Ed. VANDEVTVERE 2 Céomètre juré Gezworen Landmeter 92b, Boulevard Marécha! Haig, 92b Veurnesteenweg Y P R E S(484) spel genoot, waren de katten die daarna bij mid del van een wit en rood gekleurden valscherm uit den toren geworpen werden. Op die wijze werden nog drie katten van uit de torre geworpen, doch door den wind voortgedreven gingen ze meestal aiover het dak der Halle weg en vielen 't zij op den koer der Halle, Tt zij op de Vandenpeereboom- plaats. Een groot aantal personen waren zelfs op het dak der botermarkt geklauterd om zoo maar een dier katten te kunnen bemachtigen. Een dezer katten bleef zelfs aan het dak der Halle haperen en viel in de dakgoot, doch de nar ging ze er uit halen en wierp ze opnieuw uit. Deze kat met val scherm was alzoo de eenige van de drie die langs den kant der Groote Markt neerkwam. De Kattestoetvertrekt aan het Stadhuis. Vervolgens wedden nog twee andere valscher men. waaraan een langwerpige, ronde pak was vastgemaakt, naar beneden geworpen. Daar zulks op het programma niet voorzien was, vroegen velen zich af wat die pakken wel mochten be vatten. Naar we nadien vernamen waren het twee premiën, de eene van 1 kgr. en de andere van een halve kilo lekkere nougat, geschonken door Ali-Baba die 's morgens was gehuldigd ge worden ter gelegenheid van zijn vijftigste komst naar de foor van Yper. Dan werden nog een drietal papieren proefbal lons, in den vorm van een mannetje, de wijde wereld ingezonden en eindelijk was het de beurt aan de laatste kat die, vastgemaakt aan een groo- ten ballon, welke den vorm had van een zak en met 3 m3 hydrogeen was opgeblazen, denzelfden weg insloeg, gevolgd van enkele velorijders be lust op de premie van 100 fr. welke voor het van gen dier kat was uitgeloofd. Hiermede eindigde dit prachtig feest dat een onverhoopten bijval kende. De menigte, die erop aanwezig was, is niet te schatten. Voor het Bel fort, op de Neermarkt en in het begin der Rijsel- straat, kon men letterlijk op de hoofden gaan. Deze massa verspreidde zich dan langzaam op de Markt in en rond de foorkramen die, zooals reeds gezegd, de beste zaken deden. Het welslagen dezer eerste poging zal voor de inrichters van het Ypersch Kattefeest een aan moediging zijn om op den ingeslagen weg voort te gaan en, met de thans opgedane ondervinding, zullen zij ongetwijfeld niet nalaten nog enkele verbeteringen aan het feest van toekomende jaar te brengen. De Winnaars der uitgeloofde premies Mevr. Cannau, Gheluvelt, 5 fr. Maurice Van Loo, Moerbeke Waes, 5 fr. René Vandamme, Yper, 5 fr. Jeanne Hellemans, Waasten, 10 fr. Develter André, Yper, 10 fr. Develter André, Yper, 10 fr. Vincart Paul, Yper, 10 fr. Vincart Paul, Yper, 10 fr. x Daels Maurice, Langemarck, 10 fr. Latruwe Roger, Elverdinghe, 10 fr. Latruwe Roger, Elverdinghe, 10 fr. Domicent Roger, Waasten, 10 fr. Baratto Maurice, Yper, 15 fr. Baete Louis, Yper, 15 fr. Daels Maurice, Langemarck, 15 fr. Coffyn Hector, Yper, 20 fr. Swertvaegher Marie, Yper, 20 fr. Vanthuyne Daniel, Merckem, 25 fr. Daels Maurice, Langemarck, 25 fr. Robert Petyt, Voormezeele. 30 fr. Kinders Vanpoppel, Oostvleteren. 100 fr. Het Inrichtingscomiteit van het Kattenfeest bedankt uit ter harte alwie tot de herinrichting en het welgelukken van dit feest heeft medege- holpen, nml. HH. Buckinckx en van Renynghe die de persberichten hebben uitgevaardigd, HH. A. Donck, A. Gruwez, F. Vandevoorde. E. Hoflack en N. Lévy (Ali Baba), die milde premies ge schonken hebben. Leest en verspreidt HET YPERSCHE Het nijpend vraagstuk der Werkloosheid 3r. Je Vaart per-Komen. Te Kortrijk werd Zondag laatst door hei Kris ten Werkers ver bond een congres ingericht dat, onder het voorzitterschap van den Heer Ver- eecke, voorzitter der kristene textielbewerkers van België, en in aanwezigheid van den Heer Moulaert, belgisch algemeen consul te Rijsel, en verscheidene andere vertegenwoordigers uit de arbeidswereld, zich voornamelijk bezig hield met de te treffen maatregelen om de belangen onzer grensarbeiders te verdedigen. Dagelijks nog worden tal van onze grensarbei ders, die sedert jaren en jaren in de fabrieken van het Noorden van Frankrijk arbeidden, uit hun werk ontslagen. De tijd is nog zoo ver niet af dat honderde autobussen, volbeladen met grensarbeiders en komende uit alle gemeenten en dorpen van ons arrondissement, dagelijks de grens overstaken. De autobussen, die nu nog het werkliedenvervoer verzekeren, zijn een zeld zaamheid geworden. Onze arbeiders, die vroeger met alle mogelijke middelen naar Frankrijk ge lokt en er om hunne werkzaamheid zoo gegeerd werden, die hier zelfs door de fransche nijveraars ter plaats werden afgehaald, worden, nu dat de crisis zich ook in Frankrijk doet gevoelen, er stel selmatig geweerd. Een voor een worden zij er af gedankt en de weinigen, die nog het voorrecht genieten er te mogen werken, vragen zich beang stigd af of morgen ook hun beurt niet komen zal om hun uitgangsbewijs te ontvangen. Al deze arbeiders komen hier het leger der werkloozen vergrooten en den reeds zwaar druk- kenden last der werkloosheid vermeerderen. De toestand onzer arbeiders, die in de huidige omstandigheden hier ter plaats zelf onmogelijk werk kunnen vinden, is ver van geruststellend en het wordt hoog tijd dat men er zich in hooger hand eens ernstig meê bekommere. Een bijzondere commissaris werd reeds door de regeering aangesteld om den bijzonderen toe stand van het grensarbeidersgebied te onderzoe ken. De Heer ingenieur Demeyere, die daarmede gelast werd, heeft zich op uitstekende wijze van deze moeilijke taak gekweten. Zijne talrijke en goed gestaafde verslagen getuigen van den ernst waarmede hij de studie van het ingewikkeld vraagstuk heeft aangevat en thans wordt alge meen aanvaard dat hij in de kwestie der werk loosheid in het grensarbeidersgebied een be voegdheid heeft verworven waarmede moet reke ning gehouden worden. Zijne besluiten, waar mede iedereen t'akkoord gaat. doch waarvan tot op heden weinig of geen in het domein der ver wezenlijking zijn getreden, geven eenstemmig het uitvoeren van groote werken aan als het eenig middel om de hier heerschende werkloosheid te bestrijden. Ook op het congres van Kortrijk kwam de Heer Verhamme tot hetzelfde besluit en vroeg hij dat groote werken zouden uitgevoerd worden in de streek om de grensarbeiders in eigen land werk gelegenheid te verschaffen. Dit is hetgeen wij hier ook sedert zoolang reeds vragen en nu wij hier te Yper gemiddeld van 1000 tot 1200 werkloozen tellen, 't zij een op veertien inwoners, vragen wij met meer klem dan ooit dat de regeering eindelijk ook eens iets voor Yper zou doen. Het grootste en bijzonderste werk, waarvoor wij hier het meest aandringen en dat ook het best van aard is om de werkloosheid alhier te vermin deren, is het herstel der vaart Yper-Komen. Dit werk, immers, zal niet alleen gedurende een vijf tal jaren aan een groot deel onzer arbeiders werk verschaffen, maar zal er grootelijks toe bijdragen om hier in de streek een blijvenden en steeds groeienden welstand te scheppen. De vaart Yper- Komen, wij hebben het reeds genoegzaam bewe zen, is geroepen om aan onze streek de grootste diensten te bewijzen. Zij zal een aanlokmiddel zijn om hier nieuwe nijverheden te zien ontstaan, zoodat onze arbeiders dan niet meer zullen ver plicht zijn op een ander hun brood te gaan ver dienen. Het is sedert eeuwen dat het nut der vaart Yper - Komen is bewezen. Het is sinds eeuwen reeds dat onze voorouders ervoor ijveren. Vanaf de jaren 1600 werd de nood zakelijkheid der verbinding Yzer-Leie reeds in gezien en betracht. Later, onder de regeering van Lodewijk XIV. ook in de jaren 1700 met het ont werp van E. H. Man, in 1806 met het ontwerp Panay en in 1827 met het ontwerp Alewyn werd de studie dezer verbinding ingezet. In 1818 ver gaderden de Handelskamers van Yper. Kortrijk, Oostende, Doornijk en Bergen om in gemeen overleg van de Regeering het graven der vaar ten Pommerceul-Antoing, Bossuyt-Kortrijk en Yper-Komen te verkrijgen. Den 13 Maart 1828 zond het stadsbestuur van Yper een aanzoek- schrift naar den Koning om de uitvoering dezer werken aan te bevelen. Den 28 December 1831 werd andermaal aangedrongen en den 22 Oogst 1832 werd zelfs een krediet gestemd voor het op maken der plannen en bestekken dezer verbin- dirgswerken. Den 7 October 1839 wordt besloten cat het schepencollege naar Brussel zou gaan. Den 12 Cctcber daarna wordt een nieuw aanzoek- schrift naar Brussel gestuurd. In 1341 komt de zaak nogmaals te berde. In 1858 wordt bij den be voegden minister en in 1859 bij het Parlement aangedrongen. In 1860 verleent de stad haar steun aan de financieele maatschappij die voor de uit voering van het werk gesticht werd. In 1861 gaat een afvaardiging naar Brussel om de uitvoering der vaart te eischen. Aan deze opsomming van enkele der aange wende stappen om de verbinding Yzer-Leie te bekomen, ziet men dat al de verschillige burge meesters en gemeentebesturen van Yper. al onze politieke mandatarissen steeds eensgezind zijn geweest om het nut en de noodzakelijkheid der vaart te erkennen en er de verwezenlijking van te vragen. De noodzakelijkheid die zich toen reeds deed gevoelen en het nut dat vroeger zoo goed begre pen was, zijn onverminderd gebleven, zijn zelfs nog. nu wij hier zooveel werkloozen tellen, nu onze streek van zooveel harer vroegere inkomst bronnen beroofd werd. merkelijk verhoogd. Over enkele maanden hebben wij hier de ont leding gedaan van een brochure opgesteld door den Heer Delmer, algemeene secretaris van het Ministerie van Openbare Werken, die de verdedi ging der binnenscheepvaart op zich nam. Een ander bevoegd persoon, de Heer senator Cyr. Van Overbergh, schreef den 11 Maart 11. in het dag blad Le Soir eveneens een merkwaardig arti kel over de kwestie van het vervoer en beaamde ten volle de woorden van den Heer Delmer die zegde dat in de meeste gevallen de fabriek opge richt wordt langs een waterweg omdat deze daar voor de best geschikte plaats biedt. Wij hopen stellig dat deze groote waarheid nu ook zal ingezien worden en wij verwachten van den Heer Minister Merlot dat hij het herstel der vaart Yper-Komen zal beslissen, ten einde alzoo in het hart zelf der grensarbeidersstreek een ba sis te leggen van een industrieel midden met sterke aantrekkingskracht, zoodat onze werklie den, die vroeger naar Frankrijk trokken en zich in de grensgemeenten ophoopten, nu hier in hun eigen streek hun broodwinning zouden vinden. Woensdag morgen heeft de Heer eerste minis ter Janson een afvaardiging ontvangen uit de ge meenten gelegen aan de Fransche grens. Deze af vaardiging, die geleid werd door de Heeren volks vertegenwoordigers Vandevelde en Debunne, heeft de aandacht van den Heer eerste minister gevestigd op den moeilijken toestand van die ge meenten, waar het aantal werkloozen thans 16.000 beloopt. De werkloozeh zijn daar sinds de maand Sep tember laatstleden verdubbeld. Een groot déël êrvan zijn afkomstig uit Yper en de omliggende gemëéflten, omdat zij, bij gebrek aan werkgele genheid hiéf ter plaats zelf, zich in de grensge meenten girtgên vestigen. Dit is ook de reden waarom onze bevolking hier, in tegenstelling met deze van alle andere steden, sedert den oorlog verminderd is in plaats van vermeerderd. Onze bevolking nochtans is gezond, de geboorten over treffen hier steeds de sterfgevallen, maar daar onze arbeidersbevolking hier geen werk kan vin den, ziet zij zich verplicht zich elders op te hoo- pen. Vroeger hadden wij hier het bataljon voetvolk, de rijschool, de regimentschool, het Weldadig heidsgesticht en tal van andere inrichtingen die werk en nering bijbrachten. Nu werd ons dit alles zonder de minste vergoeding ontnomen, zoodat onze werklieden verplicht waren elders te gaan arbeiden en zij, nu ze in zoo groot getal in Frank rijk afgedankt worden, het leger werkloozen in de grensgemeenten verhoogen. Met de vaart Yper-Komen te herstellen, iets dat niet meer zal kosten dan hetgeen de herin richting hier ter plaats van al de ons ontnomen gestichten zou gevergd hebben, zal men hier een nieuw nijverheidscentrum scheppen, zoodat de toestand totaal zal omgekeerd zijn en onze werk lieden, die nu als werkloozen zoo talrijk ten laste der grensgemeenten zijn, zich opnieuw naar hun ne geboortestreek zullen aangetrokken gevoelen. Het herstel der vaart Yper-Komen zal dus niet alleen de heropleving, de welvaart van Yper en gansch de streek voor gevolg hebben, maar zal ook een ontlasting zijn voor de thans overbe- dikte grensgemeenten waar de werkloosheid zich nu in zulke hooge mate doet gevoelen.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 2