KOFFIES en CHICOREI met PREMIEN Christiaens Devolder - Kortrijk NAAR EN DOORHEEN HET KONCOLEESCHE OERWOUD Te koop in alle goede winkels. - PremiedepotG. Laroye, 20, Boomgaaidstraal, Yper, EISGHT ALTIJD EN OVERAL DE ONZE CROOTE REPORTAGE DERDE DEEL II. EEN EERSTE ZENDING door Jef VAN WYNSBERGHE Op 14 Augustus, vier maanden na mijn aankomst te Kasongo werd mij door den Hoofd-Administrateur Loons, een eerste, bijzondere zending ter uitvoering bevolen. Ik moest dadelijk via Samba, naar Luhuri en Malela eert 75 kilometer ver. Een kamion zou te mijner beschikking gesteld worden, voor het vervoer van mijn reisgoed. De zending bepaalde 1. Overgaan tot een uitvoerende beslaglegging bij den blanke Van P., te Luhuri. 2. Een dagvaardiging afgeven bij den Araab Nassor Bin Mohamed, te Malela. 3. Een ondervragend onderzoek doen, in naam van het Openbaar Mi nisterie bij het Distrikt-tribunaal van Maniema, inzake het geval der blanke dame mevrouw A. Vendelmans-Allard. 4. Het op kaart brengen van den weg Kasongo-Samba. Ik ontving 's morgens te tien uur de opdracht, door brief Nr 559, en 's namiddags te drie uur moest ik reeds afreizen. Te half twaalf werd ik bij den heer Hoofd-Administrateur ontboden, en den heer Van P... voorgesteld een flinken dertigjarigen Vlaming. Hij had te Luhuri een kleine plantage van een honderd hectaren. Maar den laatsten tijd ging het hem finantieel slechthet zwarte personeel werkte slecht, deserteerde of berokkende hem moeilijkheden met allerlei pala- bers de opbrengst der plantage was betrekkelijk klein hij trachtte zich nog te redden door zijn mannen brandhout ter verkooping te doen kappen, en planken te doen zagen... maar het hielp hem weinig... hij kon niet eens zijn grondbelasting betalen. De Staat hield er geen bijzondere rekening mee in plaats van aan moedigenden steun, zou er voor eenige duizenden franken beslag gelegd worden. Erger... een paar dagen later moest hij naar Stanleystad, een dui zend kilometer ver, zich voor zes maanden gevangen aanmelden. Aldus luidde een uitspraak van het Distrikt tribunaal te Kasongo. Dat kwam zoo Onder zijn werkvolk was er om 'n kleinigheid een ruzie opgerezen, die tot 'n lawaaierige herrie ontaardde. Mijnheer Van P... kwam tus- schen, liet zich de zaak uiteenzetten, werd op een zwangere negerin woe dend, stampte haar op den buik, de negerin viel dood neer, het stam hoofd diende een klacht in... en Van P... werd veroordeeld. Te Kasongo was geen gevang voor blanken. Hij moest daarom naar Stanleystad gaan zitten. Intusschen moest hij de verzorging van zijn plantage aan vreem den toevertrouwen. Maar aan wien Te Luhuri was hij d£ eenige blanke, en de negers waren er nog weinig ontwikkeld. Daarenboven de negers haatten hem. Er was geen keus gedurende zes maanden zou zijn plan tage onbeheerd verwilderen en geplunderd worden. Ik sprak met Mijnheer Van P... af, dat hij zich 's namiddags te drie uur op mijn bureel zou aanbieden, om dan samen per auto tot Samba 30 kilometer te rijden, en vandaar in karavaan verder te reizen. Maar te- half vier was er nog geen Mijnheer Van P. te zien. Ik kan niet langer wachten, daar het te zes uur donker zou zijn, en ik mij dan reeds te Samba onder dak wenschte. Ik vertrok, zonder Mijnheer Van P. samen met den vervoerder Mijn heer W., wiens treurige geschiedenis ik vroeger reeds vertelde. Waarom was Mijnheer Van P. niet meegekomen per auto?... Mis schien nog allerlei zaken te regelen in Kasongo Misschien bij een of anderen Blanke of Araab blijven Whisky drinken Misschien opzette lijk zich teruggetrokken om mij in een lastigen toestand te plaatsen Wij veronderstelden zoowat van alles, doch zouden eerst zekerheid be komen door den gang der zaken af te wachten. Eén zaak stond echter reeds vastnu zou Mijnheer Van P... de dertig kilometer Kasongo- Samba te voet moeten afleggen, wilde hij nog tijdig te Luhuri aankomen. Dien avond was Mijnheer Van P... niet meer te zien en ik logeerde als eenigen blanke te Samba. Mijn koffers werden voor een vervallen passagiershut afgeladen bed-, kantien-, linnenkoffer, kleine opvouwbare reistafel en ligstoel. Een paar negers, die vlak bij woonden, borstelden vlug de passagiershut uit, stelden mijn bed op, haalden versch bronwater, legden een groot waak- vuur aan, en zouden samen den heelen nacht waken. Ik liep intusschen even het dorp afkijken een zestal lage vieze hut ten, waarin misschien een twintig negers, negerinnen en kinderen leef den. En verderop tegen de spoorbaan Kindu-Kongolo een mooiere hut, van een negerklerk die de treingoederen en -correspondentie in bewaring moet nemen, tot ze afgehaald worden. Andere menschelijke bewoners had Samba niet. Overigens, het dorp bezat zelfs geen enkele opene plaats, geen énkel meterbreed pad ten allen kante stond een hooge wilde planten-was. Ook de hutten stonden er bijna heelemaal door ver scholen, onder bedolven. Het was een eenzame avondstikdonker. Geen enkel sterre je p kelde aan het donkere firmament. Een vijftal negers zaten s Pra rond het hoog oplekkende waakvuur. Ik lag er in mijn ïgs oe zacht uit te mijmeren. Pas over drie of vier dagen zou ik terug ij J11 vrouw zijn, die alleen te Kasongo achterbleef. Morgen moest m a vaan verder. Een neger was naar de omliggende dorpen om dragers, o mijn zending goed verloopen In België was het nu plezierig ^onaer seizoen. Wat moest het nu plezierig zijn aan zee te Oostende, in de dui nen te Blankenberghe en te De Panne. Geheimzinnig woud! In de verte schreeuwden apen, huilde een hyenaglimworpjes glommen bij honderden, krekels tjipten bij duizen den. Zoete herinneringen welden opik dacht aan de vele eenig-heernj e uurtjes die ik in het kleine warande-boschje, en in de Driekoningen boschjes te Torhout doorbracht. Dat waren zalige momenten! Onver- geetlijke gelukkige oogenblikkenMijlpalen in mijn leven, die nooit... nooit meer weg te cijferen zijn. Een tamtam klonk eentonig in het woud... twaalfduizend kilometer van Vlaanderen... Maar, de verbeelding doorvliedt in één moment alle afstanden. Met gesloten oogen, op het rythme van de koortsige tamtam, zag ik alles weer zooals het vroeger in Torhout was... herleefde ik er de heerlijke dingen waaraan ik een einde stelde, om... ja waarom?... Dat was stille heimwee... Dat was eenzame smart om den verloren geboortegrond, om... Mijn zenuwen hadden het hard te verduren... Nataka mchezo!... Ik wensch jolijt, dans! Hop Met een wip sprong ik recht, en akelig lachend herklonk mijn roep in 't nachtelijke woud Cheza Cheza Wende kuïta watu wengine Cheza na imba Danst! Danst!... Roept andere menschen Danst en zingt! Verbazing teekende zich af op de door het hoogvlammend waakvuur. beschenen negergezichten. Unataka mcheza bwana?... Mwezi haïko!... Verlangt u dat wij dansen, meester Maar er is geen maan Si kitu Dat geeft niet Mzuri bwana Goed meester Gedwee kropen ze recht, en scherp weergalmend klonk hun kreet door het donkere woud: Msungu anataka mcheza... mcheza!...» (De blanke wenscht een dans... een dans!...) Mcheza Mcheza kreten stemmen van vrouwen en kinderen. Het vuur werd opgerakeld en met groote stukken hout aangewak kerd. Mcheza Mcheza!... De dans!... Het echode doorheen het woud, ten allen kante, dieper en dieper, langzaam uitstervend, maar dan plots zich in nieuwen helderen roep her halende Mcheza Ook de tamtam tokte en dreunde de mare heinde en verre «Mcheza! Mcheza De Staatsblanke wil dat wij dansen Mcheza!... Mcheza!... Mannen, vrouwen, jongens en meisjes werden weldra in grooten getalle zichtbaar, in het roodvale licht der breed uit- en hooger en hooger oplekkende vlammen van het waakvuur. Mcheza!... Mcheza!... Twee jonge negers, dicht bij het vuur neergehurkt, klopten met de samengepreste vingeren, in gejaagd rythme, op een tamtam, die ze sa men tusschen de knieën gekneld hielden hun hoofd, hun heele boven lijf wiegde mee op de maat van hun getamtam. HoyiYo Ook het negervolkje schommelde het bovenlijf ter plaatse, op de maat van den tamtam, en het zong zijn zinnen-prikkelende roepen, in hooge en lage, in zwaar dreunende en in schel schrillende tonen Hoyi Yo! Toen werd er gedanstwilde exotische dansen... uren lang! Drifti ger en driftiger De dansende, zingende, gichelende, roepende en dolzinnig huilende verhitte massa groeide steeds aan met versche elementen, oude en jonge,... zij kwamen aan uit alle dichtbijgelegen dorpen, op het geluid van den ophitsenden tamtam, en ook zij zongen en dansten zij brachten nieuw leven, zij maakten de anderen uitzinniger, onvermoeid Hoyi!... Yo!... Hoyi Yo!... De waanzinnigste sprongen en bewegingen werden in verrukking verricht, als onttrokken aan al wat hen omringde, aan al wat hen raakte. Toen bestond slechts één ding voor hen hoe langer hoe intenser opgaan in den alles vergetenden dans, hun dans, hun zijn HoyiYo Niet één keek toe Allen dansten mee, onophoudend, zonder één mo ment rust, zonder één sekonde op adem te komen Het massaspel schaduwde zich levendig af, omheen de door het vuur in rooden gloed beschenene open plek, ten allen kante, tegen het pik donkere woud de meest fantastische vormen, figuren, ensemble's, ont sprongen en verdwenen als levende wezens, monsters, gedrochten, heer lijkheden, nu eens schichtig, dan eens kruipend... steeds in harmonisch wisselend beeld en tempo HoyiYo De naakte lijven glommen door parelend en vettig afdruipend zweetEr hing een zwoele luchtDe oogen gloeiden fascineerend Het waakvuur was nu een hooge wit-vlammende gloed

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 13