KOFFIES en CHICOREI met PREMIEN Christiaens Devolder - Kortrijk NAAR EN DOORHEEN HET KONCOLEESCHE OERWOUD Te koop in alle goede winkels. - PremiedepotG. Laroye, 20, Boomgaardstraat, Yper, EISGHT ALTIJD EN OVERAL DE 3 ONZE GROOTE REPORTAGE TWEEDE DEEL VI. VAN STANLEYSTAD NAAR KASONCO door Jef VAX WYNSBERGHE 29 MAART. Eigenlijk zouden wij verder den Kongostroom moeten opvaren Maar door de Stanleyfall's is dit over een lengte van 160 kilometers onmogelijk. Alleen zeer behendige roeiers, die alhier de plaatselijke stroomversnellingen, draaikolken en watervallen precies kennen, kun nen er 'met lichte sterke prauwen doorheen komen. Aldus zag de regeering zich verplicht Stanleystad met Ponthier- stad door een spoorweg te verbinden, weze een afstand van 125 km. 's Morgens om negen uur vertrokken wij uit Stanleystad, en wij arriveerden 's namiddags te 2 uur te Ponthierstad. Om half twaalf werd er aan Km. 65 halt gehouden. Daar staat midden de wouden een hotel van de C. F. L. (1), waar wij een middagmaal konden gebruiken. Prijs 35 fr. per persoon, drank niet inbegrepen. Alle blanken maken van de rustpoos dankbaar gebruik om er vlug te dineeren. De compagnie C. F. L. doet hier goede zaken. De spoorbaan loopt doorheen dichte wouden. Slechts hier en daar is een kleine houtpost merkbaar. Vruchteloos kijken wij uit naar oli fanten, tijgers, reuzenslangen, antilopen, chimpanzees, en andere Afri- kaansche dieren, die wij hier wanen. Wij zien slechts van tijd tot tijd een paar kleine apen, die tusschen de takken der boomen springen, of een grooten zwarten breedvleugelen vogel, die in 't dichte woud ver dwijnt. Op den trein is het benauwend heet. Zoodra wij te Ponthierstad aankwamen, stond de kapitein van de Prince Charles »-boot ons af te wachten. «Over één uur vertrekken wij reeds», zei hij. Dadelijk werden onze reiskoffers uit den trein gelost, en voor mij door staatsgevangenen naar de boot gebracht. Van Ponthierstad zag ik bij mijn doorreis heel weinig. Wel kreeg ik den indruk dat het een mooie aangename handelsplaats was. Maar eerst een jaar later zou het mij gegeven zijn hier terug te komen, en heel de streek dagreizen ver te doorkruisen en af te zien. Te 15 u. 40 vertrok onze boot. Wij waren met een vijftien passa giers. Bijna allen voor Kindu. Ik met mijn vrouw en een paar andere reizigers zouden nog dieper Kongo inreizen. De Prince Charlesis een prachtbootonvergelijkbaar mooier dan de Michelinwaarmede wij de reis Leopoldstad-Stanleystad deden. Hier hadden wij zeer comfortabele reine kabines, een mooi wandel- dek en boven op de voorsteven een prachtig ingerichte eetzaal. De Kongostroom verandert hier van naam men noemt hem vanaf Stanleystad en hooger op De Lualaba Als ik dus in mijn verdere reportage steeds spreken zal over de Lualaba, herinnert u dan dat dit het bovenste eind van den Kongo stroom is. Ook op de Lualaba varen wij voorbij verscheidene eilanden. De boot doet hier zoowat 10 kilometer per uur stroomopwaarts, en tot 22 kilometer per uur stroomafwaarts. Er is dus een sterke strooming. Wat meer is, hier wordt het varen bij droog seizoen soms gevaarlijk, daar er dan rotspunten en zandbanken vlak onder den waterspiegel liggen, waarop de boot kan terecht komen. 's Avonds was het een mooien sterrenhemel. Wij kwamen bij Kirun- du, een mooi groot gearabiseerd dorp, waar een paar Grieken een fac torij hebben, en waar een staatsblanke zijn bizonderste verblijfplaats had, van waar hij de omliggende streken per prauw of in karavaan- tochten doorreisde. Kirundu is in de Belgische Koloniale Geschiedenis van groot belang hier ondervonden de Belgen een grooten weerstand van de Araben. Kirundu is eveneens vermaard door een specialen groo ten boom, die vlak tegen den oever staat, en bij helder weder mijlen ver zichtbaar is. Aan dien boom hingen de Araben hun slachtoffers op. 30 MAART. Kouden dag ik heb mijn pull-over en jas aangetrokken. Sterke luchtik draag mijn zonbril. 's Morgens komen wij aan het eiland M' Bie. Een passagier stapt definitief aan wal. Hier staan oliefabrieken voor rekening van de La Lowa-Maatschappij. Er wonen een vijftal blanken. Op dat eiland loopt een autoweg van 32 kilometer, om de palmnoten te vervoeren. Het eiland is zeer rijk aan kostbare palmboomen. Een vijf kilometer hooger den stroom op, ligt de staatspost Lowa, op een honderd meter rechte hooge rots. Hier loopen de inlanders bijna heelemaal naakt. De boot kan slechts met de grootste moeite aanleg gen. Gevangenen, met ijzeren kettingen om den hals, worden door ge wapende soldaten op de boot geleid. Het ziet er hier een zeer verlaten Post uit. Toen ik er nu voor het eerst voorbijkwam kon ik heelemaal niet vermoeden dat ik acht maanden later hierheen zou gestuurd worden om er twee en een half jaar te leven midden de wouden en nog wer e i] onbeschaafde inlanders. 's Middags varen wij weer verder. Rechts is de oever hoog en roes achtig. Aan de Kazuku-rivier zien wij een paar nijlpaarden en een ro- kodil onderduikelen. 's Avonds logeeren wij te Waïka, een Amerikaansche Protestan e Missiepost. Wij worden door den missionaris en zijn vrouw hartelij verwelkomd. Het zijn zeer oude menschen: zij ijveren hier reeds ruim 3 jaar voor hun geloofsovertuiging. Uit Amerika kregen zij reeds vei- scheidene keeren 't verzoek hun plaats aan een jongeren protestanten missionaris af te staan, en nu in Europa of in Amerika hun oude dagen rustig en comfortabel door te brengen. Maar de oude man en zijn vrouw voelen zich hier gelukkig in de Afrikaansche binnenlanden, midden hun wilden. Ik hoop hier met mijn vrouw midden de bekeerlingen te sterven prevelt de man. Wij voelen eerbied voor het onbaatzuch tige streven van dien man. Wij bezoeken even zijn missie. Hij bezit een groote bibliotheek allemaal studiewerken. Hij toont ons een paar werken over de inlandsche taal Swahili welke hij zelf schreef. Wij bevinden ons bij een geleerde. Hij leidt ons een kleine drukkerij binnen: zijn drukkerij. Alles handzetwerk, en zeer primitief. Maar hij slaagt er niettemin in met behulp van zijn negers boekjes te drukken. Wij wor den vergast op lekker inlandsch fruit. Wij bewaren een zeer goeden in druk aan dezen stillen Protestanten Missionaris. 31 MAART. Een prachtdagWarm 's Morgens is het in mijn kabien reeds 24 graden CelsiusReeds in de vroegte leggen wij te Lokandu aan een Katholieke Hollandsche Missiepost. Wij praten even met pater L. De Jaegher. Hij vertelt ons. over de uitgestrektheid van hun missie, over hun werken en sjouwen. Wij vragen of hij last heeft van de protes tante Missie Waïka. Heelemaal niet - zegt hij. Want de oude Waïka met zijn vrouw zijn voor ons twee heiligen. Zij geven alles weg wat zij hebben. Moest onze katholieke Missie hen van tijd tot tijd geen eten bezorgen, dan zouden zij bij momenten armoede lijden. Want Amerika stuurt Waïka geen steungeld meer, omdat de oude man zijn plaats niet wil ruimen voor een jongeren protestanten Missionaris. Wij leven in de beste verstandhouding. Spijtig dat de oude te vooringenomen is met zijn dwaalleer, anders zou het een pracht katholiek kunnen worden. Ook spijtig dat de man te oud wordt om zijn missie te leiden. Want hij wordt door zijn volgelingen bedrogen zij plegen overspel dat het een schande is. Als wij het Waïka zeggen, dan gelooft hij het niet. Lokandu is ook een gewestpost, en een militaire post. Na anderhalf uur vaarden wij verder. 's Avonds te 6 uur kwamen wij te Kindu aan. Van hier af is de Lualaba tot aan Kongolo op verscheidene plaatsen onbevaarbaar. Daarom heeft men van Kindu naar Kongolo een spoor- weglijn gelegd. Kindu is een gewesthoofdplaats en ook het administratie-centrum van de machtige C.F.L. (1) compagnie, die honderden blanken heel den Boven-Congo door in haar dienst heeft. Te Kindu zijn ruim honderd blanken van verscheidene nationaliteiten. Onder de handelaars maken de Portugeezen en Grieken er vooral naam. Te Kindu bezit men de T. S. F., een groot hospitaal, inlandsche scholen, een missie der EE. PP. van den Heiligen Geest, en zeer rijke rijstvelden. Gedurende het avondmaal werden wij op de boot opgeschrikt door een vliegenden schorpioen, die zotdansend, als een langlijvigen hommel, om ons heenvloog en tegen de tafel, de zoldering en de lampen aan botste. De prik van een vliegenden schorpioen is zeer vergiftigend en kan doodende koortsen veroorzaken. Zoodra geroepen werd Een vliegende schorpioen heerschte er als het ware een paniek. Eenieder sprong van zijn plaats op, en sloeg vervaarlijk vóór en boven zich uit naar het kleine, doch hoogst gevaarlijke diertje. Na een paar minuten kon de schorpioen ten gronde geslagen en stuk getrapt worden. Toen werd door den kapitein en oud-kolonialen verteld dat vliegende schorpioenen wei nig te zien zijn doch naar 't schijnt nog veel gevaarlijker voor de men schen zijn dan de gewone schorpioenen. De gewone schorpioen is een spinachtig dier, donker bruin, dat het daglicht schuwt en zich achter schilderijtjes, gordijnen, en onder de tapijten verbergt. Het meet zoo wat een zes centimeter, heeft zes pooten en een langen opkrulbaren staart waarmede het vergiftigend prikt. Wie door een schorpioen ge stoken wordt, ziet zijn gewonde plaats onmiddellijk hevig opzwellen, voelt een scherpe pijn, krijgt hooge koortsen, en verkeert heel dikwijls in ernstig doodsgevaar. Er wordt in Belgisch Kongo, door oud-kolonialen, zelfs beweerd, dat het veel gevaarlijker is door een schorpioen te wor den gestoken, dan door een vergiftige slang. 1 APRIL. Wij bleven tot 's middags twaalf uur te Kindu. Wij wandelden wat doorheen 't centrum van den post, dat werkelijk zeer mooi aangelegd en fijn onderhouden is. Wij vernemen hoe een paar jaar geleden Kindu op geschrikt werd door een ontvluchten opstandigen neger, die een solda tengeweer met oorlogskogels had weten te stelen, en die alwie hem durfde te naderen onverschrokken neerschoot. Het zou een klopjacht van dagen lang worden voor men hem te pakken kon krijgen. De blanken durfden zich al dien tijd bijna niet meer te vertoonen. en sloten zich 's avonds angstig en goed gewapend in huis op. De rechtbank veroor deelde den opstandigen neger streng hij werd te Kindu aan een boom opgehangen. Die radikale rechtspleging bracht onder de blanken en negers te Kindu opnieuw kalmte en rust. (1) C1* des Chemins de Fer du Grand Lac.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 11