Uitvaart van den Heer Advokaat Henri SOBRY
Oud - Hiii'^emeeHler va11 Yper
Maandag laatst, 22" dezer, heeft Yper een zijner
verdienstelijkste burgers ten grave gedregen en
het heeft zulks gedaan op een wijze die, spijts
haar grooten eenvoud, toch zoo diep treffend was,
omdat de hulde gebracht aan de nagedachtenis
van Heer advokaat Sobry, oud-burgemeester der
stad. zoo eenstemmig en zoo alge
meen was.
Benevens zeer vele geestelijken en
tal van andere personen, die van
heinde en verre gekomen waren,
woonden meest al de vooraanstaande
personen van 't omliggende de begra
fenisplechtigheden bij, en van Yper
zelf was om zeggens ieder huisgezin
er op vertegenwoordigd. Allen had
den eraan gehouden een laatsten blijk
hunner genegenheid en erkentelijk
heid te betuigen tegenover den man
die zich zijn leven lang onvoorwaar
delijk en onbaatzuchtig ten dienste
van zijn evennaaste, van het alge
meen welzijn heeft gesteld.
Aan het sterfhuis was het ruim een
half uur lang een onafgebroken ge
volg van personen van allen rang en
stand die het stoffelijk overschot van
den duurbaren overledene en de ge
achte familie Sobry kwamen groeten,
tot alswanneer de Z. E. Heer Deken,
vergezeld der Eerw. Heeren onder
pastoors van St Maartens en van de
Eerw. Heeren Devos en Socquet, het
lijk ten huize kwam afhalen.
Na de ritueele gebeden zette de
treurige lijkstoet, met het kruis en
de geestelijkheid voorop, zich op weg
naar St Maartens kathedraal waar
de plechtige lijkdienst om 11 u. op
gedragen werd.
Boven op de lijkkist werd vanwege
de Imperial War Graves Commis
sion die op de begrafenis vertegen
woordigd was door den Heer Colonel
Higginson, van Arras, een prachtige
bloemenkrans neergelegd. De hoeken van den
pelder werden gehouden, namens de stad, door
den Heer Cyrille Lemahieu, eerste schepen, die
terzelfdertijd als de Heer Sobry tot gemeente
raadslid van Yper verkozen werd door den Heer
onderzoeksrechter Devos namens de Rechtbank
van 1" Aanleg door den Heer G. Tack, namens
de Kerkfabriek van St Maartens, en namens de
orde der advokaten door den Heer P. Waterblee,
oud-stagiaire van wijlen M,r Sobry.
De rouw werd geleid door de twee zonen en
schoonzoon van den overledene, namelijk E. H.
Joseph Sobry, diocesaan opziener van het katho
liek onderwijs, opgeleid door Z. E. H. Kanunnik
Decoene, algemeen opziener van het katholiek
onderwijsE. H. Paul Sobry, professor aan de
katholieke Hoogeschool van Leuven, opgeleid
door Mgr Van Waeyenberghe, onder-rector van
voormelde Hoogeschool, en M. Joseph De Boeckx,
s opgeleid door E. H. Bonte, pastoor van St Pieters.
Na de andere familieleden volgden de Heeren
Matton, voorzitter der Rechtbank van 1" Aanleg
Van Thorenburg, Procureur des Konings Van
Brusselen, substituut en de Heeren Vandevliedt
en Lefebvre, rechters de Heeren griffiers der
Rechtbank van 1° Aanlegvervolgens al de ad
vokaten ingeschreven in de baliede Heeren
Vanderghote, burgemeesterDelahaye en Van
der Mersch, schepenen Jvr. Cornillie en de Hee
ren Biebuyck, Coutelle, Pattyn, Seys, Van Alleyn-
nes, Verbeke en Vergracht, gemeenteraadsleden
Versailles, gemeentesecretaris Maertens, politie
commissaris Van Sevenant, adjunct-politiecom
missaris, en een afvaardiging der politieagenten
en dan de lange rij geestelijken, waaronder de
Eerw. Heeren Faes en Roose, gewezen onderpas
toors te Yper, andere overheidspersonen en vrien
den en kennissen waaronder wij onder meer be
merkten de Heeren Vandenberghe, bestendig af
gevaardigde Six, provinciaal raadslid Lommez,
provinciale griffierDr H. Brutsaert, gewezen
volksvertegenwoordiger L. Boereboom, bestuur
der van het Ministerie van Landbouw, enz.
De ruime St Maartenskerk, waar zich ook nog
de leerlingen en het onderwijzend personeel van
al de vrije scholen en van meest al de stadsscho
len bevonden, was proppensvol. De plechtige
lijkdienst, opgedragen door E. H. Lamerant, bij
gestaan door de Eerw. Heeren onderpastoors De-
coninck en Huyghe, werd bijgewoond door Zijne
Exc. Mgr Lamiroy, bisschop van Brugge, die in
het koor had plaats genomen en door zijne ver-
eerende aanwezigheid aldus een blijk heeft wil
len geven van zijne bijzondere achting vóór de
kinders Sobry en van zijne hooge waardeering
voor hun geliefden vader wiens werk hij, toen
hij nog deken van Yper was, hier van dichtbij
hoeft leeren kennen en kunnen prijzen.
De offerande, die op twee plaa.sen te gelijk
gegeven werd, duurde tot bij het einde der Mis.
Zelden, of nooit zag men hier zooyeel volk ten
offer gaan, wat wel bewijst hoe. groot de achting,
Oud-Burgemeester Henri Sobry
(Portret door kunstschilder Quisthoudt)
de eerbied en de genegenheid is voor M. Sobry
die steeds stil en in allen eenvoud voor eenig
levensdoel heeft gehad zich nuttig maken en
dienst bewijzen.
Bij het einde der Mis werd de absoute gezon
gen door den Z. E. H. Vermaut, pastoor-deken,
die samen met de Eerw. Heeren onderpastoors
van St Maartens den lijkstoet, die zich nogmaals
in zelfde orde als vóór den dienst vormde, tot op
het kerkhof vergezelde.
Daar werden, voor het open graf en in aanwe
zigheid van de Magistratuur, de Heeren advoka
ten, talrijke priesters en andere personen, vol
gende lijkreden uitgesproken beurtelings door
den Heer advokaat P. Waterblee, namens de balie,
door den Heer burgemeester J. Vanderghote, na
mens de stad en de engelsehe regeering, en door
E. H. Principaal Verhaeghe, in naam der Yper-
sche afdeeling van het Davidsfonds.
Lijkrede uitgesproken door den heer advokaat
P. Waterblee.
Duurbare Meester en Confrater,
Wanneer we Ued., vóór een tiental dagen nog, in
ons midden als naar gewoonte mochten zien, had voor
waar geen enkele onder ons kunnen gissen dat we
vandaag reeds voor Uw open graf zouden staan om
onzen afscheidsgroet te brengen. Het sloeg ons allen
zeer diep toen het bange nieuws van uw zwaar ziek-
zijn tot ons kwam. We vernamen met pijnlijke droef
heid dat alle hoop vergeefsch en geen redding meer
te verwachten was, maar het troostte ons tevens te
weten dat Ued. een stillen dood zoudt sterven.
Uw heengaan is zacht geweest en bange lijden in
Uw ouden welgevulden levensdag werd Ued. door God
gespaard. Ued. zijt heengegaan in stilte, zonder ophef,
zooals Ued. zoovele jaren hebt geleefd als een man vol
onkreukbaarheid, die enkel zijn plicht kende en enkel
aan zijn God en aan zijn geweten gehoorzaamheid
bracht.
j Als mensch en als advokaat hebt Ued. nooit anders
gekend dan de stem van Uw plicht en Uw geweten. En
d e stem was voor Ued. steeds gebiedend. Tegenover
I Uw plicht en Uw geweten hebt Ued. nooit een omweg
gezochthet recht door zee. zooals het voor Ued. kwam
te staan, bleef steeds Uw leus. In Uw beroepsleven was
de rechtvaardigheidszin, die diep gegrift is in ons bin
nenste, oneindig veel meer waard dan een koude wet
tekst, die soms, ten gevolge van menschelijke zwakheid,
zooveel onrecht kan baren. Het was er Ued. nooit om
te doen te weten hoe het resultaat moest worden be
haald, doch wel of het resultaat zelf eerlijk en recht
vaardig was. Heel Uw loopbaan door is deze onkreuk
baarheid hoog blijven uitsteken als een kroon die de
minste van uw levensdaden beheerschte. En die inte
griteit van Uw heele leven, die als 't ware met Uw
wezen vergroeid was. werd gedragen zonder pose, zon
der de minste aanstellerigheid, in schoonen eenvoud,
als iets heel natuurlijks en vanzelfsprekends. Uw diep
kristen-zijn, Uw schoone Vlaming-zijn, Uw edel bur
ger-zijn, Uw ongerepte beroepsleven stonden in het
teeken van het zuiverste plichtbesef. In uw openbaar
leven, wanneer Ued. verantwoordelijkheid tegenover
Uw medeburgers moest dragen, hebt Ued. voor tegen
strever zoowel als voor Vriend dezelfde minzaamheid
aan den dag gelegd, zonder ooit aan eenig favoritisme
te doen. Favoritisme bleef U altoos vreemd. Alleen het
hcoger belang van de heele gemeenschap bleef Uw
richtsnoer, de suprema lex.
Als burger waart Ued. steeds een toonbeeld van
trouw aan Uw ouden Vlaamschen grond, als mensch
hadt Ued. steeds een edelmoedig hart en hebt Ued.
nooit teruggedeinsd het offer van uw eigen zelf te
brengen om de ellende op te zoeken bij de verschop
pelingen van het leven, in afgelegen straatjes en steeg
jes. En boven dit wijdvertakte leven stond uw kristene
overtuiging die alles overstraalde.
Uit ons midden is. een voorbeeldige Kristen, een
schoone Vlaming en een edel mensch verdwenen. Voor
zijn vrienden van de balie van leper zal zijn aanden
ken bijblijven als dat van een inniggoeden confrater
en van een toonbeeld als beroepsmensch.
De Vlaamsche grond, dien Ued. altoos trouw zijt ge
weest, omarme in liefde Uw stoffelijk lichaam en Uw
God, dien Ued. Uw heele leven hebt gediend, omarme
Uwe schoone ziel in de heerlijke eeuwigheid der ge
lukzaligen
Lijkrede uitgesproken door M. J. Vanderghote,
Burgemeester.
Geachte Familie, Waarde Heeren,
De Stad Yper heeft met Oud-Burgemeester Hendrik
Sobry een harer verdienstelijkste dienaars, een harer
meest vooraanstaande burgers verloren.
En het past hier, ter wille van de ontelbare en ge-
waardeerdp diensten welke hij gedurende zeer lange
jaren aan onze stedelijke gemeenschap heeft weten te
bewijzen, dat, bij zijn graf, in naam van Stad en van
de bevolking van Yper, in naam ook van zijne poli
tieke vrienden, als afscheidsgroet aan zijne heldere
gedachtenis eene genegen en diep erkentelijke hulde
gebracht worde.
Gedurende eene lange en eervolle bestuurlijke loop
baan, heeft de duurbare afgestorvene vanaf 1904 in
dep Gemeenteraad de belangen van zijne stadsgenoo-
ten behartigd en verdedigd. Na den oorlog aarzelde
hij geen oogenblik, niettegenstaande de moeilijke om
standigheden. naar zijne geliefde stad terug te keeren
om als schepen en later als burgemeester, met offervaar
digheid 'en onbaatzuchtigheid, met onverdroten toe
wijding en vlijt, met taaie volharding en onwrikbaren
wil, in den dienst te staan van zijne medeburgers en
er zijne groote ervaring en bedrijvigheid te wijden aan
de onmetelijke taak van de verrijzenis en de herwor
ding van onze vernielde stad.
Het langzame werk, dat sinds eeuwen door al de op
volgende geslachten was verwezenlijkt, moest van den
beginne af hervat en doorgedreven. Huizen en praal-
gebouwen moesten, steen bij steen, opgericht en opge
bouwd. Straten, wegen en vaarten geschapen en ge
graven... In een woord, uit den naoorlogschen chaos
moest het gemarteld en geteisterd Yper uit het niet
herschapen en in zijne nieuwe en onverwachte nood
wendigheden voorzien.
En ik wil hier de woorden herhalen die ik, op 29 Ja
nuari 1934 ten Stadhuize tc>t Oud Burgemeester Sobry
richten mocht
De onmetelijkheid van deze gewichtige reuzentaak,
het vooruitzicht van de talrijke moeilijkheden van alle
slaeh die in het verschiet waren hebben u noch tot
aarzelen, noch tot twijfel gedwongen. Uw louter plicht
besef, gesteund en gebouwd op de rots van uwe on
baatzuchtige offervaardigheid en onvoorwaardelijke
liefde tot Yper, heeft u den lastigen maar verdienste
lijken weg gewezen den weg van het Offer, den weg
van den Plicht, den weg van den Dienst.
(Vervolg op blz. 5 van dit blad).
De lijkstoet verlaat het Sterfhuis