C. JADOUL A. D'HelIetn-Degryse Een geheimzinnige moordzaak ontdekt te Steenstraete IEPER YPRES TANDARTS DENTISTE 49 Rue Surmont de Volsberghe - straat Consultations sur rendez-vous - Raadplegingen bij afspraak - ALTIJD TONDER OPSLAG Alle laatste nieuwe modellen van tapisseerwerken aan 2,50 Fr. de rel. BEHANGER Diekebuschsteenweg, 156, YPER BEHANGPAPIEREN, LINOLEUM BALATUM en STRAGULA. Deelen van een aan stukken gesneden vrouwenlijk worden er uit de vaart gehaald. De naam van Steenstraete, gehucht waar tij dens den oorlog zooveel bloedige gevechten gele verd werden, waar de Duitschers in April 1915 den eersten gasaanval deden en waar zoovelen der onzen den grond met hun bloed doordrenkten, komt zich thans andermaal in tragische omstan digheden aan de algemeene aandacht op te drin gen. Immers, Zaterdag laatstleden, rond 4 u. na middag, werd er aldaar in de vaart Yper-Yzer, een 150 tal meter over de brug van Steenstraete, langs den kant van den trekweg, een naakten menschenarm met hand gevonden. Deze grieze lige vondst, die dadelijk aan een moord en aan een tweede zaak Van Craynest deed denken, \yerd spoedig gekend door de menschen die daar langs de vaart of in de nabijheid wonen, en weldra kwamen andere ontdekkingen nog de eerste ver onderstellingen bevestigen. Hoe de zaak aan het licht kwam. De genaamde Allaeys, van Vlamertinghe, ge hecht aan den Dienst van Bruggen en Wegen, was daar Zaterdag namiddag, rond gezegd uur, bezig met het gras van rond de paalsteenen langs de vaart te verwijderen, toen opeens, als bij toe val, zijn oogen vielen op een hem vreemd voor komend stuk dat daar boven het water dreef. Met behulp zijner spade trok hij het stuk naar zich toe, doch groot was zijne verwondering toen hij vaststelde dat het een menschenarm was dien hij kwam op te visschen. De arm, die een rechter arm bleek te zijn en waaraan de hand nog ge hecht was, was juist aan het schoudergewricht van het lichaam gescheiden geweest. De arm was naakt en vertoonde aan het bovenste gedeelte enkele blauwe plekken. De vingeren der hand waren van geen ringen voorzien, zoodat niet het minste kenteeken gevonden werd dat van aard was om de opzoekingen naar de eenzelvigheid van den persoon, aan wien de arm toebehoord had, te vergemakkelijken. Na deze eerste vaststellingen ging Allaeys da delijk de veldwachters van Zuydschote en van Bixschote verwittigen, die ter plaats kwamen en op hun beurt de rijkswacht van Merckem en het parket van Yper op de hoogte dezer akelige vondst brachten. Niet zoodra was dit geweten of men vernam dat er daar verder, tusschen de herberg «Het Brouweriegé en de brug van Drie Grachten nog andere klompen vleesch in de vaart dreven. Reeds daags te voren waren die stukken er door voorbijgangers en spelende kinderen opgemerkt geweest, doch men had er geen verder aandacht aan gegeven in de meening dat het stukken be dorven vleesch waren die daar door een landbou wer of een voorbij varenden schipper in het water waren geworpen geweest om er zich van te ont maken. De Rijkswacht van Merckem trok aanstonds naar de aangewezen plaats en zag er inderdaad, omtrent rechtover de kilometerpaal 12, op een vijftigtal meter van deelectriciteitscentrale staan de op het grondgebied der gemeente Noordschote, bedoelde stukken boven water drijven. De stui ken werden uit het water gehaald en het bleek alras dat het twee dijen waren die aan het bek ken en de knieën waren afgesneden geworden. Het Parket ter plaats. Den Zaterdag namiddag, rond 5 u., kwam het Parket van Yper, samengesteld uit de Heeren Devos de Molderghem, onderzoeksrechter, Wal- lin, substituut van den procureur des Konings, Vanderghote, griffier, en Dr Billiau, wetsgenees- heer, een eerste maal ter plaats. De rijkswacht van Merckem verzekerde den ordedienst en hield de nieuwsgierigen, die intus- schen in groot getal ter plaats waren toege stroomd, op afstand. De gevonden lichaamsdeelen werden onder zocht en naar de wijze waarop zij in stukken werden gesneden, schijnt men algemeen van ge voelen dat de wreede moordenaar, die zich alzoo van het lijk van zijn slachtoffer heeft willen ont maken, een persoon moet zijn die van het slach- (438) tersbedrijf op de hoogte is. Dit vermoeden, alhoewel niets nog toelaat te verzekeren dat het gegrond is, wordt nog ver sterkt omdat dit geval hier zooveel gelijkenis vertoont met de moord die eenigen tijd geleden in het Brugsche ontdekt werd. Daar werd eveneens een aan stukken gesneden lijk in de vaart van Oostende gevonden en de dader, die gelukkiglijk spoedig kon ontdekt worden, was niemand anders dan den echtgenoot van het slachtoffer, namelijk den beenhouwer Van Craynest. Het is hierom dat er thans algemeen gewag ge maakt wordt van een tweede zaak Van Craynest, doch daaruit te gaan besluiten dat hier ook een beenhouwer de schuldige is, is wat ver gedreven. Natuurlijk worden alle soort veronderstellingen gedaan, doch het is aan te raden niet te veel voor uit te loopen. Het gerecht heeft de zaak in handen en leidt, men mag ervan overtuigd zijn, het on derzoek met doorzicht en methode. Laat ons ho pen dat ook hier, zooals in de zaak Van Craynest, de dader spoedig moge gekend worden. Allen, die in de laatste dagen iets abnormaals zouden be merkt hebben of een persoon kennen die vermist wordt, hebben voor plicht dit aan het gerecht mede te deelen en het alzoo in zijn moeilijke taak te helpen om den moord op te helderen. De gevonden lichaamsdeelen werden dan den Zaterdag naar het O. L. Vrouw Hospitaal van' Yper overgebracht, van waar ze dan later, voor verder onderzoek, naar Gent gezonden werden. Nog steeds nieuwe lichaamsdeelen gevonden Zooals wel te begrijpen heeft de vondst dezer eerste lichaamsdeelen in gansch de streek een groote opschudding teweeggebracht. Den Zater dag avond reeds werd er schier over niets anders gesproken en veel personen kwamen daar langs de vaart zien in de hoop een of andere nadere bij zonderheid over deze nog zoo geheimzinnige zaak te vernemen. Den Zondag en de volgende dagen groeide de belangstelling nog voortdurend, te meer daar men nog gedurig, nu eens bij de brug van Steenstraete, dan een viertal kilometer ver der nabij Drie Grachten nieuwe stukken vond. Zoo zag de genaamde Knockaert Willy, van Yper, die den Zondag morgen rond 8 u. een hon derdtal meter over het gedenkteeken der Gebroe ders Van Raemdonck aan het visschen was, een bruin pak op de oppervlakte van het water vlot ten. Daar hij ook reeds van de zaak had gehoord, trok hij het pak met zijn vischpers naar zich toe in de meening dat het misschien ook wel een lichaamsdeel kon bevatten, en inderdaad zijn ver moeden was maar al te gegrond. In het pak, dat met bruin papier en een machinekoord was sa mengebonden, bevond zich een gedeelte van het onderlijf van het slachtoffer. De onderbuik was echter gansch opengesneden en geschonden, waarschijnlijk met het inzicht de vereenzelvi ging van het lichaam onmogelijk te maken. De wervelkolom scheen met een zaag bewerkt te zijn geweest en aan het stuk hingen nog twee long toppen. Door toedoen van den veldwachter A. Ver- haeghe, die van deze nieuwe ontdekking werd verwittigd, werd dit gedeelte der romp rond 10 u. naar Yper overgebracht. Uit het onderzoek der gevonden stukken kon men alsdan met zekerheid uitmaken dat het slachtoffer een vrouwspersoon was en van kleine gestalte, ongeveer 1 m. 50, en nog al zwaarlijvig moet geweest zijn. Een der dijen vertoonde een lidteeken. Door de stukken der longen die nog aan de gevonden romp gehecht waren, kon ook uitge maakt worden dat de vermoorde vrouw een per soon is die de stad bewoonde, en die vroeger nog aan een ontsteking der rechter long heeft geleden. Het Parket stapt opnieuw ter plaats af Den Maandag morgen begaven de Heeren Van- de Velde, procureur des Konings, Devos de Mol derghem, onderzoeksrechter, en Vanderghote, griffier, vergezeld van de Heeren Spilliaert en Braet, der rechterlijke politie van Gent. alsook van den Heer wetsdokter Thomas, professor aan de Hoogeschool van Gent, en twee assistenten, zich naar het O. L. Vrouwhospitaal om er de ge vonden lichaamsdeelen te onderzoeken en de ontleding ervan te doen. 's Namiddags ging het parket van Yper, samen met vernoemde Heeren en met den Heer L. Le- febvre van den fotographischen dienst, nogmaals ter plaats, nadat er rond 1 u. namiddag, door Gus- taaf Verheyen, werkman der Electriciteitsfabriek, omtrent rechtover de plaats waar de 2 dijen ge vonden werden, namelijk tusschen de Electrici- teitscentrale te Drie Grachten en de herberg «Het Brouweriegenog een ander stuk opgevischt werd. Ditmaal betrof het een been. namelijk het linker, dat aan de gewrichten der knie en van den kncesel was afgescheiden geweest. ■In de hoop ook de nog ontbrekende stukken te rug te vinden werd er op last van het Parket in de vaart gedregd. Dinsdag van in den vroegen morgen reeds werden de werken ingezet, doch i zonder uitslag. Rond 10 uur voormiddag echter i kwam er aldaar een Hollandsch schip voorbijge varen en op aanvraag hield de schipper zijn boot stil en deed een tijd lang de schroef draaien ten einde het water aldaar in de vaart wat om te woelen. En zie, eenigen tijd later, nadat een le dige boot van uit de andere richting komende was voorbijgevaren, verscheen plots het rechter been aan de oppervlakte van het water. Ook dit stuk werd door de zorgen der gendarmen dadelijk naar het O. L. Vrouwhospitaal van Yper over gebracht. Daar het dreggen den gewenschten opslag niet opleverde besloot de aannemer Petillion Valère, van Boesinghe, die met-dit werk gelast was, be roep te doen op den Heer Gontier, van Dicke- buschvijver, opdat hij met zijn groot net in de vaart zou komen sleepen. Dinsdag namiddag rond 4 u., werd daarmeê begonnen in de hoop dat men er in slagen zou het hoofd van het slachtoffer te rug te vinden en alzoo het geheim op te helderen. Woensdag morgen werd door Durnez Achille, op omtrent 50 m. van de brug van Steenstraete, doch ditmaal langs den linkeroever gaande in de richting van Drie Grachten, den linker arm met hand van het slachtoffer uit het water gehaald. Ook dit lichaamsdeel kwam boven nadat een schip daar was voorbijgevaren. Wat later werd nabij het Brouwerijtje de lever gevonden en 's namiddags, rond 2 u. 30, haalde men er den linkervoet met het net naar boven. Nog andere ingewanden werden bovengetrok- ken, doch gezien hun ver gevorderden staat is het moeilijk te zeggen van wat zij voortkomen. De Heeren dokters, die ze zullen onderzoeken, zullen dit moeten uitmaken. Er werd daar onder meer ook nog een stuk spek, dat met een ijzer- draad doorstoken was, gevonden, doch aan dit alles mag men niet te veel belang hechten, ge zien daar zooveel visschers soms een ganschen dag komen doorbrengen en ook zooveel schippers daar voorbijvaren en die ook wel een of ander stuk vleesch in het water kunnen weggeworpen hebben. De opzoekingswerken, aan dewelke Delva Mar cel, veldwachter van Noordschote, ijverig mee hielp, werden Woensdag gansch den dag doorge zet en* Donderdag besloot men hetzelfde te doen van aan het gedenkteeken der Gebroeders Van Raemdonck tot aan de brug van Steenstraete. Wat zij zullen opleveren, dient nog afgewacht, doch het ware te hopen dat zij de nog ontbreken de lichaamsdeelen, namelijk de borstkas, de rech ter voet en het hoofd, zouden doen ontdekken. Voornamelijk het hoofd ware van aard om het onderzoek een grooten stap vooruit te helpen Doch de vraag stelt zich of de moordenaar, die zooveel voorzorgen genomen heeft om het lijk te verminken en in stukken te snijden en het dan ongezien, waarschijnlijk 's nachts, en op ver scheidene plaatsen, in de vaart Yper-Yzer te wer pen, het hoofd soms niet op een andere wijze heeft van kant gemaakt. Alles is mogelijk en het onderzoek zal zulks, wij hopen het vurig, uitwij zen. Immers, zoo men hier ter plaats zelf het ge heim niet ophelderen kan, moet het toch uitko men zoo er nergens elders een vrouwspersoon, van dezelfde grootte en zwaarte van het slacht offer, vermist wordt. Gansch het land door wor den dergelijke nasporingen gedaan en ook de schippers, die in de laatste tijden op het kanaal Yper-Yzer vaarden, werden door het gerecht reeds onderhoord. Niets wordt onverlet gelaten. Al het mogelijke wordt gedaan om het geheim op te helderen. Doch het gerecht staat voor een zware en moeilijke taak. Dat allen dus die mee- nen de eene of andere inlichting te kunnen ge ven. niet aarzelen de politie ervan op de hoogte te stellen, want het monster, dat deze afschuwe lijke misdaad pleegde, mag niet ongestraft blij ven. O— De schoonste en grootste keus der streek van Placeeren van BALATUM enz., aan buitengewone prijzen. Bijzondere prijzen voor Behangers en Schilders.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 4