4 te weten welke verzwaring van lasten hij zal te dragen hebben. Daarbij, moesten er zich in den loop van den opzegtermijn grondige veranderingen in den eco- nomischen toestand voordoen, dan is het nog steeds mogelijk de nieuwe voorwaarden te wijzigen. Ik hand haaf dus mijne kritiek en het wordt door den Open baren Onderstand toegegeven dat de nieuwe pachtvoor- waarden te laattijdig werden bekend gemaakt. De pach ters werden enkel ongeveer tien maanden op voorhand verwittigd, alswanneer dit twee jaar op voorhand moest geschieden. Aangaande het tweede punt waarover ik vroeger kritiek uitoefende, namelijk de verhooging van 50 fr. per hectare, wil ik thans niet verder meer aan dringen en ik verzaak eraan. Was deze kritiek misschien ongegrond Neen, doch ik verzaak er thans aan. om dat ik de algemeenheid niet wil schaden. Een groot deel der pachters hebben er voordeel bij en daarom wil ik nu niet verder meer aandringen, alhoewel ik op per soonlijke gevallen zou kunnen wijzen voor dewelke de verhooging. die geschied is, zich geenszins verrecht- vaardigt. namelijk uit die reeks van 25 pachters die thans meer betalen dan in 1931. Dat men ons niet kome zeggen deze pachters hebben die verhooging vrijwillig aanvaard. Wij weten wat het is. Er kan nooit geen spraak zijn van vrijwilligheid tusschen eigenaar en pachter De pachter verkeert altijd in een minderwaar digen toestand tegenover zijn eigenaar. De Heer sche pen Van der Mersch schijnt daarmede niet in te stem men. doch daarover heb ik mijn eigen opvatting. M. Van der Mersch. Neen, ik ben daarmede niet t'akkoord. M. Leuridan. De pachters bevinden zich altijd in een staat van minderwaardigheid en onmacht tegen over hun. eigenaars. Ik zwijg thans echter over de schommeling der prijzen, doch er is nog een punt dat ik niet zonder wederspraak kan laten. De Commissie van Openbaren Onderstand wil haar mecena's rol, haar vrij gevigheid bewijzen door te zeggen dat zij tot op heden voor 1.777.018 fr. herstellingswerken in de laatste tien jaar aan haar landelijke eigendommen heeft uitgevoerd. Men mag daarmede niet te hoog oploopen en dit ver dient eens nader beschouwd. M. Vanderghote. Dit is hier buiten de zaak. M. Leuridan. Gij weet allen dat de Commissie van Openbaren Onderstand veel landelijke goederen bezit die door den oorlog niet verwoest werden. Zoo heeft zij eigendommen op Brielen, Vlamertinghe, Elverdinghe, Oostvleteren, Leisele. Poperinghe, enz. die niet zooals haar andere eigendommen door den oorlog ten gronde toe platgelegd werden. Na den oorlog ging al de aan dacht der Commissie van Openbaren Onderstand naar haar eigendommen die vernield waren en voor dewelke zij oorlogsschade ontving, doch zij verwaarloosde het herstel harer andere goederen die, ware er geen oorlog geweest, reeds sedert lang hun beurt van herstelling zouden gekregen hebben. Ik spreek hier met kennis van zaken, daar ik van een dergelijke hofstede afkomstig ben Veel dezer goederen hadden ook te lijden niet door den oorlog, maar door kantonnementschade die insge lijks moet hersteld worden. Voor die kantonnement schade echter wordt er, zooals gij weet, geen duit ver goeding betaald, die schade moest rechtstreeks met het ministerie van landsverdediging geregeld worden. Wel nu het grootste deel dezer som van 1.777.018 fr. is ge gaan in het herstellen der goederen die kantonnement schade geleden hebben. Dit is hetgeen ik wilde terecht wijzen, omdat ik niet wil dat er van buiten uit een blaam naar mij zou kunnen gericht worden dat ik al leen kritiek heb uitgeoefend om het genoegen zulks te doen. De Commissie van Openbaren Onderstand is van oordeel dat zij een goede eigenaarster is. Zij zegt het zelf en dit is waar, doch het moet zoo zijn ook. De Com missie van Openbaren Onderstand, als voornaamste grondeigenaarster, moet een voorbeeld zijn in zake prijzen en pachtvoorwaarden. Het is hare rol den nood der arme lieden te lenigen, en ook hare goederen goed te besturen in 't belang der slaven van den grond die de boeren zijn. M. Van der Mersch. De kritiek van den Heer Leu ridan is niet gegrond en hij moet thans erkennen dat zijn verklaring, waarbij de opzeg niet op tijd gedaan werd. onjuist was. M. Leuridan. Dat is een punt dat, ik beken het, juist is. M. Van der Mersch. De opzeg werd den 1 Juli 1936 beteekend voor de pachten die in 1938 vervallen en den 16 Juli 1937 voor de pachten waarvan de termijn den 30 September 1939 verstrijkt. De opzeg werd dus wel twee jaar te voren gedaan en dat is nu een punt der kritiek van den Heer Leuridan dat niet gegrond was. Het tweede punt betreft het kenbaar maken der nieuwe pachtvoorwaarden twee jaar op voorhand. Welnu, de Commissie van Openbaren Onderstand is daartoe niet verplicht. M. Leuridan. Waarom heeft de Heer Gouverneur het dan noodig geoordeeld de Commissie daarop te wijzen M. Van der Mersch. De Commissie van Openbaren Onderstand moet de nieuwe pachtvoorwaarden thans twee jaar op voorhand kenbaar maken ingevolge de nieuwe onderrichtingen van 1938, doch die verplichting stond niet in de wet van 1929. De Commissie heeft tien maanden op voorhand een brief geschreven aan al haar pachters om hen de nieuwe pachtvoorwaarden te laten kennen en hen gevraagd daarop te antwoorden zoo zij er ja of neen mede t'akkoord gingen. Die er niet mede instemde, mocht ter zitting van de Commissie komen om uitleg te vragen. Bijna allen hebben hun instemming met de nieuwe voorwaarden betuigd en een akkoord ge sloten. De pachters waren niet verplicht dit te doen. Zij waren dus vrij ja of neen te antwoorden. De Heer Leuridan zegde nog dat er een vermeerdering is van 50 fr. per hectare. Dit is ook niet echt. Van de 165 pach ters. met wien nieuwe pachtvoorwaarden besproken werden, zijn er 125 die een nieuwe pacht verkregen hebben aan een prijs die beneden den pachtprijs van 1931 is, tijdstip waarop de landbouwtoestand veel slech ter was dan nu. M. Lemahieu. Gij steunt u op den brief waarin er, om te beweren dat de toestand nu beter is dan in 1931, enkel rekening gehouden wordt met de meerwaarde der producten, doch gij moet ook de keerzijde der medaille zien. M. Van der Mersch. De toestand is thans niet zoo slecht als in 1931, en nochtans zullen 125 pachters thans minder betalen dan toen. 20 pachters betalen denzelf den pachtprijs, terwijl slechts 25 pachters thans iets meer dan in 1931 zullen betalen. Die verhooging van pachtprijs spruit dan nog voort uit het feit dat de eene pachter nieuwe bijgebouwen heeft gekregen, terwijl een andere meer grond in pacht heeft ontvangen, of een derde nog met de Commissie van Openbaren Onder stand een akkoord heeft gesloten voor het verkrijgen van nieuwe gebouwen. Voor die 25 pachters die thans meer zullen betalen dan in 1931. spruit die vermeerde ring niet voort uit het feit dat de pachtprijzen verhoogd werden, doch wel omdat de eene meer gebouwen en de andere meer land in pacht heeft bijgekregen. Ik moet hier nog doen opmerken dat de Commissie van Open baren Onderstand de zaak grondig onderzocht heeft en dat zij voor haar landelijke goederen geenszins den hoogen prijs vraagt De pachters van den Openbaren Onderstand genieten zelfs van meer voordeelen dan deze van andere eigenaars. De pachtprijs door den Openbaren Onderstand gevraagd is de juiste prijs, en wanneer men dien vergelijkt met den pachtprijs van andere eigenaars, dan ziet men dat de prijs van den Openbaren Onderstand veel lager is. De Commissie heeft in de laatste tien jaar voor 1.777.000 fr. werken aan haar landelijke eigendommen uitgevoerd en zoo zij dit argument heeft gebruikt, dan is het alleen maar om den thans gevraagden pachtprijs te verrechtvaardigen. Indien er nu aan 25 pachters een hoogeren prijs ge vraagd wordt, dan is het omdat er werken op die hof steden uitgevoerd werden, omdat er daar nieuwe ge bouwen gemaakt werden ten voordeele der pachters. Ik geloof dat er na den brief van den Openbaren Onder stand geen enkele kritiek meer overblijft en ik stel voor dat er thans een gunstig advies over de beslissing van den Openbaren Onderstand zou uitgebracht worden. M. Vanderghote. Ik vraag dus dat het den gemeen teraad zou behagen een gunstig advies uit te brengen over de beraadslagingen van 22 Februari en 15 Maart 1938 der Commissie van Openbaren Onderstand. Al de raadsleden stemmen ja, behalve de Heer Le mahieu die zich onthoudt als lid der Commissie van Openbaren Onderstand. IV. Commissie van Openbaren Onderstand - Open bare verkooping van houtgewas en hoornen Proces verbaal. M. Vanderghote. De Commissie van Openbaren Onderstand heeft, in buitengewone zitting van 8 Ja nuari 1938, besloten, onder voorbehoud van goedkeuring door de hoogere overheid, ongeveer 35 aren taillie voor eigen gebruik te kappen de koopen taillie 20 tot en met 32, die tijdens de openbare verkooping van 8 Ja nuari 1938 niet toegewezen werden, te laten staan om ze met de verkooping van 1939 opnieuw te koop te stel len, en de koopen dunning van sparren, zijnde samen 1900 persen alsmede 1000 bundels hout. in de gestich ten te gebruiken. Het schepencollege stelt voor deze be raadslaging goed te keuren. Algemeene instemming. Alleen de Heer schepen Le mahieu onthoudt zich. V. Commissie van Openbaren Onderstand Open bare verkooping van bouwgrond. M. Vanderghote. Bij beraadslaging van 8 Maart 1938 heeft de Commissie van Openbaren Onderstand be sloten een perceel bouwgrond gelegen te Yper. Brugge- steenweg, en er bekend op het kadaster Sectie A, deel van Nr 351, openbaar te verkoopen. Deze grond, groot ongeveer 15 a. 50 ca„ is verpacht aan Maurice Fleurbaey tot 30 September 1938 mits den jaarlijkschen pachtprijs van 800 fr. Volgens schatting van den Heer ontvanger der Registratie heeft die grond een waarde van 18 fr. den vierkanten meter. Tijdens het gedane onderzoek van commodo en incommodo werden er geen opmerkin gen tegen dezen verkoop gedaan, en daar de verkoop voordeelig is voor het bestuur, besluit het dien grond openbaar te koop te bieden aan den instelprijs van 22 frank den vierkanten meter. Het schepencollege stelt voor hierop een gunstig advies uit te brengen. Al de raadsleden stemmen ja, behalve de Heer Lema hieu, die zich nogmaals onthoudt. VI. Commissie van Openbaren Onderstand - Open bare verkooping van grond gelegen te Boesinghe. M. Vanderghote. Bij haar beraadslaging van 15 Fe bruari 1938 heeft de Commissie besloten in te gaan op de aanvraag haar gedaan van aankoop van een stuk grond, ter grootte van 17 a„ gelegen te Boesinghe, sectie B Nr 792. Deze grond is thans gebruikt door Soete Cy- rille mits den pachtprijs van 750 fr de hectare, en de voorgestelde verkooping zal geen schade berokkenen aan de hofstede die een totale grootte heeft van 26 ha. 87 a. Volgens schatting van den Heer ontvanger der Re gistratie heeft die grond een waarde van 6.800 fr.. doch er werd een aanbod van 8190 fr. ervoor gedaan. Tijdens het onderzoek van commodo en incommodo werden er geen opmerkingen tegen den verkoop gedaan en de Commissie besluit de noodige machtiging te vragen om dit deel grond openbaar te mogen verkoopen op den instelprijs van 8190 fr. boven de kosten van verkooping. De raad stemt hiermede eveneens in. Alleen de Heer schepen Lemahieu onthoudt zich. VII. Commissie van Openbaren Onderstand. Openbare verkooping van grond gelegen te Voormezeele. M. Vanderghote. In haar zitting van 15 Maart 11. heeft de Commissie van Openbaren Onderstand een be raadslaging getroffen aangaande een deel grond, inge nomen door een keiweg die binst den oorlog door de Engelschen gemaakt werd en die leidt van de vaart Yper-Komen naar den weg van Voormezeele - St Eloy. Daar werd van den eigendom der Commissie een deel grond van 9 a. 56 ca. ingenomen, bekend op het kadas ter sectie B. deel van Nrs 317 en 318, te Voormezeele. De gemeenteraad van Voormezeele heeft, bij beraadsla ging van 26 April 1924, goedgekeurd door Koninklijk Besluit in datum van 9 December 1925, besloten dien weg te behouden. In November 1923 werd een voor- loopige overeenkomst getroffen tusschen den Openba ren Onderstand en de gemeente Voormezeele om dien grond over te laten aan den prijs van 7000 fr. de hec tare, doch nu is de gemeente Voormezeele bereid er voor de som van 25.000 fr. de hectare te betalen, 't zij 2390 fr. voor het af te staan perceel grond. Daar er hiertegen geen opmerkingen gemaakt werden, besluit de Commissie van Openbaren Onderstand de toelating te vragen om die 9 a. 56 ca. grond aan de gemeente Voor mezeele mits den prijs van 2390 fr. te mogen afstaan. Dit voorstel wordt met dezelfde stemming als hiervo- ren bijgetreden. VIII. Commissie van Openbaren Onderstand Openbare verpachting van twee woonhuizen. M. Vanderghote. Bij brief van 5 Maart 1938 heeft de Commissie van Openbaren Onderstand ons gevraagd dat het den gemeenteraad zou behagen een gunstig advies uit te brengen over het proces-verbaal der open bare verpachting van twee woonhuizen, die op 14 De cember 1937 heeft plaats gehad. Lot een, zijnde een handelshuis gelegen in de Casselstraat, Nr 5, werd toe gewezen mits den jaarlijkschen pachtprijs van 2000 fr. aan Verdoene Maurice, handelaar, wonende te Yper, Rijselstraat, voor wien M. Camille Nolf zich als soli daire borg stelt. Lot twee, een renteniershuis in de Meenenstraat, Nr 9. werd verpacht mits de sóm van 6.900 fr. 's jaars aan M. Emile Lemahieu, notaris te Yper, met solidaire borg M. Gustave De Jaegher. Het schepencollege stelt voor hierop een gunstig advies uit te brengen. De raadsleden stemmen ja. uitgenomen de Heer Le mahieu. die zich onthoudt. IX. Commissie van Openbaren Onderstand Be grooting 1937 Wijzigingen. In zitting van 22 Maart 1938 heeft de Commissie va* Openbaren Onderstand besloten enkele wijzigingen aan haar begrooting van 1937 te brengen, en namelijk in de afdeelingen der gewone ontvangsten en der ontvang sten van de landbouwuitbating artikels 16, 17, 37 en 38 met de gezamenlijke som van 67.000 fr. te verhoogen. en de kredieten voorzien in de gewone uitgaven en de uitgaven voor de landbouwuitbating onder artikels 30. 38. 75 en 77 te verminderen met de som van 11.500 fr Met deze meerdere ontvangst van 67.000 fr. en deze mindere uitgaaf van 11.500 fr. wordt besloten een aantai andere artikels met de gezamenlijke som van 78.500 fr. te verhoogen. zoodat het slot der begrooting ongewij zigd behouden blijft als vroeger, 't zij met een boni van 690 fr. 45. Qok dit punt wordt met dezelfde stemming als hier- voren goedgekeurd. X. Kerkfabriek van St Pieters Onteigening van grond. M. Vanderghote. In Februari 1938 werd er door den Staat een aanvraag gedaan om 188 m2 grond, gelegen te Dickebusch, sectie B. Nr 530B en toebehoorende aan de Kerkfabriek van St Pieters, in te lijven in de baan Yper-Belle. Hiertegen werden er geen opmerkingen ge maakt en volgens schatting van den Heer ontvanger der Registratie heeft deze grond een waarde van 6 fr. den vierkanten meter. Gezien deze inlijving van grond va* openbaar nut is, wordt voorgesteld deze 188 m2 grond te onteigenen. Het schepencollege stelt voor hierop ee* gunstig advies te verleenen. Dit voorstel wordt zonder opmerkingen bijgetreden. Alleen de Heer Van Alleynnes onthoudt zich. XI. Dickebusch - vijverhuis Onderhoudswerken Plan, lastenboek en bestek. M. Vanderghote. Het schepencollege stelt aan den gemeenteraad voor het plan, lastenboek en bestek der werken uit te voeren aan het vijverhuis van Dicke busch. namelijk het vervangen der ramen en deuren en het plaatsen van rolstoors, te willen goedkeuren. Is er iemand die hierop het woord vraagt Deze werken zijn geschat op ongeveer 11.000 fr. M. Leuridan. Ik verlang het schepencollege te on dervragen nopens een punt dat wel niet rechtstreeks met deze zaak belang heeft maar toch eenigszins erop betrek heeft. Of verkiest gij dat ik zulks tijdens de me- dedeelingen doe M. Vanderghote. Ja, het ware beter. Ik vraag thans het voorgestelde plan en lastenkohier te willen goed keuren. Al de raadsleden stemmen eenparig ja. XII. Muziekschool Veranderingswerken Aan besteding Proces-verbaal. M. Vanderghote. Voor de aanbesteding der uit te voeren veranderingswerken in de Muziekschool werde* er vier inschrijvingen ingezonden, namelijk deze van Medard Bollingier met de som van 8.804 fr. 76, Joseph Mahieu met 8.297 fr. 04, Jules Soete met 11.400 fr. en Gaston Vanassche met 8.337 fr. 32. Het schepencollege stelt voor het aanbod van den laagsten inschrijver M. Joseph Mahieu, goed te keuren. Eenparige instemming. XIII. Zwemkom Uitbreidingswerken. M. Vanderghote. Het schepencollege stelt voor. na onderzoek der zaak door een technieker van het Minis terie van openbare gezondheid, een tweede deel wer ken uit te voeren in de zwemkom, zijnde onder meer het vervangen van beide gronden. M. Leuridan. Mijnheer de voorzitter, het publiek en de pers klagen erover dat zij zoo moeilijk uwe uit eenzetting kunnen verstaan. Dit is lastig voor hen. M. Vanderghote. Voor mij ook. Het schepencollege stelt voor het plan, bestek en lastenkohier dezer nieuwe werken goed te keuren en tevens een aanvraag te doen om van den Heer minister te bekomen dat het ons zou toegelaten worden aan den aannemer, die thans met de uitvoering der werken gelast is, ook het maken der nieuwe gronden, der kuip en de filtreerstatie, zijnde het tweede deel der aanbesteding, toe te vertrouwen. M. Leuridan. Ik wensch hieromtrent in algemeene* zin een drietal vragen te doen. Vooreerst, hoeveel be droeg de eerste raming der werken ten tijde dat het gedacht ontstond de zwemkom te verbeteren M. Vanderghote. Ongeveer 80.000 fr., doch er kon den daar nog bijvoegingen gedaan worden. M. Leuridan. Alhoewel wij dit werk, dat aan de openbare gezondheid zal ten goede komen, over 't alge meen goedkeuren, moeten wij het toch betreuren dat er zoo een geweldig verschil bestaat tusschen de eerste raming en het bedrag dat nu voor deze werken voorzie* wordt. Hoeveel toelagen zal de stad hierop vanwege den Dienst voor Economisch Herstel ontvangen M. Vanderghote. De gebruikelijke toelage, zijnde 25 van den Orec, en daarbij nog een toelage va* 33 Vc van het Ministerie van Volksgezondheid. M. Leuridan. Hebt gij wel de zekerheid daj de stad toelagen van den Orec zal ontvangen op geheel het be drag der thans voorziene werken M. Vanderghote. Dit werd ons toch officieus be loofd door het Ministerie van Volksgezondheid, maar de Orec zal slechts toelagen verleenen indien de wer ken door het ministerie zijn goedgekeurd. M. Leuridan. Indien die werken door het Ministe rie van Volksgezondheid worden goedgekeurd, moogt gij dus ook rekenen op de toelage van 25 van den Orec. M. Vanderghote. Die bijkomende uitgaaf wordt ons opgelegd door het Ministerie van Volksgezondheid dat wil dat wij voor de zwemkom een epuratiestatie maken. Om te beginnen werd er een uitgaaf yan ongeveer 90.000 fr. voorzien, doch het eerste ontwerp voorzag enkel het vervangen der schuinsche muren door rechte muren. Gezien den grooten bijval die de zwemkom heeft en ten einde toe te laten er feesten en regelmatige prijs kampen in te geven, werd dan nog besloten de groote kom op een lengte van 50 m. te brengen. Naderhand werd bestatigd dat de grond der zwemkom zich in zeer slechten toestand bevond. Wij dachten dat de vloer in beton was, doch hij was slechts bedekt met een kleine laag beton met daaronder een laag brijkegruis. Er werd geoordeeld dat deze vloer geen voldoenden weerstand zou bieden en daardoor waren wij verplicht twee nieuwe vloeren te voorzien. Door het ministerie werd ter plaats bestatigd dat wij tot het maken dier twee nieuwe vloeren verplicht waren en dat daarbij nog een filtreerstatie moest gemaakt worden, waarvan de kost op ongeveer 125.000 fr. geraamd wordt, omdat het water in de zwemkom moet geëpureerd worden. Ten einde

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 4