschillige raadsleden vragen schertsend of deze pach
ter ook maar geen afslag zal komen vragen, doch de Heer
schepen Lemahieu zegt dat hij de eerste zou zijn om
zich ertegen te verzetten en dat het wel verstaan is dat
de pacht aangegaan wordt voor den duur van 9 jaar
zonder afslag.
M. Verbeke. Die pachter zou zich toch op een voor
gaande kunnen beroepen om zijne gebeurlijke vraag om
afslag te verrechtvaardigen.
M. Missiaen. Dit is hier een heel ander geval dan
de pacht door Demey aangegaan.
M. Lemahieu. Wij hebben dan ook nog de verpach
ting van vijvermeerschen gelegen te Zillebeke. Voor
het eene lot heeft René Geldhof 225 fr. geboden in
plaats van 200 fr. vroeger, en Malfait schreef in voor
200 fr. voor een ander lot, 't zij dezelfde som als deze
die vroeger voor die vijvermeersch betaald werd. Van
deze laatste meersch echter werd th'ans een stukje
grond afgenomen. Voor een derde lot, hebbende een
grootte van 10 a. 55 ca. en gelegen over Zillebeke plaats,
langs de Vijverbeek, bood er zich geen liefhebber aan.
Het schepencollege vraagt de toelating om dit uit ter
hand te mogen verpachten. Het is niet belangrijk, ge
zien het slechts 23 fr. opbracht.
Deze verpachting van graslanden aan de stad toebe-
hoorende wordt hierop eenparig goedgekeurd.
VII. Staatsmiddelbare school Splitsing en op
richting eener afzonderlijke klas.
M. Vanderghote. Den 8 November hebben wij een
KENT U HET NIEUW VERDEELINGSPLAN
DER LOTEN VAN DE
26
Snede
Zwart biljet
Oud type.
1
GROOT LOT
1.000.000
fr.
5
loten van
100.000
fr.
500.000
fr.
10
loten van
50.000
fr.
500.000
fr.
20
loten van
25.000
fr.
500.000
fr.
25
loten van
20.000
fr.
500.000
fr.
50
loten van
10.000
fr..
500.000
fr.
200
loten van
5.000
fr.
1.000.000
fr.
500
loten van
2.500
fr.
1.250.000
fr.
500
loten van
1.000
fr.
500.000
fr.
5.000
loten van
500
fr.
2.500.000
fr.
5.000
loten van
250
fr.
1.250.000
fr.
50.000
loten van
100
fr.
5.000.000
fr.
61.311 loten gezamenlijk
15.000.000
fr.
500.000 biljetten genummerd van 100.000 tot 599.999
1 BILJET OP 10 WINT 100 FRANK.
(aangeduid door het cijfer van de eenheden)
en het behoudt al zijn verdere kansen.
Trekking in December.
HET BILJET 50 FRANK.
Men moet zeilen terwijl de wind waait
«r, - r*— -
schrijven ontvangen van den Heer Minister van Open
baar Onderwijs waarbij hij ons laat weten dat het
tweede middelbaar studiejaar der Staatsmiddelbare
school zal gesplitst en een afzonderlijke klas voor
meisjes opgericht worden. Met dit doel zal er een
nieuwe regentes benoemd worden. Het schepencollege
stelt voor hierop een gunstig advies uit te brengen.
Al de raadsleden stemmen eenparig ja.
VIII. Kerkfabriek van St Maartens Begrooting
over het dienstjaar 1937.
M. Vanderghote. De begrooting der Kerkfabriek
van S. Maartens voor 1937 sluit in ontvangsten met de
som van 54.950 fr. 47 en in uitgaven met 54.829 fr. 84,
een batig slot latende van 120 fr. 63.
M. Van Alleynnes. Ik zou willen vragen dat het
schepencollege den schatbewaarder der Kerkfabriek
erover zou opmerkzaam maken voor de ons over te
maken stukken der Kerkfabriek geen papier met firma
der Bank voor Krediet aan Handel en Nijverheid meer
te gebruiken. Ik meen wel dat de Kerkfabriek geen
bijhuis dezer bank is.
M. Vanderghote. Wij zullen hem persoonlijk die
opmerking overmaken.
M. Leuridan. Aangaande de Kerkfabriek, de Heer
Van Alleynnes is daarvan op de hoogte. Ik echter weet
daar niets van en wil daarin dan ook mijne verant
woordelijkheid niet dragen.
M. Van Alleynnes. Dit is omdat gij den bundel niet
nagezien hebt.
M. Vanderghote. Ik stel voor de begrooting te
stemmen.
Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van
der Mersch, Pattyn, Jvr. Corniilie, de Heeren Seys.
Biebuyck, Leuridan, Verbeke en Vanderghoteonthou
den Zich de Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Ver
gracht en Van Alleynnes.
IX. Stedelijke Muziekschool Begrooting over het
dienstjaar 1937.
M. Vanderghote. Het woord is aan den Heer sche
pen Van der Mersch.
M. Van der Mersch. De begrooting der muziek
school voorziet in ontvangsten de som van 58.250 fr.,
waarop de stad tusschenkomt voor 34.236 fr. 69. Het
schoolgeld brengt de som op van 12.000 fr., de provin
cie verleent een toelage van 3000 fr. en de Staat komt
tusschen voor 9000 fr. De voorziene uitgaven beloopen
dezelfde som als de ontvangsten, 't zij 58.250 fr. De
vermeerdering komt voort uit de verhooging der wed
den en de noodzakelijkheid van muziek aan te koopen.
De voorgestelde begrooting wordt eenparig goedge
keurd.
X. Ondergeschikte bedieningen Opdracht voor
benoeming aan het College van Burgemeester en Sche
penen.
M. Vanderghote. Wij vragen aan den gemeenteraad
een beslissing te nemen waarbij, in afwijking van een
artikel der gemeentewet volgens hetwelk al dê gemeen
tebedienden door den gemeenteraad moeten benoemd
worden, het schepencollege zou gemachtigd worden
voor enkele ondergeschikte bedieningen, zooals de
plaatsen van huisbewaarder of huisbewaarster van
scholen en van stalknecht in het slachthuis, rechtstreeks
de personen aan te stellen, zonder tusschenkomst van
den gemeenteraad.
M. Leuridan. Ik zou wilen weten wat het schepen
college aangezet heeft om alzoo de uitbreiding zijner
bevoegdheid te vragen. Ik weet genoeg dat de bedie
ningen, welke bedoeld zijn, van ondergeschikten rang
zijn, doch dit belet niet dat ik er toch aan houd te
weten waarom het schepencollege ons deze vraag doet.
M. Vanderghote. Het komt dikwijls voor dat de
gemeenteraad iemand aanstelt die de nOodige macht
niet heeft om zijn dienst behoorlijk uit te oefenen.
Wij zijn reeds in 't geval geweest dat wij de wedde
moesten blijven voort betalen aan iemand die wegens
ziekte zijn dienst niet kon waarnemen en dat wij dan
ook nog een ander als plaatsvervanger moesten ver
goeden. Wanneer de aanstelling door hét schepencol
lege gedaan wordt, dan kan zij, bij een gebeurlijke
langdurige ziekte van den aangestelde, altijd ingetrok
ken worden. Daarom denken wij dat het beter is dat de
schoolbewaarders door het schepencollege aangesteld
worden. Dit is echter niet opdat de gemeenteraad
daarmeê niets meer zou te zien hebben. Neen, en zelfs,
zoo de gemeenteraad het noodig oordeelt, kan hij nog
altijd de beslissing van het schepencollege vernietigen.
M. Leuridan. De reden door den Heer burgemees
ter aangehaald schijnt mij niet gegrond. Het schepeh-
college kan evengoed dezelfde missing begaan als dit
nu eens met een benoeming, door den gemeenteraad
gedaan, het geval is geweest. Het kan ook gebeuren
dat de candidaat, die door het schepencollege geschikt
geoordeeld WGrdt om de bediening waar te nemen,
later ziek wordt en zijn bediening niet kan blijven voort
uitoefenen. Ik ben tegen dit voorstel, ten eerste omdat
de aangehaalde reden slechts een voorwendsel is die
geen steek houdt, ten tweede omdat ik, als lid der op
positie, niet te vinden ben voor allé verdere uitbrei
ding der macht van het schepencollege.
M. Van der Mersch. Hetgeen thans door het sche
pencollege voorgesteld wordt, is alleen maar gevraagd
voor twee jaar, 't zij voor den duur van den gemeente
raad. Dit punt betreft alleen de aanstelling der con
cierges van de scholen. Er werd hier vroeger een con
cierge benoemd door den gemeenteraad....
M. Van Alleynnes. Op voorstel van het schepen
college.
M. Van der Mersch. Ja, maar 't is toch de raad
die ze benoemde. Wij wisten natuurlijk niet dat zij kort
daarna zou ziek vallen. Zij is lang ziek geweest en wij
waren verplicht haar wedde voort te betalen terwijl
wij ook nog een ander moesten betalen om het werk
te doen. Wanneer de schoolbewaarders door den raad
benoemd zijn, mogen wij ze niet door anderen vervan
gen, doch wanneer dit door het schepencollege gedaan
wordt, dan hebben wij na zekeren tijd, zoo zij aan de
vereischte voorwaarden om hun werk te verrichten
niet meer beantwoorden, altijd het recht in hunne ver
vanging te voorzien. Niets belet den raad dus zooals
vroeger zijn oordeel te kennen te geven wanneer het
er op aankomt een benoeming te doen, doch het is
voor het gemak dat er voorgesteld wordt dit aan de be
voegdheid van het schepencollege over te laten.
M. Vanderghote. Er is een onderscheid tusschen
een benoeming en een aanstelling en 't is alleen maar
hierom dat wij dit voorstel doen. Zoo er hierop geen
bemerkingen meer te maken zijn, stel ik voor dit te
willen stemmen.
Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van der
Mersch, Pattyn, Jvr. Corniilie. de Heeren Seys, Bie
buyck en Vanderghote neende Heeren Leuridan en