REMERCIEMENT BEDANKING Federatie der Geteisterden van het Arrondissement Yper Fédération des Sinistrés de i'Arrondissement d'Ypres ONZE CARNAVALSTOET GEMEENTERAAD VAN YPER M""* Hermance LAMERAND a l'honneur de remercier les habitants de la rue de Lille qui ont pavoisé a l'cecasion de son centenaire. Jufvrouw Hermance LAMERAND heeft de eer en het genoegen de inwoners der Rijselstraat te bedanken voor hunne bevlagging ter gelegenheid van haar eeuwfeest. O Daar wij tot heden nog geen verder nieuws ver nomen hebben over de kwestie der teruggevor derde interesten, werd besloten de maandelijk- sche vergadering, die op Zondag 10 April moest doorgaan, te verschuiven tot den tweeden Zondag van Mei. De Voorzitter, Arth. Butaye, adv. Aucun fait nouveau s'étant produit dans la question encore toujours pendante des intéréts soi-disant indus, nous avons décidé de reporter la réunion mensuelle, qui devait se tenir le di- manche 10 avril, au deuxième dimanche du mois de Mai. Le Président, Arth. Butaye, av. Op Zondag 8 Mei aanstaande zal in onze stad Yper een prachtige stoet in oogenschouw kunnen genomen worden. Het zal iets bijzonders wezen. Uitgelezen groe pen zijn aangeworven. Een vijftal Reuzen zullen aan den stoet deelnemen, namelijk deze van Wul- veringhem. Reninghe, Hazebrouck, Dixmude en Yper. Oostende zal een groot succes behalen met-zijn nieuwe Gilles der Kust Poperinghe met zijn Kaartspel zal niet moeten onderdoen. Maar wat een groot deel zal hebben in den bij val dat zijn de Struisvogelsvan Hamme. Verders zullen Aalst, Selzaete, Gent, Lokeren, Heule ook nog het hunne bijdragen om onzen Carnavalstoet ten prachtigste mogelijk te doen lukken. Ook de Ypersche maatschappijen zijn reeds al len ingeschreven. Zeoals men ziet belooft de stoet zeer wel te zijn. Het publiek zal, wij zijn ervan overtuigd, volop voldaan zijn. Mocht het comiteit ook ten volle tevreden zijn over den steun der bevolking. Vergeet niet, Beste lezers, dat de leden van het comiteit hunne beste krachten inspannen voor 't algemeene best. Hunne pogingen zijn gericht tot welzijn der Middenstanders en nochtans heb ben vele leden van bovengemeld comiteit er geen rechtstreeksch belang bij. Steunt en steunt mild, om jaarlijks een pracht- stoet te kunnen bewonderen. Neringdoeners, gij zijt de eerste om de vruch ten van onze pogingen te plukken. Vergeet dus uw plicht niet. Het comiteit van den Carnavalstoet steunen is voor uw eigen belang zorgen. Middenstanders, het comiteit rekent op U. Het Bestuur. Fientje Zie de tasjes fijn en klein Staan op tafel vaardig Jefken Wat een reuk zoo wonderrein Streelt mijn zinnen aardig Fientje 't Is koffie met Cichorei Van de PACHA malerij O zij maakt gezond en blij Verslag der zitting van 28 Maart 1938. In plaats van te 18 u., zooals aangekondigd, wordt de zitting slechts te 18 u. 50 geopend. Zijn tegenwoordig de Heeren Vanderghote, burge meester-voorzitter Lemahieu, Delahaye en Van der Mersch, schepenen Pattyn, Jvr, Comillie, de Heeren Biebuyck, Michiel, Coutelle, Vergracht. Van Alleynnes, Leuridan en Verbeke. raadsleden Versailles, secretaris. I. Proces-verbaal der zitting van den 28 Februari 1938. De Heer secretaris geeft lezing van het proces-ver baal der zitting van 28 Februari laatstleden, waarna dit verslag zonder opmerkingen goedgekeurd wordt. M. Vanderghote. Ik heb vergeten den Heer Seys te verontschuldigen die, uit stad zijnde, in de onmoge lijkheid is de zitting van dezen avond bij te wonen. II. Stedelijk kerkhof Grondvergunningen. M. Vanderghote. Bij haar beraadslaging van 22 Maart 1938 heeft de Commissie van Openbaren Onder stand het bedrag, dat voor de thans aangevraagde grondvergunningen op het kerkhof ten voordeele der armen te betalen is, op de gezamenlijke som van 4.800 frank bepaald. Het schepencollege stelt voor dit goed te keuren. Al de aanwezige raadsleden stemmen ja, behalve de Heer schepen Lemahieu die zich onthoudt als lid der Commissie van Openbaren Onderstand. III. Commissie van Openbaren Onderstand Lan delijke goederen Hernieuwing der pachten. M. Vanderghote. Dit punt werd door den gemeen teraad reeds in zijn laatste zitting behandeld, doch voor nadere inlichtingen verdaagd. Thans hebben wij van wege de Commissie van Openbaren Onderstand, in da tum van 16 Maart 1938. den volgenden brief ontvangen De Commissie heeft in hare zitting van Dinsdag 11. kennis genomen van uw geëerden brief, waarin uitleg wordt gevraagd over de pachtvermeerdering van 50 fr. per Ha. en de instemming daarmede door de belang hebbenden. Wij houden er aan Ued. hierover duidelijk en volle dig in te lichten. Alvorens echter hiertoe over te gaan. zien wij ons nochtans verplicht onzen spijt uit te druk ken over het feit dat kritiek wordt uitgeoefend op het beleid van de Commissie, in zake pachtvernieuwing. zonder dat opit het dossier in kwestie werd opengesla gen om zich te vergewissen over de ware toedracht der zaak. Wij betreuren ook dat door een lid van de ver gadering een onverantwoordelijk woord werd gericht aan ons adres en wij beschouwen deze beschuldiging als beleedigend voor ons bestuur.. Gezien verders de debatten van den gemeenteraad openbaar zijn en het publiek dus door de lokale weekbladpers heeft kunnen kennis nemen van de opmerkingen, die aan de Commis sie werden gedaan, zoo achten wij het noodig Ued. vol gende terechtwijzing te laten geworden met de bede dezen brief in openbare zitting van den Gemeenteraad af te lezen. Er werd op de vergadering van den Gemeenteraad beweerd dat ons Bestuur geen opzeg heeft gedaan aan de pachters binnen den wettelijken termijn. Welnu ons dossier vermeldt uitdrukkelijk dat de opzeg gedaan werd. voorgeschreven door artikel 2 van de wet van 7 Mei 1929. Deze opzeg werd, bij aangeteekend schrijven, gegeven op 1 Juli 1936 voor de pachters, wier contract vervalt op 1 October 1938 en op 16 Juli 1937 voor de pachters, wier contract vervalt op 1 October 1939. De wet van 1929. zonder de verplichting op te leggen, geeft aan de Openbare Besturen het recht om ruim 2 jaar vóór het einde van het loopend contract met de zittende pachters in onderhandeling te treden ten einde de voorwaarden te bespreken met het oog op de her nieuwing van de pacht. Onze Commissie heeft van dit recht geen gebruik ge maakt omdat zij zooveel mogelijk hare pachtprijzen wenscht aan te passen aan den economischen toestand van den landbouw en het in de huidige tijdsomstan digheden onmogelijk is 2 J jaar op voorhand dezen toe stand te voorzien. De Commissie gaf dan ook steeds wettelijken opzeg aan al hare pachters om naderhand, ongeveer een tien tal maanden vóór het einde van de pacht met hen in verbinding te treden en een nieuw contract voor te stellen aan nieuwe voorwaarden. Aldus werd aan de zittende pachters een recht van voorkeur gegeven. Deze proceduur, die wel is waar niet strookt met de stricte voorschriften van de wet van 1929, werd noch tans steeds door de Bestendige Deputatie goedgekeurd. Wij weten ook dat meerdere onderstandsbesturen wel licht om dezelfde beweegredenen, een zelfde proceduur hebben gevolgd. In Februari 1938 nam ons Bestuur echter kennis van de nieuwe onderrichtingen in zake verpachting van landelijke goederen waarbij het voortaan aan de Open bare Besturen verboden wordt met de zittende pach ters nog in onderhandeling te treden eens dat wettelij ken opzeg werd gegeven. Al de landerijen van de pach ters. wier contract eindigt den 1 October 1938 en den 1 October 1939 zouden dus, volgens deze laatste onder richting, openbaar moeten verpacht worden. Ons Be stuur heeft dezen toestand, die onbetwistbaar nood lottige gevolgen zou medebrengen voor onze uittredende pachters, moeilijk kunnen aannemen en heeft dan ook besloten een onderhoor aan te vragen bij den Heer Gouverneur der Provincie om hem eerbiedig te verzoe ken van deze onderrichting geen rekening te houden voor de pachten, die wij in 1936 en 1937 hebben opge zegd en om diensvolgens ontslagen te zijn van de open bare verpachting voor wat deze eigendommen betreft. Wij meenen dat wij. met aldus te handelen, het belang én van onze pachters én van het patrimonium der com missie hebben gediend. Wat nu de prijsverhooging betreftuit het dossier blijkt nogmaals dat er geen spraak is van een verhoo ging van 50 fr. per Ha. Wij hebben met 165 pachters nieuwe pachtvoorwaarden besproken welnu van deze 165 pachters zijn er 125 aan wie het Bestuur bereid is een nieuwe pacht te verleenen aan een minderen prijs dan in 1931. tijdperk waarop de crisis in het landbouw bedrijf een aanvang nam; twintig pachters zullen een nieuwe pacht bekomen aan dezelfde prijzen van 1931 slechts 25 pachters hebben een nieuwe pacht verkregen aan hoogere prijzen dan 1931. Wij voegen hierbij het verslag van den Heer Schmidt, toeziener der landelijke goederen, waaruit blijken zal dat ons Bestuur de nieuwe voorstellen vooraf aan een grondig onderzoek heeft onderworpen. In dit verslag zult U ook de redenen vinden waarom aan 25 pachters een verhooging van prijs werd voorgesteld. Hoe werden nu onze pachters van de nieuwe voor stellen op de hoogte gebracht en hebben zij wel vrije toestemming gegeven met deze voorwaarden Wij wenschen ook hier klaar en duidelijk te ant woorden Onze voorstellen werden schriftelijk aan de belanghebbenden beteekend. Allen werden ter zitting uitgenoodigd om, in geval van niet aanvaarding, mon delings hun opmerkingen aan het Bestuur mede te dee- lenin geval van akkoord was het hun toegelaten een formulier, na onderteekening. terug te zenden. Wij kunnen U verzekeren dat omtrent alle pachters, zonder eenige opmerking, hun akkoord met de voor stellen van de Commissie hebben medegedeeld. Wij meenen, Mijnheeren, dat deze uitleg U zal vol staan. Wij wenschen echter nog met één woord te wij zen op den bevoorrechten toestand der pachters van den Openbaren Onderstand. Immers al onze eigendommen worden regelmatig door onzen Heer Toeziener bezocht en de Commissie doet zelf jaarlijks een inspectie aan een twintigtal hofsteden zoodat geen enkel werk van onderhoud of herstel wordt uitgesteld of verwaarloosd. Wat meer is, alle vragen van onze pachters om wij ziging of uitbreiding van gebouwen, om draineerwerken voor land of weide worden steeds met de meeste wel willendheid onderzocht om binnen de perken van de beschikbare kredieten ingewilligd en uitgevoerd te wor den. zonder dat de pachters geldelijk hoeven tusschen te komen. Om U slechts een idee te geven van hetgeen onze Commissie heeft uitgegeven aan onderhoud, ver betering en voltooiing der landelijke eigendommen, ge ven wij hier het gezamenlijk bedrag op der rekeningen die voor deze werken werden uitbetaald. Buiten de herbouwingen, die met de vergoeding voor oorlogs schade werden uitgevoerd, heeft ons Bestuur in de laat ste 10 jaar voor 1.777.018 frank werken verricht op hare hofsteden en landerijen. Het is onbetwistbaar, de land bouwers zullen het ten andere zelf bekennen, dat de pachters van den Openbaren Onderstand onder veel opzichten bevoordeeligd zijn bij de pachters van bij zonderen. Wij vragen derhalve andermaal dat het U moge be hagen onze beraadslaging van 22 Februari 1938 alsmede deze van 15 Maart 1938. met een gunstig advies te be- kleeden en vervolgens op te sturen ter goedkeuring aan de Bestendige Deputatie. Na lezing van dezen brief, vervolgt de Heer voorzit ter zijne uiteenzetting zoo volgt Het is onnoodig hier de beraadslaging van 22 Fe bruari 1938 te herlezen. Wij hebben daarvan reeds ken nis genomen in onze laatste zitting. De nieuwe beraad slaging van 15 Maart doet hetzelfde voorstel voor een aantal andere pachters, wier pacht ten einde loopt met 30 September 1939. De opzeg van pacht voor deze goe deren werd gedaan den 16 Juli 1937, en de nieuwe pachtvoorwaarden werden aan de huurders voor het vervallen van hun laatste jaar pacht bekend gemaakt. Gezien er met een deel dezer pachters een nieuw ak koord gesloten werd voor de vernieuwing hunner pacht voor een termijn van negen naeenvolgende jaren, be sluit der Commissie van Openbaren Onderstand ten eerste aan deze pachters met ingang van 1 October 1939 een nieuwe pacht van 9 jaar te verleenen mits den bepaalden prijs en de voorwaarden van het vroeger goedgekeurd lastenkohier, en ten tweede, de eigen dommen, waarvoor geen nieuwe pachtovereenkomst getroffen werd, opnieuw openbaar te verpachten voor 9 jaar. Het schepencollege stelt aan den gemeenteraad voor een gunstig advies uit te brengen op beide be raadslagingen. M. Leuridan. Ofschoon den meer dan gedempten toon waarop hier door den Heer burgemeester uitleg over deze zaak gegeven werd, oordeel ik het toch noo dig hier nogmaals tusschen te komen opdat bij de Com missie van Openbaren Onderstand den indruk niet zou ontstaan dat de leden van den gemeenteraad kritiek over haar vroegere beraadslaging hebben uitgeoefend enkel en alleen om het genoegen van kritiek uit te oefenen of van stof op te jagen. Er zijn daar zekere uitdrukkingen in den brief die den indruk geven dat de Commissie van Openbaren Onderstand meent dat wij werkelijk aan muggenzifterij hebben willen doen alleen om het genoegen haar wat verveling te berokkenen. Dit is niet waar, gezien een deel onzer opmerkingen nu nog gehandhaafd blijven en gegrond zijn. Het is echter waar dat de opzegging der pachten, die met ln October 1938 en met ln October 1939 vervallen, op tijd gedaan werden. Het is waar dat de opzeg ervan twee jaar op voorhand gedaan werd. M. Van der Mersch. Tijdens de laatste zitting werd hier nochtans gezegd dat de opzeg niet op tijd gedaan werd. niettegenstaande ik deed opmerken dat de Com missie van Openbaren Onderstand het tegenoverge stelde beweerde. Gij moet dus nu erkennen dat zulks wel waar is. M. Leuridan. Ja. het is waar. maar wat niet waar is, is dat de Commissie van Openbaren Onderstand de nieuwe pachtvoorwaarden aan haar pachters heeft ken baar gemaakt vóór het verstrijken van den termijn der twee laatste iaren pacht. Zij heeft dit enkel gedaan op het oogenblik dat de opzeg reeds gegeven was. dus bin nen den termijn van de twee laatste jaren. Wij bevesti gen dus dat de nieuwe pachtvoorwaarden bekend ge maakt werden op een tijdstip dat het reeds te laat was. Dit wordt ten andere door de Commissie erkend en om haar handelwijze te verrechtvaardigen steunt zij op een slechte interpretatie der wet. Aangaande het laten kennen der nieuwe pachtvoorwaarden. zegt de Com missie van Openbaren Onderstand dat de wet van Mei 1929. op de verpachting der goederen van de openbare besturen, haar niet oplegt de nieuwe voorwaarden vóór den opzeg kenbaar te maken. Doch nu geeft ze toe dat een wenk van hoogerhand haar oplegt voortaan toch haar nieuwe voorwaarden vóór den termijn van twee jaar bekend te maken. Dit moet zoo geschieden ook. Waarom ze dit tot op heden nog niet deed. is, zoo zegt ze. omdat het, gezien de groote schommelingen die intusschen ln den economischen toestand kunnen gebeuren, veel te gevaarlijk is de nieuwe pachtvoorwaarden twee jaar op voorhand vast te stellen. Deze redeneering kan niet aanvaard worden en, wat meer is, wij kunnen die bewering omkeeren en zeggen dat het voor den pachter van groot belang is zoo vroeg mogelijk te vernemen welke nieuwe pachtvoorwaarden hem zullen opgelegd worden. Hij heeft er alle belang bij zoo vroeg mogelijk

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 3