OORLOGSMUSEUM
Toeristische
Tentoonstelling
-GROOT BAL-
«CHALET Tl VOLI»
2
GOEDENDAG, MljNHEE
HISTORISCHE BIJDRAGE
Hoe ontstond de Wereldoorlog
De schuldkwestie.
Voorgeschiedenis.
De Oorlogsaanleiding.
R
De Oorlogsverklaring.
OpeenvolgendeOorlogsverklaringen.
STAD Y P E R
In de bovenzaal van de Halle
HEBT REEDS DE MUSEA IN STAD
Eerstvolgende Donderdag. 4 Augustus 1938,
wordt het vier-en-twintig jaar dat het Belgische
Volk in een periode van diepe ellende en ontzag
gelijk bloedvergieten optrad een verschrikke
lijk tijdperk dat ruim vier jaar lang zou duren,
en waarvan de ontzettende gevolgen nog steeds
weerzinswekkend te bespeuren vallen.
Ter herinnering aan deze nooit te vergetene
periode, meenden wij het gewenscht eens be
knopt de vraag te beantwoorden Hoe ontstond
de Wereldoorlog 1914-1918, en hoe werd België
erin betrokken
Bij het opstellen van het Vredestraktaak van
Versailles, in 1919, werd door de overwinnende
Staten het standpunt ingenomen dat Duitsch-
land het eenige schuldige land was aan dien oor
log. Maar door de publicatie van talrijke goed
gedokumenteerde studies, welke zoowat in alle
landen van Europa verschenen, is vrijwel komen
vast te staan, dat verschillende staten aan dien
oorlog moeten schuldig geacht worden. Natuur
lijk het eene land in minder mate dan het andere.
In elk geval de Wereldoorlog 1914-1918 is niet
zoo ineens ontstaan.
Het Weener-Congres van 1815 moet in zekeren
zin aanzien worden als het begin der voorgeschie
denis van den wereldoorlog. Immers dit Con
gres heeft tot scherpe tegenstellingen geleid tus-
schen de Volken, het gaf aanleiding tot het slui
ten van geheime overeenkomsten, en was oorzaak
dat het militarisme allerwege werd opgejaagd.
Het streven naar koloniale expansie mag even
min uit het oog verloren worden de vorming
van het Fransche koloniale gebied, de belemme
ring der Duitsche koloniale uitbreiding. Ook de
uitbreiding van Rusland, de talrijke economische
en politieke wrijvingen tusschen bijvoorbeeld
Duitschland en Engeland. Rusland en Engeland,
Rusland en Japan, Frankrijk en Italië hebben er
veel toe bijgedragen om den internationalen toe
stand te dien tijde te verscherpen, en den vrede
in gevaar te brengen.
Vergeten we in dit verband evenmin den
wensch van Frankrijk Elzas-Lotharingen terug
te krijgen, dat het in 1871 verloor, en het streven
van Rusland om de Dardanellen te kunnen be
zetten.
De spoorwegpolitiek in 1908 op den Balkan, en
het streven van Oostenrijk-Hongarije om een eco
nomisch overwicht te vestigen, bracht grooter en
gevaarlijker spanning met Servië, Italië en Rus
land. Toen ditzelfde jaar, in Juli, Oostenrijk-Hon
garije overging tot de aansluiting van Bosnië
en Herzegovina, wekte dit in Servië een oorlogs
zuchtige stemming, die echter in toom kon gehou
den worden.
In 1911 werden de verhoudingen tusschen
Frankrijk en Duitschland verscherpt door ver
wikkelingen in Marokko die verwikkelingen de
den zelfs, in Oktober van ditzelfde jaar, den
Turksch-Italiaanschen oorlog ontstaan, die in
1912 een opvallende ongerustheid opwekte in
Oostenrijk-Hongarije.
In Oktober 1912 brak de Balkan-oorlog uit,
waardoor de Turken bijna heelemaal uit Europa
werden gedreven. In Juni-Augustus 1913 greep
een tweede Balkan-Oorlog plaats, die den Bal-
kanbond verbrak. In Juni 1913 gaf Frankrijk het
sein tot versterking en vergrooting van het leger.
Duitschland volgde het voorbeeld van Frankrijk.
In het voorjaar 1914 kwamen groote verwikke
lingen in Oostenrijk-Hongarijemen wilde er
dat er zou afgerekend worden met Servië.
Kortom vanaf het Congres van Weenen, in
1815, tot in 1914 toe was het een onafgebroken
reeks van gevaarlijke verwikkelingen en wrij
vingen tusschen verschillende Europeesche Sta
ten. De zeer kritische toestand tusschen de ver
schillende Europeesche Staten kon niet langer
volgehouden worden de bom moest ontploffen.
Men zocht nog alleen naar een aanleiding om een
verschrikkelijken oorlog te doen uitbreken, en
aldus andere volken te overrompelen, andere lan
den in te palmen.
Een moord zou de aanleiding worden tot het
uitbreken van den Grooten Wereldoorlog. En
wel op de volgende wijze
BEZOCHT Begin met het
VAN T IEPERSCH
SAILLANT
Op 26 Juni 1914 begaven de Aartshertog Frans-
Ferdinand. troonopvolger van Oostenrijk - Hon
garije. en zijn vrouw zich naar Serajevo, een
stad in Yougoslavië. Te vergeefs werd deze tocht
afgeraden door den Servischen gezant Jovano-
vitch. die bewees dat er sedert lang een aanslag
in voorbereiding was op den aartshertog. De
Aartshertog meende dat het niet zoo heel erg kon
zijn als dat het hem voorgehouden werd, en ging
toch. Maar den 28" Juni. den Nationalen feestdag
der Serven (Vidov Dan) gebeurde toch het ge
vreesde de aartshertog Frans-Ferdinand en zijn
vrouw werden te Serajevo vermoord. De moord
was beraamd door leden van den Ujedinjenje illi
Smrt (de vereeniging of de dood), en uitgevoerd
door Bosniaken.
Deze dubbele moord wekte ontzetting in Oos
tenrijk een oorlogszuchtige partij eischte dat
Oostenrijk onmiddellijk den Oorlog zou verkla
ren aan Servië, omdat Servië voor dezen dub
belen moord aansprakelijk moest gesteld worden.
Maar von Berchtold, minister van Oostenrijk,
ging niet overhaastig te werk hij zocht eerst
aansluiting van Bulgarije, en verkreeg van
Duitschland onbeperkte vrijheid van handelen.
Op 20 Juli stuurde hij pro-forma een onaanneem
baar ultimatum aan Servië, waarin van Servië
vereischt werd, dat de Servische regeering alle
propaganda tegen Oostenrijk-Hongarije zou te
gengaan, en dat de Oostenrijksche ambtenaren
zouden mogen medewerken bij het bestrijden
van deze propaganda, en bij het opsporen van
de bij de samenzwering van Serajevo betrok
ken personen. Servië kon dit ultimatum niet aan
nemen. zonder aan zijn zelfstandigheid te ver
zaken. De Servische minister Paschitch gaf in
antwoord op het ultimatum, de belofte alles te
onderwerpen aan de uitspraak van het Interna
tionaal Gerechtshof te Den Haag. Oostenrijk aan
vaardde dit antwoord niet als behoorlijk, en ver
klaarde daarop op 28 Juli 1914 den oorlog aan
Servië.
Dit gebeurde vóór de Europeesche mogendhe
den iets hadden kunnen doen om den vrede te
redden. Men stond voor een voldongen feit. Op
30 Juli 1914 ging Rusland over tot de algemeene
mobilisatie, teneinde Servië te helpen. Duitsch
land, dat, midden de toenmalige Europeesche
conflicten, alleen Oostenrijk als bondgenoot had,
zag in de bewapening van Rusland voor zichzelf
een gevaar het drong erop aan dat zij hun mo
bilisatie zouden staken. Rusland weigerde. Daar
op verklaarde Duitschland op 1 Augustus den
oorlog aan Rusland. Nederland, Frankrijk, En
geland en ook België mobiliseerden zich in alle
haast om zoonoodig paraat te staan. Op 3 Au
gustus verklaarde Duitschland den oorlog aan
Frankrijk, op grond van valsche beschuldigin
gen. van gebiedsschending door vliegtuigen, enz.,
enz... Denzelfden dag stuurde Duitschland een
ultimatum aan België, eischend ongehinderd met
zijn troepen over Belgischen grond te mogen
naar Frankrijk trekken. Op 4 Augustus weigerde
België kordaat den eisch van Duitschland. Doch
Duitschland bekommerde zich geenszins om de
uitspraak van België, want nog denzelfden dag
4 Augustus 1914 des ochtends te acht uur twee
minuten, werd het Belgisch grondgebied, bij den
grenspost van Gremmenich, geschonden door een
detachement Duitsche Uhlanen. De eerste ge
weerschoten van den grooten wereldoorlog wer
den afgevuurd door Belgische gendarmen, op
wacht bij dezen grenspost.
Bloed had gevloeid...
Denzelfden dag, 's nachts te elf uur, verklaarde
Groot-Brittanië den oorlog aan Duitschland, dat
de Belgische neutraliteit had geschonden.
Legersterkte.
Bij den aanvang van den wereldoorlog stonden
de volgende legers tegenover elkaar Aan de
zijde van de Centralen 3.547.000 (weze 2.147.000
Duitschers en 1.400.000 Oostenrijkers en Honga
ren) en aan de zijde van de Geallieerden
5.836.000 (weze 2.257.00 Franschen, 132.000 Engel-
schen, 100.000 Belgen, 3.062.000 Russen en 285.000
Serven).
Over het verloop en de ontzettende gevolgen
van dezen gruwelijken wereldoorlog zullen wij
hier interessante gegevens publiceeren met 11
November, dag waarop de wapenstilstand her
dacht wordt. Jef Van Wynsberghe.
-O
Van 12 tot 21 Augustus 1938
VOOR DE VOERLIEDEN
De Handels- en Nijverheidskamer van Yper
heeft den volgenden brief gezonden naar den
Heer Minister van Financiën, ter ondersteuning
van den eisch der voerlieden een door hen ge
makkelijker toe te passen taksverordening op
het vervoer van kleine pakjes te bekomen.
Aan den Heer M.-L. GERARD,
Minister van Finnanciën.
BRUSSEL.
Heer Minister,
Ons bestuur heeft ons belast uwe aandacht te vestigen
op den onmogelijken toestand die, door de wijze van
toepassing der vervoertaks, geschapen wordt aan de
kleine voerlieden, bijgenaamd boden, die hier op de
marktdagen de collis van kleine goederen in hunne
wederzijdsche dorpen bestellen.
Gevolg aan deze dooderrde toepassing hebben de vol
gende boden hier reeds hunne reizen op Yper gestaakt:
Degraeve van Isenberghe. Gauquie en Vandeputte bei
den van Langemarck, Versaevel van Poelcapelle,
Clyck van Zantvoorde en Roose van Vlamertinghe. De
verdwijning dezer zóó nuttige medewerkers wordt zeer
schadelijk voor onzen handel en bedreigt het bestaan
van een hoogst nuttige schakel in de lokale betrekkin
gen tusschen de steden en de dorpen onzer streek. De
bodenstiel bestaat sedert eeuwen en verscheidene dezer
zoozeer geachte, nuttige en alom gekende voerlieden
voeren het vak uit sedert verscheidene geslachten.
On£ bestuur is van oordeel dat de financiën van het
land niets te winnen hebben bij de afschaffing van
deze zóó lang bestaande, zóó nuttige en zóo nederige
medewerkers van den bloei van den handel. Het doel
der belastingen is niet het aantal belastingschuldigen
te verminderen en deze dan te drijven bij de massa
welke de Staat reeds te ondersteunen heeft, maar de
belastingen moeten daarentegen op dusdanige wijze
opgevat worden dat het levensbestaan van deze die ze
te betalen hebben, nog mogelijk weze.
Wij hopen, Heer Minister, dat dit schrijven van Ued.
al de aandacht zal bekomen welke het verdient. De
boden weigeren niet zich aan de belastingverplichtin
gen te onderwerpen, maar het bestuur van het geld
wezen moet. van zijn kant, den geheel bijzonderen en
zeer lastigen toestand der boden inzien en hen toelaten
nog te leven en hunne zóó nuttige sociale rol te ver
vullen.
Gelief te aanvaarden. Heer Minister, de verzekering
onzer hoogachting.
NAMENS HET BESTUUR
De Schrijver. De Voorzitter.
E. Toussaert. H. Vermeulen.
Handels- en Nijverheidskamer van Yper
De Handelskamer van Dixmude meldt ons dat zij
op Maandag 1 Oogst a. s., met de beurt André
van den Heer Charles Debeuf, de werken aan den Yzer
en aan de vaart Yper-Yzer. tusschen Knocke en Drie
Grachten, zal gaan bezichtigen.
Het vertrek heeft plaats te Dixmude, te 13 u. 30,
rechtover het huis van den Heer Debeuf. Na het be
zoek der werken, terugvaart naar Dixmude.
De leden der Handelskamer van Yper, die belet wa
ren aan de vroeger ingerichte reis van 7 Juli 11 deel te
nemen en die begeeren de werken van Drie Grachten
te bezoeken, gelieven zich zoohaast mogelijk aan te
geven bij den Heer Hector Vermeulen, voorzitter der
Handelskamer van Yper.
Bede terzelfdertijd te laten weten indien men per
eigen auto reist ofwel, mits betaling, plaats wil nemen
in een daartoe bestemde autocar.
Vertrek uit Yper aan het lokaal «Sultan», Groote
Markt, op Maandag 1 Oogst 1938, te 12 u. 45 zeer stipt.
Op Zondag 31 Juli 1938
IN
Steenweg naar Zillebeke - Vijver
gegeven door. de 14 jarige Radio-vedette
VERSTRAETE Bruno, van leper,
leerling van den virtuoos - accordeonist
A. DE HOLLANDER
o
HET BAL BEGINT OM 4 UUR
Van 9 tot 11 uur: DANCING in open lucht
met verlichting.
Reeds in den tijd van grootmama,
Ja, zelfs van overgrootpapa,
Was er geen huisje, ver of na.
Zonder de Cichorei PACHA
U zult zoo aangenaam verrast zijn dat gij er andere zult bezoeken
ALTIJD IETS NIEUWS!
Oorlogsmuseum van 't lepersch Saillant- ingang Boomgaardstraat.