LEON GRILLET Beursorders 5 Meenenstraat, 31, Yper Tel. 144 Compfant en Termijn WISSE L C O U P O N S ONDERSCHRiJVING EN REGELING VAN TITELS. ook niet goedgekeurd worden M. Leuridan. Is het aanbod, dat aan onze goed keuring voorgesteld wordt, wel het laagste zoowel voor wat betreft de hoofdwerken als de te verrichten bij werken M. Biebuyck. Het laagste aanbod is dit van de Centrale Mécanique du Béton, doch het voldoet niet aan de bepalingen van het lastenkohier. M. Yanderghote. De bovengrondsChe filterinstalla tie en de ondergrondsche pompstatie kosten, volgens hei gedane aanbod, de som van 94.850 fr. Doch vol gens besluit van den technischen dienst moeten er daar nog eenige bijkomende werken uitgevoerd worden, zoo als onder meer het bijvoegen van een tweeden zifter en van modderopzuiger, alsmede een betere omleiding van het water daar het gefilterd water ging uitmonden omtrent nabij de plaats waar het water opgezogen wordt, en het beter is het gefilterd water langs den an deren kant terug in de zwemkom te laten loopen. Met al deze bijkomende werken wordt het bedrag van het aanbod op 134.250 fr. gebracht, zoodat het dus toch nog vee! lager is dan de andere aanbiedingen. M. Leuridan. Aangezien de technische dienst deze bijkomende werken onmisbaar oordeelt, moeten wij ze goedkeuren, doch hiermede wordt de uitgaaf op nieuw merkelijk verhoogd. M. Yanderghote. De opzuiger van modder bijvoor beeld is iets afzonderlijk dat niet standvastig zal ge bruikt worden, maar dat toch van nut kan zijn. M. Biebuyck. De bijkomende werken, die voorge steld worden, zijn groote verbeteringen. M. Yanderghote. Indien wij ze nu goedkeuren, dan zullen wij hierop ook de toelagen genieten, wat later soms het geval niet meer zou zijn. M. Delahaye. Iedere maatschappij, die in zulke werken gespecialiseerd is, heeft haar ontwerpen inge diend en 't is na onderzoek van al die ontwerpen dat wij thans nog enkele verbeteringen voorstellen. Het laagste aanbod is. na bijvoeging dier bijkomende wer ken, welke de maatschappij t'akkoord is uit te voeren, nu nog lager dan de andere. M. Yanderghote. Ik stel voor deze aanbesteding goed te keuren onder voorbehoud dat de stad voor het uitvoeren dier werken de gewone toelagen ont vangt. Al de raadsleden keuren dit voorstel goed. XIV. Adjudant Masscheleinlaan Rooiïngsplan Goedkeuring. M. Yanderghote. Voor het verbeteren der Adj. Mas scheleinlaan dienen er 7 a. 03 ca. 35 ma. grond ontei gend te worden. Het schepencollege stelt voor dit rooiïngsplan goed te keuren. De raadsleden stemmen eenparig ja. XY. Augustinenstraat Aankoop van de inge lijfde 'gronden. M. Yanderghote. De gemeenteraad zal zich nog herinneren in zitting van 27 September 1937 besloten te hebben het bestaande plan van onteigening, vroeger door het Hoogcommissariaat opgemaakt, goed te keu ren, nadat het onderzoek van commodo en incommodo gedaan werd. Thans hebben wij een brief ontvangen van de bestendige afvaardiging, waarbij zij ons laat weten dat zij dit besluit goedkeurt en ons machtigt de noodige aanvraag te doen om de ingelijfde gronden te mogen aankoopen. M. Leuridan. Dit is een oude zaak zooals gij zegt, Mijnheer de burgemeester. Ik meen mij nog te herinne ren dat ik vroeger reeds in de bres gesprongen ben om aan zekeren persoon schadeloosstelling te doen ver- leenen. Werd er daarvoor gezorgd M. Vanderghote. Het dossier is thans volledig in orde. Wij zijn besloten den grond aan te koopen en de bestendige afvaardiging verklaart thans daarmede t'ak koord te zijn, maar zegt dat wij nog de toelating tot aankoop der gronden moeten aanvragen. Dit is nu dus enkel een formaliteit die wij nog te vervullen hebben. M. Leuridan. Het is de schuld van het schepencol lege zoo die zaak thans nog niet geregeld is, want reeds in 1932 bestond de mogelijkheid alles op te lossen. M. Vanderghote. Ik vraag het gedane voorstel, om den aankoop der gronden aan te vragen, te willen goed keuren. Al de raadsleden brengen een goedkeurende stem uit. XVI. Stadsbegrooting 1938. Wijzigingen. M. Vanderghote. Wij hebben de door ons in een vroegere zitting gestemde wijzigingen van de begroo ting overgemaakt aan de bestendige deputatie, die ermede t'akkoord gaat maar niet aanvaardt dat wij het bedieningsfonds afschaffen. De bestendige afvaardi ging vraagt dus dat wij ofwel de vrijstaande uitgaven zouden verminderen ofwel nieuwe inkomsten zouden voorzien. Wij dienen dus artikel 140 der gewone uit gaven met een bedrag van 70.000 fr. opnieuw in den gewonen dienst der begrooting in te schrijven. Hierdoor is er dus een tekort van 70.000 fr. in de begrooting, en om daarin te voorzien, stellen wij voor een som van 80.000 fr. als achterstallige gemeentebelastingen in de ontvangsten te schrijven. Onze beraadslaging van 12 September 1938 wordt dus bekrachtigd, behalve voor wat de afschaffing van het bedieningsfonds betreft. Daar enkele kredieten nog onvoldoende blijken stellen wij thans voor nog eenige andere artikelen te verhoogen. zoodat de meerdere uitgaven, met deze reeds den 12 September 1938 voorzien, nu tot de gezamenlijke som van 131.858 fr. 41 beloopen. Ter bestrijding hiervan worden enkele uitgaven verminderd en eenige ver meerderde ontvangsten voorzien voor een totaal bedrag van 126.734.61 fr. Hiermede blijft, voor wat den gewo nen dienst betreft, het overschot zooals het reeds den 12 September 1938 voorzien was. De buitengewone dienst die den 12 September 11. werd vastgesteld wordt nu ge wijzigd als volgtvermeerderde uitgaven 12.000 fr. en meerdere ontvangsten ook 12.000 fr., zoodat de buiten gewone dienst ook nog sluit met hetzelfde overschot van 509 fr 10. M. Leuridan. Gij kondt ook het tweede middel ge bruiken dat u door de bestendige afvaardiging aange wezen wordt. Gij hadt de keus tusschen de verminde ring der vrijstaande uitgaven en de vermeerdering der fiscale inkomsten. Waarom doet gij dit tweede niet, nu de kiezing toch voorbij is Al deze wijzigingen doen ons weerom inzien wat de begrooting is. Gij hadt de stads begrooting in eer en geweten opgemaakt, uwe cijfers waren beredeneerd, met zin en met vooruitzicht be paald. en nu omdat de gouverneur een wijziging vraagt is het u mogelijk al die bedragen met een goochelaars- toer te vermeerderen en te verminderen en een hutse pot te maken waarin niemand meer klaar ziet en die toch met hetzelfde saldocijfer eindigt. Dit geeft ons op nieuw de zekerheid dat de begrooting allesbehalve op vasten grond berust. Ik opineer voor het tweede middel door den gouverneur aangeduid, namelijk het vermeer deren der belastingen, maar het is natuurlijk de meer- WISSELAGENT CORRESPONDENT BIJ DE BEURS VAN BRUSSEL Wettelijke borgsom neergelegd bij de Nationale Bank van België. derheid die zulks moet uitvoeren. M. Vanderghote. Uwe bemerking is niet gegrond. De begrooting moet nu opnieuw gewijzigd worden om dat de bestendige afvaardiging zich steunt op de inter pretatie dat het bedieningsfonds onaantastbaar is. Wij zijn echter gerechtigd ons af te vragen welk nut het bedieningsfonds heeft zoo het niet mag aangetast wor den alswanneer er een tekort is. Wij hadden daarover kunnen uitleg vragen aan den Heer gouverneur, doch wij hebben verkozen dit niet te doen en een ander mid del te gebruiken, gezien er nog achterstallige belastin gen moeten inkomen die in 1937 niet geïnd werden en nu op dat dienstjaar, dat thans afgesloten is, niet meer künnen ingeschreven worden. Ik vraag thans de voor gestelde wijzigingen te willen stemmen. Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van der Mersch. Pattyn. Jvr. Cornillie, de Heeren Seys, Bie buyck en Vanderghote. Onthouden zichde Heeren Michiel, Coutelle. Vergracht, Leuridan en Notebaert. XVII. Verstandhoudingseomiteit der Oudstrijders Vraag om toelage Feesten 11 November. M. Vanderghote. Bij brief van 15 October 11. heeft het Verstandhoudingseomiteit der Oudstrijders ons een buitengewone toelage gevraagd voor het inrichten van feestelijkheden tot viering van den 11 November, doch Vrijdag laatst nu hebben wij vernomen dat dit Comi- teit afzag van de gevraagde toelage. Dit punt onzer dagorde is dus thans zonder nut. De Heer Leuridan vraagt hierop het woord. M. Vanderghote. Wij hebben ook nog, waarschijn lijk als gevolg der vraag van het Verstandhoudingseo miteit, een brief ontvangen vanwege den V. O. S. van Yper die ook wenscht een toelage te ontvangen voor het vieren van den 11 November. Het schepencollege is zinnens deze vraag af te weren en vraagt aan den raad deze zienswijze te handhaven. M. Leuridan. Gij stelt vopr deze tweede vraag niet in te willigen, maar gij hebt dit niet gedaan voor de vraag van het Verstandhoudingseomiteit, doch gezegd dat dit Comiteit zelf van zijne vraag afzag. M. Vanderghote. Het schepencollege had reeds be sloten op deze vraag niet in te gaan. XVIII. Autobuslijn Meenen-Yper Rekwest. M. Vanderghote. Dit punt betreft het uitdrukken van een wensch ten voordeele van den autobusdienst Meenen-Yper. Gij hebt voorzeker reeds allen den om zendbrief van 5 Juli gelezen, zoodat het nutteloos is hiervan nog lezing te geven. M. Van der Mersch. De Heer Galloo protesteert tegen de beslissing der bestendige deputatie die beslo ten heeft geen gevolg te geven aan zijne vraag voor het uitbaten van den autobusdienst Meenen-Yper. De bestendige deputatie heeft geweigerd aan den Heer Galloo een nieuwe toelating te geven om dezen auto busdienst voort te verzekeren. Daar deze autobusdienst Meenen-Yper veel diensten bewijst niet alleen aan Yper maar ook aan de gemeenten Gheluvelt en Ghe- luwe, daar deze autobus voor allen gemakkelijker is dan de tram die langs Becelaere rond rijdt, en daar er ook veel minder trams zijn zal ik stemmen tegen het voorstel van de bestendige deputatie, en dus voor het behoud van de autobus. M. Leuridan. Ik beaam volmondig wat de Heer schepen Van der Mersch komt te zeggen. Ik zou hier textueel kunnen herhalen wat ik hier vroeger reeds tijdens deze zitting zegde aangaande den autobusdienst Yper-Dixmude, doch de Heer schepen Van der Mersch heeft reeds op uitstekende wijze het oordeel van allen vertolkt. Alleen wil ik er nog bijvoegen dat hier nog veel meer redenen pleiten voor het behoud van den autobusdienst Meenen-Yper dan voor dien van Yper- Dixmude. Ik stel dan ook voor de aanvraag van af schaffing van de autobus, gedaan door de onbeschaamde maatschappij van buurtspoorwegen, met klank en ver- ontweerdiging te verwerpen. M. Van der Mersch. De Heer Galloo heeft tegen het besluit der bestendige deputatie bij het ministerie ge protesteerd en het is daarop dat wij moeten stemmen. Thans wordt ons advies niet gevraagd, doch het is de Heer Galloo die ons zijn protestbrief mededeelt. Ik ben van hetzelfde advies als de Heer Galloo en vraag dat hij de uitbating van den dienst Meenen-Yper zou mo gen blijven verzekeren. M. Vanderghote. Ik zal mij onthouden in deze zaak, omdat wij daarin geen bevoegdheid hebben. M. Leuridan. Wij zijn de verdedigers van het open baar belang en het belang van alle Yperlingen vergt dat deze autobusdienst in stand blijve. Wij zijn dus wel bevoegd. M. Yanderghote. Ik stel voor tot de stemming over te gaan. Al de raadsleden stemmen ja, behalve de Heer Van derghote die zich onthoudt. XIX. Hulde aan Sir Neville Chamberlain. M. Yanderghote. Het schepencollege stelt voor een adres van hulde te stemmen aan Sir Neville Chamber lain. Over enkele weken hebben wij angstvallige dagen beleefd en het is dank aan de tusschenkomst van den eerste Britschen minister dat de wereldoorlog kon ver meden worden. Het schepencollege heeft reeds besloten den naam van Sir Neville Chamberlain te geven aan de binnenwandeling der vestingen gelegen tusschen de Meenenpoort en de zwemkom, en stelt thans voor nog het volgende besluit te nemen De gemeenteraad van Yper. Gezien Heer Eerste Minister van Groot Brittanje. Heer Neville Chamberlain, dank aan zijne voorname bemiddeling, met bewonderenswaardige offervaardig heid, onverdroten toewijding en edel plichtbesef, het handhaven van den vrede in Europa verzekerd heeft, Besluit In blijk van de innige waardeering en genegen dankbaarheid van de bevolking van Yper, Heer Neville Chamberlain, Eerste Minister van Groot Brittanje, eereburger der stad Yper te benoemen, Afschrift van onderhavig besluit met vertaling der beraadslaging in de Engelsche taal, zal bij middel van een kunstdiploma door de zorgen van het College van Burgemeester en schepenen aan belanghebbende over gemaakt worden. M. Leuridan. Ik treed'volmondig dit voorstel bij, doch moet er toch een lichte terechtwijzing aan doen, daar het niet volledig, niet uitsluitend, maar alleen ten groote deele aan den Heer Chamberlain te danken is dat de gruwel van den oorlog kon vermeden worden. Ik neem de gelegenheid waar om hier te bevestigen dat de Heer Chamberlain in zijne pogingen gesteund was door den vredeswil van al de volkeren die nog in hun verbeelding dragen het visioen van wat de oorlog geweest is en zich een gedacht vormden van wat een nieuwe oorlog geweest ware, nog veel vreeselijker dan vroeger. Het is aan den vredeswil der volkeren zoowel als aan dien van de vlaamsche oudstrijders te danken dat de oorlog vermeden werd. Dit is de vrucht van het werk der oudstrijders die sinds 20 jaar reeds al het afschuwelijke van een oorlog veroordeelen, en de Vlaamsche oudstrijders mogen hierin wel het grootste deel der verdiensten voor hen opeischen. Dit is het geen waarop ik wilde wijzen ter gelegenheid van uwe absolute verklaring als zou de Heer Chamberlain al de verdiensten voor zich alleen hebben. Hij is alleen maar de agent, de bemiddelaar geweest die het gedaan heeft in den naam van allen. Ik ben volledig t'akkoord met de hulde aan het werk van den Heer Chamberlain ge bracht, doch ik heb gemeend hier te moeten wijzen op de onrechtvaardige behandeling waarmede de Vlaamsche oudstrijders bejegend werden wanneer men, niettegenstaande hun twintig jarig strijden tegen den oorlog, heeft getracht te doen gelooven dat het de Vlaamsche oudstrijders en nationalisten waren die den vrede bedreigden. M. Van der Mersch. Al de Belgen wenschten den vrede. M. Vanderghote. Wij zijn hier in het parlement niet. Ik vraag de voorgestelde hulde te willen goed keuren. Al de raadsleden stemmen ja. XX. Mededeelingen. M. Vanderghote. Wij hebben in datum van 5 No vember 1938 een brief ontvangen van den Heer Alge- meene secretaris van het Ministerie van Financiën, die ons meldt dat, op zijn voorstel, besloten werd den her opbouw van den oostervleugel der halle onmiddellijk op touw te zetten. Ik heb ook nog een ander doch minder verheugend nieuws mede te deelen. De Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen heeft ons den 28 October 1938 laten weten dat, niettegenstaande de aanbesteding voor den heropbouw der statie van Yper reeds gedaan werd. het haar voor het oogenblik, gezien haar financieelen toestand, niet mogelijk is de statie te herbouwen en zij dit werk tot betere tijden moet verschuiven. Wij heb ben onmiddellijk, den 3 November, een brief van pro test gezonden aan de Nationale Maatschappij van Bel gische Spoorwegen. M. Seys. Werd er reeds geschreven aan de Heeren Ministers, en bijzonderlijk aan den laatsten, die hier te Yper kwamen en ons dit herstel beloofden M. Vanderghote. De voetstappen zijn begonnen. M. Leuridan. Het is ellendig te moeten vernemen dat deze zaak, welke wij zoo lastig verkregen hadden en waarvoor zooveel door ons gedaan werd, nu al met eens weer ongedaan is Tijdens de bespreking der be grooting van het ministerie van verkeerswezen, zal ik de. kinderachtige, lompe manier van handelen der maat schappij van Spoorwegen aan de kaak stellen. Hier in de verwoeste gewesten zouden de konijnenkoten moeten blijven staan, terwijl elders paleizen gebouwd werden. De nationale maatschappij van spoorwegen doet ten andere niets anders dan verkeerde bezuinigingen. M. Vanderghote. Wij zullen u onze documentatie mededeplen en ook ons schrijven aan de stedelijke pers overmaken. Het Hof van beroep heeft het vonnis der rechtbank van Yper bekrachtigd betreffende den her opbouw van het standbeeld van den Heer Vanden- peereboom. De stad verkrijgt dus recht op herbeleg voor dit standbeeld. Tijdens een vroegere zitting werd de wensch uitgedrukt dat de huurprijzen der huizen van de Ligy- en Kalfvaartwijken zouden herzien wor den. Als antwoord op ons schrijven hebben wij, in datum van 15 October, een brief ontvangen waaruit schijnt te blijken, want de brief is onleesbaar, dat er geen mid del is op de vraag in te gaan. M. Vergracht. Er liggen daar een hoop steenen in de straat leidende naar Dickebuschvijver. Wanneer schikt men de werken aldaar uit te voeren Dit zou dringend moeten gedaan worden, nu vooral dat er overal werk te kort is. M. Vanderghote. De Heer schepen Delahaye zal daarvoor zorgen. M. Biebuyck. Ik zou aan den Heer schepen van openbare werken willen vragen zoo het niet mogelijk ware de verlichting uit te breiden in straten waar er den laatsten tijd veel gebouwd werd, zooals de Veurne- steenweg, de Oude Veurnestraat, de Basculestraat, de Meenensteenweg. Misschien zijn er nog andere straten die zich in hetzelfde geval bevinden. M. Delahaye. Bij de Oude Veurnestraat. aan den Wegwijzer, is het plaatsen van een electrieken lan taarn voorzien. De uitbreiding der verlichting is ten andere ook reeds besloten voor den Verlorenhoek en het Oefeningsplein. M. Biebuyck. Maar het is voor andere straten dat ik hetzelfde vraag. M. I anderghote. Dring daarvoor niet verder aan en maak uw wenschen schriftelijk over aan het sche pencollege M. Leuridan. Het schepencollege spant zich in om de krotwoningen te doen verdwijnen en ik moet zijn werking goedkeuren, doch ik zou willen dat er alge- meene maatregelen getroffen worden, en niet dat de eene barakken weg moeten en de. andere niet Voor het oocenblik zeg ik niet meer daarover. M. Vanderghote. Ik heb het verstaan. M. Michiel. Ik zou willen vragen dat de visch- verloven. die met Nieuwjaar zullen afgeleverd worden niet meer aan het oud maar wel aan het nieuw tarief aangerekend worden. De openbare zitting wordt hierop te 19 u 45 opge heven.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1938 | | pagina 5