KARLOFF
f
LEBAiÖH
GREGOR
Cinema Flora - Yper
Boris
MH»
2
Het Geheim der Zwarte Kamer
- EEN OPENBAAR GEVAAR -
neur Baels gezeten was, en eenige auto's met de
andere overheden, van weerskanten omgeven
door het brandweerkorps sloten dezen langen
stoet met zijn vele vlaggen.
HULDE AAN DE YPERSCHE HELDEN
Al langs de Statiestraat, Tempelstraat en Boter-
straat richtte de stoet zicti naar de Groote Markt
Koning Albert, doch in 't voorbijgaan werd halt
gehouden bij het gedenk teeken der Ypersche ge
sneuvelden, aan den voet van hetwelk de Heer
Gouverneur een prachtige bloemengarve neerleg
de, terwijl de klaroenen der brandweer de Re
veil bliezen.
Na deze vrome hulde aan onze dierbare Dooden,
nam de Heer Gouverneur terug plaats in zijn rij
tuig, waarna de stoet hem leidde tot vóór het
stadhuis. De leerlingen van verscheidene scholen
van stad vormden er de haag en ook de aan den
stoet deelnemende maatschappijen plaatsten zich
van weerskanten de poort van het stadhuis om
den Heer Gouverneur en zijn gevolg door te
laten.
DE ONTVANGST TEN STADHUIZE
Aan de poort van het stadhuis was een mar
quise geplaatst, terwijl de vloer met mollige ta
pijten bedekt was. Bij het uitstappen van zijn
rijtuig werd de Heer Gouverneur allervriende
lijkst ontvangen door een leerling der stadsjon-
gensschool van Yper, die zich de tolk miek van
al de Ypersche jongensscholen om aller gevoelens
van vreugde en eerbied uit te drukken en die,
als blijk hunner achting en erkentelijkheid, aan
den Heer Gouverneur een prachtigen ruiker aan
bood. Vervolgens trad een leerlinge van de Maria-
school der Zusters Lamotte, heel lief in 't wit ge
kleed met een breed driekleurig lint over den
schouder, vooruit en droeg op haar beurt, namens
al de meisjesscholen van Yper. een klein hulde-
complimentje voor en bood den Heer Gouver
neur insgelijks een allermooisten bloemtuil aan.
De Heer Gouverneur, door deze schoone kinder-
hulde aangenaam verrast, bedankte met enkele
vriendelijke woorden, drukte den braven jongen
hartelijk de hand en omhelsde het lieftallig
meisje vaderlijk op beide wangen.
De Harmonie Ypriana hief daarna opnieuw de
Brabangonneaan, waarna de Heer Gouver
neur door den Heer Burgemeester naar de ge
meenteraadszaal geleid werd, waar de officieele
ontvangst plaats had en waar reeds talrijke ge-
noodigden den Heer Gouverneur opwachtten.
Onder deze bemerkten wij, benevens den Heer
arrondissementscommissaris, bestendig afgevaar
digde B. Vermeulen en de andere reeds ver
noemde overheden, die den Heer Gouverneur ter
statie hadden afgehaald, nog de volgende perso
naliteiten Zeer Eerwaarde Heer Vermaut, pas
toor-deken van Yper E. H. Verhaeghe, principaal
VANAF VRIJDAG 17 SEPTEMBER 1937
Twee machtige Franschsprekende films
met Vlaamsche teksten
Geweldiger dan Frankenstein
■1*
Een aandoenlijke, sentimenteele en ontroerende film
met Jean ARTHUR en Georges MURPHY.
Een drama van gangsters, die een komedie wordt
te midden eigenaardige avonturen die zelfs op sommige
oogenblikken heel vermakelijk zijn.
Men begint met den PATHÉ - JOURNAL.
KINDERS NIET TOEGELATEN.
van het Bisschoppelijk College van Yperde
Heeren provinciale raadsleden Bollingier, van
per,- Lepou tre van Waasten en Lefebvre, van
Poperingne de Heeren Devos de Molöergem en
Lefebvre, rechters bij de Rechtbank van 1" Aan
leg te Yper Van Brussel, substituut van den
Procureur des Konings Dethoor en Dehem, grif
fiers bij de Rechtbank van 1" Aanleg advokaat
H. Delobel, vertegenwoordigende de balie van
Yperadvokaat Van der Mersch, schepen, en
Biebuyck, gemeenteraadslid van Yper R. Bou
quet, voorzitter, R. Ommeslagh, lid, J. Vanraes,
eeresecretaris, Hellebuyck, secretaris, Liégeois,
ontvanger, C. Schmidt, toeziener en D' Dochy,
geneesheer der Commissie van Openbaren Onder
stand van YperIsaï Gruwez, voorzitter van het
Nationaal Verbond der Oorlogsinvaliden L.
Cambier, voorzitter der Vuurkruisen Cardinael,
namens den Nationalen Oudstrijdersbond; Claeys,
namens de Poilus de France Lawrence, na
mens het British Legion van Yper H. Casier,
voorzitter, M. Lauwers, ondervoorzitter, en L.
Vandevoorde, schatbewaarder der Koninklijke
Hofbouwmaatschappij van Yper H. Vermeulen,
voorzitter, en Ed. Toussaert, secretaris, samen
met verschillige bestuursleden der Handels- en
Nijverheidskamer van Yper R. Leclercq, tele-
graafontvanger en voorzitter van het Last Post
ComiteitDe France, arrondissementsingenieur
Merlin, ingenieur van Bruggen en WegenVan
Wynsberghe, postmeester te YperJ. Tordeur,
inspecteur van het onderwijsDuthoy, opziener
van het technisch onderwijsOorts, bestuurder
der Staatsmiddelbare schoolJufvrouwen Ver-
halle en Waeles, bestuursters der stadsmeisjes
scholen van de St Janstraat en Rijselstraatde
Heeren Denaegel, bestuurder der stadsjongens-
schoolBlomme, bestuurder der Muziekschool
Landtsheere, bestuurder der Nijverheidsschool
Antony, stadsbibliothecaris Gits, stadsbouwkun-
dige Caenepeel, bestuurder van het slachthuis
en verders nog een groot aantal burgemeesters
van 't omliggende, en namelijk Mejuffer Kein-
giaert de Gheluvelt, burgemeester van Gheluvelt;
de Heeren Thibault de Boesinghe, burgemeester
van BoesingheGraaf de Laubespin, van Elver-
dingheBruneel de la Warande, van Kemmel
Bartier, van VoormezeeleBouton, van Vlamer-
tingheVerbiese, van Brielen Vandooren, van
PoperingheVandromme, van Westoutre Tra-
chez, van Meessen Pillaert, van Waasten Ingel-
been, van Gheluwe Noppe, van WoestenDe
block, van Crombeke, en Debergh, van West-
vleteren.
De Heer burgemeester Vanderghote verwel
komde den Heer Gouverneur Baels in dezer
voege
Heer Gouverneur,
Het is voor onze Stad een groote eer U vandaag offi
cieel in ons voorloopig Stadhuis te mogen ontvangen.
Ik ben dan ook vereerd en gelukkig U, ter gelegen
heid van uwe blijde intrede in Yper, de gevoelens van
eerbied, de hulde van 't Stadsbestuur en van de bevol
king te mogen vertolken en U, in hun naam, uit ter
harte welkom te mogen heeten.
Wij begroeten. Heer Gouverneur, in U den vertegen
woordiger in onze Provincie van onzen beminden Vorst
Koning Leopold III, die over al onze gemeenten en
steden zijn heerschend gezag voert, den hoogen en
voornamen ambtenaar aan wien de zware taak werd
toevertrouwd, de verbindingsagent te zijn tusschen de
Regeering eenerzijds en de Provincie en de gemeenten
anderzijds, ten einde de nooden te doen verhelpen en
de verschillende vraagstukken in hunne nauwe scha
keeringen te doen kennenZooals de Burgemeester,
als hoofd van het gemeentelijk bestuur, voor eerste
zending en plicht heeft te behartigen al wat de hem
toevertrouwde gemeenschap aanbelangt, zoo werd U,
Heer Gouverneur, de gewichtige taak toevertrouwd
toezicht te houden over het beheer, zoowel op bestuur
lijk als op economisch gebied, van de gemeentebelan
gen in gansch deze Provincie, maar ook en vooral te
maken dat, onder uwe leiding, de betrachtingen van de
onder uw gezag geplaatste bestuurlijke entiteiten, niet
tegenstaande hunne verscheidenheid en zoo dikwerf
hunne tegenstrijdigheid, in het kader van het provin
ciaal belang versmolten, met elkaar overeengebracht
en samengesnoerd, tot eene volkomen ontwikkeling
zouden gebracht wordendit ten bate van het alge
meen welzijn.
Wij kennen. Heer Gouverneur, de bezorgdheid met
dewelke gij, vanaf den dag uwer benoeming, deze taak
hebt waargenomen, de economische toestanden inWest-
Vlaanderen hebt nagegaan. Wij weten met welke nauw
keurigheid gij de eraan verbonden noodwendigheden
hebt weten vast te stellen, om in de opgedoken leemten
en in de opgespeurde wantoestanden te voorzien. Het
problema van de vlasnijverheid, van het hopvraagstuk.
van de zeevisscherij, de toestand van den landbouw
en de nijverheid, de toestand van de economische uit
rusting onzer streek, van de onontbeerlijke verbin
dingsmiddelen per water en per land, zijn van uwent
wege het voorwerp geweest van een grondig en welwil
lend onderzoek.
Wij herinneren ons ook uwe talrijke bezoeken aan
de nijverheidsgestichten van ons gewest, aan de haven
van Yper en aan den steeds in puin liggenden water
weg Yper-Komen.
De inlichtingen die U te dezer gelegenheid werden
verstrekt, uwe persoonlijke bestatigingen en bevin
dingen, uwe ervaring hebben U ongetwijfeld den weinig
rooskleurigen toestand laten uitschijnen waarin onze
stad verkeert, het acute van de economische capitis
diminutiowelke de wereldoorlog voor Yper heeft
teweeggebrachtvooral de noodzakelijkheid die zich
opdringt, niet alleen voor onze stad maar ook voor
gansch ons gewest, in dezen toestand doelmatig te ver
helpen.
Binnen enkele dagen zal den laatsten strijd gevoerd
worden, een nieuwe krachtinspanning gedaan om het
onmiddellijk herstel van de verbinding van Yper met
de Leie van de Regeering los te krijgen. Wij zijn over
tuigd dat gij in dezen strijd, zooals in 't verleden, onze
gemeenschap zult ter zijde staan opdat aan onze Stad,
die voor de verdediging van België welvaart en voor
spoed ten beste gaf, eene kans van economische herle
ving zou gegeven worden.
Het toerisme, die breed uitloopende nijverheid waar
mede alle middenstandsambachten, hotelbedrijf, land
bouw en allerhande neringen in nauw verband liggen
is en blijft, spijtig genoeg, de eenige hefboom die onze
bevolking :n eenige mate verhelpt. De ontwixkeling van
de toeristieite beweging, in er. ten bate van onze scnoone
orovmcxe met hare heerlijke Kunststeden en sierlijke
kust, was ook steeds het voorwerp u.ver belangstelling
en onverpoosde werkingde inrichting van een offi
cieele provinciale Vereeniging voor Vreemdelingenver
keer. de hooge bescherming welke gij aan het Pavil
joen voor Toerism in West-Vlaanderen hebt verleend
ter Internationale Tentoonstelling van Brussel, de mil
de huip weike het Provinciaal Bestuur ten voordeele
van deze propaganda schonk en last not least
het verdrag tusschen West-v'laanderen en de spoorweg-
na a.schappijen van Groot Brittanje gesloten, ten einde
tienduizenden en tienduizenden toeristen van uit Groot
Brittanje naar onze gouw te lokken, verdrag dat dank
aan uw initiatief, aan uwe onverdroten persoonlijke
voetstappen eene werkelijkheid is geworden, getuigen
ontegensprekelijk van uw klaar besef van de belangen
van de provincie, uw bewustzijn van de omvangrijkheid
van de economische mogelijkheden van ons West-
Vlaanderen, uwe innige liefde voor onze streek.
Deze zeer beperkte beschouwingen laten mij toe te
besluiten dat, op welk gebied het ook weze, alwaar het
de belangen van de provincie, steden en gemeenten
geldt, wij steeds uwe voorname bezorgdheid, uwe offer
vaardige toewijding, uwe schrandere ihitiatieven aan
treffen.
Die bestatiging is voor ons de stellige borg van uwe
innige medewerking aan de edele taak van West-Vlaan-
deren s en Yper's heropbeuring. Ik wil dan ook, Heer
Gouverneur, U bedanken voor al wat gij reeds voor
onze gemeenschap hebt verwezenlijkt, U de verzekering
geven dat wij U steeds ter zijde zullen staan in dezen
verheven dienst en de hoop koesteren U nog lange
jaren aan de leiding van onze gouw te mogen bewaren,
ten bate van onze Stad, van West-Vlaanderen, van de
Belgische gemeenschap.
Deze rede werd luidruchtig toegejuicht en de
Heer Gouverneur antwoordde dan heel eenvou
dig, zonder de minste aanstellerij en volkomen
op zijn gemak alsof hij voor een vriendenkring
sprak, maar in een taal die men rechtzinnig en
gemeend gevoelde en die op al de aanwezigen
den besten indruk miek. Wij geven hieronder,
ten beste mogelijk, deze diep inslaande aanspraak
van den Heer Gouverneur terug
Mijnheer de Burgemeester,
Mijne Heeren,
Uwe woorden, Mijnheer de Burgemeester, gaan mij
naar het hart omdat zij komen van U, van wien ik weet
dat gij uw .ambt van burgemeester met waardigheid be
kleedt en gij ten volle bezorgd zijt de plichten ervan
na te kor.en.
Het is de eerste maal niet dat ik naar Yper kom, en
velen onder U, Mijne Heeren, zullen het misschien wel
zonderling gevonden hebben dat mijn bezoek van heden
als officieel bestempeld wordt, alswanneer ik vroeger
reeds meerdere bezoeken aan de stad Yper gebracht heb,
Maar zoo er vandaag van mijn bezoek een gansch bij
zondere betooging gemaakt wordt, dan is dit meer een
hulde aan het adres van den ambtsbekleeder dan aan
den persoon zelf. Het is een hulde aan het overheids-
princiep. In deze dagen vooral, waar er soms met zoo
veel minachting en kleineering over de overheid ge
sproken en gehandeld wordt, niet alleen in ons land
maar ook in andere landen, is het meer dan tijd dat
men de overheid doet eerbiedigen, omdat de overheid
de grondslag is van alle beschaving.
De Heer Burgemeester is zoo goed geweest te zeggen
dat ik mijn ambt van gouverneur niet alleen vervul op
bestuurlijk gebied, als eerste vertegenwoordiger van
Staat en regeering, als hooge ambtenaar belast met
de betrekkingen te regelen tusschen de gemeenten, de
provincie en de regeering. Nooit heb ik mijn ambt
alzoo alleen opgevat en begrepen, en de Heer Burge
meester heeft het daar zooeven wel willen zeggen dat
ik. naast deze bestuurlijke verplichting, ook nog de
noodzakelijkheid inzie en al het mogelijke doe om
West-Vlaanderen op stoffelijk en zedeiijk gebied op te
helpen en te verbeteren.
Ik ga in verrukte bewondering op voor West-Vlaan-
deren. niet alleen voor deze of gene stad, maar voor
alle steden en gemeenten. West-Vlaanderen is een enti
teit dat het voorwerp moet worden aller bewondering,
waar niets mag verloren gaan zoowel op industrieel
als op kunstgebied, en voor welks verheffing aller
krachten noodig zijn.
Het is met deze bedoeling dat ik uwe stad zoo gene
gen ben, dat ik ten volle de Yperlingen steun die hunne
stad op stoffelijk gebied trachten te verbeteren. Wan
neer men aan het verleden en de toekomst uwer stad
denkt, dan is men overtuigd dat regeering en provincie
voor Yper en de omliggende gemeenten iets meer moe-
ten doen dan voor andere steden.
Men moet immers in bewondering staan voor een
stad die reeds bestond in de 3" eeuw. die de wereld
door beroemdheid ve/worven heeft, die vroeger als de
handelsmetropool van Europa bekend stond, die in den
loop der geschiedenis als een mijlpaal boven alle an
dere roemrijke steden verheven staat en over dewelke
alle monarchen wilden heerschen. Wie de geschiedenis
van Yper leest, heeft de geschiedenis van Europa ge
lezen. Men moet bewondering gevoelen voor de stad die
tijdens den wereldoorlog zoo een gruwelijke marteling
onderging en ten gronde toe vernield werd de stad
die gij, uit het vernielde graniet, met liefde heropge
bouwd hebt en waarvan gij wederom gemaakt hebt het
geliefde Yper. dat vroeger in het grootste keizerrijk
der wereld als de gravenstad gekenmerkt stond.
Ik begroet Yper met eerbied en ontroering als de stad
die leven wil echter niet alleen met haar pracht en haar
geschiedkundig verleden, maar ook door haar industrie
en economische uitrusting. Dat moet de rol, de taak zijn
van ons allen.
Ik heb de gelegenheid gehad verscheidene uwer voor
aanstaande mannen te kennen, zoo onder meer uwe
vroegere burgemeesters, de Heeren Colaert en Sobry
zaliger gedachtenis, alsook nog den Heer Coomans die
in de laatste dagen deze wereld verlaten heeft, wien het
heil van Yper nauw aan het hart lag en met wien ik
dikwijls het herstel van Yper besproken heb, want
ik heb destijds ook nog iets kunnen doen voor den her
opbouw uwer heerlijke St Maartenskathedraal en an
dere gebouwen.
Het is mij ook zeer aangenaam geweest te hebben
bijgedragen om de vaart Yper-Yzer te herstellen met
als minister het noodige krediet ervoor te mogen in
schrijven en het werk te laten uitvoeren. Het is mij
niet mogelijk geweest de andere vaart, die hier zoozeer
verwacht wordt en noodig is, te kunnen bewerkstelli
gen. doch ik hoop dat ik met den invloed waarover ik
beschik u toch met raad en daad zal kunnen behulp
zaam zijn om deze verbinding van de Leie met de Yzer
te verwezenlijken. Die zaak mag niet begraven worden.
Het is een zaak welke niet alleen Yper. maar wel
gansch het Zuiden van West-Vlaanderen aanbelangt.
Wortelen uitgekozen en fijn,
Die het best van het beste zijn,
Geven den smaak en den geur, asa
Van de Chicorei PACHA I