KOFFIES en
CHICOFEI met PRFMIEN
Christiaens
Devolder - KortrijK
NAAR EN DOORHEEN HET
KONGOLEESCHE OERWOUD
- Premiedepot i G. Laroye, 20, Bonmpanjstraat, Yper,
Te koop io alle goede winkels.
EISGHT
ALTIJD EN OVERAL DE
ONZE GROOTE REPORTAGE
XI.
INTERMEZZO
HET KISWAHILI
-O
door Jef VAN WYNSBERGHE
Daags na het evenaarsfeest ging aan boord alles weer zijn normaal
gangetje. De fuifnummers en boemelaars hadden een fermen trok ge
slapen, een frisch stortbad genomen, een prikkelend watertje gedronken
en een lekker hapje verorberd. De kalmen hadden eens hartig gekeken,
of... een precies woordje gezegd... En toen heerschte weer een kalme
rust over de passagiers. Men dacht aan morgen den dag dat men te
Banana zou aankomen.
INPAKKEN.
's Middags werd ons meegedeeld dat de boot nog slechts 235 mijlen
van Banana verwijderd was wij zouden er morgenochtend om zes uur
aankomen.
Daarmee kwam een gejaagdheid over de passagiers er was nog zoo
heel veel in te pakken, voor er kon ontscheept worden.
Na het middagmaal was er alom een groote bedrijvigheid. In de hut
ten werden de valiezen en kabienkoffers gepakt. Op het dek werd de
zware bagage uit het ruim geheschen. de koffers en kisten der passagiers
werden in lange rijen, op stapeltjes geordend.
GEMENGD VOORGEVOEL.
Nu wordt de zee minder helder het water ziet er geelachtig uit en
woelig. De boot rolt lichtjes.
Meteen hangt een vreemde stemming aan boord. Bij momenten
voelt men zich innig verheugd dat eindelijk nu de lange reis bijna voor
bij is, en men weldra kennis zal maken met de sprookjes mooie tro
pische streken, de zonderlinge gewoonten en gebruiken der negers, en
misschien wel wat echt sensationeels zou beleven.
Maar bij andere momenten betrapt men zich op vage droomerijen
Wat zou 't onbekende ons brengen Zouden wij tegen het heete klimaat
bestand zijn Waarheen zouden wij gezonden worden Welk werk zou
den wij er moeten verrichten Hoe zouden de negers er zijn Voelden
wij bij momenten werkelijk een beklemming om het onbekende Een
vaag gevoel van vrees voor dingen die zouden kunnen gebeuren
Vreugde en vage angst mengden zich aldus tot een vreemd gevoel
LAATSTE AVOND
Dien laatsten avond blijft men aan tafel .langer dan naar gewoonte
zitten. Er werd zoowat afscheidsfeest gevierd er werd 'n speciaal
glaasje gedronken, en veel gepraat en verondersteld.
Nadien wordt er druk op het dek in groepjes gewandeld... tot heel
laat in den avond.
BANANA IN T ZICHT.
12 Maart...
Half zes werden wij door den kabiengargon opgeklopt Banana is
in 't zicht
Wij kijken door het patrijspoortje de morgenschemering gloort ovet;
de nog altijd gele zee. Toch lijkt het water nu vuiler er drijven nu gras
sen over, geheele eilandjes soms, elders zwarte brokken ontwortelde
boomen.
Wij nemen ons laatste bad aan boord en loopen naar 't dek. De loods
is reeds aan boord gekomen, en staat op de kommandobrug nevens den
kapitein door een kijker de invarende verte in te turen.
Andere passagiers komen aan het dek.
Eerst vaag, weldra heel duidelijk teekende zich een grijze landstreep
aan den gezichteinder. De grijze landstreep deint helder uit tot laag
aan 't water gebouwde huizen witte factorijen onder palmen en weel
derige mangesboomen. Daarachter vlekte een ontzaggelijk breed water,
en heel diep in de verte ontwaarden wij roodachtige rotsen, en hooge
bergen, bedekt met dichte wouden. De strooming in 't water wordt nu
merkbaar krachtiger.
NEGÉRS AAN BOORD
Er wordt-te Banana niet aangelegd. De reis gaat door naar Boma
Rond half negen, even over Banana, komt een vrachtboot ons tegemoet.
Daar zijn de negers, die de zware bagage uit het ruim aan 't dek
zullen brengen, en op een vrachtboot moeten overladen, om de diepgang
van de Albertville te verminderen
De ankers worden uitgeworpen
Zachtjes glijdt de groote vrachtboot dichter. Op het dek staat, wild
dooreen, een bende havenlooze aangekleede negers te huilen en te
zingen.
Nu ligt de vrachtboot tegen de Albertville aan. Touwladders worden
uitgeworpen. De negers klimmen aan boord.
Alles is heel vreemd aan hen hun lachende tronies met 'n dubbele
rij helder witte tanden, en hun kleedij.
Zij zijn allen barvoets breede zware voeten. De eenen dragen hem
den, -\yaarvan 't rugstuk, of 'n mouw ontbreekt. Anderen dragen, op d'r
bloote boddy een zware Europeesche winterjas, of 'n wollen versleten
vest, waarvan men de oorspronkelijke-kleur niet meer zien kan. Weer
anderen hebben alleen 'n stuk blauwe katoenstof tusschen de beenen
geslagen, die aan de heupen met een touw of een riem is vastgebonden.
De meeste zijn blootshoofd, enkelen dragen een oude afgedankte zon-
helm, of 'n versleten gleuf- of bolhoed, welke zij van een of an ei an
kregen of kochten.
Bijna allen hebben om den hals een touwen bandje v. aai an ee
paar tanden van tijger, luipaard, buffel of leeuw te bengelen ang a s
symbool van hun waardigheid.
Dadelijk moeten zij aan 't werk, onder toezicht va'n een capita.
De passagiers kijken belangstellend toe naar de zwarte wei ui.
IK ERGER MIJ-
Toen gebeurde het, dat ik mij aan een oud koloniaal voor het eeist
ergerde.
De negers hadden ruim drie uren zwaar gewerkt het zweet glom op
hun gelaat en naakte lijven. De sireen floot twaalf uur. De negers kre
gen 'n uur rustpoos. Blanken zaten op 't dek 'n lekker glas verfrisschend
bier te drinken. Zwarten keken ons met begeerige oogen aan.
Wat drinken vroegen gekkende blanken aan vermoeide dorstige
zwarten, terwijl zij hun glas met 'n restje bier nonchalant omhoog hie
ven. Negers knikten blij toestemmend.
Toen gebeurde het, dat een oud-koloniaal 'n half glas bier belovend
naar 'n forschen half naakten neger uitstak, en hem hoofdknikkend tee-
ken deed naderbij te komen. De neergehurkte zwarte wipte recht, en
kwam aarzelend naar den oud-koloniaal toe. Mond open gebood die.
De neger gehoorzaamde hij wist wel dat hij 't drinkglas van een
blanke met zijn lippen niet raken mocht, en dat 't bier in zijn wijd ge-
openden mond gulpend zou gegoten worden.
Mond nog wijder open lachte de oud-koloniaal. De neger deed
zich zichtbaar geweld aan. zijn mond zoo wijd mogelijk open te rekken.
La... ha ha ha lachte de blanke in breeden spot, en wreedelijk
tergend, liet hij 't halve glas bier in fijne straal leeg loopen rakelings
vóór 't gezicht van den goedmoedig vertrouwenden neger... 't bier spet
terde op het dek tegen de bloote voeten van den dorstigen zwoeger, en
toen met 'n vloek raasde de oud-koloniaal Maak je weg, aap
Het blijde verlangen bestierf op de lippen en in de oogen van den
diep vernederden neger, die somber afdroop, terug naar zijn werk-
broeders.
Ik schaamde me als blanke voor die judasserij
Mijn beste jonge heer, pleitten andere oud-kolonialen, over drie
jaar handelt u misschien nog beestiger met de zwartvellen.
Nooitzei ik. Zelfs een dorstige hond wordt door een deftig
mensch zoo niet behandeld.
Dat gezegde verwekte hevig protest vanwege oud-kolonialen, en
hun misprijzen over die goedgemeende woorden was zoo heftig dat ik
het geraadzaam vond me terug te trekken. Daarmede kreeg ik alvast
een eerste staaltje te zien van enkele Belgen die naar Kongo afreizen,
zoogezegd om natuurvolken te beschaven!...
PROLETARIËRS.
Heel dien dag. tot laat in den nacht bleven de negers hard doorwer
ken. Er werd hen weinig rust gegund.
Wat verdient een neger daarmee vroeg ik een bootbediende.
Twee frank per dag
Per uur zeker riskeerde ik ongeloovig te verbeteren.
Welnee voor een ganschen dag en nacht. En dat is hier goed be
taald Dieper in Kongo betaalt men de zwarte werklieden slechts vijftig
centiemen per dag
Waarvan moeten die mannen dan leven
Met hun vijftig centiemen moeten zij trachten hun plan te trek
ken. om hun twee, drie vrouwen en vijf soms tien kinderen op te voeden.
Hoe is dat mogelijk
De vrouwen wroeten op een stuk land om bananen, maniok, olie
nootjes. rijst, enz... te kweeken. De mannen gaan op jacht en op visch-
vangst gedurende hun vrije uurtjes. Ieder gezin leeft in een eigen ge
bouwde hut. Ergo van het weinige dat ze verdienen moeten ze nog een
vijftig frank belasting per jaar betalen, aan den Staat, en voor iedere
bijkomende vrouw twintig frank per jaar.
Dit alles klonk mij vreemd, heel vreemd en ongeloof baarMaar
later zou ik, in de binnênwouden. ondervinden dat de werkelijkheid nog
tienmaal erger was.
TALEN IN BELGISCH CONGO.
Het is werkelijk opvallend hoe weinig de gewone mensch, die niet
in Afrika kwam, afweet van de talen die in Belgisch Congo door de ne
gers- gesproken worden. Velen meenen dat men in Congo Het Congo-
leesch spreekt. Welnu dat is niet waar. Immers men spreekt in Congo
wel Congoleesche talen, zooals men in Europa Europeesche talen
spreekt, doch evenmin als men in Europa Het Europeesch kent, kent
men in Congo Het Congoleesch
In Afrika gaat het op taalgebied als in Europa ieder volksgroep be
schikt over zijn eigen taaidialect. Dat dialect vertoont wel is waar met
andere dialecten een zekere verwantschap, doch het bezit steeds vol
doende kenmerkende eigenschappen om zich van alle andere te onder
scheiden.
Hoeveel talen worden er dan in Belgisch Congo door de negers ge
sproken Dat is nog steeds niet precies geweten, daar nog talrijke idio
men niet in schrift werden vastgelegd, en andere nog slechts heel op
pervlakkig werden bestudeerd, zoodat het nog geenszins is uitgemaakt
of ze al dan niet een taal op zichzelf vormen, ofwel als een dialect van
eenzelfden grooten volksgroep moeten geklasseerd worden.