EEN VULPEN
DUMORTIER
A. D'Hellem-Degryse
5
TOERISTISCHE KRONIEK
ALTIJD ZONDER OPSLAG
BEHANCER
Dickebuschsteenweg, 156, YPER
34, Boterstraat, 34, YPER
MWBBHifflillBilMM
ONTPLOFT
Vlaanderen is een land dat rijk is aan legenden
en sagen, welke meest in verband staan met le
vens van heiligen, met historische gebeurtenissen
waarvan wij de juiste gegevens dikwijls niet
meer kunnen achterhalen, of ook nog met na
tuurvormen. Is het b.v. nog noodig te wijzen op
de menigvuldige legenden van heiligen, als die
welke wij zoo dikwijls hoorden verhalen uit het
leven van de H. Godelieve, van de H. Goedele,
van den H. Franciscus, en andere Of op sagen
als die van Tijl Uilenspiegel, van Faustop ver
halen allerhande van reuzen, als de Reus Anti-
goon. als de Reus Goliath van onze goede stede
In verband hiermede waren wij reeds in de ge
legenheid te wijzen op de legende welke zoo naïef
staat afgebeeld in het kapelletje van Kaaster
(N. Frankrijk) betreffende den blinden slotheer
van Strazele. Verschillende andere legenden zijn
hier nog in onze streken bekend. In zijn bro
chure over de Westvlaamsche Bergendrukt
de heer R. Buckinx een legende over die nog min
of meer in den volksmond voortleefde, namelijk
de wonderbare geschiedenis van het Tooverpaar-
deken Malagijs. Deze sage verscheen voor het
eerst in het gekende Westvlaamsche tijdschrift
Biekorf in het jaar 1895, waar ze, naar een oud
handschrift dat in de Koninklijke Bibliotheek te
Brussel berust, door Jules Leroy werd naverteld.
Wie ze volledig wil kennen verwijzen wij naar
bovengemelde brochure. In de Fransche uitgave
van datzelfde werkje staat een zeer mooie af
beelding afgedrukt, naar de oorspronkelijke tee-
kening welke kunstschilder Eugeen Van Steen-
kiste hiervoor maakte.
Een tweede legende welke eveneens op onze
streek betrekking heeft, is deze van het ontstaan
van Meesen. Zij is sterk verwant met deze van
den heer van Strazele, maar om haar eenvoud
willen wij ze hier in 't kort vertellen.
Er waren eens drie maagdekens, zoo luidt
de aanhef van deze naïeve vertelling welke
dagelijks in het groote bosch tusschen leper en
Rijsel, hunne kudde kwamen hoeden. Zij waren
deugdzaam en braaf en hadden zich nooit over
de houtvesters van het bosch te beklagen gehad.
Op zekeren dag echter wilden deze de drie kin
deren geweld aandoen de meisjes, die zich reeds
lang hadden tegengeweerd, stonden op het punt
om voor de overmacht te bezwijken. Zij smeekten
de kwaadwillige houthakkers eerst nog een Vader-
Ons te mogen bidden, wat hun werd toegestaan.
Toen waren de meisjes op de knieën gevallen en
hadden de handen tot het gebed samengevouwd...
Maar op hetzelfde oogenblik was de grond onder
hunne voeten opengescheurd en had de drie
maagdekens verzwolgen, om ze aan de boosheid
van de houtvesters te onttrekken. Van schrik
waren deze van de plaats gevlucht om ze in het
vervolg steeds met afschrik te vermijden. Vele
jaren later had men op de plaats, waar de meisjes
waren verdwenen, laten graven en hun lichamen
werden er, schoon en ongeschonden, in biddende
houding, teruggevonden. Op de plaats nu, waar
de drie meisjes haar vroegen'heiligen dood stier
ven. was het dat Adela, dochter van Robrecht,
koning van Frankrijk, en echtgenoote van Boude-
wijn V. graaf van Vlaanderen, in het jaar 1060
een abdij stichtte om er de drie herderinnetjes
Helwige, Jutta en Giselinde te vereeren. Hier
ontstond Meesen
Nog andere merkwaardige verhalen zijn in onze
streek bekend, onder andere deze van het Ver
brand Hof te Westouter, alsook deze van den
Reus van Steenvoorde. Een volgende maal mis
schien hierover meer. Toch wijzen wij reeds op
het belang van deze legenden en verhalen op
toeristisch gebied omdat zij de plaatsen waar zij
gebeurden, als het ware levendiger en schilder
achtiger aan den reiziger voorstellen.
Reysiger.
Alle laatste nieuwe modellen van
TAPISSEERWERKEN
aan 2,50 Fr. de rol.
o
De schoonste en grootste keus der streek van
BEHANGPAPIEREN, LINOLEUM
BALATUM en STRAGULA.
Placeeren van BALATUM enz.,
aan buitengewone prijzen.
Bijzondere prijzen voor Behangers en Schilders.
Plechtige aanstelling van den
nieuwen Herder te Dickebusch.
Zondag laatst was de gemeente in volle feest
ter gelegenheid der aanstelling van den Eerw.
Heer Vereenooghe als pastoor der parochie.
Gansch het dorp was bevlagd en versierd, aan
talrijke gevels prijkten opschriften om den nieu
wen herder te verwelkomen en niet min dan drie
praalpoorten, met jaarschriften versierd, waren
opgericht geworden.
De nieuwe pastoor, vergezeld van den Z. E.
Heer Vermaut, deken van Yper, en van zijne twee
getuigen, de E. H. Verhaeghe, Drincipaal van St-
Vincentiuscollege, en E. H. Cattebeke, bestuurder
van het St Jozefsgesticht, beiden van Yper. werd
aan den inkom der gemeente opgewacht door de
Heeren leden van gemeente-, kerk- en dischraad.
De Heer burgemeester Ghekiere stuurde den af
gezant des Heeren enkele hartelijke welkom
woorden toe, waarop de E. H. Vereenooghe ge
past antwoordde en vervolgens werd de nieuwe
pastoor, samen met de overheden, door een bon
ten stoet kerkewaarts geleid.
Aan de kerkdeur gekomen overhandigden twee
lieve meisjes, na een welkom groet te hebben op
gezegd, de sleutels der kerk aan den E. H. Ver
eenooghe, waarna binnen in den mooi versierden
tempel door den Z. E. Heer Deken Vermaut, in
aanwezigheid van een overgroot getal paro
chianen, tot de liturgische aanstelling van den
nieuwen herder werd overgegaan. Deze indruk
wekkende plechtigheid werd met een Te Deum»
besloten.
E. H. Vereenooghe wordt den herdersstaf overhandigd.
Nadien werd een keurig feestmaal opgediend
tijdens hetwelk menige heildronken ter eere van
den nieuwen herder werden ingesteld.
Mocht de E. H. Vereenooghe zich lange jaren
te Dickebusch toewijden voor het heil der zielen
koopt men in
v e r t r o uw e n
ter Drukkerij
reiden van dit prachtig feest, iets dat oneindig veel
werk vraagt, en waarvan velen zich geen voldoende
rekenschap kunnen geven.
Aan den Heer Cambier. de ijverige voorzitter der
Vuurkruisen, die namens zijne strijdmakkers de zoo
talrijk opgekomen toeschouwers in hartelijke woorden
bedankte en aan Mevr, Van Heester een prachtigen
bloemenkorf overhandigde aan de bestuursleden, aan
al de Vuurkruisen van Yper en omliggende aan de
vertolkers der revue Ontploftaan den Heer E.
Brants en zijn muzikanten, en ook aan den Heer Eugeen
De Brabander, bestuurder van de groep, sturen wij
hier, op onze beurt, onzen welgemeendsten dank voor
den zoo genoeglijken avond dien zij ons hebben be
zorgd.
Om te sluiten zeggen wij dat, gezien het over
groot succes door die schoone en zoo aangename mili
taire revue bekomen en gezien bij plaatsgebrek vele
kaarten moesten geweigerd worden, het ten zeerste
wenschelijk ware dit stuk hier te Yper een tweede maal
te zien opvoeren, bijvoorbeeld in de aanstaande lente,
doch bij voorkeur, zoo mogelijk, op een Zondag na
middag. opdat allen die dit stuk zouden willen zien
of nog eens wederzien, en vooral ook de bewoners der
omliggende gemeenten en zelfs de kinderen in de ge
legenheid zouden gesteld worden eens het leven onzer
piotjes van 1914-18. doch hun leven langs den goeden
kant bekeken, meê te leven.
Mocht deze wensch in vervulling gaan. dan zou de
Vuurkruisenbond van Yper, die het een eerste maal en
met zooveel welslagen aangedurfd heeft dit stuk hier
te laten opvoeren, aan het algemeen verlangen der be
volking beantwoorden.
Nu dat de oorlog reeds zoolang voorbij is en dat men
meer en mzer het heldhaftig strijden, het lijden en de
ontberingen onzer piotten in de loopgrachten van den
Yzer schijnt te willen vergeten, had men wellicht kun
nen vreezen dat een militaire revue, die binst den oor
log geschreven werd en uitsluitelijk een schets van hei.
soldatenleven in die bange jaren weergeeft, thans zoo
zeer niet meer als vroeger in den smaak van het pu-
biiek zou vallen. Die vrees, indien men ze een oogen
blik had kunnen koesteren, is echter volledig onge
grond gebleken.
Neen, ons voik heeft nog zijn dappere piotjes van
1914-18 niet vergeten en dat hebben we Zaterdag avond
met oneindig veel genoegen nogmaals kunnen bestati-
gen. Het was waarlijk hartversterkend om zien hoe.
geestdriftig die sympathieke en meêvoelende menigte
toeschouwers, reeds van bij het openen van het gor
dijn en dan verder nog tijdens menig tafereeltje, de
vertolkers van de revue Ontploften in hen al onze
Belgische Yzerhelden. toejuichte. Ja. daar hebben wij
deugddoende en opbeurende oogenblikken beleefd.
De bijval behaald door de militaire revue «Ontploft
van E. H. Auguste Nobels, gewezen aalmoezenier van
het 4' Linieregiment, die hier Zaterdag laatst. 22" dezer,
door toedoen der plaatselijke afdeeling van den Na-
tionalen Vuurkruisenbond en ten voordeele van haar
steunfonds opgevoerd werd. heeft dus de schoonste
verwachtingen overtroffen.
Onze stadsschouwburg bleek dien avond nogmaals
te klein en de toeschouwers, die zoo talrijk waren op
gekomen, niet alleen van Yper maar zelfs van het om
liggende, hebben er enkele genoegvolle en allerverma-
kelijkste uren doorgebracht waarvan ze voorwaar nog
lang de beste herinnering zullen bewaren.
Het stuk zelf is uiterst eenvoudig doch fijn ineenge
stoken. Het is doorspekt van leuke en vroolijke too-
neeltjes, het bevat daarenboven menige waardevolle
en fijngevoelige bladzijden en het getuigt ook van een
hoog verhevene vaderlandsliefde. Het verhaalt ons het
wedervaren van Josephientje, een vluchtelingske dat
haar verloofde op het front is komen opzoeken en dat,
dank aan de gedienstigheid van een afgevaardigde van
het Ministerie van. Den Haver, die met een onderzoek
over het moraal der troepen belast is, er in slaagt haar
Franske terug te vinden.
De opvoering ervan was uiterst goed verzorgd en
was daarbij wat niet weinig ertoe bijdroeg om het
succes ervan te vergrooten opgeluisterd door de
medewerking van een flinke groep muzikanten die. on
der de kundige leiding van M. E. Brants, bestuurder
van het muziek van het 4' Linieregiment, het spel en de
talrijke gezangen op uitstekende wijze begeleidden.
Tijdens de rustpoozen vergastte dit puik orkest ons nog
op een aantal militaire marschen, onder meer deze
van het 4' 5'' en 24° Linie, die hartelijk werden toege
juicht.
De spelers, allen liefhebbers en waarvan verschilligen
nu nog hun diensttijd bij het 4' Linie te Brugge vol
brengen, hebben meer dan hun best gedaan en getui
gen van goeden aanleg. Mevr. Van Heester was een
volmaakt Fientje dat zich uitstekend gedroeg tusschen
al die brave en vroolijke piotjes. Zij is daarbij begaafd
met een aangename stem. De Heeren Van Damme,
Bourguignon, Bories, een Yperling, Holm, Tessier, Lam-
brecht en Noteboom hebben den besten indruk nage
laten, terwijl de Heeren Demangelaere, Janssens. Corné,
De Laere, Druwel, Smet en Vanden Broucke, met hun
kwinkslagen en leutige soldatenspreuken, zooals ont
ploft, een woord dat men nu nog soms in den volks
mond hoort wanneer men iemand naar den bliksem
wenscht, er bovenmate in geslaagd zijn de lachspie
ren der toeschouwers te doen werken. De Heer E.
Andries, tooneelleider, mag fier zijn over het optreden
zijner spelers en hij haalt er alle eer van. Doch vooral
de Heer Felix Janssens, le sergeant-majoor bij de Le
gerstaf van het 4r Linie te Brugge, die groote, magere
piot met zijn langen hals en vooruitstekenden kin, was
effenaf onbetaalbaar. Hij alleen met zijn gebarenspel
en mimiek deed de gansche zaal gedurig schaterlachen
en vooral telkens hij met de spreuk hem eigen voor
den dag kwam. Ook de gezangen, meestal gekende
aria's, waren goed. zonder echter volmaakt te zijn, doch
dat is iets dat men van liefhebbers en vooral van piotjes
niet mag eischen.
Onder de tooneeltjes die vooral opmerkenswaardig
en goed geslaagd waren, melden we het oude petje der
piotten, het zakjes dragen, de aanval, het mooi ballet
der bezems dat. evenals het lied Ramscapellege
bisseerd werd. het overhandigen van het eerekruis aan
Frans, den onverschrokken held, eri ten slotte de korte
maar schoone apotheose die met de Brabangonne, door
al de toeschouwers rechtstaande aanhoord en geest
driftig toegejuicht, besloten werd.
Het warm en spontaah applaus, dat tijdens de ver
tooning zoo herhaaldelijk door de zaal losbrak, was
ons inziens niet zoozeer gericht aan het talent der
spelers en zangers, die wij herhalen het alleen maar
heel goede liefhebbers zijn. maar wel aan den een
voud en ongekunsteldheid van hun optreden, aan hun
leuke grappen en spreuken, aan hun vroolijkheid, aan
de echtheid waarmede de schrijver van het stuk het
soldatenleven tijdens den oorlog heeft afgeschilderd en
ook en vooral aan den heldenmoed onzer piotjes die,
spijts het gevaar dat hen omringde, spijts al hun mi
series. toch nog alles langs den goeden kant opnamen,
geen gelegenheid lieten voorbijgaan om leute en ple
zier te maken en moedig, met de gedachte thuis bij
moeder of bij vrouw en kinderen, streden voor de vrij
heid van hun duurbaar vaderland.
Het is vooral het heldhaftig optreden onzer piotjes,
het zijn de edele gevoelens welke hen toen tijdens den
oorlog bezielden die de schrijver en de vertolkers van
het stuk, en dit op zoo een innemende en aangename
wijze, aan de toeschouwers hebben willen herinneren,
en dit is ook de reden waarom deze vroolijke revue
aan allen zoozeer heeft bevallen en geroepen is om el
ders nog evenveel bijval te genieten, en onder meer te
Iseghem en te Rousselare waar zij nu reeds, als gevolg
der opvoering te Yper gegeven, aangevraagd is.
Men mag dus zeggen dat, de wakkere bestuursleden
van den Vuurkruisenbond van Yper. die dit galafeest
met zooveel zorg en ook met zooveel welslagen hebben
ingericht, ten volle in hunne pogingen geslaagd zijn.
Zonder twijfel hebben zij ook, en wij wenschen het
hen van harte, hun doel bereikt, namelijk de steun-
kas der afdeeling in staat stellen aan de ongelukkig-
sten hunner gewezen strijdmakkers uit de vuurlijn ter
hulp te komen. En dit zal wel de schoonste en ook
verdiende belooning zijn voor al de moeite die zij zich
hebben getroost voor het op touw zetten en voorbe-
(Zie vervolg vorige kolom).