Cinema Flora - Y E R - Rigolboche MJ5TSNCUETT in Le CRIME du CIRQUE TARO LE PAIEN ontbreeKt mii om daarvan detail te kunnen geven- En ook. de details hebben minder belang, het is de alge- meene toestand daarvan moet rekening gehouden wor den. Het zijn dus alle kleine bedrijven met weinig ar beiders. en omdat het kleine bedrijven zijn. kunnen zij moeilijk concurrentie doen aan de groote die gelegen zijn in streken die de levensaderen van het land vor men. Benevens de 2.500 arbeiders die plaatselijk wor den gebezigd, hebben wij een groot aantal menschen die tot hiertoe verplicht waren hun brood in Noord- Frankrijk te gaan verdienen, en dit aantal grensarbei ders is driemaal hooger dan datgene van de arbeiders die ter plaatse worden gebezigd. Inderdaad, ongeveer 7.500 grensarbeiderskaarten werden in het arrondisse ment leper afgeleverd. Gij begrijpt onmiddellijk welk groot belang het voor onze streek heeft, wanneer maatregelen genomen wor den door een andere regeering, die het voor onze men- schen onmogelijk maakt nog in Frankrijk hun brood te gaan verdienen. Ik heb een onderzoek doen instellen om te weten hoe veel grensarbeiders thans nog uit het arrondissement leper naar Frankrijk gaan werken het aantal was in December geslonken tot 5.000, en in Januari zal het nog wel minder zijn. Want het is niemand onbekend, dat met de vernieuwing van de grensarbeiderskaarten in Januari, een zeer groot aantal menschen hun kaart niet vernieuwd kregen. Wij hebben aldus op dit oogenblik een zeer groote werkloosheid in het arrondissement, en wat erg ishet is niet een voorbijgaande, wel een blij vende werkloosheid. Wat men er ook van denke. wij gelooven niet dat de Fransche regeering nog op de genomen beslissingen zal terugkomen. Wij zien meer en meer dat de nijverheid zich rationaliseert, evengoed in Frankrijk als in België. Wij zien de crisis aanhouden en zelfs nog verscher pen wij zien de nijveraars van Noord - Frankrijk nieuwe methodes toepassen om den arbeid op eene grootere voortbrengst te regelen. Dat toont aan dat er minder werkkrachten' zullen noodig zijn, en dat de Fransche regeering hare politiek tegenover de Bel gische arbeiders zal voortzetten. Wij staan in een arron dissement waar er bijna geen nijverheid bestaat en waar een groot deel der bevolking sedert onheuglijke tijden aangewezen is om haar brood in Frankrijk te gaan verdienen. Die mogelijkheid wordt haar nu ontno men. en wij vragen ons beangstigd af wat van die ar beiders ten slotte zal geworden. En ook wat de gevolgen daarvan zullen zijn op middenstand en neringdoeners, die met de massa der arbeiders moeten leven. Een feit waarop wij ook de aandacht van de regee ring willen vestigen is, dat onder de werkloozen van ons arrondissement, waarvan het aantal thans hooger is dan in Maart 1935. de jeugd vooral getroffen wordt. Wij zien in het verslag neergelegd door den achtbaren heer De Meyere. den regeeringscommissaris voor de grens streek. dat wat het arrondissement leper betreft, 67 t.h. der werkloozen jonger zijn dan 45 jaar. Wij zien dat onder de jongelingen van minder dan 25 jaar, die ge controleerde werkloozen zijn, 10 t. h. van het totaal der werkloozen bedraagt. Als wij van het arrondissement leper spreken, kunnen wij zeggen dat naast de gecon troleerde werkloozen er even veel niet gecontroleerde zijn. als er zijn die deel maken van wettig erkende werkloozenkassen. De syndikale beweging en de werk- loozenverzekering in ons gewest is veel minder belang rijk dan in andere gedeelten van het land. Wij mogen dus zeggen dat het eigenlijke aantal werkloozen het dubbele is van het aantal dat gewoonlijk opgegeven wordt, als men spreekt van gecontroleerde werkloozen. Welnu, wij stellen vast dat vooral de jeugd door die werkloosheid getroffen wordt, en dat is te begrijpen, om reden dat menschen boven de 45 jaar over het al gemeen gespecialiseerde vaklui zijn, die zelf in de nij verheid in Noord-Frankrijk aan den arbeid blijven, omdat de nijveraars ze noodig hebben. Zij worden bij ons eveneens aan het werk gehouden, omdat hun pa troon er aan houdt over goede werkkrachten te be schikken. Wat de jeugd betreft, is de toestand gansch anders. De oorlog en de na-oorlogsche toestanden, en nadien die langdurige crisis, hebben in het arrondissement leper de jeugd belet een stiel aan te leeren. Echter heb ben wij na den oorlog gezien dat de jonge arbeiders zich vooral op de bouwnijverheid toelegden. Velen heb ben gedurende enkele jaren zelfs hun broodwinning gevonden uitsluitend in het opzoeken van ijzer, het uit voeren van graafwerk, vereffenen van land, enz., maar zeer veel vonden werkgelegenheid in het bouwbedrijf. Daardoor komt het dat bij ons deze nijverheid zoo zeer van de werkloosheid heeft te lijden, veel meer dan de andere landsgedeelten. In zijn verslag heeft de achtbare heer De Meyere dan ook gewezen op het gevaar van dergelijken toestand voor de toekomst van het arrondissement leper. Deze toestand is angstwekkend, daar het vóór alles de bouw arbeiders zijn die eerst uit Frankrijk zijn geweerd ge worden. Het zijn ook zij die op dit oogenblik het moeilijkst aan een kaart geraken om in Frankrijk te gaan arbeiden. De kwestie heeft nog een ander uitzichtover het algemeen wordt nog weinig of niet gebouwd, daar het aantal nieuwe huizen voldoet aan de behoeften van de bevolking. De koninklijke commissaris wijst er op in zijn verslag, dat ten gevolge van de daling van het ge boortecijfer, in de naaste toekomst er te veel woonge legenheid zijn zal, en zelfs dat. tusschen dit en vijftien jaar. een groot aantal van de gebouwen die werden op getrokken. niet meer zullen worden gebruikt, omdat het getal alleenwonende huisgezinnen bestendig dalend is. Dit alles is oorzaak, dat de crisis in de bouwnijver heid bij ons zeer scherp is. en dat de toekomst onzer arbeidersbevolking uiterst zorgwekkend is. De vraag stelt zich nuWat moet er gedaan worden? Het is gemakkelijk op een toestand te wijzen, het is gemakkelijk te kritikeerenmaar wat moeilijker is, is middelen te vinden om den toestand te verbeteren. De koninklijke commissaris der grensarbeidersstreek. M. De Meyere, heeft zeker goed werk verrichtNa onderzoek heeft hij belangrijke statistieken opgemaakt. Deze kunnen zeer nuttig zijn. Hij heeft zelfs aanwijzin gen gegeven om in de toekomst de werkloosheid te ver minderen. Maar wanneer gij dit verslag aandachtig doorloopt, dan kunt gij vaststellen dat niet het minste voorstel wordt gedaan voor wat het arrondissement leper betreft, dat van aard zou zijn om eene blijvende economische heropbeuring in het arrondissement leper te verwezenlijken. Het herstellen van straten, het bou wen van scholen, van een station, enz., is niet van aard om een blijvende nijverheid in onze streek te vestigen. Ik zal mij dus zelve veroorloven enkele voorstellen aan de regeering voor te leggen die. mijns inziens, van VANAF VRIJDAG 28" De meest gekende en de roemrijkste der vedetten, Met ANDRE LEFAUR, ANDRE BERLEÏ, M A D V BERRY, JULES BERRY. Als tweede hoofdfilm, een GROOT CIRKUSDRAMA. met Adolphe MENJOU en Greta NISSEN, in Men begint met PATHÉ-JOURNAL. Kinderen niet toegelaten. Toekomende week Beter nog dan TARZAN aard zouden zijn ons arrondissement te redden door daar meer levensmogelijkheden te scheppen. Ons doel moet vooral zijner voor zorgen dat nieuwe nijverheden zich ter plaatse zouden komen vestigen, omdat anders het volstrekt onmogelijk is werk te verschaffen aan de be volking van ons arrondissement U herinnert u dat zekere maatregelen genomen wer den om het bouwen van werkmanswoningen te bevor deren. Premiën werden door den Staat toegestaan en, in zekere gevallen, werden ontlastingen toegekend voor een tiental jaren. Waarom zouden wij niet in denzelfden zin kunnen handelen om hulp te verleenen aan de nieuwe nijverheden die zich willen vestigen in die streken, die aan het wegkwijnen zijn Zoo, bijvoorbeeld, zouden wij den volgenden maatregel kunnen nemen Elke nieuwe nijverheid die zich in de streek van leper zou komen vestigen, zou gedurende tien jaar ontslagen zijn van alle belasting. Dit kan misschien den schijn geven dat de Staat zware opofferingen zou doen, en nochtans is zulks niet het geval. Op dit oogenblik be staat er geen nijverheid in het arrondissement leper en de Staat ontvangt er dus geen belastingen van .Wan neer er nijveraars zich zouden komen vestigen, en geen belastingen betalen, zou dit niet voor gevolg hebben een vermindering der inkomsten van den Staat, maar j wel een vermindering van de werkloosheid. Dus ver mindering van de lasten van den werkloozensteun. En verder zou dit den grondslag zijn van nieuwe inkomsten voor den Staat, wanneer, binnen tien jaar, deze nijver heden. zooals alle andere in België gevestigde, aan de belastingen zouden worden onderworpen. Ik meen dat, op dat gebied, iets kan gedaan worden en dat een dergelijke maatregel een onbetwistbare aan trekkingskracht zou kunnen uitoefenen, om nieuwe nij verheden in de streek van leper aan te trekken. Het arrondissement leper is ver afgelegen van het nijverheidscentrum van België. De grondstoffen moeten van ver afgelegen streken komen en de afgewerkte producten moeten ver vervoerd worden, wat eene der oorzaken, is dat er geen nijverheid in het Iepersche bestaat. De nijveraars moeten te zware lasten betalen voor het vervoer van grondstoffen, van kolen en van afge werkte producten. Daarom moet de regeering er aan denken, speciale vervoertarieven in te richten voor de nijveraars die zich in deze gewesten zouden komen vestigen, althans voor een zeker getal kilometers. Op dit oogenblik, 't is onbetwistbaar, moet men er niet aan denken dat zware nijverheden zich zouden komen vestigen in deze ver afgelegen streek. De concurrentie zou onmogelijk zijn met de fabrieken die ingericht zijn in de streken, die eene voordeeliger ligging hebben. Wij kunnen dus nooit verwachten dat de zware nij verheid zich bij ons zal komen vestigen. Onze streek is aangewezen voor de nijverheid die weinig grondstof en veel arbeidskracht noodig heeft. Nijverheid van af gewerkte, fijne producten. Maar dan zullen ook gespe cialiseerde arbeiders noodig zijn, en die zijn er zeker voor het oogenblik niet. De Staat zou op zich moeten nemen (en niet alleen voor onze streek, maar ook voor gansch het land), als een gespecialiseerde nijverheid zich ter plaatse komt vestigen, waar bijzonder ge schoolde werkkrachten moeten aangeworven worden, ook ter plaatse vakscholen te stichten, waar die nood zakelijke geoefende arbeiders, zullen gevormd worden. Ziedaar een drietal voorstellen welke ik de eer heb te doen. Ik weet niet of de regeering ze zal aannemen of wil len uitvoeren. Maar hetgeen ik wel weet is, dat, moest zij die voorstellen uitvoeren, dan zou daar een onbe twistbare aantrekkingskracht geschapen worden, van aard. om deze die wenschen in België nieuwe nijver heden te stichten, aan te zetten, zich in onze streek te komen vestigen. Het weze echter goed verstaan, dat deze voordeelen Namaken wat anderen doen, Is meestal van slecht fatsoen. Ondanks al die naaperij. Blijft eerstPACHA CHICOREI. slechts zouden toegepast worden, voor de nieuwe nijver heden die zich zouden instellen, of de bestaande die zich zouden uitbreiden. Er is in mijne opvatting dus hoegenaamd geen spraak van fabrieken die zich zouden verplaatsen van het eene gewest van ons land naar het andere. In dit geval zou het enkel eene verplaatsing zijn van de werkloosheid. En dit kan. in alle geval, onze bedoeling niet zijn. De regeering zal straks antwoorden en zeggen wat zij van mijn voorstellen denkt. Ik beweer niet dat er niets anders mogelijk is dan hetgeen ik voorleg, aan te ne men. Maar wat ik aan de regeering vraag, dat is dat, wan neer die voorstellen in haar oogen onaanneemlijk zijn. zij zich toch niet zou bepalen met te zeggen wij zullen den toestand onderzoeken en trachten maatregelen te nemen in de toekomst. Zijn onze voorstellen niet aan- neemlijk, dan zou het ons werkelijk genoegen doen, dat de regeering andere maatregelen in het vooruitzicht zou stellen die dezelfde resultaten zouden meebrengen dan deze welke wij hebben voorgelegd. Indien de regeering zoo iets doet. zullen wij ons even tevreden achten dan indien zij verklaart onze voorstellen aan te nemen. Wij verklaren immers dat wij niet onvoorwaardelijk aan onze voorstellen houden. Het eenige dat wij verlangen is. dat dadelijk ingegrepen worde en dat maatregelen zouden voorgeschreven en uitgevoerd worden die aan de arbeiders en aan gansch de bevolking in de toekomst de mogelijkheid verschaffen, om te leven in de streek waar zij geboren zijn, waar zij wonen en waar zij wen schen te mogen blijven leven. Ik heb de gewoonte niet mij uitermate door het ge voelen te laten beheerschen, en het is niet met dat doel dat ik de aandacht van den minister wil vestigen op het bijzonder lijden dat de bevolking van het arrondis sement leper de laatste vijf en twintig jaren heeft te verduren gehad. Ik wensch alleen maar dat de regee ring zich zou herinneren het onnoemlijk zedelijk, stof felijk en lichaamlijk lijden dat de gansche bevolking van dit arrondissement door den oorlog, den na-oorlog en de crisis heeft te verduren gehad. Daarom durf ik mij veroorloven te vragen, ik zeg meer, te smeeken. dat de regeering ons niet zou afsche pen met ijdele beloften, met te zeggen dat de toestand zal onderzocht worden, dat men zal bestudeeren wat er in de toekomst zal kunnen gedaan worden. Want. mijnheer de minister, komt daar geene spoedige veran dering. dan is het leven daar geen tien jaar meer moge lijk. De bevolking zal verplicht zijn naar andere ge westen uit te wijken, en dat beteekent de dood van die streek. Ik hoop dat de regeering goed genoeg zal wezen om bijtijds de noodige maatregelen te treffen, en dat zij de verzekering zal weten te geven, dat in de naaste toe- Komst de bevolking van het arrondissement leper zal verzekerd worden, over de mogelijkheid daar op men- -chelijke manier te blijven leven. (Zeer welop de socialistische banken.) De heer toorzitter. Het woord is aan den heer minister van economische zaken. De hee> an Isacker, minister van middenstand en economische zaken (op het spreekgestoelte). Me vrouwen, mijne heeren. de Kamer zal mij toelaten zeer kort te antwoorden op de interpellatie van den acht- baren heer Missiaen. De werkloosheid in het Iepersche heeft haar verren oorsprong te vinden in de oorlogsjaren, welke de kleine Iepersche nijverheid hebben vernietigd na den oorlog werd deze kleine Iepersche nijverheid niet terug opge richt zooals zij vroeger was, evenmin als andere bron nen van inkomen welke meer den middenstand, maar °°r enl de gansche bevolking ten goede kwamen: de ruiterijschool en andere stichtingen welke te leper en rond leper waTen opgericht. Het moet ook onderlijnd worden dat onmiddellijk, na den oorlog, alle beschikbare werkkrachten, gedurende jaren, volop arbeid hebben gevonden in den herop bouw van de verwoeste gewesten. Men mag zeggen dat de heropbouw alle krachten nee opgeslorpt en hierdoor ontstonden geenszins de gunstige voorwaarden om de industrie te lokken, naar e s c en en dorpen welke uit hunne puinen verrezen, e is een pijnlijke vaststelling, maar het is noodig de ze vaststelling te doen om de struktuur van het leper-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 2