3 ONZE SCHEEPVAART DE VAART YPER-KOM EN BESTUUR DER POSTERIJEN VAC ANTI E der beheer en toezicht der regeering 3" De erfgenamen zullen afzien van het proces tot nietig verklaring van het testament door hen aan de Godshuizen van Yper aangedaan en van alle andere rechtsvordering, zoowel als van alle, hoegenaamd welke aanspraak tegenover het beheer van gezegde Gods huizen, aangaande voormeld legaat 4" De erfgenamen zullen erin toestemmen dat de geiden tot de nalatenschap behoorende en in Frankrijk in bewaring gegeven, door de commissie der Godshui zen zouden teruggenomen worden en zullen haar, te dien einde, alle noodige volmacht geven 5" Indien, ten gevolge dezer overeenkomst, erfenis rechten teruggegeven worden op het aan de erfgena men toegekende gedeelte, zullen deze bedoelde rech ten aan de Godshuizen overlaten. Gezien de beraadslaging van 16 Maart 1894 waarbij de besturende commissie der Burgerlijke Godshuizen van Yper gezegde voorstellen tot overeenkomst aan neemt Gezien de gunstige adviezen door den gemeenteraad van Yper en door de Bestendige Deputatie van den Provincieraad van West-Vlaanderen uitgebracht den 24 Maart en den 13 April 1894 Gezien artikelen 910, 937, 1121, 2044 en volgende var. 't Burgerlijk Wetboek, 76 1°, 3<' en laatste paragrafen der gemeentewet Op voorstel onzer Ministers van Justitie en van Financiën, Wij hebben besloten en Wij besluiten Artikel 1. Bovenbedoelde beraadslaging van de besturende commissie der Burgerlijke Godshuizen van Yper, in dato 16 Maart 1894, wordt goedgekeurd. Dien tengevolge wordt gezegde commissie gemachtigd tot aanvaarding van het kapitaal van 300.000 frank, waar van in de tusschengekomen overeenkomst melding ge maakt wordt. Art. 2. Onze Ministers van Justitie en van Finan ciën worden gemachtigd tot aanvaarding, in naam van den Staat, der som van 700.000 frank die, krachtens gezegde overeenkomst, door de wettelijke erfgenamen van den heer Karei Godtschalck moet gegeven worden om te worden besteed aan de stichting, te Yper, eener school van weldadigheid van den Staat. Onze ministers van Justitie en van Financiën zijn belast met de uitvoering van het tegenwoordig besluit. Gegeven te Oostende, den 28 Juli 1894. LEOPOLD. Van 's Konings wege De Minister van Justitie, (get.) V. BEGEREM. De Minister van Financiën, (get.) P. de SMET de NAEYER. Evenals voor het Koninklijk Instituut van Meessen is dit besluit hier formeel en heden heeft het, voor ons ten minste, nog niets van zijn waarde verloren. De Staat, die de som van Fr. 700.000 vooroorlogsche franken, wat heden onge veer 7 millioen fr. vertegenwoordigt, voor de op richting eener Weldadigheidsschool te Yper ont ving, heeft als plicht dit gesticht hier te herbou wen of ons, in overeenkomst met de Commissie van Openbaren Onderstand, algemeene legataris van wijlen M. Godtschalck Karei, een evenwaar dige inrichting, zooals bijvoorbeeld een vlieg- plein gelijk wij het hier vroeger reeds voorstel den, te geven. Binnengevaren Vrijdag 4 Juni 1937, de «Stad Ieperen», (schipper Van Rumst) met 55 ton beurtgoed voor verscheidenen. Maandag 7, de Imperator (schipper Vanhemelrijk) met 125 ton graan voor MM. Blootacker-Vermeersch, leper de Julia (schipper De Dobbelaere) met 115 ton graan voor M. Vandeputte, leper. Dinsdag 8, de Stilla Juvans», (schipper Florijn), van de beurt Met Zorg met 50 ton beurtgoed voor verscheidenen. Zaterdag 12 Juni 1937, de Maria(schipper Van den Bossche) met 116 ton graan voor MM. Blootacker- Vermeersch, leper de Siam (schipper Joos) met 211 ton kolen voor M. Vanoverberghe, leperde Me- haigne(schipper Peleman) met 157 ton kolen voor M. De Geest, leper. Maandag 14, de 't Nieuw leper (schipper Vanden Bossche) met 250 ton graan voor M. Vandeputte, leper; de Honorine (schipper Roelandt) met 220 ton graan voor M. Vandeputte, leper. Dinsdag 15, de Marie(schipper Claus) met 103 ton graan voor MM. Blootacker-Vermeersch, leper de Stad Diksmuide(schipper Steur) met 30 ton beurtgoed voor verscheidenende Marie-Elise (schipper Vandewalle) met 100 ton graan voor M. Van deputte, leper. Woensdag 16, de Hortense(schipper Troch) met 100 ton graan voor M. Hollebeke, leper. Donderdag 17, de Anna(schipper Callens) met 100 ton graan voor M. Vanhoudt, Boezinge. Weggevaren Zaterdag 5 Juni 1937, de Stad Ieperen(schipper Van Rumst) met 35 ton beurtgoed voor verscheidenen. Woensdag 9, de Leona (schipper Deloz) met 140 ton oud ijzer, verzonden door Wed. Vandamme, leper. Vrijdag 11 Juni 1937, de «Stilla Juvans» (schipper Floryn), van de beurt «Met Zorg», met 65 ton beurt goed voor verscheidenen. Woensdag 16, de Stad Diksmuide (schipper Steur) met 30 ton beurtgoed voor verscheidenen. Waterhoogte toestand normaal. Geef, 3 dagen voor uw vertrek, uw nieuw adres aan ten postkantore der plaats die gij verlaat en vermeldt tevens de dagbladen die gij als post abonnement ontvangt. Gij zult alzoo onderbreking of vertraging in de uitreiking van uw brievenpost vermijden. Hebt ge niets vergeten, man Dat u vreugde geven kan Och, 't is waar, het tasje, ja. Met mijn Chicorei PACHA. Met het oog op het bezoek dat de Heer Merlot, Minister van Openbare Werken, Maandag aan staande aan de vaart Yper-Komen brengen zal, meenen wij dat het niet van belang ontbloot is hier eens in 't kort te beschrijven hoe die vaart er tegenwoordig uitziet. Alhoewel de vaart Yper-Komen in 1913 volle dig opgedaan was en zij, ware het niet geweest van de instorting der noodlottige en thans over bodig geworden brug van Hollebeke, reeds lang voor de scheepvaart had geopend geweest, den ken velen nog, doch ten onrechte, dat er van die vaart, na de vier jarenlange beschieting die zij tij dens den oorlog onderging, maar heel weinig meer overblijft. Zij heeft weliswaar veel te lijden gehad en het feit dat men ze nu sedert bijna twintig jaar aan haar treurig lot heeft overge laten, heeft er ook niet weinig toe bijgedragen om den staat van verval der nog overgeble ven kunstwerken te verergeren en hun sterkte te ondermijnen. Doch beginnen wij onze wan deling langs de oevers der vaart, zooals de Handels- en Nijver heidskamer van Yper het zich in haar uitnoodigingsbrief ver oorloofd heeft den Heer Minister Merlot aan te raden, te Komen, een weinig stroomopwaarts de stad, aan de Leie waarin de vaart Yper-Komen uitmondt. Daar bestond vroeger een jaagbrugje dat dien de om den trekdienst langs de Leie niet te onder breken en dat thans totaal door oorlogsfeiten ver nield is. Na den oorlog werd dit brugje vervangen door twee aarden dammen die nu dienen wegge ruimd te worden. Van daar tot dichtbij de staatsbaan Komen- Waasten zijn de oevers der vaart in tamelijk goe den staat en dit gedeelte heeft zichtbaar weinig te lijden gehad. Mits enkele versterkingswerken aan den rechteroever, waar vóór den oorlog reeds grondinstortingen plaats hadden, en uitbaggering zou dit einde vaart spoedig weer in orde zijn. De brug over de staatsbaan van Komen naar Waasten dient herbouwd en de bestaande dam moet geruimd worden. Van de dubbele sluis, op wier muren voornoemde brug moet komen, blijft een zeker gedeelte metselwerk herbruikbaar, doch de deuren en bedieningstoestellen zijn to taal vernield en êr dient eveneens een sluishuis gebouwd te worden. Enkele honderde meters boven dit dubbel sas heeft de dienst der spoorwegen de vernielde spoorbrug vervangen door een dam, die zal moeten weggenomen worden. Meer Yperwaarts hebben wij nog in dit pand de metalen ophaalbrug van het Corentje die dient hersteld en verder nog den totaal verniel den grondduiker voor de Gladjebeek. De oevers van dit pand zijn over de gansche lengte te vereffenen en onder glooiing te stellen. De sluis Nr 3 is ook gedeeltelijk bewaard ge bleven, doch de deuren en bedieningstoestellen zijn verdwenen. In de spaarkom nevens de sluis zijn betonnen schuilplaatsen weg te ruimen. De houten ophaalbrug, die op het bovenhoofd der sluis bestond, is nu door een aarden dam vervan gen geworden en dient dan ook herbouwd. Onder het pand volgend op deze sluis bevindt andere punten op zijn normale breedte dient teruggebracht te worden. De sluis Nr 4, op 't grondgebied Hollebeke, is mits herstelling van het metselwerk goed her bruikbaar. Het sluishuis echter, alsook de deu ren en bedieningstoestellen zijn totaal vernield, en de houten ophaalbrug op het bovenhoofd der sluis is, zooals de andere, vervangen geworden door een aarden dam die dient geruimd te wor den. De metalen ophaalbrug onder den gemeente weg Hollebeke-Kortewilde is ook totaal verdwe nen. De oevers van het pand tusschen de sluizen Nrs 4 en 5 zijn op gansch de lengte onder profiel te stellen en op vele plaatsen heeft de vaart daar De sluis van 1912 in de sleuf van Hollebeke zich de duiker op de Kortekeerbeek. Deze duiker is nog in goeden staat. Op het grondgebied Houthem bevinden zich nog twee metalen ophaalbruggen, waarvan de landhoofden in redelijken toestand bewaard zijn gebleven. Die bruggen zijn thans door aarden dammen vervangen en dienen hersteld te wor den. De oevers zijn op verschillende einden in orde te brengen, terwijl de bodem der vaargeul op De Vaart bij haar monding in de Leie de voorziene breedte van 10 meter niet meer. Thans naderen wij de scheidingskruin tusschen het Leie- en het Yzerbekken, of het gedeelte der vaart waar men vroeger de opeenvolgende moei lijkheden tegenkwam en dat tevens tijdens den oorlog het meest omwoeld werd. De sluizen Nrs 5 en 6 zijn sterk beschadigd en voorzeker grootendeels te herbouwen. Ook het pand tusschen deze sluizen is erg beschadigd en zal aanzienlijke aardewerken vereischen voor het herstel der oevers en voor de verwezenlijking van de normale sectie der bedding van de vaart. Het vak gelegen tusschen sluizen Nrs 6 en 6bis is door den oorlog geheel omwoeld geworden en biedt denzelfden aanblik als dezen dien we hier over gansch de frontstreek na den wapenstilstand aantroffen. Alleen het metselwerk der sluizen 6bis en 7bis, in 1912 door aannemer Monnoyer gebouwd en gelegen aan de uiteinden van het verdeelings- pand, is in redelijken staat bewaard gebleven en zal mits plaatselijke herstellingen terug in orde kunnen gebracht worden. De deuren en bedie ningstoestellen echter zijn verdwenen en ook de sluishuizen zijn totaal vernield. Het is in dit nu door den oorlog gansch ver woeste verdeelpand dat zich vroeger, over onge veer een lengte van 1100 meter, aanzienlijke oeverinstortingen en grondverschuivingen voor deden, die oorzaak waren der moeilijkheden om dit pand bevaarbaar te maken. Thans echter, naar het woord van den Heer algemeene secretaris Delmer, biedt de natuur van den grond niet de minste moeilijkheden meer aan en de grootsche en zoo goed geslaagde wer ken van Eygenbilsen, waar men op veel grootere schaal met dezelfde moeilijkheden als vroeger hier te Hollebeke te kampen had, zijn daar een slaande bewijs van. De sluizen, genummerd 7 en 8, zijn ook niet te fel beschadigd, doch evenals voor al de andere sluizen zijn de deuren en bedieningstoestellen te vernieuwen. In de spaarkom van sluis Nr 7 bevinden zich nog een groot aan tal stukgeschoten betonnen on derstanden. Op het benedenhoofd van laatstgenoemde sluis was de vaste brug over de groote baan van Yper naar Waasten ge bouwd. Nu is daar een dam aan gelegd. Het pand tusschen voornoem de sluizen is op den linkeroever geheel onder profiel te zetten en onder dit pand moet nog een grondduiker hersteld worden. De sluis Nr 9 is niet te erg beschadigd, maar al de beweeg bare toestellen ervan zijn te vernieuwen. In dit pand is de rechter oever gansch te her- profileeren en dienen de meta len ophaalbrug onder den ge meenteweg Voormezeele-Yper en de draaibrug onder de baan Yper-Kemmel herbouwd te worden. De grondduiker over de Balbaerdbeek is be waard gebleven, doch de dichtheid van het bui- tenwelfvlak ervan zou dienen nagezien te worden- Vanaf sluis Nr 9 tot aan de dubbele sluis 10-11 is de rechter oever ook te herprofileeren, ten minste tot aan de baan Yper-Belle. Op dit vak is de draaibrug onder gezegde baan totaal te her- metselen, alsook de hevelduiker voor de Dicke-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1937 | | pagina 3