2 VERSCHRIKKELIJK VERKEERSONGEVAL TE VLAMERTINGHE I i Wl i in 'I li i in -ai -■- Een 80 Jarige vrouw wordt op h*rer dochter, doodgereden door een autocamion, waarvan de \oerder onges oo l J c 1 r I j s 1 r t 8 n d g g E b E H d b g> li e< an 31 •1 gt n gt gi ec it it den boord van het water Dit bevestigt dus ten volle hetgeen wij steeds hebben beweerd, namelijk dat de vaart Yper- Komen het eenige middel is om onze nijverheden te doen bloeien en om hier nieuwe nijverheden aan te lokken. Het blad L'Echo de la Bourse dat zulks in zijn verslag schrijft, zal door niemand van par tijdigheid beschuldigd worden, daar het volstrekt geen belang heeft hier de eene of andere stelling voor te staan. En deze woorden, komende uit den mond van zoo een gezagh ebbenden en bekwamen deskundige als de Heer Delmer, zijn wat meer waard dan hetgeen wij zelf of anderen over de zaak kunnen schrijven. Waarom de Heer Delmer geen deel miek van de Onderzoekscommissie der Waterwegen in het Ypersche. De conferentie van den Heer Delmer over de rol der Binnenscheepvaart in de belgische eco nomie is verschenen in vorm van brochure, die wij hier thans onder oogen hebben. Na lezing ervan begrijpen wij maar al te goed waarom de Heer Delmer niet aangesteld werd als lid der onderzoekscommissie voor de waterwegen in het Ypersche, zooals hij het wel werd voor de commissie van Charleroi en zooals de Heer alge- meene bestuurder Van Wetter het werd voor de twee commissies. Wij begrijpen ook waarom de Heer Delmer dit deel zijner uiteenzetting, betrek kelijk Yper en waarvan wij hier een uittreksel volgens l'Echo de la Bourse komen te geven, niet in zijn brochure heeft opgenomen. Immers, het gaat niet op te beweren dat het geen waar is voor het Albertkanaal, voor de vaart van Charleroi, voor de vaart van Bossuyt en zoo veel andere, dat ditzelfde niet waar is voor Yper alleen. Wat elders wit is en algemeen als wit aanvaard is, kan hier niet zwart zijn. Had de Heer Delmer van de commissie voor de Water wegen in Het Ypersche moeten deelmaken, dan lijdt het geen twijfel dat hij, met zijn groote ondervinding en autoriteit, veel invloed zou ge had hebben op de te nemen besluitselen. In zijn brochure, die voor doel heeft de belan gen der binnenscheepvaart in 'het algemeen te verdedigen en die waarschijnlijk bestemd is om op groote schaal verspreid te worden, mocht de Heer Delmer evenmin stelling nemen voor een bepaalde vaart, voor een bepaalde streek. Hij mocht dus het voorbeeld van Yper niet meer aan halen en ons, Yperlingen, geen gelijk meer geven, te meer daar hij geen opdracht ontvangen had om den toestand onzer streek na te gaan, ten einde aldus geen druk uit te oefenen op zijne colle ga's die met het onderzoek der kwestie van de vaart Yper-Komen belast waren, of op den Heer Minister die in deze zaak, welke ons zoozeer aan belangt, een beslissing moet nemen. Doch niettegenstaande dat kunnen wij uit de merkwaardige studie van den Heer Delmer, die op ontegensprekelijke wijze het economisch nut der waterwegen bewijst, het grootste voordeel trekken voor onzen strijd ten voordeele van het herstel der vaart Yper-Komen, waarvan sommi gen zonder recht noch reden het nut trachten te betwisten. Wat de Heer Delmer schrijft over de waterwegen in het algemeen, is evengoed toe passelijk op de vaart Yper-Komen als op alle andere vaarten. Dit is dan ook de reden waarom wij ons zullen veroorloven enkele beschouwingen uit de goed ingestudeerde en gestaafde uiteen zetting van den Heer Delmer over te nemen. De Mededinging tusschen den Spoorweg en de Waterwegen. De Heer Delmer in zijn studie legt er zich voor al op toe een uiteenzetting, vroeger door den Heer Castiau gedaan over den huidigen toestand der spoorwegen, te weerleggen en te bewijzen dat de waterwegen geen trafiek aan de spoorwegen ontnemen, maar integendeel, door de bevordering van het stichten van nieuwe nijverheden, den werkkring der spoorwegen verruimen. Het is vol ledig valsch te beweren dat, moesten er geen waterwegen bestaan, al het vervoer, dat nu per schip geschiedt, naar den spoorweg zou overgaan. Doch wij zullen verder, in den loop van ons arti kel, de gelegenheid hebben deze bewijsvoering nader te bepalen. Het is niet zoozeer de kwestie der betwiste mededinging tusschen den ijzerweg en de waterwegen, noch de kwestie van de coör dinatie der verkeersmiddelen, die ons voor het oogenblik aanbelangt, maar wel het bewijs van het economisch nut der waterwegen, van hun tal rijke voordeelen en van hun geringe kosten. In ons volgend nummer zullen wij eens zien wat de Heer Delmer zooal in zijn brochure over de rol der waterwegen schrijft en, door enkele voorbeelden die gemakkelijk kunnen na gegaan worden, eens aantoonen hoe zijne ziens wijze ten volle met de werkelijkheid overeen stemt en de bekrachtiging is van hetgeen wij tot hiertoe steeds voorgehouden en verdedigd heb ben. Woensdag 12° de zer, in den laten avond, toen alles rustig scheen, werd de dorpplaats, die op dit oogenblik een zaam en verlaten was, plots in rep en roer gesteld door het akelig hulpgeroep eener vrouw. De naaste geburen en andere personen die op het geschreeuw kwamen toegesneld, vonden er de er- barmlijk weenende Vandromme Julia nevens het afgrijse lijk verminkt lijk aanrijdende autocamion harer oude moeder, *°t het onderzoek overgaat, die zoo pas door een offer lag. vluchtende autocamion op het voorland, recht over hare woning, was aangereden geworden en gedood. Het ongelukkig slachtoffer van dit vreeselijk ongeval, Emmerence Parret, weduwe Jules Van dromme, geboren te Brielen, den 29 Juni 1858, woont samen met haar dochter Julia, 43 jaar oud, een fraai huis op de dorpplaats, geteekend Nr 19 en aanpalende aan den winkel waar tevens het postbureel van Vlamertinghe gevestigd is, juist aan de beek die daar door de dorpplaats loopt. Beide vrouwen gingen dikwijls den dag door brengen bij haar zoon en broeder Remi Vandrom- me-Lefebvre, die daar een weinig verder, langs den overkant der straat, omtrent rechtover de kerk, een beenhouwerij uitbaat. De oude moeder, die voor haar hooge jaren, nog uiterst goed be waard was, vond er bdhagen in zich ten huize van haar zoon Remi, die vijf kinderen heeft, nuttig te maken, allerhande kleine huiswerkjes te doen en onder meer, hetgeen haar geliefkoosd tijdverdrijf was, kousjes voor de kinderen te breien. Woensdag laatst had zij aldus nogmaals bij haar zoon geweest en 's avonds, om 9 u. 15, kwam zij in gezelschap van haar dochter, Julia, terug naar huis. Beide vrouwen droegen tusschen haar een waschmand met allerhande linnen in, terwijl de moeder aan haar ander arm nog een pandertje droeg waarin benevens andere kleinigheden ook haar breiwerk stak. Gekomen aan haar woning, na de straat over gestoken te hebben, was de dochter op den trap gaan staan en stak den sleutel op de deur om ze te openen, terwijl de moeder, die nog de mand vasthield, enkele stappen van haar, omtrent te midden het voorland, dat daar zeer breed is, stond. Opeens zagen beide vrouwen een zware auto met volle lichten en in groote snelheid van uit de richting van Yper aankomen en na de bocht, die de groote baan van Yper daar aan de kruising met den steenweg van Brielen naar Reninghelst maakt, links een einde op het voorland rijden en dan terug naar redhts zwenken. De dochter riep nog Oh beziet eens die auto doch op het zelfde oogenblik alles gebeurde zoo bliksem snel was de auto ter hoogte der vrouwen ge komen en wierp op het voorland de oude moeder omver, die zonder een schreeuw ten gronde stort te, rechtover het eerste venster van het postbu reel en daar levenloos bleef liggen. De ongeluk kige, was aan het hoofd, waarvan gansch een kant afgrijselijk vermorzeld was, gegrepen ge weest en had armen en beenen op verscheidene plaatsen gebroken. Wat de auto betreft deze was in volle vaart Poperinghewaarts voort gereden en was reeds uit het zicht verdwenen toen de eerste personen daar ter plaats toegeloopen kwamen. De veldwachter Soubry deed aanstonds het noodige om de politie en de rijkswacht van Po- peringhe te verwittigen, ten einde zoo mogelijk den doodrijder aldaar bij zijne aankomst te kun nen aanhouden. Ook Dr Criem, van Vlamertinghe, die verwit tigd werd, kwam ter plaats doch zijne tusschen- komst was overbodig, daar het slachtoffer op den gij iets te verkoopen of te verhuren Verlangt gij iets te koopen of te huren meldt het in onze KLEINE AANKONDIGINGEN gij zult er profijt bij vinden. Neemt inlichtingen bij degenen die reeds in onze rubriek KLEINE AANKONDIGINGEN adverteerden, zij zullen u hunne voldoening uit drukken. voor het sterfhuis gebracht, terwijl het Parket Het kruis duidt de plaats aan waar het slacht- slag gedood was geweest. De Eerw. Heer onder pastoor Vinck diende de ongelukkige ouderlinge nog het H. Oliesel toe in extremis. Vervolgens werd het lijk binnen de woning gebracht, nadat veldwachter Soubry ter plaats de noodige afme tingen had gedaan en de ligging van het lijk met krijt op den grond had afgeteekend. De autovoerder aangehouden. Dank aan het gepast optreden van veldwachter Soubry is men er spoedig in geslaagd den vermoe- delijken dader van dit doodelijk ongeluk te ver eenzelvigen. De rijkswacht van Poperinghe, die telefonisch van het ongeluk op de hoogte was ge bracht geworden, had zich op de Markt opgesteld en hield er weldra een autocamion aan die van uit de richting van Vlamertinghe gereden kwam. De voerder en eigenaar van den camion, de ge naamde Ghekiere Julien, 31 jaar oud, aannemer, wonende te Poperinghe in de Yperstraat, ver klaarde van niets te weten doch werd niettemin verzocht zich ter beschikking van het gerecht te houden. Het Parket ter plaats. Donderdag morgen, te 8 u. 50, stapte het Parket van Yper, samengesteld uit den Heer Onderzoeks rechter Devos en Moldergem, en den Heer Grif fier Vanderghote, ter plaats af, vergezeld van M. Vandamme, deskundige. De rijkswacht van Yper, samen met veldwach ter Soubry, verzekerde den ordedienst en hield de talrijke nieuwsgierigen op afstand. Ook de aannemer Ghekiere, de vermoedelijke dader, werd ter plaats gebracht door de rijkswacht van Poperinghe, terwijl zijn autocamion, een groen geschilderde platformwagen van het merk Ford en dragende de nummerplaat 340967, daar even eens werd bijgebracht. Op de plaats waar het lijk van het slachtoffer gelegen had, bemerkte men nog een grooten bloedplas en gedeelten hersenen die met zaag- mul waren bedekt. Volgens de sporen, die door den veldwachter dadelijk na het ongeval opge nomen werden, zou de autocamion op een lengte van 47 m. op het voorland gereden hebben. De voerder Ghekiere, die langdurig onder vraagd werd, verklaarde niets ongewoons be merkt te hebben en niets van het ongeval te we ten of gewaar geworden te zijn. Hij kon echter moeilijk loochenen, daar aan den rechterkant van het uitstekende gedeelte van het koetswerk van zijn camion, nog bloed en brokjes hersens kleef den. Ook het hout van het voorberd, dat juist langs achter aan de kabien van den bestuurder paalt, was gespleten, wat bewiist hoe vreeselijk geweldig de slag tegen het hoofd van het arme slachtoffer moet geweest zijn. Na onderzoek ter plaats, werd Ghekiere, op last van den Heer onderzoeksrechter, voor verder onderhoor, dóór de gendarmen naar Yper weg gebracht. Nog langen tijd nadien bleven vele nieuwsgie- ligen daar ter plaats dit jammerlijk ongeval be spreken. Het slachtoffer was van allen gekend en geacht en iedereen jammerde over het zoo droe- ig einde dezer doorbrave ouderlinge. Het aanhoudingsmandaat bevestigd. Te Yper werd Ghekiere Julien dan nog verder onderhoord. waarna hij onder aanhoudingsman- -ia geplaatst en in den loop van den namiddag S-ankdijk naar Kortrijk weggeleid werd. Naar wij konnen vernemen is Ghekiere Julien gekend als een naarstig man, die niet dronk, maar ie steeds met zijn auto uiterst snel reed en vroe ger nog m motokoersen medegereden heeft. Zou er dan toch een huisje zijn at PACHA CHICOREI nog mist, Waar 't heerlijk kopje, geurig fijn De krachten opwekt en verfrischt

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 2