19 JAAR, N 8 20 MEI 1938 Weekblad voor het Arrondissement Yper Journal hebdomadaire de 1'Arrondissement d Ypres Onthulling van het Roosvenster in St-Maartens Kathedraal door Z. M. Koning Leopold 111 Welkomgroet aan Z. M. Leopold 111, Koning der Belgen HET YPERSCHE LA REGION D'YPRES Beheer, Opstel en Aankondigingen 34, Boterstraat, 34, YPER. Redaction. Administration et Publicité 34, rue au Beurre, YPRES. Abonnement21 fr. 00 per jaar Buitenland 32 fr. Men kan inschrijven in alle Belgische postkantoren. Tel. 500 40 ct. het nummer. Naamlooze artikels geweigerd Abonnement21 fr. 00 par an Étranger 32 fr. On peut s'abonner dans tous les bureaux de poste Beiges. 40 ct. Ie numéro. Tel- 500 Les articles non signés sont refusés Morgen, Zaterdag 21 Mei, te 11 uur, wordt in St Maartenskerk, het Roosvenster, door de En- gelsche legermachten geschonken ter nagedach tenis van Z. M. Koning Albert, veldmaarschalk van het Engelsch Leger en Kolonel van het 5th Royal Inniskilling Dragoon Guards, plechtig ont huld door Z. M. Koning Leopold III in aanwezig heid van H. M. Koningin Elisabeth, Z. D. H. Mgr Lamiroy, bisschop van Brugge, Graaf van Ath- lone, Oom en vertegenwoordiger van Z. M. den Koning van Engeland, Z. E. den Britschen Ge zant te Brussel, Z. E. den Gouverneur van West- Vlaanderen en tal van andere Britsche en Bel gische overheden. Om 10 u. 30 wordt het Gedenkteeken der Yper- sche gesneuvelden door de oud-militairen en de afdeelingen van 't vliegwezen bebloemd. De Koninklijke trein, die de statie van Laeken te 9 u. 22 verlaat, komt hier te Yper toe om 10.45 uur. Op het Statieplein staat een detachement van het 3' Linieregiment met vaandel en muziek op gesteld. Ontvangst op de R. Colaertplaats. Bij het verlaten der statie worden, namens de bevolking, bloemen aangebeden aan Hare Majes teit Koningin Elisabeth, die zich daarna per auto rechtstreeks, langs de Statie-, Tempel- en Boterstraat, naar St Maartens Kathedraal begeeft en dus den officieelen stoet niet volgen zal. PROGRAMMA DER PLECHTIGHEDEN de oudstrijders en de schoolkinderen, naar het Om 10 u. 50 wordt Z. M. de Koning aan de Sta tie ontvangen doorLuitenant-Generaal De- haene. commandant van de 2' militaire omschrij ving Mijnheer Baels, Gouverneur der Provincie, en Mijnheer Vanderghote, burgemeester van Yper. Z. M. de Koning neemt de troepen in oogen- schouw en neemt dan plaats in de Hem voorbe houden auto op den hoek der R. Colaertplaats en Statiestraat. Hulde aan de Ypersche Gesneuvelden Al langs de Statiestraat, Tempelstraat en Bo terstraat trekt de Koninklijke stoet tot aan het Gedenkteeken der Ypersche Gesneuvelden, waar Z. M. de Koning uit zijn auto stapt en het Ge denkteeken zal bebloemen. Ontvangst door de Engelsche Overheden Z. Majesteit en de Overheden begeven zich dan te voet, tusschen een dubbele haag gevormd door voorplein der Kathedraal, waar het muziek der Royal Fusiliers regiment daï hier langen tijd te Yper gestreden heeft, opgesteld is en de af vaardigingen van het 5th Royal Inniskilling Dra goon Guards en van de Royal Air Force in oo- genschouw genomen worden. De Brabangonne en het Engelsch Nationaal lied worden er uitgevoerd. Om 11 u„ aankomst aan St Maartens Kathe draal. Op het voorplein der kerk wordt Z. Majesteit ontvangen door Z. Excellentie den Gezant van Groot-Brittanje, door Major General Lord Ath- lone, voorzitter van het Britsch Inrichtingscomi- teit, en de voornaamste Engelsche personaliteiten die door Lord Athlone aan den Koning zullen voorgesteld worden. Bij het binnentreden der Kathedraal, wordt de Koning er ontvangen door Z.D.H. Mgr Lamiroy, bisschop van Brugge den Z. E. H. Deken van Yper en de geestelijkheid van Yper. Zijne Majesteit de Koning wordt vervolgens, terwijl het orgel speelt, naar het koor geleid, waar hij, nevens H. M. de Koningin, plaats neemt op den troon aan den Evangeliekant, rechtover den troon van Mgr den Bisschop. Ook de Britsche gezant te Brussel, Sir Robert Clive, en Lord Athlone nemen plaats in het koor, terwijl de andere overheden hun voorbehouden Zie vervolg volgende bladzijde. SIRE, Op den vooravond van het bezoek, waarmede Uwe Majesteit onze stad morgen, Zaterdag 21 Mei, opnieuw vereert, houden wij eraan Ued. bij voorbaat hier in ons midden van ganscher harte welkom te heeten en Ued. te zeggen hoezeer Uwe komst, waarin wij een bewijs te meer zien der groote belangstelling die Gij onze martelaarstad toedraagt, het hart van alle Yperlingen met vreugde, fierheid en ook met blijde verwachting vervult. Verleden jaar zijt Gij, Sire, het niet verwoeste gedeelte van de West-Vlaamsche grensstreek ko men bezoeken en, wij mogen het Ued. thans wel bekennen, het heeft ons diep gegriefd dat het ons dan ook niet gegeven werd Uwe Majesteit toe te juichen. Zulks heeft ons, meer nog dan al de andere teleurstellingen welke wij hier sinds den oorlog reeds zoo talrijk kenden, al het ver nederende, al het pijnlijke van onzen toestand doen inzien en begrijpen. In de steden en streken, welke men Uwe Ma jesteit verleden jaar liet bezichtigen, heeft men Ued. met trotschheid kunnen wijzen op de daar bekomen uitslagen, op de bedrijvige fabrieken, op de nieuwe en dichtbevolkte arbeiderswijken, op dén er heerschenden welstand en op de onge hoorde uitbreiding die deze streek tijdens de na- oorlogsche jaren genomen heeft. Wat had men Ued. hier in onze stad en streek kunnen toonen, tenzij de puinen onzer Hallen en der vaart Yper- Komen, de plaatsen waar vroeger onze rijschool, onze W'eldadigheidsschool, het Koninklijk Insti tuut van Meessen, enz. stonden En wij hebben maar al te wel gevoeld dat het uitsluitend en al leen was omdat onze streek in de algemeene heropleving van het land haar deel niet heeft gekregen, omdat er hier niets van den elders heerschenden bloei te ontwaren is, dat wij toen de eer van Uw bezoek niet genoten. Sire, wij weten aan welke omstandigheden wij de eer van Uw bezoek van morgen te danken hebben en mogelijks zal het dan ook aan som migen zooniet ongepast, dan toch zonderling voorkomen dat wij deze gelegenheid te baat ne men om voor Uwe oogen onze nog niet geheelde oorlogswonden opnieuw bloot te leggen. Aan deze personen moeten wij echter doen op merken dat, had Yper tijdens den oorlog niet de vesting van het Engelsch leger en totaal ver woest geweest, onze vrienden, de Engelschen, dan ook geen nieuw roosvenster zouden geschon ken hebben aan onze herbouwde Kathedraal ter nagedachtenis van Uwen doorluehtigen Va der, onzen beminden Vorst en heldhaftigen aan voerder van ons roemrijk leger, en dat wij dan ook het geluk niet zouden hebben thans met Uw bezoek vereerd te worden. Had men, na den oorlog, aan Yper al zijn vroe gere inkomstbronnen teruggegeven, had men hier dadelijk alles hersteld zooals het zoo menig maal plechtig beloofd werd, ofwel ook nog had Yper niet ten gronde toe plat geschoten geweest en zich ten nadeele van andere steden kunnen verrijken, dan had men aan Uwe Majesteit met evenveel fierheid den welstand en bloei onzer streek kunnen toonen, dan zou Yper ook zijn be volking en bedrijvigheid vermeerderd gezien hebben en grootendeels zijn luister van weleer herwonnen hebben, waarvan de heerlijke Sint Maartenskathedraal, waar Gij morgen zult ont vangen worden, en de prachtige Hallen, waar van men Ued. den volledigen heropbouw zal vragen, nu nog getuigen. Helaas, het omgekeerde is hier gebeurd. Yper werd niet alleen voor het heil van het land ge slachtofferd, men heeft het dan ook nog van zij ne bestaansmogelijkheden beroofd en onlangs nog heeft een Uwer Ministers gemeend ons het recht op het herstel der vaart Yper-Komen, dat ons nochtans toekomt, te moeten weigeren. Het is daarom, Sire, dat onze bevolking, die ook werken en leven wil, hoopvol haar blikken tot l ed. wendt. Zij weet dat Uwe machtige tus- schenkomst haar de nog ontbrekende en onmis bare economische uitrusting bezorgen kan en zij herinnert £i?h dat zij vroeger ook nooit vruch teloos berc deed op de tusschenkomst van I nen doorluehtigen Vader, op wiens aandringen zi.i betrouwvol naar de streek terugkeerde en zich hier moedig aan het werk zette. Dank aan Zijne Majesteit Koning Albert be kwamen de Yperlingen, in 1920, de hen lang ge weigerde machtiging om hunne stad te herbou wen zooals zij ze vroeger gekend hadden en thans. Sire, verwachten diezelfde Yperlingen van Uwe Majesteit de noodige middelen oir hunne herbouwde stad weer zooals leven. Het is in deze hoop, Sire, dat wij Uwe Majes teit, alsook Hare Majesteit Koningin Elisabeth, die l ed. bij Uw bezoek vergezelt, van ganscher harte welkom heeten. Ued. tevens van onze onderdanige en meest verkleefde gevoelens ver zekerende. HET YPERSCHE. voorheen te doen

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 1