KOFFIES en CHICOPEI met PREMIEN Christiaens Devolder - KortriiK Te koop in allo pede winkels, - PremiedepotG. Laroye, 20, Boompardstraaf, Yper, cEN VULPEN NAAR EN DOORHEEN HET KONGOLEESCHE OERWOUD DUMORTIER EISCHT ALTIJD EN OVERAL DE ONZE GROOTE REPORTAGE TWEEDE DEEL PATER ROMME OP BEZOEK 34, Bof-erstraaf-, 34, YPER door Jef VAN WYNSBERGHE Zaterdag 5 April. 's Namiddags te drie uur. Wij zaten in gelatene berusting op de barza, met een glaasje lauwe li monade voor ons op het rieten tafeltje. De wirwar van schrijnende desillusie, verblijdende hoop, nieuwe ont goocheling, verheugende tijdingen, sombere vooruitzichten, opbeurende mededeelingen, het steeds iets anders, het steeds iets diepmerkend bi- zonders, had ons denken en verlangen afgestompt. Werkelijk... in minder dan twee dagen waren wij moe getreurd, moe verlangd, moe gepeinsd. Het ging fataalwillens, nillens hadden wij ons bij de nieuwe omge ving, bij de nieuwe levensomstandigheden neergelegd. De zwoele atmosfeer, woning, omgeving, planten, vogels, insekten. negers, kleedij, voedsel, broebeltaal, eenzaamheid... alles leek cns als een realiteit uit alle tijden. Hadden wij wel ooit iets anders meegemaakt Was Europa soms geen dwazen droom?... Om het even Het kon ons geen zier schelen Wij zaten rustig Wij hadden limonade voor ons De muskieten vie len ons niet lastigWat kon er op de heele wereld beters bestaan Niets Maar... Voor we het goed wisten stond een Witte Pater voor ons, beneden de vier treden van de barza. Keek hij naar ons, of naar onze limonade Het zweet droop in fijne straaltjes, van onder zijn witten breedge- randen zonnehelm, over zijn dikke bleeke gezicht. Het was een forsche groote kerel, met een langen, geweldigen, zwar ten baard. De pater lachte ons minzaam toe. Zijn oogen keken zacht, fascinee- rend goedig. Vóór er één woord gezegd werd rees mijn vrouw rechtik volgde. Er hing een jubel-bedwelmende atmosfeer om ons. Ik deed een paar stappen voorwaarts, en zei: «Welkom Pater». Ik meende wat ik zei. Hij nam zijn zonnehelm in de linker hand, veeg met een greven roo- den wit getikkelden zakdoek het druipende zweet van het gezicht en het hoofd, stapte de vier treden op, en zei eerst toenDank uIk kom even kennis met u maken. Zijn stem klonk heel hartelijk, en... Hcllandsch Dat verheugde mijn vrouw en mij ten zeerste. Vijf minuten later zaten wij reeds gemoedelijk bijeen. Hij was Pater Romme, van de Missie der Witte Paters van Tongoni. Hij was Hollander uit Princehage, bij Breda. Hij kwam zoojuist uit Tongoni, veertien kilometer ver, per fiets -doorheen de wit-dansende middaghitte. Dat deed hij ieder Zaterdag, om alhier de biecht van het Katholieke zwarte volkje te hoeren, en om "'s Zondags de Heilige Mis voor de Blanke en Zwarte geloovigen te lézen. Toen we dat wisten, moest hij al weg zijn biechtvolkje zat te wach ten, en De Evangelisatie vóór alles zei hij. Wij noodigden hem uit om te soupeeren. Hij aanvaardde dankbaar. Vier uren later hadden we reeds gesoupeerd. Het was reeds ruim één uur donker. We zaten gezellig samen op de barza, bij het vale licht van een ge wone petroleumlamp, waaromheen tientallen vlindertjes, kevertjes en muskieten vlogen... jachtig op- en neer-dansende. Vlak bij klonk een eentonig getamtam. Pater Romme vertelde ons. Wij luisterden aandachtig. Hij was pas zes jaar in Kongo. Op Tongoni waren ze met drie paters, twee broeders en een neger-diaken Noëldie eerstkomende Kerstdag priester zou gewijd worden. Hun missie staat op Oud-Kasongo. Wat men nu Kasongo heet, is eigenlijk Lamba-Lamba. Want veer tien kilometer van hier, waar onze missie gebouwd staat, daar is het eigenlijke oude Kasongo. Maar men noemt het nu naar den aldaar geme- dailleerden Sultan Tongoni Kasongo, het Oude, werd reeds in 1870 gesticht. Livingstone, die in 1871 in Kasongo aankwam, zag er reeds een Arabische post. Onze mis sie werd pas in Maart 190-3 opgericht door twee missionarissen, een broe der en een twintigtal jonge Kristenen, die de missionarissen gevolgd waren. Ik vroeg Pater Romme, met welke moeilijkheden de missionarissen hier het meest te kampen hadden. Met de noodlottige praktijken en bij de negers ingewortelde moraal van de Araben. koopt men in vertrouwen ter Drukkerij Want, u weet wel, zei hij, dat Kasongo een centrum is van de droevig vermaarde Araben, de vroegere slavendrijvers. Die kerels zijn hier nog in een groot aantal aanwezig, en blijven de geheele streek verpesten met hun gebruiken en hun Islam-leer. Zij ovei- bluffen elkaar met de uiterste wellevendheid. Zij spreken elkaar aan, met de uitgezochtste-termen, zooals «God zendt mij bij u met gezond heid en geluk God verleene u een genoeglijke rust, vergezeld van zoete droomen, gezangen en bloemen De negers, die door die lui gevormd worden, hebben al de gebreken van hun meesters gevoegd bij deze welke zij reeds oorspronkelijk be zaten. Want onder hun kruiperige wellevendheid steekt de zeden van de meest wilden. Geen enkele ge-arabiseerde neger heeft het minste begrip over recht of menschelijkheid. Noch de goederen, noch het leven van de andere zwarten^zijn heilig voor hen. Hun de geciviliseerden is alles toegelaten, wanneer het gaat om hun hebzucht en hun passie voor bru tale genietingen te streelen. De andere zwarten zijn in hun oogen slechts beesten, gemaakt om hen te dienen, om hen te verrijken. U kunt moeilijk begrijpen welken harden strijd wij dag-in dag-uit met die kerels te strijden hebben. Hoe lastig het ons is om vooreerst hun pyramidalen hoogmoed te bekampen, en om vervolgens hun aanlokke lijke leer over toegelatene veelwijverij, enzoovoort tegen te werken. Wij boeken een enorm grooter resultaat bij de inlanders die weinig of niet met de ge-arabiseerden in aanraking komen. Maar hoe lastig de Araben ons werk ook maken, wij blijven betrou wen in Gods hulp, en houden hardnekkigen tegenstand, ja maken ook in hun rangen Katholieken. Welke godsdienst de Araben en ge-arabiseerden eigenlijk hebben? Deze welke door den Koran, het heilig schrift der Mohammedanen, ver kondigd wordt. Het is een verzameling van 114 hoofdstukken soeren van de uitspraken en openbaringen van hun profeet Mohammed. Zij gelooven ock in één eeuwigen God. in hun Allah Maar hun Allah schiep niets, en huist nergens. Zij aanvaarden ook het bestaan van Engels één van hen, Dchibril, het is te zeggen de engel Gabriël, heeft de veropenbaring aan hun profeet Mohammed meegedeeld. Zij hebben ook een afgevallen engel, Iblis, hun duivel, hun Satan. Het rituëele gedeelte van hun plichtenleer omvat vijf zoogenaamde zuilen 1. - de geloofsbelijdenis Ik getuig dat er geen god is dan Allah en dat Mohammed zijn gezant is 2. - vijfmaal per dag moeten zij de salateen plichtgebed verrichten voor zonsopgang, 's middags, 's namiddags, bij zonsondergang en twee uren later. Den Vrijdag is hun Zondag. Dan is ieder meerderjarige, die niet ziek is, verplicht aan het gezamenlijke gebed deel te nemen. Hun gebeden gaan gepaard met aller lei bewegingen en buigingen van het lichaam. 3. - Zij moeten de Zakat» een soort religieuse belasting betalen, die gewoonlijk 10 procent van hun winsten bedraagt. 4. - In hun Ramasan-maand, moeten zij vasten, het is te zeggen ze mogen niet eten, noch drinken, noch rooken tusschen zons opgang en zonsondergang. U weet natuurlijk ook dat zij nooit geen wijA mogen drinken, noch varkensvleesch mogen eten. 5. - Eens in hun leven moeten ze naar Allah's huis, te Mekka, gaan. Ze houden er een heele serie wellevendheidsvoorschriften op na, die een godsdienstigen oorsprong hebben, en waarvan een deel zelfs datee ren van vóór onze tijdrekening. Aldus mogen ze alleen met de rechter hand groeten en eten, daar de linker hand als onrein beschouwd wordt. De man mag vier vrouwen te gelijk hebben, en heeft steeds het recht één van zijn vrouwen te verstooten hij is er tegen niemand verantwoor delijk over. Er bestaat voor hen tusschen man en vrouw geen gemeen schap van goederen, de vrouw behoudt haar bezittingen. De Araben alhier dragen kostelijke stoffen van zijde, van satijn, van karmozijn, waarover een wit hemd hangtaan de heupen hangt een wij de rok van dezelfde fijne stoffen. Zij getuigen werkelijk van een uiterste netheid uiterlijk althans. Aan den rijkversierden gordel, met goud en zilverdraad geborduurd, hangen uiterst schoone wapenen, van oostersch maaksel, kunstig met zilver en goud gedreven, voorzien soms van rijke gesteenten. Zij hebben altijd een soort sabel en een dolk. Hun hoofd deksel is de tulband of de zanzibarietsche muts. Zij dragen sandalen. Hun vingeren zijn beladen met gouden of zilveren ringen, die dikwijls met briljanten ingezet zijn. Ook de vrouwen gaan prachtig gekleed. En ziet u, ook al dat mooie, al dat blinkende verleidt den eenvou- digen neger. Lang bleven we nog napraten over de Araben, over den vroegeren strijd der blanken tegen de slavenhandelaars, en dat we absoluut eens gauw naar de missie moesten gaan, om een en ander merkwaardigs te zien o. a. de graven van Sergeant Lippens en De Bruyne werd ons toen heel duidelijk. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). Jef VAN WYNSBERGHE.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 9