Café Le Merle Blanc
Vartde Lanoitte's
I Koffies zijn de beste
Grande
Brouverture
Groote Heropening
Vvis a tous les bons amis de joie et gaité a
s'y retrouver. - ATTENTION, retenez bien la
date SAMEDI 30 JANVIER, tout le monde
Bericht aan al de goede vrienden van leute
en vermaak om er zich terug te vinden.
OPGELET Onthoudt goed den datum
ZATERDAG 30 JANUARI, iedereen naar de
AU MERLE BLAMC
ringen, verbeteringen of bijwerken voor te schrijven,
dit zonder eenige verantwoordelijkheid vanwege de
stad.
De vergunninghouder is verantwoordelijk voor alle
schade welke hij, ingevolge de uitvoering dezer werken,
aan stadseigendom zou berokkenen.
Art 3. De vergunninghouder verplicht zich, op
straf van verval der rechten hem bij deze overeen
komst toegekend, de werken noodig tot het inrichten
uit te voeren en de uitbating der inrichting aan te van
gen op 31 December 1937.
M. Van Alleynnes. Ik zou vragen dat gij zoudt wil
len zetien aan te vangen ten laatste op 31 December
1937 Gij zegt daar vroeger dat de uitbating toegestaan
wordt voor een termijn van 10 jaar, doch moest de uit
bating maar den ,31 December 1937 beginnen dan zou
het maar voor 9 jaar zijn, gezien zij den 31 December
1946 eindigt.
M. Verbeke. Ik denk wel dat de uitbater er alle
belang bij heeft de noodige werken zoo rap mogelijk
te deen.
M. Vanderghote. Wij zullen dus vermelden ten
laatste vóór 31 December 1937
Al de raadsleden verklaren zich met deze .kleine wij
ziging takkoord.
Art. 4. Deze uitbating zal jaarlijks slechts mogen
aanvang nenaan na voorlegging, aan het College van
burgemeester en schepenen, van het bewijs van de
voorafgaandelijke betaling van de premie van de ver
zekeringspolis door den vergunninghouder gesloten
voor het te vervallen jaar ter dekking van zijne bur
gerlijke verantwoordelijkheid uit hoofde van alle welk-
danige ongevallen die in zijne uitbating zouden kunnen
voorkomen.
De verzekeringspolis zal jaarlijks aan de goedkeuring
van het college van burgemeester en schepenen ender
worpen worden voor wat betreft het bedrag van het
verzekerd kapitaal.
M. Vanderghote. Ik denk dat het beter ware de
laatste zinsnede van dit alinea weg te laten en alleen
te vermelden dat de verzekeringspolis jaarlijks aan de
goedkeuring van het schepencollege moet onderworpen
worden.
Dit voorstel wordt zonder opmerkingen aanvaard.
Art. 5. Het is verboden aan den vergunninghouder
buiten zijne inrichting zonder voorafgaandelijke toe
lating een drankgelegenheid of winkel te houden. De
reklaamborden zullen slechts geplaatst worden op de
plaatsen door het college aangeduid.
M. Vanderghote. Buiten de inrichting wil hier be
duiden buiten de territoriale perken der inrichting.
M. Sevs. Dit wil dus zeggen in de onmiddellijke na
bijheid.
M. Lemahieu. Mag de vergunninghouder geen
drank inrichting uitbaten zelfs niet langs den anderen
kant der Rijselstraat Volgens mij kan men hem dat
niet beletten.
M. Seys. In de voorgestelde overeenkomst staat het
dat het houden van herberg of winkel buiten de inrich
ting zonder toelating van het schepencollege verboden
is aan den vergunninghouder, maar binnen de inrich
ting is het hem dan toegelaten. Het eenig bezwaar,
dat men moet trachten te voorkomen, is volgens mij dat
de bezoekers zouden verplicht zijn hun ingangsticket
in een café af te halen. Door het bestaande reglement
heeft het stadsbestuur het recht het oprichten eener
herberg nabij dezen stadseigendom te beletten, doch
men kan den vergunninghouder niet verbieden daar
rechtover een herberg te houden.
M. Vanderghote. Het ware dan misschien best
daarvan niet te spreken in de overeenkomst en deze
bepaling weg te laten
De raadsleden verklaren zich met dit voorstel t'ak-
koord.
Art. 6. Een vierde van de bruto opbrengst van deze
uitbating zal alle veertien dagen in de stadskas uitbe
taald worden.
De ingangsprijs zal bij gemeen overleg vastgesteld
worden.
De inkomprijzen zullen bij middel van Meurisse-
ticketten geïnd worden.
Bij elke bestatigde inbreuk aan deze bepaling zal
van rechtswege aan stad een vergoeding van 250 fr.
verschuldigd zijn.
Art. 7. In geval van misbruik, onregelmatigheid
of wanerde in de uitbating of niet naleving van de be
paalde of door de stad te bepalen voorwaarden, zal
het 'stadsbestuur het recht hebben de uitbating tijde
lijk of definitief te schorsen zonder te kunnen gehouden
zijn aan den vergunninghouder uit dien hoofde eenige
schadevergoeding te betalen.
Art. 8. Het is aan den vergunninghouder verboden
zijn recht van uitbating aan derden af te staan, over
te laten of te laten overnemen zonder voorafgaandelijke
toelating van den gemeenteraad.
Art. 9. Bij afsterven, faling van den vergunning
houder, staking, definitieve schorsing of verlating van
zijne uitbating en bij verval van het hierboven bepaald
termijn, zal het stadsbestuur, in geval het niet verkiest
den hierboven bepaalden eigendom op de onkosten van
den vergunninghouder in zijn vorigen staat te herstel
len. het recht hebben, zonder eenige vergoeding, de uit
gevoerde werken alsmede de inrichting te weerhouden
met uitzondering nochtans van de roerende voorwer
pen die door het stadsbestuur zullen kunnen overge
nomen worden aan een bij gemeen overleg of door des
kundigen bepaalden prijs.
Art. 10. In geval van vijandelijke luchtaanvallen
zullen de casemat en de onderaardsche gangen moeten
ontruimd worden ten einde dezelfde ten dienste te kun
nen stellen der burgerlijke bevolking.
In voorkomend geval zal de stad Yper enkel en al
leen gehouden zijn de ontruimingskosjen te betalen,
M. Seys. In dit geval ware de pacht onderbroken
en zou de vergunninghouder niets moeten betalen al
den tijd dat hij over de inrichting niet beschikt.
Art. 11. Ter waarborg van de stipte naleving dezer
voorwaarden zal de vergunninghouder in de stadskas
een borgsom van 10.000 fr. in staatsfondsen storten.
Art. 12. Alle onvoorziene gevallen zullen door den
.gemeenteraad van Yper zonder beroep of verhaal be
slist of berechtigd worden.
M. Seys. Bestaat er reeds een akkoord aangaande
deze uitbating 7
M. Vanderghote. Neen, van zoodra wij een be
paalde aanvraag ontvangen zullen wij ze aan de goed
keuring van den gemeenteraad voorleggen. Ik stel voor
thans dit ontwerp, dat als basis van de definitieve over
eenkomst dienen moet, in zijn geheel goed te keuren.
Al de aanwezige raadsleden stemmen ja.
VII. Motie militaire garnizoen.
M. Vanderghote. Het schepencollege stelt voor de
volgende motie te nemen De gemeenteraad van Yper,
overwegende dat het in de bedoeling is van het minis
terie van landsverdediging aan het bataljon van het
3 linieregiment, dat voorloopig te Gent gekazerneerd
ligt. een vaste bestemming, te gevenaangezien dit
bataljon zich vóór den oorlog te Yper bevond en er
sedert den oorlog door het stadsbestuur reeds menig
vuldige stappen werden aangewend om dit bataljon
hier terug te krijgen aangezien de stad Yper recht
heeft op een vergoeding voor al de militaire inrichtin
gen. ruiterijschool, smedenschool, hospitaal, enz. die zij
vóór den oorlog bezat en niet meer heeft terug gekre
gen aangezien er tot hiertoe aan hare vraag geen vol
doening is kunnen gegeven worden en het thans in
zekere mate mogelijk ware dit te doen aangezien de
noodige gronden voor het oprichten der nieuwe mili
taire gebouwen hier gemakkelijk kunnen gevonden
worden, drukt den wensch uit het bataljon van het 3''
linie naar Yper te zien komen en besluit dezen wensch
aan den Heer eerste minister en aan den Heer minister
van landsverdediging over te maken.
M. Verbeke. Als vlaamsche oudstrijder en anti
militarist zal ik tegen deze motie stemmen, omdat ik
oordeel dat er reeds geld genoeg, bij miljoenen, verspild
werd voor militaire doeleinden, dienstverlenging. enz. j
De kazernen rijzen overal als paddestoelen uit den
grond en het is omdat deze overdreven en nuttelooze
uitgaven het land aan den rand van het falliet gebracht
hebben dat ik thans tegen de voorgestelde motie stem
men zal. De eenige reden die ten voordeele dezer motie
in aanmerking zou kunnen genomen worden is dat een
garnizoen, in de stad waar het gevestigd is, zekere
vruchten afwerpt ten bate der nering. Doch het tegen
wicht van dit voordeel kan gemakkelijk op een andere
manier gevonden worden. Moesten die miljoenen aan
gewend worden voor het herstellen der vaart Yper-
Kcmen of dienen ter ontlasting van de belastingen dan
zou de nering, handel en nijverheid door den Staat doel
matiger geholpen worden en dan zou er ten minste
ook nuttig werk verricht worden.
M. Van der Mersch. De voorgestelde motie vraagt
alleen dat het bataljon van het 3C linie naar Yper zou
overgeplaatst worden. Misschien, zoo wij het niet vra
gen. zal het naar Meenen of Kortrijk gaan. Waarom dit
bataïjon elders gevestigd en niet te Yper, waar het
vóór den oorlog was
M. Verbeke. De verplaatsing van dit bataljon is
dus reeds beslist Het is uit princiep dat ik met het
voorstel niet kan instemmen.
M. Van der Mersch. Het ware toch beter dat dit
bataljon te Yper zou komen dan elders.
M. Van Alleynnes. Ik zou de melding, volgens de
welke de noodige gronden hier in stad gemakkelijk
kunnen gevonden worden, uit de motie weglaten, aan
gezien dit geen aarde aan den dijk bijbrengt.
Daar er tegen dit voorstel geen opmerkingen gemaakt
worden, schrapt de Heer voorzitter deze woorden uit
de motie.
M. Van Alleynnes. Indien ik goed ingelicht ben,
dan is het reeds vast besloten dat dit bataljon naar
Yper terugkomt.
M. Verbeke. Dan is de motie overbodig.
M. Seys. Neen. want daar kan nog verzet tegen dit
besluit komen.
M. Vanderghote. Ik stel voor de motie goed te
keuren.
Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van
der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornilie, de Heeren Seys,
Biebuyck, Michiel, Coutelle, Van Alleynnes en Vander
ghote neende Heer Verbeke.
VIII. Mededeelingen.
M. Verbeke. Ik zou eens willen vragen hoe het
staat met de werken van Dickebuschvijver. We ver
nemen dat zij een geweldige vertraging ondergaan en
een woord uitleg daarover ware voor ons en ook voor
de bevolking, die er eveneens belang in stelt, een ge
ruststelling.
M. Delahaye. Wij bestatigen dat de werken aan
Dickebuschvijver niet vooruitgaan zooals zij zouden
moeten vorderen. Vanaf 1 September 11. werd aan den
aannemer bevel gegeven de werken aan te vangen. In
't begin heeft hij daar veel volk aangesteld en is met
de uitvoering van loten 1 en 4 begonnen.
Wanneer deze werken nu zullen gedaan zijn is moei
lijk te voorzien. De aannemer heeft daar allerhande
machienen aangebracht, doch wij zien dat zij daar nog
altijd staan zooals ze er toegekomen zijn. Daar is ook
een presmachien voor betonsteenen. maar er zijn nog
verschillige stukken tekort. Zoo zien we dat voor lot
een, waarvoor 100 werkdagen voorzien waren, het del
ven van het groot kanaal nu nog maar gedeeltelijk is
uitgevoerd en dat de onderzoekschouwen nog niet ge
maakt zijn. Aan lot twee, het normaliseeren der Ratte-
steertbeek, waarvoor ook 100 werkdagen voorzien wa
ren, is er nog niet aangekomen geweest. Lot drie, be
grijpende het bouwen eener brug over de Kemmelbeek,
is ook nog niet begonnen. Lot vier, het ophoogen der
oevers, waarvoor 150 werkdagen bepaald waren, is
slechts gedeeltelijk gedaan. Van lot vijf, zijnde de
oeverbekleeding en waarvoor 75 werkdagen waren
voorzien, is er nog niets uitgevoerd gezien de machine
voor het maken der betonsteenen nog niet werkt. De
Heer ingenieur heeft overlaatst nog geschreven aan
den aannemer om te weten wanneer hij met de bagger-
werken zou aanvangen. De aannemer antwoordde dat
hij daarmede in de eerste dagen zou beginnen doch tot
hiertoe werd er nog niet gebaggerd. Voor lot een zijn
de in het lastenkohier bepaalde werkdagen reeds ten
einde en nu zien wij nog niet wanneer dit werk zal ge
ëindigd zijn.
M. Seys. Hoeveel werd er aan den aannemer reeds
betaald
M. Delahaye. Er werd hem nog niets gegeven.
M. Verbeke. Ik bedank den Heer schepen voor zijn
breedvoerigen uitleg, doch ik bemerk dat wij met die
werken in een straatje zonder einde gerocht zijn. Het
is een ingewikkeld vraagstuk.
M. Delahaye. Het is de aannemer die ervoor ver
antwoordelijk is.
M. Lemahieu. Wanneer heeft de Heer ingenieur
De France bevel gegeven de werken te beginnen
M. Delahaye. Met den 1" September.
M. Biebuyck. Dit bevel werd gegeven rond den
15 Oogst om met den 1 September te beginnen.
M. Vanderghote. Ik ben van gedacht aan den Heer
schepen van openbare werken voor te stellen om den
Heer ingenieur samen met den aannemer eens in het
schepencollege te ontbieden.
De raadsleden verklaren zich met dit voorstel t'ak-
koord.
M. Vanderghote. Wij zullen, van zoodra wij een
onderhoud met den aannemer en den Heer inge
nieur gehad hebben, den'noodigen uitleg aan den raad
geven.
M. Michiel. Ik hernieuw een vraag die hier reeds
ever een paar jaren gesteld werd aangaande de Pe-
troolstraat. Deze straat verkeert in uiterst slechten toe
stand en het verkeer is er om zeggens onmogelijk ge
worden. Daar moeten nochtans bakkers, melkboeren en
andere door die straat komen. Denkt ook toch eens aan
de kinderen die aldaar wonen en die met natte voeten
in de klas komen. Denkt aan de grensarbeiders die
's morgens vroeg om 5 u. reeds door die straat moeten
om zich naar trein of autobus te begeven.
M. Vanderghote. Wij weten dat die straat in een
slechten toestand is, doch voor het oogenblik is het ons
onmogelijk daar iets te doen. Wij zijn in onderhandeling
met den Staat voor het verleggen dezer straat en heb
ben de voorwaarden reeds sedert lang opgezonden, doch
we wachten nog steeds op het voorstel der Domeinen
waarvan we maar geen antwoord krijgen.
M. Michiel. Kan er daar voorloopig niets gedaan
worden
M. Vanderghote. De Heer schepen van openbare
werken zal dit eens onderzoeken.
M. Biebuyck. Ware er ook geen middel de kal-
sijde vóór de statie te verbeteren Ik weet niet van
wien dit werk afhangt, maar tusschen de tramlijnen
is de kalsijde in een deerlijken toestand. Men zou toch
de noodige stappen moeten doen om dit te verhelpen.
M. Delahaye. Ik heb den Heer ingenieur dit eens
alsmede den slechten toestand der kalsijde tusschen
de tramsporen in de Elverdinghestraat persoonlijk doen
opmerken.
M. Biebuyck. Het ware beter daarvoor een brief
te schrijven aan de trammaatschappij.
M. Van der Mersch. Wij hebben reeds wel 50 brie
ven geschreven.
M. Seys. In de Elverdinghestraat zijn er zulke
groote putten dat het te verwonderen is hoe de wiel
rijders er zich den hals niet breken.
M. Verbeke. Ook voor het verbeteren der Omloop
straat, gaande van den Dickebuschsteenweg naar Wil
lem Teil, zou er iets moeten gedaan worden. Zoo ook
voor den grintweg gaande, langs de spoorlijn van Rous-
selare, van de Rijselpoort naar Zillebekevijver.
M. Vanderghote. Dit is een private weg.
M. Verbeke. Aan wien werd dan de toelating ge
vraagd om aldaar de vuilnis van stad te mogen storten?
M. Vanderghote. Aan den Staat. Dit is aangevraagd
geworden om aldaar een put te vullen.
M. Pattyn. Ware er geen middel om de verlichting
aan te brengen in de Yperleestraat en Wateringstraat?
In de Tegelstraat, waar Ons Onderdak ook huizen
gebouwd heeft, zouden er insgelijks voorlanden moeten
gemaakt worden.
M. Delahaye. Deze voorlanden zijn reeds voorzien.
Wat de verlichting betreft, zal ik dat eens opteekenen.
M. Verbeke. Ik denk dat het mogelijk ware om op
een goedkoope manier de sympathie-der visschers te
winnen, namelijk met een kleine prijsvermindering voor
de tweede lijn toe te staan. Ik vraag dus dat het sche
pencollege het tarief der vischverloven voor het vis-
schen in de stadswateren zou willen nazien en een
kleine ontlasting verleenen voor de tweede lijn.
M. Michiel. Ik weet niet of dit wel de uitslag zal
hebben die de Heer Verbeke ervan verwacht, want veel
visschers weigeren, gezien den slechten toestand der
stadswateren, een vischverlof te nemen en verkiezen
in de vaart te gaan visschen.
M. Verbeke. De personen die zich tot den Heer
Michiel gericht hebben, zijn misschien visschers in
troebel.water. Deze die mij over de zaak spraken waren
anderen.
De openbare zitting wordt hierop te 19 u. 10 opge
heven.
Le Samedi
30 Janvier 1937
Op Zaterdag 30 Januari 1937
d u
van het
Coin Rue du Passage et Rue de la Gare
YPR E S
lenu par 1© Fran^aia YVES MÉHEU
Hoek Doorgangstraat en Statiestraat
YPER
m
gehouden dooi* den
Frnnnchman