A. D'Hellem-Degryse Cinema Coliseum n.v. Les Mines du Roi Salomon LE CABOCHARD Georges Sonneville 3 ALTIfD zonder OPSLAG l Alle laatste nieuwe modellen van TAPISSEERWERKEN aan 2,50 Fr. de rol. BEHANGER Dickebuschsteenweg, 156, YPER BEHANGPAPIEREN, LINOLEUM BALATUM en STRAGULA. AANNEMERS -- LANDBOUWERS en PARTICULIEREN BEMINT UW PROFIJT! Voor uwe betonnen grafkelders, afsluitingsmuren en alle andere cementproducten wendt U in volle vertrouwen bij Bruggesteenweg. 96 - YPER -- Tel. 406 Gewaarborgd werk aan zeer genadige prijzen. -» ?.-<g %r.T wwn enkele weken reeds aan de regeering overgemaakt wer den. dan zou ik ook nog willen vragen dat de Staat de wegen zou overnemen die naar de West-Vlaamsche bergen leiden Daar zijn gemeenten zooals Westouter, die met de geldmiddelen waarover zij beschikken, on mogelijk het uitgestrekt net van al die druk bezochte wegen kunnen onderhouden. Het verbeteren van den weg Yper-Brugge aiover Rousselare zal op toeristisch gebied ook van groot nut zijn. Voor wat betreft de wer ken die te Yper zelf zouden moeten gedaan worden, wil ik hier even een paar punten uit de rede van den Heer burgemeester Vanderghote aanhalen. Vooreerst de halle. Ik begrijp maar niet hoe de regeering ertegen opziet dit burgerlijk gebouw, dit merkwaardig sieraad uit vroeger tijden, aan Yper terug te geven. Ik kan de regeering maar niet begrijpen die thans het gedeelte lijk herstel der halle voorstelt en. in geval van weige ring, dreigen durft zelfs datgene niet uit te voeren wat ze nu van zin is. Ik ben geen jurist en wil deze handel wijze niet onder juridisch oogpunt bespreken, doch moest die kwestie voor de rechtbank van oorlogsschade gebracht worden dan zou, mijn inziens, de Staat ver plicht zijn de Ypersche lakenhalle volledig te herstel len. Wanneer het niet mogelijk is de halle aanstonds geheel te herstellen, waarom dan niet. zooals het vroe ger gedaan werd, voortgaan met de halle bij gedeelten herop te bouwen. Wat maakt het dat dit herstel nog een tiental jaren zou aanslepen, wat van belang is 't is dat de halle heropgebouwd weze zooals zij vóór den oorlog was. Dan zal. binnen honderd jaar. als de halle hier weerom in al haar vroegere pracht en schoonheid ?al prijken, de huidige regeering, die dit herstel beslo ten heeft, de erkentelijkheid verworven hebben niet alleen van de Yperlingen. maar ook van alle kunstlief hebbers die hier dit praalgebouw zullen komen bewon deren. Ik dring dan ook aan opdat er in de begrooting elk jaar een krediet zou beschikbaar gesteld worden voor het herstel der halle. Er is ook spraak geweest, tijdens het vorig bezoek Van den Heer Minister Merlot, alhier een zuiverings statie op te richten voor het reinigen der wateren van de Yperlee. De noodzakelijkheid hiervan werd inge zien. omdat het noodig is de vaart Yper-Yzer mei zui ver water te spijzen en dat het mogelijk ware alzoo veel water voor de spijzing der vaart te vinden. De regeering heeft zich bereid verklaard deze zuiverings statie te bouwen, maar de stad Yper ware verplicht het onderhoud ervan op haar te nemen. Gezien die zui veringsstatie haar waarde heeft vooreerst voor het zuiveren der wateren van de Yperlee die 's zomers vooral een gansche streek besmetten, en dan ook nog voor het spijzen der vaart Yper-Yzer, is het niet re delijk de stad Yper te verplichten hiervoor telken jare eenige duizende franken uit te geven, en zou de Staat daarvan ook de onderhoudskosten op zich moeten ne men. Nu vooral, dat het besloten is af te zien van de vaart Yper-Leie. is het meer dan ooit noodig alles te doen wat mogelijk is om -de scheepvaart op het kanaal Yper-Yzer te allen tijde mogelijk te maken. Wat meer is, het bouwen dezer zuiveringsstatie zou misschien toelaten een pompstation te Boesinghe te verminderen, zoodat de' onderhoudskosten die hier jaarlijks zouden meer uitgegeven worden, langs een anderen kant zou den kunnen bespaard worden. Er is verder nog spraak geweest de uitrusting der kaai te verbeteren. Dit is ook een ontwerp dat in prin ciep aanvaard is en dat zijn nut heeft, en ik zou aan den Heer Minister vragen het zoo spoedig mogelijk te willen uitvoeren. Wil men hier de schepen toelaten hun koopwaren met meer gemak te lossen of te laden, dan moet de kaai veel verbeterd worden. Ziedaar een groot deel der werken waarvoor wij al onze pogingen aanwenden en die van aard zijn hier werk en welstand te verschaffen. En thans wil ik nog een laatste woord zeggen. De Heer, Vermeulen spreekt steeds in naam var. gansch de bevolking van Yper. Hij heeft dit recht niet. want eién '-gróót deel menschen. waaronder ik mij bevind, deelen zijne opvatting niet omtrent de vaart Yper- Komen. De Heer Minister mag dus niet gelooven dat de Heer Vermeulen hier spreekt namens gansch de bevolking. Na den Heer Missiaen. stond de Heer volksver tegenwoordiger Leuridan recht en hield vol gende aanspraak Excellentie, Mijnheer de Burgemeester. Mijne Heeren, Ik ben overtuigd dat mijne tussehenkomst, alhoe wel zeer bondig, wanluidend zal schijnen zooniet voor de meerderheid dezer uitgelezen vergadering, dan toch voor zekere minderheid. Ik aanzie het als mijn plicht hier een terechtwijzing te doen op de laatste woorden dóór den Heer Missiaen uitgesproken. Men zal mij niet verdenken van partijdigheid, omdat de verhou ding tusschen mij en der. Heer Vermeulen hier ge noeg gekend is. Ook zal ik niet beweren dat de Heer Vermeulen het herstel der vaart Yper-Komen namens de algemeenheid der bevolking vraagt, doch ik zeg dat de Heer Vermeulen, wanneer hij met zooveel aan drang het vraagstuk dier vaart verdedigt, werkelijk de aandacht van een zeer aanzienlijk deel der bevolking bezig houdt en boeit. Ook is het gevraagd herstel der vaart gesteund op redeneering. Alzoo herleid is dit een juister toedracht der zaak. Men heeft hier met zekere eenzijdigheid over de vaart Yper-Leie gehandeld en de Heer Missiaen heeft uit een bepaalde richting een kouden wind over de vaart later, blazen, doch jammer voor hem heeft nie mand minder dan de Heer Minister zelf in zijn argu mentatie een geweldigen deuk gebracht aan de uiteen zetting van den Heer Missiaen en de socialistische vakvereenigmgen. Immers, ik herinner mij goed dat de Heer Minister zegde dat er geen spraak van kon zijn werken uit te voeren met het doel de heerschende werklóosheid tijdelijk te lenigen, om dan nadien weer om voor dezelfde miserie te staan, en dat hij er niet voor te vinden is alleen maar werken uit te voeren De schoonste en grootste keus der streek van Placeeren van BALATUM enz., aan buitengewone prijzen. Bijzondere prijzen voor Behangers en Schilders. - om enkele dagloonen uit te betalen en die geen door loopend nut voor de toekomst opleveren. Welk nut zou dit onzinnig plan van het dempen dezer natuurlijke groeve, welke de vaart is, voor later bieden Dit werk valt volledig onder de toepassing van hetgeen de Heer Minister op de stelligste wijze heeft afgekeurd, om- dat er niet de minste economische voordeelen voor la ter aan verbonden zijn. Dat het vraagstuk der vaart Yper-Komen nu rijp weze of niet. ik ben van oordeel dat het best ware te j besluiten, spijts verslag en tegenverslag, dit gedeelte j van meer dar. een halve eeuw werk onzer voorouders te behouden. Er zitten daar veel te veel kapitalen ir, om die vaart zoo maar te dempen alleen met het doel eenige hectaren akkergrond terug te winnen. Door mijr. zeer nederige tussehenkomst hier in dit debat wil ik enkel doen uitschijnen dat men, volgens mijn bescheiden meening die vaart nooit zou mogen vullen. Dat het vraagstuk slepe. dat het nog decenniën i dure, wat God verhoede, nooit echter zou men de vaart mogen dempen, omdat ik overtuigd ben dat, na dit j verslag dat het herstel der vaart heeft afgewezen, er een ander verslag komen zal dat gansch in den tegen- i overgestelden zin zal spreken. Na grondige studie van hetgeen de Heer De Meyere in zijn verslag zegt zal het ook uwe aandacht treffen dat het juist de anti pode is van het verslag der onderzoekscommissie voor de vaart. Ik bepaal mij erbij U, Mijnheer de Minister, te waarschuwen tegen het gevaar tot het dempen der beddipg van de vaart te besluiten. (Geestdriftige toe juichingen). Hierop vroeg de Heer burgemeester indien iemand anders nog een opmerking te maken had, waarop de Heer Vermeulen opnieuw het woord vroeg. M. Vermeulen. Er werd hier zooeven gesproken over de Commissie die door den Heer Minister Merlot ingesteld werd met het doel het vraagstuk der water- i wegen in het Ypersche te onderzoeken. Aangaande het herstel der vaart Yper-Komen, was de uitslag der stem ming 4 tegen 4 en had de Heer Missiaen gestemd zoo als de andere Yperlingen. dan ware de uitslag 5 tegen i 3 geweest. M. Missiaen. Ik heb gestemd volgens mijn geweten. M. Vermeulen. Men ontkent mij ook het recht te spreken in naam der bevolking van Yper. doch dat doe ik niet, daar ik geen gemeenteraadslid ben noch eenig ander politiek mandaat bekleed, doch als voorzitter der j Handels- en Nijverheidskamer van Yper reken ik het mij tot plicht hier de belangen van handel en nijverheid te verdedigen en dat zal ik altijd doen ervolgens hield de Heer Minister Balthazar I nog de volgende aanspraak Mijnheer de Burgemeester, Mijne Heeren, Ik vraag de toelating te mogen blijven zitten opdat deze bespreking hier niet de allure zou aannemen van eer. koud debat. Wij zijn hier allen menschen bijeen bezield met den besten wil om in de beste verstand houding en eensgezind te onderzoeken wat het best voor de heropleving van Yper kan gedaan worden. Vooreerst moet ik echter den Heer Missiaen terecht wijzen wanneer hij er zijn spijt over uitdrukte dat de Heer Minister Heymans hier niet aanwezig is. Zijne be wering als had de regeering den Heer Minister van Economische Zaken moeten aanzetten eveneens naar Yper te komen, is verkeerd en heeft in alle geval de bedoeling niet welke men eraan zou kunnen toeschrij ven Elke minister handelt zelfstandig volgens hij oor deelt het best de algemeene belangen te dienen. Wan neer ik besloot Yper te komen bezoeken, dan heb ik dit gedaan zonder daarover de regeering voorafgaandelijk te raadplegen, doch nu ik hier ter plaats geweest ben en uwe gedachten en verlangens ken. zal ik het als mijn plicht aanzien de regeering en inzonder mijn col lega. den Heer Minister van Economische Zaken, erover te spreken. Wanneer ik goed begrijp, dan is het brandpunt der belangstelling de vaart Yper-Komen. In dergelijke pro blemen komt het er op aan te doen zooals de Nederlan ders. t is te zeggen de kwestie zakelijk bestudeeren, zonder gevoel en vooral zonder eenige politieke be kommering. Ik geloof dat het verstandig ware spoedig een beslissing te nemen in den een of anderen zin. Thans is mijne opinie over die zaak nog niet gemaakt. Het ;s daarom dat ik naar hier gekomen ben om te luisteren. Zoodra ik oordeel dat de vaart Yper-Komen in de toekomst een economisch belang kan bieden dat opweegt tegen de uitgaven die het herstel ervan zal vergen eij die tegenwoordig, met de huidige waarde var. ons geld. op 130 millioen frank mogen geschat wor den. dan zal ik niet aarzelen aan de voorstanders der vaart te zeggen gij hebt gelijk en het werk moet uit gevoerd worden in een tempo dat de middelen van het land toelaten Als het mogelijk is de werkloosheid op te slorpen, dan zal dit niet langer van kant geschoven worden en ik wil m deze omstandigheid mijne verant woordelijkheid niet ontgaan. Hetgeen dient gedaan zijn werken waarmede men nadien niet meer voor den zelfden toestand staat en die de toekomst verzekeren. Met cijfers zal ik nagaan of de scheepvaart op die vaart rendeerend kan zijn. en hierdoor versta ik dat zij rendeerend is als een haven, 't is te zeggen dat zij zoowel voor gansch de stad als voor geheel de streek voordeel moet bijbrengen. Ik beloof u in den kortst mogelijken tijd de zaak te beslechten. Ik heb geen schrik van de te nemen verantwoordelijkheid en ik beken dat men tot hiertoe te veel geneigd is geweest de moeilijkheid te verschuiven door het instellen van com missies ten einde er van af te zijn. Doch hoe langer de zaken aanslepen, hoe meer ze verergeren. Ik ben over tuigd binnen afzienbaren tijd ervan af te zijn. Er zijn een heele reeks werken voorgesteld om den heropbloei van Yper te helpen verzekeren. Tot hiertoe werd de stad niet uitgerust met al de middels die ze noodig heeft om te leven. Dit is een zaak die vast staat en 't is onder dat oogpunt dat wij de zaak zullen bekijken Voor wat het drinkbaar water betreft, is dit een kwestie die op het eerste zicht niet moeilijk is om op te lossen. Ik geloof dat gij in de nabijheid reeds een tus- schengemeentelijke maatschappij hebt. Er zou dienen onderzocht te worden zoo gij er u niet kunt bij aan sluiten en men zou dienen na te gaan of de hoeveelheid water der stad Moeskroen. die reeds Meenen spijst, voldoende is. De Heer De Meyere in zijn verslag stelt vast dat gij hier over een hoeveelheid water beschikt die buitengewoon gunstig is voor het vestigen van ze kere nieuwe, nijverheden. Als het hier voorhanden zijn de water niet mag gebruikt worden zonder het te ko ken. dan heeft de voorraad water van de Leiekom toch den voorspoed gemaakt der wollenijverheid in de Middeleeuwen en nu nog zou die hoeveelheid zoet water ten zeerste geschikt zijn voor sommige indus- strieën. zooals bijvoorbeeld de parfumerie. Die voor raad gereserveerd water zou voor de toekomst een groote hoop uitmaken. Terzelfdertijd zou men dan hier de streek met drinkbaar water moeten voorzien om het hier bestaande depot zoetwater uitsluitend voor nijverheidsdoeleinden te kunnen bezigen. Wanneer men mij reeds vroeger vroeg deze zaak te onderzoeken, dan heb ik mij aanstonds de vraag gesteld waarom de stad zich bij geen intercommunale had aangesloten. De rioleering voor den afvoer van het afvalwater vormt hier .n België een formidabel probleem dat slechts geleidelijk naarmate de middelen zal kunnen opgelost worden. Op dat gebied echter zijn we nog nergens en als Belg hebben we alle redenen beschaamd te zijn bij die vaststelling. Van Gent tot Yper aiover St Jacobstraat, 30. IEPER - Telefoon leper 376 ZATERDAG 13, ZONDAG 14, MAANDAG 15 OOGST Op Maandag (O. L. V. Hemelvaart) Bijgevoegde vertooning te 5 UUR Buitengewoon Programma met PAUL ROBESON, de negerjongen uit Bosambo en Fransch gesproken. KINDERS ALTIJD TOEGELATEN. Kortrijk gevoelen wij het aan den neus. Die toestand is hier niet langer houdbaar en het is daarom dat ik aanstaande week naar Kortrijk zal gaan om daar ter plaats te bespreken welke regeling er kan getroffen worden. Voor wat de halle betreft, beloof ik dat er spoedig een beslissing zal genomen worden. Wij moeten ons echter hiervoor nogmaals niet laten geleiden door rede nen van sentimenteelen aard. Indien ik goed ingelicht ben. bestaat er hier in West-Vlaanderen, met hoofdzetel te Brugge, een vereeniging van gespecialiseerde ar beiders. namelijk steenkappers, die bij gebrek aan werk dreigt ten onder te gaan en die bij den heropbouw der halle de noodige werkkrachten zou kunnen leveren. Het ware onzin zich in te spannen om nieuwe nijver heden op te richten, wanneer men de oude nijverheden laat teniet gaan. Het gaat er hier weliswaar niet om een massa arbeiders, zij zijn hoogstens 250 in getal, doch ze vertegenwoordigen toch een niet te misprijzen stuk onzer gespecialiseerde werklieden. De heropbouw der halle is geen buitengewoon werk en kan gemakke lijk spoedig geregeld worden. Daar zulks in de be voegdheid valt van den minister van financiën en met de oorlogsschade moet betaald worden, zal ik over die kwestie overleg plegen met mijn collega van financiën. De Heer Minister werd nogmaals langdurig toe gejuicht en op zijn voorstel werd de zitting dan opgeheven, ten einde hem toe te laten nog een be zoek te brengen aan de halle en aan de kaai. Vergezeld van den Heer burgemeester Vander ghote, de Heeren ingenieurs alsmede van de le den van zijn gevolg, ging de Heer Minister een korten oogslag werpen in de heropgebouwde Del- bekezaal, waarna hij zich per auto tot aan de kaai liet voeren en daar met zijn omgeving den toestand en het ontworpen urbanisatieplan van het gedeelte gelegen tusschen de kaai en de Pad- devijverstraat besprak. Om 12 u. 30 werd er in het hotel Britannique aan den Heer Minister en zijn gevolg een lunch door het schepencollege aangeboden. Daarna werd nog een kort bezoek gebracht aan de ge deelten der vaart Yper-Komen gelegen achter de statie en aan den kaaimuur langs den Dicke buschsteenweg, alwaar men den Heer Minister toonde hoe goed die plaats daar, door de nabij heid van den ijzerweg, geschikt is om nijver heden er op te stichten. Om 14 u. 30 vertrok de Heer Minister naar Dixmude, ten einde de ver beter ingswerken aan de vaart Yper-Yzer en ook aan den Yzer te gaan bezichtigen en op het stad huis van Dixmude ook een conferentie met de plaatselijke overheden aldaar te hebben. (239)

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 3