Snijschool voor Dames
R^PANNEKOUCK^^elf
VOOR AL UWE GLASWERKEN
CAMILLE ROSSEY
Lessen gegeven door
2
WENDT U TOT HET VERMAARD HUIS
Bijzonder gekend voor zijn KUNSTGLASWERKEN in KOPER en LOOD
VOOR KERKEN, OPENBARE GEBOUWEN EN MEUBELS.
ALGEMEENE GLASHANDEL
Op 28 Juni a. begin van een volledigen kursus, alle MAANDAGEN
's morgens van 9 tot 12 uur en 's namiddags van 2 tot 5 uur.
Inschrijving en inlichtingen bij
R. PANNEKOUCKE, Boomgaardstraat, 15, IEPER.
op maat.
Lessen per tiiu*.
te aanvaarden, de formaliteiten en modaliteiten der
uitvoering ervan zullen dan later besproken worden.
M. Leuridan. Dit zou volgens mij niet alleen in
beginsel moeten aanvaard worden, doch men zou bij
den Openbaren Onderstand moeten aandringen om dit
ontwerp zoo spoedig mogelijk te verwezenlijken. De
Orec immers, zooals de Heer Missiaen het in zijn ver
slag schrijft, zal niet eeuwig blijven bestaan. Die dienst
zal van nu voort maar een zeer kortstondig bestaan
meer hebben en men zou dus de Commissie van Open
baren Onderstand moeten aanzetten dit werk spoedig
uit te voeren, ten einde nog van den huidigen gunsti-
gen tijd en van de ruime toelagen van dezen dienst
te kunnen genieten. Wij hebben vandaag nog uit den
mond van den Heer Minister Merlot gehoord hoe het
de moeite waard is er bij te zijn om een deel in de nog
beschikbare toelagen te ontvangen, en daarom zou men
de Commissie moeten vragen dit werk dadelijk uit te
voeren.
M. Lemahieu. Ik ben daarmede t'akkoord en in
naam van het schepencollege zal er in dien zin aan
den Openbaren Onderstand geschreven worden. Als
lid der Commissie zal ik ook niet nalaten deze ziens
wijze te steunen, doch het princiep van dit werk moet
eerst door den gemeenteraad goedgekeurd worden.
M. Michiel. Ik moet er alleen mijn spijt over uit
drukken dat het schepencollege zoolang gewacht heeft
die kwestie aan het advies van den gemeenteraad te
onderwerpen.
M. Leuridan. Het verslag dagteekent van den 20
April 1937.
M. Van der Mersch. Wij hebben den brief van den
Heer Missiaen einde April ontvangen en van zoodra
wij den brief in het schepencollege onderzocht hadden,
hebben wij naar den Openbaren Onderstand geschre
ven om nadere inlichtingen te bekomen en namelijk te
vragen welke toelagen er door het Ministerie en de
provincie voor de uitvoering van dit werk zouden toe
gestaan worden. Van zoodra wij in 't bezit waren van
het antwoord, hebben wij de zaak opnieuw onderzocht
De zaak werd door het schepencollege met al den
mogelijken spoed onderzocht Thans zal de bundel,
nadat de raad dit werk in princiep zal goedgekeurd
hebben, dadelijk naar den Openbaren Onderstand te
ruggezonden worden.
M. Lemahieu. Gezien al de raadsleden t'akkoord
zijn om dit werk zoo spoedig mogelijk te zien uitvoe
ren. stel ik voor thans tot de stemming over te gaan.
Het voorstel wordt eenparig aangenomen. De Heer
schepen Lemahieu alleen onthoudt zich.
VI. Staatsmiddelbare school Besteeniging van de
koer Openbare aanbesteding Proces-verbaal.
M. Lemahieu. Ik verleen het woord aan den Heer
schepen Delahaye, die zich bijzonder met deze zaak
heeft bezig gehouden.
M. Delahaye. Het bestek en plan der besteeniging
van de koer der Middelbare school werden reeds goed
gekeurd en de aanbesteding van dit werk heeft plaats
gehad. Het schepencollege heeft de ingezonden aanbie
dingen samen met den Heer bouwmeester onderzocht.
Het laagste aanbod is dit van den Heer Henri Delhem,
aannemer te Yper, met de som van 42.639 fr. 71. Het
schepencollege stelt voor deze aanbesteding goed te
keuren en het werk aan den aannemer Delhem toe te
vertrouwen. Dit werk zal echter nog niet dadelijk kun
nen uitgevoerd worden, daar de bundel eerst nog voor
goedkeuring naar Brussel moet gezonden worden.
M. Biebuyck. Is het wel noodig dat de gemeente
raad thans een beslissing neme, gezien de Staat zin
nens is alle werken op zich te nemen Gewoonlijk is
het hij die bestelt, die betaalt.
M. Lemahieu. Die wet, zoo zij in voege komt, zal
toch maar met 1 Januari aanstaande van kracht wor
den. Indien de stad het werk nu uitvoert en de wet
later in voege treedt, zal zij misschien een deel van
de gedane uitgaven terugbetaald worden.
M. Biebuyck. Dit is niet zeker.
M. Lemahieu. Neen, maar moeten wij daarom nog
wachten om dit werk uit te voeren De aanneming is
nu reeds gedaan en moesten wij de besteeniging nu niet
doen. dan zal de Staat misschien beslissen dit werk
uit te voeren. In dit geval zou alles opnieuw te herbe
ginnen zijn en zou men nog een jaar moeten wachten
om de koer der school besteenigd te hebben.
M. Van der Mersch. De gemeenteraad zou nu toch
de gedane aanbesteding moeten goedkeuren, onafgezien
van de kwestie zoo de stad of de Staat de werken zal
betalen, want volgens het lastenkohier zou de bestee
niging van de koer moeten begonnen worden met 15
Juli aanstaande, dus met het verlof, en tegen den 15
September geëindigd zijn.
M. Delahaye. Indien wij nu het werk niet laten
uitvoeren, dan zullen de 400 leerlingen, die de Middel
bare school bezoeken, daar voorts op de koer in de
modder ploeteren. Moest de voorgestelde wet dadelijk
in voege treden, dan zou het werk geheel ten laste zijn
van den Staat.
M. Biebuyck. Ik ben t'akkoord om te zeggen dat
dit werk noodig gedaan is. doch de stad moet het niet
betalen.
M. Van Alleynnes. Volgens de wet worden de ge
bouwen door den Staat overgenomen, dus gij zult ze be
taald worden en in den prijs kunt gij dan rekening
houden met de werken die gij er uitgevoerd hebt. Thans
kunt gij nog genieten van de tusschenkomst van de
Orec, zoodat gij er alle belang bij hebt dit werk drin
gend uit te voeren.
M. Lemahieu. Het schepencollege is van gedacht
de gedane aanbieding goed te keuren en ik stel dan
voor tot de stemming over te gaan.
De raadsleden brengen eenparig een goedkeurende
stem uit.
VII. Landbouwwegen Onderhoudswerken
Lastenboek Bestek.
M. Lemahieu. De Heer schepen van openbare wer
ken zal dit punt willen uiteenzetten.
M. Delahaye. Ik heb de eer het lastenboek en het
bestek voor het herstel der landbouwwegen, zooals ik
dit tijdens de laatste zitting aan den Heer Leuridan be
loofd heb, aan de goedkeuring van den gemeenteraad
te ondenyerpen. Volgens het advies van den Heer inge
nieur der provincie zullen wij de ontworpen verbete-
rings- en onderhoudswerken in twee jaar uitvoeren.
De toelagen, die wij voor deze werken zullen ontvangen,
bedragen vanwege den Staat 1/5 der kosten en 1/8 van
de provincie, daarbij moeten de aanpalende gemeenten
ook de kosten der aanbesteding helpen dragen. In 1937
zullen wij de volgende werken uitvoerenFrezenberg-
straat, 250 m. lang, waarvoor 5 ton steenslae van 6/4
en 25 ton van 2/4 voorzien wordtKortrijkstraat, 2120
m. lang Verlorenhoekstraat, 1275 m. waarvan 880 m.
gemeen met Langemarck, hiervoor wordt 30 ton steen
slag van 6/4 en 90 ton Van 2/4 voorzienAugustinen-
straat, 1165 m. waarvan 575 m. gemeen met Brielen, te
herstellen met 60 ton steenslag van 6/4 Omloopstraat,
1265 m. lang en geheel gemeen met Vlamertinghe, voor
het herstel hiervan wordt het gebruik van 30 ton
steenslag van 6/4 en 90 ton van 2/4 voorzienen de
Pannenhuisstraat, 1251 m. lang waarvan 451 m. samen
met Voormezeele, en waarvoor 30 ton steenslag van
6/4 en 90 ton van 2/4 zullen gebezigd worden. In 1938
zal het herstel der volgende landbouwwegen aan de
beurt komen het overblijvende deel der Kortrijkstraat,
de Bellewaerdestraat, 1172 m. lang, de Wulvestraat, de
Voormezeelestraat 1218 m., en de Wieltjestraat 916 m.
Hiervoor zijn de berekeningen reeds gedaan. Voor de
werken in 1937 uit te voeren is een uitgave van
28.014 fr. 20 voorzien en voor deze van 1938 een uitgave
van 20.564 fr. 40. Het schepencollege stelt voor deze
ontworpen onderhoudswerken goed te keuren, ten
einde dadelijk de toelagen te kunnen aanvragen en de
aanbestedingen uit te schrijven.
M. Leuridan. Hoe staat het met de naburige ge
meenten die een deel in de kosten moeten betalen
M. Delahaye. Aan die gemeenten werd nu reeds
gevraagd ons haar schriftelijk akkoord te willen laten
geworden. Het is de stad Yper die gansch de toelage
vraagt, doch wanneer deze inkomt dan wordt aan de
gemeenten aanstonds de rekening gezonden van het
deel dat haar toekomt.
Het gedane voorstel wordt hierop eenparig goedge
keurd.
VIII. Pompierskorps Grondreglement Goed
keuring der overeenkomsten tusschen de stad en de
▼erschillige gemeenten.
M. Lemahieu. De Heer schepen Delahaye, die zich
bijzonder met die kwestie gelast heeft, zal dit punt
uiteenzetten.
M. Leuridan. De Heer schepen van openbare wer
ken heeft dezen avond goed zijn werk.
M. Lemahieu. De Heer schepen Delahaye is daarbij
nog brandweerman en dus bijzonder bevoegd in die
1 kwestie.
M. Delahaye. Het gedane voorstel heeft voor doel
de verschillige brandweerkorpsen op een solidaire en
meer moderne wijze in te richten, daar er van hooger
hand voorschreven werd elkander onderling hulp te
verleenen. De provincie West-Vlaanderen werd met dit
doel in 24 centrums verdeeld. Yper maakt een dezer
centrums uit en moet hulp verleenen aan de volgende
gemeenten Boesinghe, Brielen, Dickebusch, Elverdin-
ghe, Hollebeke, St Jan, Voormezeele, Zillebeke en Zon-
nebeke. Het pompierskorps van Yper heeft daarbij nog
een contract met de Commissie van Openbaren Onder
stand aangaande het weezengesticht van Locre. Volgens
de af te sluiten overeenkomsten zullen de gemeenten,
in geval van groote brandramp, beroep mogen doen
op de brandweer van het centrum. In vergelding hier
voor zullen de gemeenten jaarlijks de volgende vergoe
ding betalen25 centiemen per inwoner indien de ge
meente geen eigen brandweer bezit, en 10 centiemen
per inwoner zoo de gemeente een brandweerkorps met
een brandpomp bezit. Deze vergoeding dient gestort
in de hulpkas der brandweermannen van West-Vlaan
deren. Daarbij dient nog, in geval de brandweer van
het centrum opgeroepen wordt, betaald te worden
5 fr. per kilometer afgelegden weg voor den autovracht
wagen, 65 fr. per km. voor de autopomp, 0 fr. 50 per
meter voor slangen van minder dan 70 millimeter door
snede en 1 fr. per meter voor slangen van meer dan
70 mm. Voor het personeel zijn de volgende vergoedin
gen voorzienvoor de onderofficieren en korporaals
8 fr. per uur en voor de manschappen 7 fr. per uur.
Hier ten stadhuize van Yper hebben wij reeds een
vergadering gehad met de burgemeesters der bij Yper
aangesloten gemeenten die zich met de voorgestelde
overeenkomst t'akkoord verklaarden en ze door hun
gemeenteraden deden stemmen. Voor het oogenblik
hebben wij reeds een geteekend contract met 6 of 7
gemeenten, en thans zijt gij ook geroepen dit contract
goed te keuren. Terzelfdertijd als die overeenkomst
wordt ook het grondreglement, dat hetzelfde is voor
geheel het land, en waarvan gij een afschrift bekomen
hebt, aan uwe goedkeuring onderworpen. Het is het
oud reglement van het pompierskorps dat nu een wei
nig aangevuld werd, derwijze dat het een betere ver
zekering voor de manschappen behelst en ook nadere
bepalingen omtrent de ouderdomsgrens voorziet. Van
de officieren zal thans vereischt worden dat zij een
tijd lang bijzondere leergangen volgen. De aan het
brandweerkorps toegestane toelagen beloopen tot een
derde der onkosten. De overeenkomst, die voorzien
wordt met de gemeenten af te sluiten, is dus een kwestie
van solidariteit en menschlievendheid. Het schepen
college stelt voor deze overeenkomst goed te keuren.
In het reglement staat echter iets dat niet heel juist is,
namelijk betrekkelijk de vergoeding die betaald wordt
voor de diensten in stad. In het reglement staat ver
meld dat er 5 fr. per uur betaald wordt als de dienst
niet minder dan 2 uur bedraagt, doch in geval van
brand wordt 5 fr. per uur betaald zelfs voor minder
dan twee uur.
M. Lemahieu. Heeft de gemeente Langemarck niet
gevraagd om van Rousselare gescheiden te zijn en bij
Yper aangesloten te zijn
M. Delahaye. Dit is een kwestie die den gemeen
teraad niet aanbelangt. Wanneer de gemeente Lange
marck haar aansluiting bij Yper zal aanvragen, dan
wordt die vraag overgemaakt aan den provincialen
dienst die ze onderzoekt en erover beslist.
M. Seys. Die vergoeding van 25 of 10 centiemen
per inwoner, moet zij ook door de stad Yper betaald
worden
M. Delahaye. Neen.
M. Seys. Dan is het goed. De stad Yper wordt dus
aanzien als reeds genoeg betalende door het inrichten
van den dienst.
M. Van Alleynnes. Ik bedank het schepencollege
omdat het den tijd gevonden heeft het reglement te
doen afschrijven ten einde het ons te overhandigen. In
artikel drie van het reglement zie ik dat de officieren
van het brandweerkorps benoemd worden door den
Heer gouverneur der provincie op een lijst van can-
didaten door den gemeenteraad voorgedragen, en dan
wat verder dat de officieren benoemd of afgezet wor
den door den gemeenteraad op advies van den Heer
gouverneur. Ik zou verkiezen alleen dien tweeden zin
in het reglement te behouden en de officieren door den
gemeenteraad en niet door den provinciegouverneur te
doen benoemen, omdat de gemeenteraad beter de man
schappen kent en beter geplaatst is om over hun waar
de en bekwaamheid te oordeelen. In het voorgesteld
reglement laat men ons de keuze over de twee wijzen
van benoeming der officieren, zoodat het ons dus mo
gelijk is het reglement in dien zin te wijzigen.
M. Lemahieu. Ik ben daarmede t'akkoord. Daar
voor volstaat het ons den eersten zin uit te schrappen.
Zijn er geen bezwaren tegen deze wijziging van het
reglement
Daar niemand het woord vraagt, wordt deze veran
dering als goedgekeurd aanzien.
M. Seys. In het reglement staat ergens bepaald
dat de leden der brandweer verplicht zijn bij het korps
te blijven zelfs als zij van woonst veranderen of de
gemeente verlaten. Ik denk dat zulks overdreven is.
NMHnwMHnnnHnn
4 0, Hondstraat, 40- YPER
GROOT
KLEIN