ii November Onze Zusterstad Gent ra» vPfyfg&jii Cinema Flora - Yper 18 JAAR, N 32 6 NOVEMBER 1937 18 ANNÉE, N 32 6 NOVEMBRE 1937 Weekblad - voor het Arrondissement Yper Journal hebdomadaire de l'Arrondissement d Ypres OPROEP TOT DÊ OUD-STRIJDERS UNE FEMME QUÏ SE PARTAGE EEN VROUW die zich VERDEELT LE CAPITA!NE DU DJABLE ■■L Een voorbeeld voor Yper HET YPERSCHE LA REGION D'YPRES ORGAAN DLK VLRËfcNIGING l)ER GETEISTF.RDEN ORGAN E DE L'ASSOCIATION DES SINISÏRÉS Beheer. Opstel en Aankondigingen 34, Boterstraat, 34, YFER. Abonnement 18 fr. 00 per jaar Buitenland 32 fr. Men kan inschrijven in alle Belgische postkantoren. Tel. 500 35 ct. het nummer Naamiooze artikels geweigerd Redaction, Administration et Publicité 34, rue au Beurre, YPRES. Abonnement 18 Ir. 00 par an Étranger 32 fr. On peut s'abonner dans tous les bureaux de poste Beiges. 35 ct. Ie numéro Tél. 500 Les articles non signés sont refuses Het Verstandhoudingscomiteit der^ Ypersche Oud-Strijders doet een dringenden oproep tot alle strijdmakkers om aan de plechtigheden van 11" November deel te nemen. PROGRAMMA Om 10.30 uur in Sint Maartens Kathedraal PLECHTIGE DIENST ter nagedachtenis onzer gesneuvelde en afgestorven wapenbroeders. Na den dienst, neerlegging van bloemen aan het gedenkteeken der Ypersche gesneuvelden, onder de Meenenpoort en op het kerkhof Sint- Charles. Om 13 uurGezamenlijk democratisch Banket per inschrijving in het Hótel du Nord Statie straat. Prijs 15 fr. alles inbegrepen. Om 17.30 uurdeelname aan den FAKKEL TOCHT, ingericht door Ypriana. Om 20 uur ARMISTICE BAL in Lapiere's zaal. Oud-Strijders weest op post. Uwe bestuur rekent op-uwe deelneming. Vergadering der maatschap pijen aan 't lokaal N. V. I. Au Saumo'n om 10 uur. VANAF VRIJDAG 5 NOVEMBER Donderdag II November, namiddagvertooning om 3 u. Twee groote Fransche Films Een zeer vermakelijke komedie metPierre BRASSEUR, PAULEY, Jeanne AUBERT. Daarna de groote, bekende Georges BANCROFT in Een indrukwekkend treurspel van de zee. Men begint met den PATHÊ - JOURNAL. KINDEREN NIET TOEGELATEN Wanneer, den 3 Februari 1930, de Heer Volks vertegenwoordiger A. Siffer de ontworpen uit breiding der haven van Gent in de Kamer van Volksvertegenwoordigers verdedigde, zegde hij onder meer het volgende Iedereen, die de welvaart van het land in het hart draagt, aanziet het bestaan van een haven als een algemeen en nationaal belang. Hoe meer havens, hoe meer economische leef- kracht, die een bron is van welstand. Al deze havens kunnen, zonder zich onderling schade te berokkenen, haar eigen leven ontwikkelen in een steeds stijgende bedrijvigheid, want de nieuwe behoeften worden geschapen naar- mate men ze gemakkelijk kan bevredigen. Hier is het vooral waar, dat Ie gelegenheid de in- spanningen aanwakkert, dat het midden de be- hoefte doet geboren worden en dat het orgaan de functie in het leven roept. Het kon niet beter, niet juister gezegd worden. Deze waarheid geldt niet alleen voor de havens maar is ook toepasselijk op alle vaarten en kana len, en men mag gemakkelijk, zonder in iets de waarde van het gezegde van den Heer Siffer te verminderen, het woord haven door waterwegen vervangen. Had de vaart van Bossuit niet gegra ven geweest, nooit zou men in het Kortrijksche die machtige nijverheden gekend hebben die daar nu den bloei en de welvaart der streek uitmaken, zooals die wijdvermaarde pannenfabrieken, die groote draadtrekkerij van M. Bekaert en die electrische centrale te Sweveghem, en meer an dere nog. Zooals overal elders, is de vaart van Bossuit niet gekomen omdat de nijverheden er waren, maar de nijverheden zijn gekomen omdat de vaart er was. Hetzelfde mag gezegd worden voor Rousselare. Ja, het is de gelegenheid die de inspanningen aanwakkert, en het is verkeerd, zooals sommigen het zouden willen, van onze be volking hier den krachttoer te eischen eerst fa brieken op te richten om alzoo het nut der vaart Yper-Komen te bewijzen. Hier zoowel als elders, moet de vaart eerst gegraven worden om de stichting van nieuwe nijverheden aan te lokken en mogelijk te maken. Het tegenovergestelde heeft men nergens elders kunnen doen, en men mag ons hier dus het onmogelijke niet komen vragen doch wat andere vaarten elders metter tijd hebben teweeggebracht, dat zal de vaart Yper-Komen hier ook voor onze streek vermogen te doen. De geschiedenis der haven van Gent levert ons andermaal het slaande bewijs van het nut dat een waterweg voor haar uitbreiding heeft opge leverd. Had men, zooals sommigen hier voor ons willen staande houden dat de vaart' Yper-Yzer alleen ruimschoots volstaat om den voorspoed en heropleving van Yper te bewerken, vroeger voor de stad Gent dezelfde redeneering moeten houden en zeggen dat haar ligging op de samen vloeiing van twee groote rivieren, Schelde en Leie, voor haar bestaan volstond, en dat met de baggering van de Schelde Gent voldoende ver bonden was om een handelsontwikkeling te ne men, dan zou Gent nooit de tweede Belgische haven geworden zijn en zooals nu de tiende plaats onder de 1170 havens van het vasteland hebben ingenomen. Doch de Hollandsche regeering heeft in 1827 een klaren blik gehad en het geluk van Gent gemaakt. Het is hier de geschikte plaats niet om de vol ledige geschiedenis der haven van Gent weer te geven, doéh dit voorbeeld is te treffend opdat wij er niet even zouden bij blijven stilstaan en een kleine schets ervan geven. Alhoewel Gent, door zijn gunstige ligging op de Schelde, reeds met de zee verbonden was, werd van in de vroegste tijden aan een kortere en rechtstreeksche verbinding met de zee gedacht. Het is in de jaren 914-948 dat het eerste kanaal van Gent naar de zee gegraven werd, namelijk de Ottogracht die een arm der Neder-Schelde volgde. In de 13'' eeuw werd er naar een meer recht- streekschen weg in de richting van het Noord- Westen uitgezien, die. het voordeel bood nabij de stad Brugge, die alsdan de groote financieele- en handelsmetropool was, uit te monden. In 1251 gaf dè gravin Margareta van Constantinopel toe lating om, door verdieping der kleine rivier De LieveGent met het Zwijn te verbinden. Het kanaal van de Lieve bewees de grootste diensten. Gent werd een groot-nijverheidsstad en kende toen, zoqals haar zustersteden Brugge en Yper, een tijdperk van macht en rijkdom. De rampspoedige oorlogen van het midden en het einde der 15'' eeuw waren echter noodlottig voor de Lieve die gedurig kostelijke baggerwer- ken vereischte, en reeds" met de regeering van Filips de Schoone was dit kanaal, evenals de golf van het Zwijn, verzand. De handel van gansch Vlaanderen ging alsdan naar het opkomende Antwerpen, en het is slechts dank aan de privi legie van den graanstapel, dat Gent nog zekeren welstand kende en den rang van eerste binnen haven van het land wist te behouden. In 1547 gaf Keizer Karei oorlof aan de Gente naren om de Sasschevaart te graven. De kunst werken van dit zeekanaal, dat in 1563 voltooid was, werden echter in 1572 door de Watergeuzen totaal vernield en dit zeekanaal, dat sindsdien onbruikbaar was, werd in 1648 door den vrede van Munster officieel gesloten. De Brugsche vaart, die in 1613 werd aangevan gen, werd veertig jaar later door de Spaansche regeering verdiept en, langs het verbreede ka naal van Oostende, tot aan de zee verlengd, doch deze nieuwe zeevaartweg kende ongelukkiglijk weinig bijval. Niettegenstaande al deze tegenslagen, gaven de Gentenaren den moed niet op. In het begin der 18' eeuw werden het kanaal van de Lieve en de Sasschevaart gebaggerd en verdiept. In 1751 werd het kanaal van Brugge naar Gent verbeterd, doch het is het graven van het kanaal van Terneuzen dat den beslissenden stoot gaf aan de herople ving van Gent. In 1817 werd voorgesteld de verslijkte Sassche vaart te hergraven en te verlengen tot in de bocht van de Wester-Schelde te Terneuzen. Dit werk werd eerst verworpen, doch eenige jaren later besloot men het toch uit te voeren, ten einde de talrijke overstroomingen, waaronder Gent en de gronden langs de Sasschevaart te lij den hadden, te voorkomen. De werken van het nieuwe kanaal werden op 24 Januari 1825 toegewezen en in Mei van het zelfde jaar aangevangen. Op 18 November 1827 werd het zeekanaal plechtig ingehuldigd en te dier gelegenheid hadden grootsche feestelijkhe den plaats. De hardnekkigheid der Gentenaren om hunne stad rechtstreeks met de zee te ver binden was eindelijk beloond geworden. Sedert het kanaal gegraven is, heeft de haven van Gent een ononderbroken snellen vooruit gang gemaakt. Sedert een eeuw heeft zij niet op gehouden zich uit te breiden, doch deze uitbrei-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1937 | | pagina 1