Emballagepapier
5
Teraardbestelling van ivi. Ernest Titeca
IN ROLLEN
ECOLE DE MUSIQUE
Het Vlaamsche Volkstooneel in den
Stadsschouwburg te leper.
Zaterdag 15 Januari 11. had in St Niklaaskerk,
te 9 u.. de begrafenisplechtigheid plaacs van den
Heer Ernest Titeca, baanoverste bij de Nationale
Maatschappij van Buurtspoorwegen, die den 12
Januari in een heelkundig gesticht te Kortrijk
overleed, in den ouderdom van 45 jaar.
De Heer Ernest Titeca was vereerd met het
Oorlogskruis met palm, het Yzerkruis, de me
daille der Zege en de Herinneringsmedaille.
Zijn plechtige lijkdienst werd bijgewoond door
talrijke afvaardigingen, met vaandel, van het
Nationaal Verbond der Oorlogsinvaliden, de
Vuurkruisers, het Nationaal Verbond der Oud
strijders en de Verbroedering van het 3*' en 23'
Linie. Ook het trampersoneel, dat van drie vaan
dels vergezeld was, woonde zeer talrijk den dienst
bij. Verder bemerkte men nog afvaardigingen
van de Wielrijdersclub De Vereenigde Sport
vrienden en van de Boldersmaatschappij, die
beide, als huldeblijk aan haar gewezen lid, een
bloemenkrans op zijne lijkkist hadden neerge
legd.
Op het kerkhof werden door den Heer C. De-
simpel. dienstoverste bij de Buurtspoorwegen, en
door Heer A. Bailleul namens de Wielrijdersclub
De Vereenigde Sportvrienden die in den Heer
Ernest Titeca een harer ijverigste bestuursleden
verliest, beurtelings de volgende lijkreden uit
gesproken
Lijkrede uitgesproken door M. C. Desimpel.
dienstoverste bij de Buurtspoorwegen.
Betreurde Vriend Ernest,
Achtbare Familie,
Mevrouwen,
Mijnheeren,
Heden werd mij de droevige taak opgedragen om. in
naam van de Directie der Nationale Maatschappij van
Buurtspoorwegen en in naam der Mutualiteit van het
Westvlaamsch personeel, een laatsten groet te brengen
aan onzen betreurden werkmakker en vriend, alsmede
aan mijn persoonlijken oud-strijdersmakker. Ernest
Titeca.
Onze vriend werd geboren te Lanxemarck. op 9 April
1893.
Reeds van zijn jonge jaren af. heeft de dienst der
buurtspoorwegen hem aangetrokken nog vóór den tijd
waarop hij zijn militaire plichten moest gaan vervul
len. is hij in den dienst der intercommunale Maat
schappij van Kortrijk getreden, waar hij de eerste blij
ken gaf van trouw en verkleefdheid aan de hem opge
legde taak.
Behoorende tot de militieklas van 1913 was hij geroe
pen om deel te maken van de legioenen dezer klas
welke het zwaarste deel zou dragen in de offers die het
Vaderland zou vergen van zijn jeugd.
Inderdaad, na 10 maanden soldatenleven te hebben
doorgebracht bij het 1" bata'ljon van het 3'1 linieregi
ment in de garnizoenstad te leper, gebeurde het meest
onverwachte De noodklok luidde over de pleinen en
wallen der aloude stede. Een meineedige vijand be
dreigde de Oostelijke grens van ons land en het Vader
land riep de hulp in van al dezen die de wapens had
den leeren hanteeren.
Onze vriend, die reeds gehoopt had weldra zijn dienst
in het burgerlijk leven te hernemen in zijn zoo heer
lijke als rustige streek, zou nog voor verscheidene jaren
en maanden en in de vreeselijkste omstandigheden al
zijn krachten moeten offeren in den militairen dienst.
Hij maakte deel uit van de 31" gemengde brigade en
zou aldus beurtelings tot de 3r en 23*' linieregimenten
behooren, welke nu eens het een door het andere zou
opgeslorpt en dan weer zou heringericht worden vol
gens de aanvullingen door jonge krachten en de uitput
ting door de groote geledene verliezen.
Hij behoorde tot de regimenten waarvan de raad
gevende hoofden in alle ernstige omstandigheden de
alomgekende schitterende Westvlaamsche officieren
waren, nederige dienaars van hun land. bezielers en
leiders van hun mannen, een Weniseen Den
Turck een Peellaerteen Mahieu nederig ge
boren lieden uit het volk van Gyverinchove Wulve-
ringem Oostduinkerke leper enz.
Onder de hoede van zulke leiders heeft onze vriend
den grooten strijd gestreden in de streek van Tienen
waar ik hem persoonlijk nog heb ontmoet, te Grimde,
te Bautersem. te Leuven, te Hofstade. te Schiplaken,
te Sempst. te Waelhem, te Duffel, onder de muren der
Antwerpsche omheining, om in October 1914 de uiterste
krachtinspanning aan te wenden in de vlakten van den
Yzer tusschen Schoore, Pervyse en Ramscapelle. Wie
zal ooit de ontberingen en het lijden beschrijven der
dagen van 20 tot 26 October 1914 op de Yzerboorden
Kameraden bij honderden gevallen, de rangen gedund
in de maat van 10 tot 2, ontelbare vrienden levenslang
verminkt, de geboortestreek verwoest tot in haar diepe
grondvesten. De volledige uitputting van de overleven
den.
Onze vriend, zooals de anderen ging evenwel voort
met zijn plicht te vervullen. De lange loopgravenoor
log maakte hij mede voor Diksmuide. voor Nieuwpoort.
voor Merkem. hij nam deel aan de reddende hulp van
het 3' linie bij den gasaanval der Duitschers te Steen-
straete in April 1915, aan de geweldige aktie te Dik
smuide in Mei 1915 en eindelijk aan het bevrijdings
offensief van September 1918.
Aan den stormloop van 28 September 1918 kon hij
medewerken om het Bosch van Houthulst te veroveren
en op 14 October gaat het over Kortemark en Lichter-
velde naar de afleidingsvaart der Leie waar in de
streek van Zomergem-Ursel onze vriend op 't onver
wachts krijgsgevangen genomen werd. om gedurende
52 dagen in Duitsche handen de overwinning onzer le
gers en daarna de verlossing af te wachten.
Om zijn offervaardigheid werd onze vriend vereerd
met de eereteekens van het oorlogskruis met palm. de
medaille van den Yzer. de Herinnerings- en zege
medailles en het Vuurkruis.
Na zijn terugkomst stelde hij zich zoohaast mogelijk
ten dienste van de overheid die gelast was met den
wederopbouw van het net der buurtspoorwegen. Op 23
luni 1920 kon hij weder dienst nemen om daar. waar
hij alles had zien verwoesten terug op te bouwen en
nieuw leven te brengen In zijn geteisterde geboorte
streek.
Op 1 Juli 1924 werd hij als d.d. baanoverste aan
gesteld in den exploitatiedienst om op 1 Januari 1925
zijn benoeming in dat ambt te ontvangen.
Steeds was hij de trouwe bediende, stipt in de uit
voering van het hem opgelegde toezicht, gedienstig
voor zijn oversten, bereidwillig en vaderlijk voor zijn
onderdanen. Rechtvaardig en goedhartig voor allen,
was hij ook door allen bemind en geprezen.
Nooit viel hem een taak te zwaar of scheen hem een
werk vervelend steeds van goede luim. kon hij, waar
hij was, van zijn onderdanen hun algeheele toewijding
verkrijgen.
In 1926 stichtte onze vriend zijn huisgezin dat in 1928
met een dochtertje gezegend werd. Zooals hij in den
dienst offervaardig was. zoo zou hij als goede huis
vader en trouwe echtgenoot alles aanwenden tot het
verwerven van het huiselijk geluk, voor hem samen
met zijn gade en kind. Dit huisgezin was het groote doel
van zijn leven geworden tot het geluk van hetwelk zijn
stiptheid op zijn werk als middel zou dienen.
Helaasna enkele jaren levensgeluk en blijde hoop
op de toekomst, kwam de ziekte aankloppen, de gezond
heid werd geknakt, weldra moest Ernest zijn werk
schorsen. Op zijn ziekbed gekluisterd onderstond hij de
bitterste smarten om ten slotte, na een gevaarlijke heel
kundige bewerking, te bezwijken.
Hij werd aldus ontrukt aan de liefde zijner gade en
zijn negenjarig dochtertje, alsmede aan de genegen
heid zijner oversten en onderdanen. Onze vriend is niet
meer
Wij betreuren ten zeerste zijn heengaan. Wij hadden
hem zoo gaarne gehouden in den dienst, zooals wij hem
hadden willen voort zien genieten van zijn huiselijk
geluk en vrede. De Heer heeft er anders over beschikt.
Wii onderwerpen ons aan zijne ondoordringbare raads
besluiten en bidden hem dat hij aan zijn overlevende
echtgenoote en kind kracht geve om met moed en ge
duld het bitter verlies te dragen.
Onze vriend Ernest is steeds een goed mutualist ge
weest. Als vooruitziend man heeft hij altijd stipt zijn
bijdragen betaald. Hij heeft de zinspreuk Allen voor
één één voor allen steeds voor oogen gehouden.
Hij heeft aldus nogmaals bewezen dat hij als goede
echtgenoot en vader het geluk der zijnen en het geluk
van al de hem in den dienst omringende families wilde
verzekeren. Hem zij dank om het goede voorbeeld dat
wij zullen navolgen.
Goede vriend Ernest, wij sturen U hier onzen laat
sten groet. Deze groet zal evenwel de uitdrukking niet
zijn eener uitsluitelijk materialistische levensbeschou
wing.
Neen, zooals gij geweest zijt, tijdens uw te kort be
staan, willen wij hopen dat ons voorbijgaand leven hier
in aansluiting is met het eéuwig leven hiernamaals, dat
voorbehouden is aan dezen die hun plicht vervuld heb
ben jegens God en hun evennaaste.
Als Kristene vrienden en in navolging van uw voor
beeld drukken wij de hoop uit U eens terug te zien.
Wij zeggen U, goede Vriend Ernest, dat wij hier op
aarde zullen troost en hulp trachten te geven aan de
lieve wezens die gij hier achterliet.
Aan U zelf, goedhartige, brave man, zeggen wij tot
weerziens hierboven in het Rijk der rechtvaardigen dat
beloofd werd aan al de menschen die van goeden wil
zijn.
Lijkrede uitgesproken door M. A. Bailleul,
namens de Vereenigde Sportvrienden
Mevrouwen, Mijnheeren,
Een pijnlijke taak wordt mij heden opgedragen en
schaart ons rondom het kille graf. waar ons aller vriend
Ernest, in den bloei zijner jaren uit ons midden ge
rukt, zijn laatste rust zal genieten.
Pijnlijk inderdaad, omdat benevens den geestes- en
handarbeid die de betreurde Vriend met zooveel liefde
en verkleefdheid tegenover echtgenoote en kroost ver
vulde, hij ook voor onze liefhebbersmaatschappij zoo
veel getrouwheid en standvastigheid betoonde.
We wisten wel dat, in alle moeilijke en zelfs onmo
gelijke toestanden. Ernest steeds alles veil had ten op
zichte van de Maatschappij der Buurtspoorwegen,
waarvoor hij, de verkleefdheid in persoon, met het
toezicht werd belast voor de werken der Baan, en tot
op den laatsten stond bekommerd was met zijne werk-
makkers, zooals hij zijne ondergeschikten doorgaans
betitelde.
We wisten ook dat de Vriend Ernest alles ten beste
had voor de Liefhebbersmaatschappijen, die hem het
deugddoende verzet, na lastigen arbeid, verschaften.
We wisten ook dat, in het Bestuur der Wielrijders
club Vereenigde Sportvrienden op den Vriend Er-
nest steeds mocht worden gerekend, en dat zijn helder
doorzicht en schrandere geest steeds den doorslag gaf
in moeilijke toestanden, en zijn woorden steeds als goed
overwogen werden beschouwd.
De mededeeling dat Ernest, gevaarlijk ziek, een heel
kundige bewerking moest ondergaan, trof ons diep,
maar niettemin hoopte men het ijzersterke gestel, hem
eigen, de bovenhand te zien halen.
Helaas, niets meer van dit alles. Ernest is niet meer.
Als een donderslag ratelde het in ons midden, en
met verstomming geslagen, Ernest en de zijnen genegen,
scharen wij ons rondom deze open groeve, die het stof
felijk omhulsel zal omvatten, om deze laatste opperste
genegenheid te betoonen.
Nooit hadden wij gedacht op dezen stond en zulke
omstandigheden een onzer getrouwen te verliezen, maar
de spreuk indachtig van den Bijbel Vandaag Gij,
morgen ik is hier in feite omgezet.
Mevrouw. Mejuffer. Achtbare Familie van den Afge
storvene. het weze U. bij de onmetelijke droefheid die
U kwelt bij het onherstelbaar verlies dat gij komt te
ondergaan, een kleine balsem te weten dat de talrijke
vriendenschaar, hier uit dankbaarheid en verkleefd-
beid aanwezig, U haar rechtzinnige deelneming be
tuigt in den rouw die U zoo pijnlijk komt te treffen.
De Vriend Ernest is verscheiden, maar niet vergeten.
Vriend Ernest, Vaarwel, rust zacht, dat de aarde U
licht weze en de eeuwige rust U toekome.
Tl KOOP TFR OKI KKKHIT DT'MORTTFR
Nous ressentons toujours un vif intérêt pour les
jeunes éleves qui affrontent les feux de la rampe
car nous savons que les yeux du public, braqués
sur la scène, jettent des maléfices sur quiconque
I ose ou doit se mettre dans leur champ magné-
i tique.
Certes, les uns y vont avec plus d aplomb que
les autresmais tous en sont plus ou moins frap-
Que les moins hardis et les plus emotifs se
rassurentchacun leur réserve une iarge part
d'indulgence.
Nous savons aussi que les professeurs ne nous
présentent que les éléments les mieux cótés de
leur classe et que toute hésitation ou toute faute
commise dans l'exécution d'un morceau est la
résultante d'une force occulte qui trouble le sa-
voir faire.
Ces quelques mots s'adressent surtout a M.
Pierre Gits qui süt le moins bien réagir au sup-
plice du tracPourtant eet élève de M.
Blomme, est un jeune violoniste qui a d'excel-
I lentes dispositions. L'habitude le rendra plus
crane. Ardeur et ténacité, telle doit être sa devise.
M'"'' Jacqueline Rondelez, élève du même pro-
fesseur, s'est montrée plus forte dans le combat.
Elle a beaucoup de facilité. Son travail lui réser-
vera les plus beaux résultats.
Cette appréciation s'adresse également a la
mignonne et toute jeune M'"1' Jeanine Trysse-
zoone et a M. Daniel Garain. élèves du profes-
seur de violon, M. Decock. M. Edouard Lelong,
saxophoniste, élève de M. Andries, semble être
animé des meilleures intentions. Nous sommes
persuadés que son zèle sera largement récom-
pensé.
M"if Vandenbroeck peut être fiére de son élève,
M'Alice Debruyne. Cette jeune pianiste a joué
avec une belle vélocité Rondo Allegrettoen
sol majeur de A. Jensen. Nous lui demanderons
cependant de s'appliquer a assouplir ses poignets.
Nous avons constaté avec plaisir que Me"e Aline
Huberty, élève du cours de piano, donné par Mm"
Debacker, a fait de grands progrès. Elle a joué
agréablement Menuetde feu Aug. De Boeck.
Une autre élève de Mnw' De Backer, Mrl1' Louisa
Van den Berghe, nous a révélé un talent plein de
promesses. Elle a interprété Fileuses prés de
Carantecde René Baton, avec souplesse, élé-
gance et délicatesse. Nous ne doutons pas, que
d'ici trés peu de temps, nous pourrons la classer
parmi les meilleurs éléments qui ont fréquenté,
jusqu'a présent, la classe de Piano.
Enfin, nous avons écouté, avec un trés vif plai
sir M,1|p Jeanne Leuridon, élève du cours de chant
de Mm" Van Gheluwe.
Sa voix de mezzo plait, par la douceur de son
timbre et par ses inflexions charmantes. Lorsque
l'exercice aura donné plus de pureté et de justesse
aux sons aigus, nous pourrons dire que Me,le Leu
ridon a atteint a la perfection.
II ne nous reste plus qu'a féliciter le Directeur,
M. Lionel Blomme et les professeurs pour la trés
intéressante audition que nous ont donné leurs
élèves. A ces derniers nous adressons nos plus
chaleureux encouragements, car tous, a condi
tion qu'ils travaillent, sont aptes a devenir des
artistes. GAIRED.
Door de zorgen van de Iepersche Davidsfonds-
afdeeling. zal op Zondag 6 Februari aanstaande,
te 3 uur in den namiddag, het Vlaamsche Volks
tooneel optreden, met het stuk «Minna von Barn-
helin een blijspel van G. E. Lessing, in de ver
taling van J. J. Van Hauwaert.
Het zal nu bijna twintig jaar zijn, dat het
Volkstooneel, jaar uit jaar in, het land afreist,
om ons volk te vergasten op 'het beste uit eigen
en vreemde tooneelliteratuur. En nog niemand is
er gevonden geworden die kan zeggen, het Volks
tooneel kwijnt, of ik vind er mijn gading niet
meer. Integendeel, voor duizenden toeschouwers
brengt het Volkstooneel telkens iets nieuws, en
met spanning wordt jaarlijks in de talrijke ste
den en gemeenten waar het optreedt, uitgezien
naar de nieuwe vertooning van de gezellen van
Staf Bruggen. Waar Staf Bruggen en zijn kame
raden op de planken verschijnen, daar is het
feest, en aan de toejuichingen komt er geen einde.
Verleden jaar is het Volkstooneel drie maal
opgetreden in onzen Stadsschouwburg. Voor vele
Ieperlingen was het een ware revelatie. Derge
lijke homogene groep, met daarin de machtige
figuren van een Staf Bruggen, M. Hoste, Ameye,
A. Vanderplaetse e.a., hadden ze nog niet gezien,
en het spel stond ver boven hetgeen we hier ge
woon zijn te aanschouwen. Geen wonder dat me
nigeen het besluit heeft genomen geen enkele ver
tooning van het Volkstooneel meer te laten voor
bijgaan. Het is werkelijk de moeite waard Het
lijdt geen twijfel, ditmaal is onze schouwburg te
klein. Men bestelle dus nog heden zijn kaarten.
Morgen kan het reeds te laat zijn